Historisch Archief 1877-1940
GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 APRIL 1929
No. 270?
No. 2707
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 APRIL 1929
w
*.',
'
Moderne Heldenvereering
door Hendrik Willem van Loon
HET was een trotsche burgor van het land der
sneldenkende menschen, en hij begreep mij
onmiddellijk. Aangezien men nu in Frankrijk alles
bereiken kan door een doodgewoon alledaagsch
feit, een persoonlijk feit" te maken schetste ik
hem eerst den algemeenen achtergrond.,,Kijk eens"
zei ik ,,ik heb de griep gehad en kan nog bijna niet
op mijn beenen staan. Maar ik kan toch niet in
Parijs zijn zonder ten minste op eenigerlei wijze
uitdrukking te geven aan mijn belangstelling in het
verlies van uw grooten generaal. Rijd voorzichtig,
maar laat ons wat zien." Hij deed beide. Hy reed
voorzichtig en hij liet ons even veel zien, alsof wij
een officieele delegatie van oudstrijders geweest
waren en hij deed dit alles zonder in cenig konflict
te komen met de politie. Wanneer er inf Parijs iets
te doen is, komen er plotseling een paar millioen
heele kleine politie-agent jes uit den grond te voor
schijn, doe wat op dat oogenblik hun plicht is en
doen dit zonder dat het publiek er heel veel van
merkt en verdwijnen dan weer op even mysterieuze
wijze zoodra de bruiloft, de revolutie, het bezoek
van de Koningin van Negropotamie; de offieieele
begrafenis; of wat dan het laatste Par ijsche vermaak
is, weer tot het verleden behoort. Maar overal, waai'
men dien schoonen Zondagmorgen slechts i links
mocht draaien, daar had mijn chauffeur een Oom,
die toevallig rechts woonde en die hij onmiddellijk
moest opzoeken en overal waar we slechts rechts
mocht draaien daar had hij een afspraak om een
huis te gaan huren, dat toevallig links stond. En
zoo zag ik alles en van dat zien komt de volgende
meditatie.
De Held van het oude klassieke en hot
middeneeuwsche genre, de Held die een levende persoon
lijkheid was langzamerhand uitgediend raakt on
dat we thans het stadium bereikt hebben, waarin
genoemde Held zich begint te ontwikkelen tot
anonimiteit van een Naandooze Vennootschap.
Want ziet daar lag de brave Poch, de aanvoerder
van de geallieerde heirscharen, maar hij lag achter
het graf van den Onbekenden Soldaat. Hij speelde
als het ware een tweede rolletje in zijn eigen drama.
De bloemen waren voor den Generaal. Maar de
eeuwige vlam brandde ter eere van een ,,Soldat
Inconnu", een armen onbekenden sukkel, dio ergens
in een loopgraaf verdwenen was, kapot geschoten,
totdat men zelfs zijn naam niet meer kon ontdek
ken. DJ volkomen onpersoonlijke verpersoon
lijking van onzen raren onpersoonlijken tijd, waarin '
we langzamerhand voor niets zoo bang zijn als .
om te, bekennen, dat een van onze buren misschien
een grooter man zou kunnen zijn dan wij zelven.
Nu geef ik riatuurlijk gaarne toe, dat er'bij de
oude heldenvereering ook wel zoo d'een en andere
meneer rondliep, die niet heelemaal ,,kosher" was.
Daar waren helden en helden. Sommigen be- .
hoorden tot het ras der onvergetelijken en anderen
niet, maar de Tijd met een hoofdletter T is een
uitstekende disinfektant voor reputaties beide
in den goeden en in den slechten zin van het
woord. Men heeft mij wel eens verteld (en ik ben
4 te weinig bioloog om het tegen te spreken) dat een
. gewoon riviertje zichzelf in zoowat een
mijlstroomens van de moeste onzuiverhedcn kan reinigen.
Zoo gaat het ook met ,,de roem" die in den Grooten
Stroom des Tijds geworpen worclt.
Ik ben dui niet erg bang voor een beetje al te
overdadige heldenvereering, maar ik ben wel bang
voor een wereld die de Persoonlijkheid uitschakelt
om de goegemeente een pleziertje te doen en om
den Weled. Heer Jan van Pet te vleien en hem Wijs
te maken, dat hij het begin en einde van alle
dingen dezer wereld ia. Wie of de schuld heeft
aan deze nieuwe opvatting, dat weet ik niet.
Waarschijnlijk de bier-drinkende Longobard uit
het vroede Zalt-Bommel. Hetgeen niet be
duiden wil dat ik ooit met bewondering de
Siegesallee te Berlijn bekeken heb of aan hartkloppin
gen lijdt zoodra ik in de buurt kom van een van
die heerlijke monumenten, uit zeep en suiker
gefabriceerd, die opgericht zijn ter eere van den
Grooten Schepper van het Moderne Italië(voor
het gemak van hyt Italiaanscho consulaat voeg ik
?er bij, dat ik den grootvader van den
tegenWoocdigen Italiaanschen Koning bedoel en geenszins den
Heer Miissolini, wat inbeslagneming van dit blad
aan de kiosken van Milaan'en Florence ? zal ver
hinderen). Maar aan den anderen kant ben ik ook
nooit een enthousiast bewonderaar geweest van
die moderne geschiedenis methode, die de
Amerikaansche Revolutie tot een drievoudig ekonomisch
conflict terugvoert; die zich een Hollandsche Re
publiek zonder Willem van Oranje en den Grooten
Pensionaris kan voorstellen en die de Ruyter als
een onvermijdelijke en niet-bijzonder-belangrijk
onderdeel van de groote ekonomiache twisten der
zeventiende eeuw beschouwt, als. een alleszins'
nuttige schroef in de Hollandsche staatemachine
van dien tijd, maar dan ook niets meer.
Diezelfde geleerde Heeren zien in Napoleon slechte
een formule geproduceerd door de onvermijdelijke
omstandigheden" van het Revolutionaire tijdperk
en zijn bereid te bewijzen dat als Caesar niet toe
vallig Caesar geweest was, hij iemand anders
geweest was, die precies hetzelfde deed.
Laat ik u nu op aartsvaderlijke wijze even een
heel klein verhaaltje doen. Daar was ereis een
burger, die op eeu warmen dag het verlangen
in zich voelde opkomen in de Golf van Florida te
gaan baden. En hij vroeg aan een neger-joggie
^luister eens vriendje, zijn er hier ook haaien?"
en het .joggie antwoordende zeide ,,nee meneer,
der benne hier heelemaal geen haaien." En dus
ging de gelukkige burger een half uurtje zwemmen
en ziet er gebeurde ook niets. Maar toen hij zich
nu weer aankleedde en zag dat de jeugdige
Chokola daar nog altijd stond, gaf hij den braven knaap
een kwartje ,,en vertel me nu eens hoe je zoo
precies wist dat er geen haaien waren? Waarop
het knaapske op het kwartje bijtende om te zien
? of het misschien van blik was (het verhaal speelt
nog steeds in Amerika) antwoordde Meneer, waar
er zoo veel krokodillen benne, daar benne er nooit
haaien." ,
En zoo heb ik ook gemerkt dat et in
demenschelijke heldenvereering een zeker haaien-krokodillen
proces bemerkbaar is. Men vindt de oude helden
vereering uit den booze en niet meer passende bij
onzen modernen tijd en ziet, er komt een moderne
heldonvereering voor in de plaats die nog veel
erger is en nog ongerijmder afmetingen aanneemt
dan wat er ooit te voren is geweest.
Men lacht om Columbus, die de reis naar de
nieuwe wereld maakte met een relikwie, die bestond
uit een stuk van het ezelskabebeen door wijlen
Samson. gebruikt bij de verdelging der Philistijnen
en uit een sport van de ladder waarvan Jacob
had gedroomd en uien vindt dat alles uiterst
middeneeuwsch en ouderwetsch en een beetje
belachelijk, maar als Byrd en zijn kornuiten over
de oceaan vliegen hebben zij een stukje van de
origineele vlag van Betty Ross (de joffer, die de
eerste Amerikaansche vlag thuis fabriceerde en
daardoor een soortement mythische beroemdheid
werd) aan boord van hun vliegtuig en zij redden
deze kostbaarheid met zorg, toen hun hulkje zelf
in het water tuimelde en dreigde te verzinken.
En wanneer de kameraden van het Roode
Plein (de hemel beware ons voor de kameraden
van het Roode Dorp als die eindelijk eens een
kansje kregen) het Kremlin gezuiverd hebben van
de overblijfselen van verscheidene sedert lang
gesneuvelde heiligen (die, ik moet het uit eigen
herinnering getuigen, ook werkelijk een beetje
muf jes begonnen te rieken en wier afgezoende
, schedels naarstiglijk bijdroegen tot het Verspreiden
van diverse hoogst onaangename ziektes) wanneer
zij nu' onder hoongelach van heel de Bolshevieksche.
schare deze verdroogde skeletten in de rivier ge
worpen hebben en een week lang feest gevierd
hebben ter eere van de Godin van de zuivere Rede,
dan laten zij een professor heelemaal uit
Duitschland komen om hun eigen overleden aanvoerder
zoo grondig te balsemen, dat hij er nog jaren lang
heel netjes uit zal zien, .bouwen een cementen
fietsenhok, stellen daarin de pvergankelijke res
tanten van den onvergelijkelijken Nikolai ten toon.
En zoo. gaat het naar het schijnt steeds, wanneer
men tracht het menschdom te beropvèn van oen
van de weinige' geestelijke behoeften, di,e alle
volkeren in alle tijden gemeen hebben gehad, het
verlangen naar een beetje heldonvereering.
liet is miaschieri een schoon ideaal, wanneer
: men ons de gesymboliseerde (iédachte voorzet
als iets dat waardig is om onze kinderen tot voor
beeld te strekken en ons volk met eerbied te 'ver
vullen voor de groote en groteske dingen dezer
aardeMaar zoolang wij nog in het laatste stadium van
het steenen tijdperk verkeeren (ten minste wat onze
geestelijke ontwikkeling betreft) zou ik het nog
maar op de ouderwetschemanierprobeeren. Anders
drijven wij de haaien weg door de krokodillen,
naaibinnen te halen.
Anderen
zeiden het
anders . . .
MAARSCHALK POCH:.... Want dat wa&
Napoleon's fout eigen grootheid met
dievan Frankrijk te identiüceeren en te verlangen het
lot der volken met het zwaard te kunnen be
stemmen. Alsof men met nog zoo glansrijke over
winningen alsbf men met ontzaglijke offers,.
die trots alle roem toch schrijnen, het geluk van
een natie vestigen kan !
Alsof een volk van roem leven kon, in plaats
van arbeid; alsof verslagen volkeren niet, gekwetst
in hun gevoel van onafhankelijkheid, konden.
opstaan om hun vrijheid te herwinnen. Alsof zij
geen legers op de been zouden kunnen brengenr
die minstens even talrijk waren en bezield van eeiv
onverwinlijken moed, gesproten uit het vertreden
recht! Alsof, in onze geciviliseerde wereld, moraal
niet over macht moet zegevieren, over macht,
dietenslotte, hoe geniaal toegepast ook, toch
maaruit de materieele middelen van het geweld
bestaatAan deze poging ging zelfs Napoleon ten onder_
Niet omdat hem het genie ontbrak, maar omdat
hij het onmogelijke wilde: heel Europa, door
rampspoed intusschen wijzer geworden, naar zijn
gezag te zetten.
Onontkoombaar, immers, rust op allen dezelfde
plicht: boven het leger en deszelfs glorierijke
leidinghet Vaderland te stellen en onze bereidschap om
totzijn welvaart mede te werken. Eh wel tot die wel
vaart die het zelf verlangt.
Want dat is de wet die eeuwig gelden zal: hoog:
v-erheven boven den oorlog is de vrede. En redde
loos dwaalt zelfs het genie, wanneer het versmaadt
temidden van de critieke geschillen der volken
naar onzen innerlijken stem te luisteren, wanneer
geen acht meer geslagen wordt op de moraal der
menschheid, op die wetten, die niets inhouden dan
de achting der persoonlijkheid en de principes yan
Vrijheid, Gelijltheid en Broederschap, die den
wareninhoud vormen van onze beschaving en van het
geheele Christendom.
(Peroratie van déredevoering, die Foch uitsprak
op den honderdsten sterfdag van Napoleon, op 5 M ei
1021, vermeld o.a. in het Tagebuch van 30 Maart),
"»:?.'''':'
BRANDBLUSSCHER
HOLLANDIA'
SPANJAARD&C2
FABRIEK ESPAWA
UTRECHT
Een Kunstwerk
Bedorven!
"Fan hei Westelijk Front geen nieuws,"
Erich Maria Remarque Geautoriseerde
vertaling door Annie Salomons (Uitg.
Erven J. Bijleveld Utrecht)
Bijna vijfhonderdduizend exemplaren zijn er
van dit boek in enkele maanden tijds in
Duitschland verkocht. Nu ligt de Hollandsche vertaling
voor ons en reeds onmiddellijk, nog vóór men het
boek heeft opengeslagen, voelt men het verschil
tusschen het oorspronkelijk werk en deze vertaling.
lm Westen nichte Neues" klinkt het in zijn
afgebeten kortheid niet veel pakkender dan ,,Van
het Westelijk front geen nieuws," zooals Annie
Salomons het vertaalde?
Zoo gaat het 't geheele boek door. Er is niet zoo
zeer een te veel aan woorden in de vertaling als
wel een zekere slapheid in de uitdrukking, waardoor
het kernachtige, sobere van den Duitschen schrij
ver, verwatert en het onmiddellijk treffende in zijn
stijl, die het groote succes van het boek verklaart
voor ons verloren gaat.
,,Dieses Buch soll Weder eine Anklage nonh eine
Bekenutnis sein. Es soll nur den Versuch machen,
ber eine Generation zu berichten, die vom
Kriege zerstört wurde ? auch wenn sie seinen
Granaten entkam."
Aldus opent de schrijver zijn requisitoir, want
juist door zyn eenvoud, zijn kortheid en zuiver
heid, is het de scherpste aanklacht tegen den
oorlog geworden, die er ooit geschreven werd
en in dezen aanhef maakt Annie Salomons van
,,uber eine Generation zu berichten" tot een beeld
te geven van een generatie ".waaruit al dadelijk blijkt
dat zij door het bescheiden ,,zu berichten" te ver
talen met het veel wijdschere een beeld te geven"
het karakteristieke in het werk geheel heeft misverstaan.
Want dit is juist de groote kunst van den schrij
ver, dat er op geen der bijna driehonderd bladzijden
n opgesmukte zin voorkomt en het zijn ingeto
genheid, zijn soberheid zijn die ons
hetkrankzinnige, het walgelijke van den oorlog scherp en diep
doen gevoelen.
Korte, korte zinnetjes met het woord waar het
op aan komt meestal voor op. Zoo heeft Remarque
dit merkwaardige boek geschreven, En het is juist
in de plaatsing van het woord waar de nadruk op
moet vallen, dat de vertaalster bijna altijd gefaald
heeft. Het kenmerkende van het boek gaat daardoor
voor een groot deel verloren.
Franz Kemmerich doorschoten dij is
stervende in het lazaret.
,,Er spricht nichfc*von seiner Mutter und seinen
Geschwistern, er sagt nichts, es liegt wohl schon
hinter ihm; er ist jetzt allein mit seinem kleinen
neunzehnjahrigen Leben und weint, weil es ihn
verlaszt."
In die paar woorden ligt heel het drama van dit
jonge leven. Annie Salomons vertaalt:
., hij heeft nu alleen nog maar zijn korte leven
van negentien jaar en schreit, omdat het hem
tusschen zijn vingers wegglipt."
Voelt gij het verschil?
Door Remarque's kracht van uitdrukken aan
vaarden wij tal van ruwe en ongezouten woorden
en toestanden, die echter in de Hollandsche ver
taling wel stuiten omdat daar de zinsbouw zooveel
slapper is en zij dus te veel naar voren springen.
Dit heeft do vertaalster zoo sterk gevoeld dat zij
bijvoorbeeld ,,dick wie eine schwangere Wanze"
netjes 'vertaalt met ,,zoo dik als een gestopte
worst!"
Niettemin al moge in het Hollandsche
boek het kenmerkende van het. oorspronkelijke
werk verloren zijn gegaan, het is van zulk een
aangrijpende tragiek, het is zulk een felle
aan. klacht tegen den oorlog dat wij het in de handen van
. duizendenen duizenden land genoot en wenachen.
S. K. RABÉE
Kunstzaa l v a n Li e r
Rokin 126 Amsterdam»
Oostersche & Europeesche antiquiteiten
Oude en Moderne schilderijen en plastieken
Negerkunst & Ethnographica
Dr. Mengelberg en de Fiscus
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
Between the devil and the deepsea
SCHILDERKUNST
door A. Plasschaert
Het laatste glaswrrk van Lebeau,
den
Soms is een glas, een voorwerp uit glas, als een
gestolde doorschijriendheid. Het is dan haast geen
materie meer, maar gebonden en in n vorm ver
zameld licht. Maar ge kunt glas anders zien en
anders het glazen voorwerp maken. Glas is een
zware stof, en de vijfde serie van, Lebeau's glazen
geven inderdaad glas als een zware stof. De
vormen zijn als van vijzels, als van schalen, van
kelken en sommigen hebben die platte vorm
(haast elliptisch in d warsd oorsnee) die ge ook bij
Oostersche vazen en bij Oosterschen spekstéen
vindt. De kleur van 't glas lijkt op smeltende sneeuw
vlokken, er is grijs water en witten sneeuwvlok,
of ze is besmookt, berookt. De vormen van deze
serie, dat wil zeggen de binnen- en de buitenvorm
beide, zijn ongetwijfeld in de latere voorwerpen
beter dan in sommige der eersten. Ze zijn daar goed,
volgen malkander, hporen bij malkaar terwijl bij
de voorwerpen in den vorm van oude vijzels do
binnenste vorm alleen ia een naar beneden zich
versmallende leegt*', en er geen verband is tusschen
de twee. Dit zag 1^-ln'au in? vandaar de verbetering.
En deze tentoonstelling met haar welslagen bewees,
dat er iets verbeterd weer is in 'Holland. Deze
goede glazen zijn gekocht door amateurs tegen
prijzen, die. het bedenken waard zijn. Het 19 altijd
«en genoegen' te kunnen ervaren, dat een schoon
voorwerp werd erkend, en lust moet een genoegen
voorden werker en werkman, diu Lebeau is,' zijn,
dit te ondervinden.
Isattcson bij Kleykamp (den Haag)
Na drie keer op de tentoonstelling te zijn geweest
moet ik zeggen dat deze van zeet gemiddeld ge
halte is. Er zijn een aantal werken, die zoo weinig
indruk maken, dat ze snel worden vergeten; er
zijn maar enkele, die u bijblijven. Het belangrijkste
is de figuur en als kleur is dat zeker, Abraham.
in grijze bruinen gehouden. Naast deze, om e*-n.
groen en goud en geel. zijn de zeeroovers te noemen,
het soort werk, dat ik mij herinner, en waarvan,
naar ik meen, eens een tentoonstelling werd gehou
den in Arts and Crafts (den Haag). Het schilderij
Abraham is ongetwijfeld belangrijker (de psychische
actie is van dieper aard) maar beide zijn schilde
rijen". De werkjes met de palmen etc. hebben niets,
dat bizonder is. Verder zou ik willen vermelden
het Bergsprookje, déBlijde Intocht en een
Havengezicht. Ten slotte is er 't schilderij van Rebecca
en Abraham's knecht, met de tegenstelling vart
het gave meisje (waarin de psychologie van
Isaacson zeker niet van ongewone grootte is) met
het ervaren en listig bezien, of wilt ge onderzoe
kend bezien, van de menschen kennende oogen van
den knecht. Dat is feitelijk alles; er zijn nog por
tretten van de gewone soort, maar er zijn ook
loelijkheden als de figuren langs de zee gaand, waar
de kleur eer een leelijke is dan een bereikte.
? . i . . . *? * . ?? ? ?
?. ? ?? * ? '
Als geheel bezien lijkt mij dan ook de
juichkroet over deze tentoonstelling overdreven. Pacto
ren moeten daartoe aanleiding'hebben gegeven, die
Isaaeson niet Voldoende tot schilderkunst kon
brengen. En wij hebben hem. hier te beoordeèlen
als. schilder, .en naar den inhoud (van welken aard
ook) dien wij in'de schilderijen aantreffen.
1