Historisch Archief 1877-1940
ri
V
l f'
???fl
GRIEKSCHE EN ROMEINS
E KUNST
Afb. I. Vrouwenfiguur
GAARNE voldoe ik aan het verzoek dor
Redactie om de tentnoonstelling, welke thans
uit de kustschatten van 's Rijks museum van Oud
heden te Amsterdam is ingericht, ook in haar
weekblad bij het publiek in te leiden. Immers ook
voor hen, die dit museum beheeren is zulk een
tentoonstelling in verschillende opzichten een eve
nement. ,
Eigenaardig' toch is de positie van dit Rijks
museum, dat zich wel volkomen veilig voelt onder
de hoede van hen. die ook de Leidsche universiteit
besturen, maar /ach toch onmogelijk zonder meer als
een universitaire instelling beschouwen kan. gelijk
men het..nog wel.-eens door enkelen kan hooren
betitelen. '??..'
De tijden zijn vcfcrbij, waarin men oor
deelde dat het bestaansrecht van zulk een museum
feitelijk slechts lag in de mogelijkheid dat er zoo
nu en dan eens een geleerde materiaal kon komen
zoeken voor zijn eigen studie of voor zijn onderwijs
aan enkele ingewijden. IJoe zeer het ook steeds
studieinstituut zal moeten blijven, wil het niet
den vasten grond onder de voeten verliezen, toch
zal het daarnaast in de allereerste plaats zijn
kracht moeten zoeken in zijn roeping als algemeen
beschavings-instituut, bestemd om de resultaten
van onderzoek en studie te brengen tot gansch
liet volk, tot ieder die daarvoor
ontvankelijk is. Zeker, van die
grooto drommen van oningewijde
bezoekers zullen er velen onaan
gedaan langs zijn schatten heen
gaan*. Maar ieder die een museum'
als hot onze beheert zal er toch
van weten te spreken, hoe vele
bewijzen hij mocht ontvangen,
dat do schatten van vergane
kunst en kuituur, aan zijn hoede
toevertrouwd, toch hun machti
gen invloed hadden doen gelden,
toch levens hadden verrijkt, zelfs
daar, waar men het misschien het
minst had verwacht. % . n* ?
Zou het dan voor zulk een
museumbestuur geen evenement
wezen als het door een tentoon
stelling in een groote stad plot
seling den kring waartoe het die
schatten kan doen spreken zoo
danig.mocht verwijden?
En dan is het alsof in zulk een
uit den aard der zaak beperkte
selectie die voorwerpen van oudo
kunst nog veel sterker spreken,
dan in hun gewone milieu, te
midden van, zoovele andere. Wist
men zelf wel, dat het eigen mu
seum zooveel schoons bezit?
Welk een indruk maakt hier,
als we'de^grootste der betrekkelijk kleine tentoon
stellingszalen in het Rijksmuseum te A'dam bin
nen treden, recht voor ons uit die prachtige
Dionysuskop (Afb.2), zien dat staal van ronvantische sculp
tuur uit de tijden der l'ergameensche kunst, met zijn
sterke contrasten van licht en schaduw over het
zachte marmer, hoe Werkt, tegenover dit voor
beeld Uit den laatsten groot en bloeitijd der
Grieksche kunst, die andere kop, alleen in zijn hoek aan
de overzijde geplaatst, die gebaarde priesterkop
uit Cyprus met zijn oude, nog geheel archaïsche
vormen. . ^ «.
Welk een prachtstuk bezitten we toch in di«
Panfiguur die, hoezeer/ook zelf een copie uit
Romeinschen tijd. in stand en'strenge
gezichtsdetaihs, in haar behandeling en sterk sprekende
lichaamsvormen ons toch terugvoert in den grooten
bloeitijd der latere óe eeuw v. Chr.
In het kleine voorzaaltje. dat slechts gedeeltelijk
als tentoonstellingszaal kon worden ingericht,
zien we die sculptuur toegepast op het grafmo
nument. De bekende jongen met de duif, de moeder
met haar kind op schoot, brengen, ons onder de
bekoring der zachte melancholie dezer
grafscujptuur van Attica en niet minder het fijne
vrouwekopje van een grafstatue, dat we pok in het aardige
gidsje der tentoonstelling afgebeeld vinden.
Tentoonstelling in het Rijksmuseum
HELLAS EN ROME
door
J. H. #OjL WERD A
Afb. IV, EtrurAïhe bronaaculptuur
Afb. III. Grieliathe Vazen
Latere grafstcenen zijn voorbeelden van de
echte gen re-taf reelt jes die latere eeuwen op de
graven plachten neer" te zetten en de sarcöphaag
uit de 4e eeuw na Chr.vertoont in zijn verschillende
tafereelen, waarin we de merkwaardigerwijs nog
ongebaarde Christusfiguur zien optreden, nog den
invloed dier klassieke kunst in een zoo late periode.
De verzameling van Grieksche vazenkunst, in
drie gruote vitrines in de hoofdzaal opgesteld,
vertoont ons niet slechts de ontwikkeling dier
kunst, vanaf het Mykeensche' en het geometrische
aardewerk met zijn fijne lijnornamentiek, waarop
we spoadfg de dierfiguren zien binnen dringen,
tot_de hoogste, ontwikkeling in zwart en in
roodfigurige stijl.^maar we vinden, er ook, vooral op
deze laatste poorten, in fijne teekening die aan
trekkelijke scènes uit het dagelij ksche leven of de
Grieksche mythologie op afgebeeld, die deze vazen
zulk een buitengewone waarde verleenen. Men
zie bijvoorbeeld, in dien Attischen zwartfigurige
stijl uit het laatst van de 6e eeuw geschilderd, die
aardige badhuisscène, waarop zich de baders krom
men onder de waterstralen welke uit de leeuwen
koppen te voorschijn schieten. Of op onze groote
Attisch-Kórintische amphora, waarop eveneens
nog dat postersche dierenfries in volle ontwikkeling
verschijnt, te midden der karakteristieke orna
mentiek van lotus en palmet, beschouw* men die,
nog geheel in oud archaïschen
stijl geteekende voorstelling van
Theseus* die den Minotaurus
doodt, terwijl Ariadne er bij staat
en de vorstelijke personen op hun
zetels toezien, allen door inscrip
ties met name op de vaas
genoemd (afb. 3). Zeer interes
sant om zijn schildering is ook
de groote vaas van Z.-Italiaansch
fabrikaat, in laten roodfigurigen
stijl, waarop een Homerische
strjjd is afgebeeld, waarbij de
goden met hun weegschaal het
lot der strijdende helden af wegen.
In de hoeken van de groote
zaal staat in een paar kasten een
keuze uit onze fijne terra-cotta
statuetjes, gracieuse vrouwen
figuurtjes, typisch voor de latere,
periode der Grieksche kunst.
In de vierde groote vitrine
ziet men een aantal producten
der groote Romeinsche
bronzenindustrie uit Capua: de strakke
vormen van de sober met gegoten
relief versierde kannen, van de
gecanneleerde vaas, een zeld
zaam kunstproduct dezer een
maal zoo beroemde fabriek, de
wijde schaal of de fijn gevormde
casseroles, spreken van een uiterst
technische volmaking (afb. 5). Het gracieuse
bronzen drievoetje op dezezelfde afbeelding is ge
vonden in een Romeinsche hoeve in het Zuiden
Van Limburg, het overige bronswerk werd opge
baggerd uit onze eigen groote rivieren.
Ifc We spraken van den oosterschen invloed op de
Grieksche vazenschilderkunst. Ook een fraai stuk
sculptuur uit Cyprus, geplaatst in den. doorgang
van de beide kleine zaaltjes, vertoont eveneens di
mengeling van Griekenland en het Oosten. Behalve
de gevleugelde sphinx zien we hier de mooie
vrouwenfiguur met haar eigenaardige kleeding,
haar muts en rijke vei'sierselen, in welke fraaie, nog
archaïsch-Grieksch gebeeldhouwde trekken
dedroomerigheid Van het Oosten verborgen ligt (afb. 1).
> In een afzonderlijk klein zaaltje getuigen
verder een aantal stukken van de hooge kunst van
Etrurie, in vele opzichten onder Griekschen invloed
ontstaan.. Merkwaardig is vooral de Cycloop,
steenen werpende naar het vertrekkende schip van
Odysseus.
k" In een hoek van het zaaltje contrasteeren sterk
tegenover elkaar onze beide prachtstukken van
Etrurische bronssculptuur, de archaïsche
krijgerfiguur in zijn charakteristieke, stijve, frontale
houding en het genréstukje uit lateren tijd. de
knaap met de gans (afb. 4) boven.
Afb. II. .
? Beneden op dezelfde afbeelding zien we een paai
van onze fraaiste bronsjes, die met eenige andere
een zijkastje van het laatste zaaltje innemen,
Dit zaaltje bevat een aantal onzer presiosa.
In de kleine vitrines vindt men er verder een
keuze van gouden lijfsieraden uit ons Museum,
afkomstig uit de Krim. uit Griekenland en ook
uit Romeinsche vindplaatsen in ons eigen
landUit onzen Rijn afkomstig is ook het prachtige
zilveren beslag van een paardentuig. dat we reeds.
eenige jaren, als bruikleen van een onzev
Amaterdamsche begunstigers, bezitten. Ten slotte ziet
men boven aan den wand onzen beroemden ver
guld zilveren helm uit den tijd van Keizer
Constantinus, voor ongeveer 20 jaren in onze Peel
opgedtrlven. geflankeerd door twee kastjes, waarin
een keuze uit onze schat van Romeinsch glaswerk
door hun fijne, gracieuse vormen, hun technische
volmaking, maai- ook door den schitterenden
weerschijn die de tijd er op heeft aangebracht, de
aandacht tot zich trekken.
Zoo geeft dus deze tentoonstellint!, door dr
vaardige hand van de conservatrice van 's Rijksmu
seum van Oudheden Mej. Joh. Brants opgesteld.
een machtigen indruk niet slechts van wat de
klassieke kunst vermocht, maar ook van wat ons
land ook in dit opzicht aan schatten bezit.
ii
Afb. F. Ro'meiiuch: fronzen