Historisch Archief 1877-1940
?t'
:fc'
8 »
GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 APRIL 1929
No. 2707
Tentoonstellingen
door Mr. M. F. Hennus
Vlctor TlMi-hlor bij W. H. Hofetrc Deelman.
«?alerlj van moderne kumtt, Vonrtelüitraat 19
ITot debuut van dezen schilder is niet zondei4
-*u'cces. Do hoor Boendermakor deed oen stilleven
cadeau aan het Stedelijk Museum en het Haagsche
Gemeentemuseum kocht een portret ten meer.dan
halven lijve. De heer OS. .Knuttel Wan. schreef
een inleiding tot defx catalogus, waarin hij den
kunstenaar introduceert, /ijn werk karakteriseert
on in de toederheid en gratie daarvan ..maar met
oen krachtigen ondergrond" het speciaal
Weensche (want deze schilder is een Woenor) releveert.
Inderdaad heeft ischler een neiging tot kleuren
waaraan alle bruutheid, alle directheid ontnomen
is en die doen denken aan de ongodecidoerde maar
verleidelijke kleuren van moderne
kamerbehang.aols, in geschoren pluche. Het stilleven niet de
blauwe vaas, de druiven en liet rijnwijnglas,
dat de heer Boendermaker verwierf, is daarvan
het treffendste en meest geslaagde voorbeeld en
lijkt mij van des kunstenaars trant, in het algemeen
het beste exempel. Het drukt zijn streven naar een
zachte, decoratieve schoonheid van gedoofde
kleuren, die zich in zoetheid verdragen en in
bescheidenheid gloeien het beste uit. Behalve zulke
stillevens schildert de heer Tischler bij voorkeur
jhavens, begrensd door huizenblokken en verleven
digd door scheepsrompen en zeilbooten, welke
onbewogen wateren en beweginglooze muur
complexen hem gelegenheid geven tot het bekennen
der zelfde coloristisqhe preferenties en die hij op
dezelfde wijze bekijkt als zijn stillevens. Schildert
hij ten slot te een portret dan is het hem ook daarin
allereerst om een aangename en elegante harmonie
van kleuren te doen, waaraan hij, zooals in een
schrijvende vrouw'' de plastische Schoonheid en
de karakterbepaling ten offer brengt. Het is echter
?de vraag of dit offer geheel opzettelijk is en of het
niet zeer nauw samenhangt met de grenzen van
des kunstenaars talent. Men zou Victor Tischler
een gracieus en zwierig schilder kunnen noemen
aan wien de vrijheid om zich gratieus en zwierig
te bewegen, in mindere mate is toegedacht dan hij
zou wenschen. Vandaar het moeizame, het
heelemaal niet grandioze, geestige of levendige van zijn
techniek en zijn voordracht. Wat hij zich in het
portret voorstelt bereikte hij bijna in de jonge,
blonde en mondaine vrouw uit een familiegroep.
Daar ziet ge waarom deze schilder, die eerder
Venetiaansch dan Fransch is aangelegd, droomt.
Hij is niet modern, maar hij is achttiende-eeuwsch.
Hij zou Fragouard en Loughéen den Dresdenschen
Canaletto ia zijn persoon willen vereenigen. Hij is
een salonschilder in den besten zin des woords,
maar een die den geest, den flair, de onbevangen
heid en de zorgeloosheid der salonwereld vooral
niet van huis uit heeft meegekregen. En ik waag
Ijiet te betwijfelen of het Haagsch museum op den
duur pleizier zal beleven aan de frêle en bekoor
lijke maar uiterst fragile jonge dame die hét gaat
huisvesten.
Charles Eljck. bij W. H. Hofstee Deelman.
Galerij voor moderne kunst. Vondelstraat 1O
Wie met verbazing de vatbaarheid van Charles
Eijck voor vreemde invloeden constateert, moet
niet de onbeschroomde eerlijkheid over het hoofd
zien, waarmee hij voor die zwakheid uitkomt en
moet niet vergeten dat zij voortkomt uit dat deel
van zijn wezen, waarin tegelijkertijd zijn
aritisticiteit gehuisvest is.
Ci Toen Charles Eijck in Italiëreisde schilderde
hu vrouwen, waarvan de statige houding aan
Ghirlandajo deed denken en herinnerde de breed'-'
heid van zijn, voordracht aan de
monumentali? teit van den fresco-schilder. Nu hij in Parijs woont
Vondel's Maria Stuart
door Henrik Scholte
Vereenigd Tooneel, Stadsschouwburg
HOE loffelijk ook dat ons eerste
tooneelgezelschap zich nog ter elfder ure op Vondel's
sterfdag bezon, de keuze van het vrijwel onbe
kende Maria Stuart" blijft niettemin vreemd
tenzij men aanneemt dat hiermee een andere,
minder vorstelijke Gevangene" uit eon minder
roomsoh passiespel gewroken moest worden. En
doze herinnering brengt ons terstond naar de kern
van deze voorstelling: Vera Bondam, die haai'
hoogtepunt ? bereikte in het modestuk van een
XXon eeuwer, hooft in het XVlle-eeuwscho treur
spel helaas volkomen gt-faald.
Niet* behoudens don allereersten inzet heeft
Vondel aan zijn hoofdrol godaan dan haar met zijn
schoonste elegieën oen bijna virginale vereering
toe te dichten. Majestoit" is de titel en het thema
van deze doodenmis: lijdende, gelaten en
onaanrandbare majesteit. Deze bezat Vera Bondam
nergens. Zy is nu eenmaal geen actrice met een
natuurlijke plastiek voor het klassieke drama, zij
wrong modern sentiment in het keurslijf van Von
del's vers, waartoe zich haar schoone, maar
bewegelyke stem niet leent. Zij scheen een neiging te
onderdrukken om partij te zyn in dit ten op
zichte van haar partijlooze drama en bedierf
veel, ook voor anderen, door een begrijpelijke
behoefte om zich relief te geven, dat maar al te
vaak uitliep in vrij zinnelooze onderstrepingen:
het fronsen der wenkbrauwen, het wenken met
de hand, pijnlijk verkeerde uithalen van al te
menschelijke gemoedsaandoeningen en een nerveus zich
vermannen, juist waar deze rol, of liever dit sym
bool, dit katholieke beeld, een expressieve maar
volkomen lijdzaamheid vereischte. Indien de aan
zegging van haar doodvonnis door de beide graven
in II de inleiding tot een werkelijk drama en niet
maar een losstaande gebeurtenis, de gebeurtenis in
het stuk ware geweest, zou men haar bijna ver
beten inzet met Ik leg mijn hand op 't Boek,
gelijk een vrouw van eere" nog hebben gebillijkt.
Doch hoe werd dit in den voortgang van dit passie
spel een onhoudbare neiging tot acteeren, waar
slechts verzen, dracht en stuwkracht, te zeggen
vielen. Hoe hopeloos ging hier dat gebed uit IV
teloor, wel een der schoonste verzen, die ooit in
onze heerlijke taal geschreven zijn, met dien
onvergetelijken aanvang: ,
Myn Hartekenner, die daar Boven
Uw stoel met Cherubijnen schraagt."
,,Maria Stuart leent zich het best om voorge
dragen te worden door een paar echte
Vondelzeggers, liever dan gespeeld door een
Vondeltoonoel," zegt C. 11. de Klerk in zijn Inleiding.
En dit was in 't geheel wel de fout van de voor
stelling, dat zij te veel wilde dramatiseeren. Zij
bracht daardoor van Dalsum als Meivin, wiens
stom als eon orgel aan Vondel's vérs de schoonste
wijding gaf, in III tot een gepassioneerd geacteerde
verdedigingsrode, stellig voortreffelijk gespeeld.
maar.... uit don toon van het geheel. Er was geen
oenheid, geen rust in dit treurspel, dat toch zoo
slicht en zoo vast verloopt als een getuigenis.
Wel waren er ongetwijfeld mooie momenten,
wol heeft het Vereenigd toonool nog enkele waar
achtige Vondel-zeggers, in wier mond de
alexandrijn die ,,van tranen gezwollen sopraan" wordt,
die zonder eenige historische concessie onsterfelijk
blijft. Ik denk hier in de eerste plaats aan Huf, die
wij door ziekte moesten missen en die als Biecht
vader de waarde dezer voorstelling stellig had
kunnen verdubbelen. Aan Frits van Dijk als
Burgon, prachtig van timbre en volume in zijn
verhaal van Maria's terechtstelling. En voorts, in
de reien, vooral aan Dora Wallant, onder de jon
geren misschien de eenige, in wier stem de volle
weelde van Vondel's op- en nedergangen
teniggevonden wordt. Willy Haak, doordringender, maar
minder fonkelend, was vooral gelukkig met In
't schuim der Kaledonische baren," terwijl Nell
Knoop,* aan wie het voorrecht te beurt viel de
smettelooze elegie der Roomsche Roos" te zeggen,
het niet verder bracht dan goede wil en schoolsch
recitatief. Van de spelers resten nog Henri Eerens,
als een bovenal waardige en plichtsgetrouwe
Shrewsbury, Hans van Meerten als Kent, de
fanatieke protestant, met een af en toe geslaagde
allure van ongenaakbaarheid, en Sara Heybloni
in de kleine maar zuiver gesproken rol van Kenede,
de maagd.
De tooneelbouw: een neutrale zaal niet een dooi'
gordijnen afgeschoten rondpoint, waarop ook de
reien gezegd werden, voldeed wel, zonder bizonder
origineel te zyn, en had met kleine ongelukjes te
kampen, die op de distinctie der voorstelling van
invloed waren. De costuums waren kennelijk duur,
maar dan ter eere van onzen Vondel ook uit
Berlijn.
Hotel Duin en Daal0 - Bloemendaal
Str. koud en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMERS - Telefoon 22223
kiest hij niet alleen het'terrein dat dierbaar is aan
Utrillo en de Vlaminck, maar heeft hij zijn palet,
zijn factuur, zijn coloriet en zijn visie zonder blikken
of blozen op die beide schilders ingesteld. Hij mani
festeert denzelfden afkeer van die constellaties, die
men gewoon is schilderachtig te noemen; hij bekijkt
zijn onderwerp graag van een hoog standpunt;
hij neemt het vooral niet nauw mefc de wetten der
perspectief en hij heeft dezelfde voorkeur voor de
banlieu, voor het immeuble, voor de kale muur,
voor telefoondraden, pruisifch blauw, zwart,
aschgrauw en blauwgroen. Zijn klassieke aspiraties
van vroeger zijn vervangen door de modem-ro
mantische van tegenwoordig en zijn schilderij is
een .vertelling ever doodgewone dingen, die hy
ongewoon tracht te maken door het plastische,
nerveuse, subjectieve, evocatieve van zijn voor
dracht. Naar den aard van zijn meesters schildert
hij een ,,paysage de vision et de v'érité." Deze
onbegrensde meegaandheid is daarom nog geen
onpersoonlijkheid. Eerder schuilt daarin het per- .
soonly'ke van Charles Eijck. Hij volgt het spoor
van anderen, omdat zijn kinderlijke ziel aan een
spoor behoefte 'heeft; zijn eigenheid zit in de keus
die hij doet. Men zou zeggen dat hij ditmaal niet
heeft misgetast. Allerlei waaraan deze primitieve
Verteller behoefte heeft ia te vinden in de onder
werpen die hij koos. Hij slaat niet graag iets over
en in de samenvatting die hij geeft vervult het
bijkomstige een groote rol. Een baksteenen muur
herkent ge aan een roode kleur en aan zyn voegen;
een vensteropening aan de ruit-indeeling; ais een
jongen vermijdt hy zich in de figuratie van een
ijzeren hek of een ijzeren balcon en men kan niet
.ontkennen dat deze kleinigheden typeerend zijn
voor het landelijke of stedelijke beeld dat hy evo
ceert. Zijn synthese is een aglomeratie van
onderdeelen. Zijn coloriet ontleent hij aan anderen, maar
hij past het geleende toe als een colorist. Het ver
tellende van zijn voordracht en het fragmentarische
komen het best tot hun recht in de aquarel, die hij
hanteert als een gouache. Daar spreekt de naieve
kant van zijn kinderlijke ziel zich het direktst
en het vrijmoedigst uit en daar laat hij weg en
accentueert hij met de grootste onbeschroomdheid.
Van sommige zwart en wit-teekeningen kan men
hetzelfde zeggen en als hij een boek illustreerde
zooals hier de geschiedenis van een dankbaren
olifant, zou dat een zeer smakelijk boek worden.
De waterverfteekening van een vrouwelijk naakt
bewijst ten slotte welk een delicaat colorist hij is
en hoe zijn talent boven het louter illustratieve
kan uitgaan.
Niet onmogelijk is Charles Eijck op den goeden
Weg. Een ding, een te gemakkelijk succes, zou
hem noodlottig kunnen worden. Hij beschouwe
daarom deze fransche" periode niet anders dan
als een etappe op den weg zijner ontwikkeling.
2707
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 APRIL 1929
'.t:
Wetenschappelijke Varia
Hoe krijgen wij het
gezondste daglicht
door Dr. P. van Olst
D H mensfhen moeten zich aanpassen aan de
wetenschap! vroeger leefde men gezond
zon?iler er erg in te hebben hoe wetenschappelijk men
eigenlijk loofde: tegenwoordig leeft men ongezond
terwijl men nauwkeurig wetenschappelijk weet
?marom men ongezond leeft. Leest u 't nog eens
t»ver; 't geeft don toestand weer ,,in a nutsholl" on
de uitspraak is ook niet belangrijk onjuister dan
andere dingen, die in a nutshell" gegeven worden !
Vroeger aten wo eon paar onrijpe appels en bakten
;ma in do zon, thans eet een kind een
vitamineivep en zit binnenshuis achter een vita-glasruit,
om genoeg ultra violette stralen te krijgen.
Speciaivl over dit vita-glas en tegelijk andere
glassoorten van dergelyfccn aard, heeft do Scientific
American een aardige enquête gehouden, waarvan
ik eenige punten wilde relevecren. Het zal echter
wenschelijk zijn eerst in het algemeen over
ultra
violet licht iets te zeggen. De herdenkingsartikelen
over Christiaan Huygens maken het my gemakke
lijk, want iedereen heeft nu nog eens onder oogen
gehad, dat licht (dus ook ons zonlicht) te beschou
wen is als trillingen in den hypothetischen
wereldaether, die overal aanwezig is, in de wereldruimte
zoowel als in de lucht, in ons eigen lichaam,
.kortom overal. Deze trillingen zijn «enigermate
.(maar ook niet meer dan.dit!) te vergelijken met
de watorgolven, die zich uitbreiden om een kei,
die in de gracht plonst. Naar gelang de aether-golf jes
Jkorter of langer zijn geeft de lichtstraal op ons
netvlies een andere kleurindruk. Zeer lange golfjes
zien we als rood licht, iets kortere als oranje, nog
.kortere als geel, enz. door het geheele zoogenaamde
spectrum" heen tot veel kortere golfjes, die de
kleurindruk violet veroorzaken. Al deze golfjes
tegelijk, dus alle kleuren tegelijk, geven ons oog
<len indruk van wit licht, bijv. zonlicht. Onderzoekt
men dit zonlicht echter nader dan blijkt dat er
ook nog aethergolfjes in voorkomen, die langer
zijn dan van rood licht, en die ons huidzintuig
voelt als warmte*" Deze warmtestralen, voor
ons oog onzichtbaar, volgen onmiddellijk op het
rood van het zichtbare spectrum en worden ook
wel het infrarood genoemd. E venzoo bevat het
zonlicht golfjes, die nog korter zijn dan van violet
licht en ook voor ons oog onzichtbaar zijn en waar
voor wij helaas geen natuurlijk zintuig hebben maar
wel gelukkig kunstmatige zintuigen, vooral de
fotografische plaat. Deze stralen, die onmiddellijk
De beste manier om kinderen ultra
violette stralen te geven
(Noorderstrand, Vlieland, flugustus,
12 uur)
Jong geleerd, oud gedaan
volgen op het violet van het spectrum heeten
ultra-violette stralen.
Deze ultra-violette stralen blijken belangrijken
invloed op onze gezondheid te kunnen hebben,
behalve dat ze onze huid fraai bruin kunnen doen
verbranden, wat we dan ook gewoonlijk als een
teeken van gezondheid opvatten, terecht of ten
onrechte. Onder andere is gebleken dat dit ultra
violet licht een remedie is tegen engelsche ziekte,
zooals onderzocht is bij ratten en kuikens. Bij een
voeding met stoffen, die engelsche ziekte zich doet
ontwikkelen, worden de dieren die bestraald
worden met licht dat vrij is van ultra violette
stralen, ziek, terwijl de dieren, die bestraald worden
met licht dat ultra violette stralen bevat, gezond
blijven. Laten we dus onze kinderen bestralen met
ultra-violet licht, dan, zullen zij recht van leden
blijven, vrij van o-beenen, dikke polsen en enkels,
kippeborsten, en dergelijke ontsieringen. Maar de
maatschappij eischt het leven in steden, het ver
blijf in huizen zonder tuinen, leven in scholen, liefst
Montessorischolen, dus op zér jongen leeftijd. En
hier overal bereikt het zonlicht ons niet door de lucht
alleen, maar bovendien door glas, en dat is de
bron der ellende, want ons gewone glas laat de
ultra violette stralen niet door. Het licht dat dus
in onze kamers en schoollokalen binnenfilterfc is
ontdaan van het, remedie tegen engelsche ziekte.
Men heeft daarom gezocht naar nieuwe glassoorten,
die behalve het zichtbare licht ook het ultra violette
licht doorlaten en zoo is het rita-fjlas in den handel
gekomen en andere dergelijke gezondheidsruiten.
Men kon ook wel zuiver kwarts nemen maar dat
wordt veel te duur, hoewel het afdoende zou zijn.
Zooals te begrijpen is, maken do producenten van
deze glassoorten (voor 't gemak zal ik alles maar
vita-glas" noemen) nogal reclame voor hun pro
duct en betoogen ijverig de dringende noodzaak
om al onze ruiten te vervangen door vita-ruiten.
vooral 'in ziekenhuizen, scholen, fabrieken, kinder
kamers e.d. Doet men nu verstandig aan deze
raadgevingen gehoor te geven of is de uitgave
overbodig? Daarvoor kan men de volgende over
wegingen bestudeeren:
Ie Men doet verkeerd te meenen dat gewoon
vensterglas geen ultra violet licht doorlaat. In
werkelijkheid laat het bijna alle bestanddeelen
van het zonlicht voor een groot percentage door.
Van hot geheele zonlichtgebied van 3500 eenheden
(ultra violette, zichtbare, en infraroode stralen te
samen) houdt het glas slechts l u eenheden tegen !
Maar het is waar dat dit toevallig juist die stralen
zijn, die werkzaam zijn tegen engelsche ziekte, dus
Van vitaal belang zijn.
2e Het zonlicht bevat buiten den dampkring,
dus nog in de wereldruimte, stellig de gewenschte
ultria-violetto bestanddeelen, maar helaas werkt
de dampkring ook reeds als een gewone glasruit
en absorbeert een belangrijk deel dezer genees
krachtige stralen. Vooral als de lucht verontrei
nigd is door stof en rook, en rijk is aan waterdamp
wordt er veel tegengehouden. Hier komt nog by
dat bij lage stand der zon de stralen een langer weg
door den dampkring afleggen en daardoor nog
meer onderhevig zijn aan deze schadelijke werking.
?Het kan zoo gemakkelijk gebeuren dat bet zonlicht
buiten onze ramen reeds geheel beroofd is van de
gunstige ultra violette bestanddeelen. Men zal
wel inzien dat vita-glas dan niets meer helpen kan !
Er is eenvoudig niets meer om doorgelaten te
worden. Vooral in groote steden is deze toestand
volstrekt geen zeldzaamheid.
3e De ratten en kuikens achter viki-glas kregen
geen engelsche ziekte, maar zy hadden geen
kleeren aan. Wil een mensch dus van de voordëelen
van vita-glas genieten dan moet hij in
adamskostuum achter de ruiten zitten. Dit is denkelijk ook
de oplossing van de moeilijkheid met de Dame
met m4|molias," die Melis Stoke verontrustte.
Zij zit achter een vita-glasruit om geen engelsche
ziekte te krijgen. r Onze kleeren houden zödveel
stralen tegen dat het er vrijwel niet op aankomt,
welke ruiten wij gebruiken.
4e Zijn de ramen zoo gelegen dat er geen direct zon
licht door valt, dan leert een eenvoudige berekening,
dat iemand, die anderhalve meter van een
vitaraam van normale afmetingen, af zit slechts een
et drie percent krijgt van de ultra-violette stralen,
die hij in de buitenlucht zou krijgen. Een der speci
alist-en, die door de Sc. Am. geraadpleegd werd,
publiceerde gegevens waaruit hy kon concludeeren
dat een kind buitenshuis in de middagzon in twee
minuten evenveel noodzakelijke ultra violette
stralen krijgt, als in twintig uur achter een vitaruit
waar geen direct zonlicht opvalt.
5e Al is'het misscliien een toevallige samenloop
van omstandigheden, toch is het stellig opmerke
lijk, dat de meeste antwoorden, die meer of
minder sceptisch waren over vita-glas-noodzaak"
afkomstig waren van hen, die zélf oorspronkelijke
onderzoekingen gedaan hadden over deze quaestie,
terwijl de vóórstanders hoofdzakelijk te vinden
waren bij de andere groep !
Daar de glassoorten, die de ultra-violette be
standdeelen der zonnestralen compleet doorlaten
eigenlijk hoofdzakelijk door grooter ztuverheid
verschillen van gewoon vensterglas, waarin vooral
ijzer de schuld draagt van het tegenhouden der
goede stralen, zou het natuurlijk toch toe te
juichen zijn als geleidelijk het gewone vensterglas
zóó vervaardigd kon worden dat het voldoende
zuiverheid kreeg en daardoor vanzelf alle huizen
vita-glas kregen. Maar het allerbeste middel om
alle bestanddeelen van het zonlicht te laten samen
werken voor onze gezondheid, blijft toch de behan
deling, die de kinderen op de foto bij dit artikel
ondergaan!
Moeilijk Scheren
Als ge U moeilijk scheert omdat Uw huid gauw
stuk gaat en pijn doet, dan kunt ge dit geheel
voorkomen, indien gij vóór het inzeepen de
huid even inwrijftjmet wat Pufol n wel zoo
danig dat het geheelmin de poriën verdwijnt.
?l«v