De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 27 april pagina 2

27 april 1929 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

"":tcr.ii i/J /? * i8 d li e g 5 r J l roene eefcblad voor Nederland Sinds meer dan vijftig /aar aan de apita der tree&biaden . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mr. A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN TOP NAEFF. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. Alom verkrijgbaar OPGERICHT IN 1877 No. 2708 ZATERDAG 27 APRIL 1929 HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT De Gemeente Amsterdam moet zich van het terrein verzekeren DE vernietiging van het Paleis voor Volksvlijt heeft diepen indruk gemaakt in brecde lagen van Amstels burgerij. De overweldigende belang stelling, die werd betoond in het aanschouwen der verlaten, doodache ruïnes, is wel een bewijs, dat liet [paleis toch wol iets was in het leven van Amsterdam. Er was veel tegen. Het gebouw was sterk verwaarloosd; het was hol en tochtig; voor dédoeleinden, waarvoor het ten slotte werd aange wend, was het toch zeer weinig geschikt. Maar daar stond tegenover, dat het groote, monumentale gebouw toch wel waarlijk iets was van grootsche «Uure. In zijn breedte- en hoogteverhoudingenhad het iet»; zeer aantrekkelijks: de hooge koepel welfde xich over een bouwwerk, dat toch wel niet ten onrechte een paleis heette. Bovendien was de plaats uit een stedebouwkundig oogpunt bijzonder goed gekozen; het paleis sloot het goed gevormde Frederiksplein aan de Zuidzijde op afdoende en daardoor uitnemende wijze af; van de Utrechtsche straat uit gezien had de hooge middenbouw met den verheven koepel bepaald iet? zeer imposants. Wie zich rekenschap wil geven van de beteekenis van het paleis in het stadsbeeld van Amsterdam, ga en zie thans de ledige plek. Het is nu het chaotische niets. . Het Paleis voor Volksvlijt is vooral ook daarom van belang, omdat het een stuk geschiedenis is van Amsterdam. Dit gebouw typeert het negentiende-eeuwsche Amsterdam waardig en ten volle; ook in zijn zwakheden is het nog van beteekenis. Harphati vertegenwoordigde dat Amsterdam, dat na 1850 begon te herleven. Hij was de man, die sterke liefde voor zijn stad vereenigde met den «lurf en het doorzettingsvermogen om iets groots tot stand te brengen. Zijn rijke fantasie schiep voor zijn oogen een nieuw, modern Amsterdam, dat op schoone wijze zich zou aansluiten bij de van ouds vermaarde,-maar wat eenzelvig verzonken stad. Man van hoog idealisme en ook van nuchtere praktijk wist hij veel tot stand te brengen, wat in die dagen waarhjk baanbrekend was. Hij is du stichter van het Amstelhotel en van de eerste broodfabriek; hij is de man van een juister stelsel van inzameling en verwerking van het stads vuil. Maar het Paleis voor Volksvlijt is toch wel zijn meest eigene creatie: hier reiken de idealist en de practicus elkander de hand. Heeds in 1852 stichtte Sarphati de vereeniging ..De Volksvlijt," die zich ten doel stelde de natio nale' nijverheid te bevorderen door het houden van tentoonstellingen en het verspreiden van ge* zonde denkbeelden op economisch gebied. Het laatste zou geschieden door de uitgave van een tijdschrift, 'liefzeerste vooral door de oprichting van een permanent, monumentaal tentoonstel lingsgebouw. Sarphati mocht de Voldoening sma ken, dat een door hem uitgeschreven leening van n millioen galden in weinige uren was volteekend, wel een bewijs,van het vertrouwen, dat men in het inzicht van dezen man stelde. De bouw begon in 1858 naar de plannen van den bouwmees ter Cornelis Outshoorn op een toen nog vrij landelijk terrein, dat in verband met dezen bouw geheel nieuw werd getraceerd; hier ontstond een goed gevormde en gedachte stadswijk, waarin het nieuwe paleis terecht een eminente plaats kreeg' Dat paleis was naar de eischen van, dien tijd geheel modern >en met de moderne materialen ijzer en glas opge trokken: voorbeelden waren het Londensche Crystal Palace en het Parijsche Palais de l'Industrie. dit laatste ook in den naam. Men kan niet zeggen. dat Outshoorn beneden zijn voorbeelden is geble ven: integendeel had het paleis goede proportiën, die hèt Crystal Palace zeker altijd heeft gemist. Sarphati's schepping heeft niet ten volle en in menig opzicht in het geheel niet aan zijn hoogge spannen verwachtingen beantwoord. Stellig zijn er, vooral in den eersten tijd, heel wat tentoonstel lingen in het Paleis voor Volksvlijt gehouden: min of meer heeft het eenigen tijd dienst gedaan els wat men nu een jaarbeurs noemt. Maar al spoedig werd het paleis een gelegenheid ?-.oor amuse ment, een kunsttempel van hooger en lager orde, waaraan Amsterdam toch ook wel behoefte bleek te hebben. Er werden operetten en balletten gegeven- vooral het in zijn tijd beroemde paleisorkest van Coenen vierde er luisterrijke triomfen: de muzikale ontwikkeling van Amsterdam loopt van het Park over het Paleis naar het Concert gebouw. 'Door een nogal ingrijpende inwendige verbouwing werd het mogelijk het paleis voor deze en dergelijke doeleinden te gebruiken: een schouw burg is er in gebouwd, die tot den avond van den brand dienst heeft gedaan. Voor tentoonstellingen .bleef de westelijke vleugel beschikbaar: hg werd daarvoor dan ook nog geregeld gebruikt. Zoo is het gekomen, dat wellicht geen ander gebouw zoo bekend was onder alle rangen en standen van het Amsterdamschc publiek als het Paleis voor Volks vlijt. Een ieder had hier wel dierbare of althans aangename herinneringen. Die herinneringen zijn het enige dat thans van het Paleis voor Volksvlijt over is. Men zal ze goed moeten bewaren: want kans op herbouw is er uit den aard der zaak weinig of niet. De maat schappij, aan wie het paleis behoorde, zal ver< moedelijk wel niet tot wederopbouw overgaan: zoo goed gingen de zaken waarlijk niet. Toch heeft Amsterdam wel degelijk behoefte aan een groot INHOUD: 6. 7. 9 l. Prof. Dr H Brugman», Hel Paleis voor Volksvlijt. 2. Dr Jan Romein, Econ. positie van het Brttsche Rijk. 3. Joh. Braakensiek, Nieuwe belastingvoorstellen.?* Barbarossa, Een nituwe schouwburg. Dr. F. M. Wibaut, P M. Vestdijk, Spreektaal. 4. H. O. Cannegleter, Prikkebeen's ware geschiedenis. 5. L. J. Jordaan, De internationale tchulden. A.Plasschaert en Mr. M. F. Hennus. Schilderkunst. A. M. Buis, Duitsche boeken. Mr. H Schol te, Hokus-pokus. Dr. Jac. P. Thljsse, In mijn hof: Mr Frans Coenen, Kroniek. L. Slrks?Haimeyer, Iets over Montesiori. 10?11. FelJx Hess, Oude Amsterdamsche pakhuizen. 12. C. van Wessem, Muziek. Mr. M. F. Hennus, Fransche schilderkunst. 13. L. J. Jordaan, Bioscopy. 15. C. A Klaasse, Ome obligatiemarkt. Beursspiegel. 16. Herman Middendorp, Novellistische litteratuur. 17. J. W. F.Werumeus Bunlng, Kroniek van den dans. 18. Melis Stoke, Open brie/; Rijm. Nessuno, Journalistiek. 19. Allda's Croquante Croquetjes. Uit hel Kladschrift van Jantje. Cel 2. Telefoon. Charivaria. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Jolt Braakensiek, Amerika'* voorstel op de ontwapeningsconferentie. 20. J)e beschot*F de smaak Vraagt Bonbons R1NGERS L.et op c/en naam en ruim tentoonstellingsgebouw, dat mogelijkTodk voor ? groot e vergaderingen zou kunnen worden gebruikt. En dan Amsterdam kan geen enkelen schouwburg missen:- het schouwburjrvraagstuk, dat al zoo moeilijk is. wordt door den brand nog verscherpt .Wat zal nieJX dus op hot zevr uitgestrekte terrein, dat het voordeel heeft midden in de stad te liggen, bouwen? Er is vroeger wel eens gesproken van een museum. Meer dan eens is op deze plek gronds de aandacht gevestigd, toen de. raadhuiskwestie ,aan de orde was. Ook is in dat zelfde verband wel gedacht aan een koninklijk paleis, zoodra eenmaal het oude raadhuis aan den Dam aan de gemeente weet* iu gebruik zou worden gegeven. En in dezen tijd van schouwburgnood, nu het Museumtheater aan den grond is gevaren, nu er ook andere plannen zijn voor weer nieuwe schouwburgen en opera's, nu komt van zelf de gedachte weer op om hier een m< uuimentaleii ? schouwburg te stichten. . Wat er zal gebeuren, is nu nog niet te zeggenMaar n ding zouden wij wel willen constateeren. Het is in hooge mate gewenscht, dat de gemeente thans beslag legt op $cn. grond; misschien heeft zij daar zelfs wel het recht toe. Anders bestaat het gevaar, dat er, zooals zoo dikwijls is gebeurd, met dit prachtig gelegen bouwterrein wordt" gesold: het zou worden verkaveld; hier kunnen dan wor den gebouwd, wat men vroeger burgerwoningen noemde. Dat mag stellig niet gebeuren: het Frederiksplein moet weer een monumentale af sluiting verkrijgen, n prbbleem.dat wel waard is grondig te onderzoeken. Hat beste middel daartoe is zeker wel, dat de gemeente zich, onverschillig van wat er verder gaat gebeuren, van het terrein verzekert. Met , den meesten aandrang zij dat aanbevolen aan hen, die het wel meenen met den' Welstand en het welzijn der stad. H. BRUGMANS ?ft;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl