Historisch Archief 1877-1940
NZE
UDE A
ST E
Een Kostbaar
AMSC
U voor Amsterdam
E
AK
UI ZEN
Gevelsteen uit het pakhuis Korte Prinsengracht 16
? , Voor Lize en I>izzy
Die a/fcn Lagerliauser Amsterdams,
Eine Kunatgischichtliche Studie vort Dr.
Magda Révcs: .4te.ran<frr. Haag
MartiNijhoff 192S. , 14
HET eerste pakhuis, waar ik moe te maken
had, heette Muiden". Ik meen het eerste
echte pakhuis. Thuis had je wol een
speelgoedpakhuis, van wit hout, maar dat hinderde niet.
Het had drie zuiders boven elkaar en iedere zolder
had een groote deur, die met een ijzerdraadje
open en dicht kon. Aan weerskanten van de deur
waren kleine raampjes; die stonden hooger dan
do deur. Er waren ook zakken van hout om op- en
af te hijschen. De hijschbalk was bovenaan in den
spitsen driehoek van den geveltop. Zoo ziet ieder
goed pakhuis ev uit. ' ?
Muiden", was net zoo. Daarnaast stond het
achttiend'eeuwsche heerenhuis. Dat had een uit
gebouwde tuinkamer met breedo ramen tot aan
het plafond. Hier werd de fröbel school gehouden,
waar ik naar toe moest. In het huis, de donkere
trap op, was de groote school. Maar daar kwa
men alleen de meisjes; zelf moest je later naar
een jongensschool. 'Het pakhuis had geen tuin
noodig. Daarom had de school een dubbelen tuin,
die reikte tot aan de dwarsstraat achter. Aan .het
einde van- den tuin was een groot tuinhuis.
waar je mocht spelen als het slecht weer was.
En daar kreeg je ook dansles van Meneer van
Swaningon. Die liad een heel klein viooltje, dat hij
in een zak meebracht. Daar speelde hij op als hij
danste. En je moest een buiging maken als je een
meisje vroeg. Dat deed erg trotsch. Want ze was
al zeven en een dame. Naast het tuinhuis aan weers
kanton waren de twee speelplaatsen. Het pakhuis
kon je uit den tuin van achteren zien. Maar ik
herinner mij alleen do voorzijde. Het was een
. geheimzinnig huis; je zag er nooit werken. Maar
het leek wel of het vol was met allerlei geheime
dingen. Het rook zurig. .
Dichter bij huis waren op dezelfde gracht nog drio
pakhuizen naast elkaar. Daar was het altijd druk
met mannen, die samen zakken koffie ophoschen.
Ik herinner mij niet, dat er ooit iets werd
afgeheschen. Zij hadden mooie namen, zooiets» van de
jonge Arend en de blauwe Arend. Ik kon mij niet
meer bezinnen hoe zij er uitzagen. Nu weet ik, dat
ze niet mooi zijn. Ze lijken nog nieuw en onwennig
op de gracht, al zijn zij na dien tijd al haaet een
Ontvellingen
Geschaafde Huid, Schrammen e.i
Schrijnende Plekken, Huidwondjes,
Brand- en Snijwonden genezen met
Doos 30-60-90 et. Tube 80 et'.
PUROL
halve eeuw ouder geworden. De ooievaar in de
nis van het wijnhuis op den hoek wil niets van ze
weten. Dr. Magda Révész?Alexander vermeldt
ze evenmin. Zij beschrijft in haar boek voor den
eersten keer de oude pakhuizen van Amsterdam
in hun historische ontwikkeling. De Arends"
van de negentiende eeuw openbaren alleen afta
keling.
* * *
Het was een goede gedachte de schoonheid van
deze zware donkere bouwsels te onthullen. Zelfs vele
Amsterdammers zullen bij het aanschouwen van de
130 afbeeldingeneen nieuwen indruk ontvangen van
de sobere pracht van onze oude bouwkunst. De
statige rij pakhuizen op de Geldersche kade met
hunnen koning De Koorndrager" zal wel ieders blik
eens geboeid hebben. Maai1 wij ,
beseffen nauwelijks hoeveel
mooie oude gebouwen van dit
slag nog in Amsterdam te vin»
den zijn. Dit is zelfs de grootste
verdienste van de oude pak
huizen. Hun bestemming is? even
nuchter als haar uitdrukking
simpel. Ik vond ditalaangeduid
bij mijn speelgoedpakhuis. De
groote deuren van de zolders
boven elkander geven een krach
tige verticale lijn. Deze wordt
nadrukkelijk aangeduid door
do breede witte ;kozijnen. In
vele gevallen alleen door de
dorpels; de donkere baksteen
gevel wordt in lichte hori
zontale partijen verdeeld door
de kleine vensters. Deze bouw
wijze is alleen aangegeven door
het doel: een pakhuis te maken.
En toch storen deze zuivere
nuttigheidsdingen niet tusschen
de rijkste huizen van eene def
tige gracht. Hier moet een bij
zondere afweging van verhou
dingen gevonden zijn* Een
schoone oplossing van het vraag
stuk, die voor de bouwmeesters
en timmerlieden der 19e eeuw
bij, opgaven voor de industrie
even tegenstrijdig scheen als
het vervaardigen van een on
breekbaar paaschei.
De schrijfster van het hier
besproken werk heeft gespeurd
naar de aesthetische voorwaar
den waaraan deze, gebouwen
voldoen, die door samentrekken
van een aantal gelijke huizen
achter enen gevel zelfs tot
monumenten in het stadsgezicht
kunnen rijzen. De, namen van
hun bescheiden scheppers zijn voor het meerendeel
onbekend gebleven. Men vindt deze huizen dus
gerangschikt naar de typen en den tijd van
hun ontstaan. Slechts enkele zijn overgebleven
uit de 16e eeuw. Van andere uitdien tijd vindt men
er afbeeldingen naar reproducties van prenten
van tijdgenooten. De gravures en teekeningen van
de l St. Pioters-pakhuizen óp den Grimburgwal
toonen ons welke groote offers het Amsterdamsche
stadsschoon heeft moeten brengen aan de medische
faculteit. Eerlang zal ook het Pesthuya" ten offer
vallen aan hare geleerde barbaarschheid.
Amsterdam beleeft in haar nieuwo uitbreiding
een nieuwe jeugd. Maar haar glorietijd is toch de
17e en .18e eeuw. Die hebben het karakter van de
stad bepaald. Veel uit die tijden is overgebleven,
nl heeft een later geslacht veel vernield. Het
eenvoudige nuttigheidsdoel der oude pakhuizen
is hun redding geweest. Zij zijn nog altijd vol
maakt bruikbaar. Het ondei'houd van hun een
voudige gevels ia blijkbaar niet duur. Daarom
bleven zij bestaan. Wanneer wij in de inleiding
van het boek van Dip. Révész?Alexander lezen:
Want dit land, dit volk heef t niet slechts de groote,
voor de eeuwigheid geschapen kunstwerken van
zijn verleden bewaard, maar ook de bescheidener,
minder belangrijke, voor practischo doeleinden be
stemde werken van oudere generaties," dan moeten
wij toch lichtelijk blozen. Deze welwillende vreem
delinge kent blijkbaar onze Guldens en geldmakers
niet J
Dit werk zal geen gering nut stichten, wanneer
het den bezitters van deze oude bouwwerken leert
welk een kostbaar pand zij te bewaren kregen.
Wij vinden trouwens in het boek al voorbeelden,
dat een eigenaar hiermede ter dege rekening hield.
Men zie bijv. de afbeelding der Groenlandsche
pakhuizen, Keizersgracht 38?44, in gebruik bij de
firma Buhrmann, gerestaureerd door Baanders.
Maar de oude stedelijke pakhuizen aan d'e Brou
wersgracht, nog in 1910 een statig tweevoudig
dubbelpakhuis, zijn nu totaal geschonden. Zij
veran\
l
derden in vier gewone pakhuizen versierd met do(
woorden N. V. Purperhoedenveem in groote witte
letters. En dat alleen dooreen kleine verandering in
den geveltop. Zoo is er toch ook veel verdrietig»
in dit boek.
De vele illustraties geven een groote bekoring
aan dit boek. Voor het grootste deel photograf ieën
bieden zij een treffende, dikwijls zeer schoone af
beelding van de oude gebouwen, ook wat de kleur
betreft. De jhotografie heeft ook haar nukken.
Toch zal ze nooit zoozeer de proporties wijzigen
als geschiedt in de gravure en teekening naar de
Militiezaal" uit de 17e en 18e eeuw op blds. 03
en 62. Vergelijk die eens met de photo op bldz. 20
of beter nog met het origineel op het Singel. Als
bijzonder geslaagd noem ik de T,rhytmische groep"
op bldz. 25, het Slagthuis" (bldz. 23) en?Malang"
(bldz. 127). Het trillende licht, dat door de rim
peling van het grachtwater wordt teruggekaatst
op de gevels, waar het gezeefd wordt door de
vertakte schaduwen der iepen is hier weergegeven
zoo goed als de onbewogen photografie dit kan. De
verschillende typen der pakhuizen vindt men op
deze wijze volledig ontvouwd.
Verder geven de platen natuurlijk eene keuze uit
het omvangrijke materiaal. Zoo vindt men op
bldz. 97 het statige dubbelpakhuis D'Eendragt"
met zijne zes zolders. Het is van onderen aan eene
zijde eenigszins geschonden, maar blijft voor menig
Amsterdammer een goede bekende als stille getuige
bij zijn ondertrouw. Mijn oude pakhuis Muiden
vond ik niet afgebeeld. Ik ben den ouden weg weer
eens opgegaan om te weten of het nog leefde.
Het stond er nog maar het is nog altijd
potcicht. De naam was wcggeschildevd. En zonder
iiaam vond ik het toch ook nog in het hierboven
Vermelde boek. Want daar staan alle goede
pakjiuizen in. In de ,,Liste der im Text nicht
tbehandelten nennenswerten alten Lagerhauser
Amsterdams"; Prinsengracht 999.... gut
restauriert, einfach.
FELIX HESS
Gevelsteen uit het O. I. Pakhuis te Hoorn
?m.
De Militiezaal tusschen Handlokgsdoelen" en Voetboógtóoelen"
Nieuwe Uitgaven
Mien Labberton. Zondag. Een boek voorden
Zondagmorgen in het gezinsleven. Am
sterdam 1928. J. M. Meulenhoff.
Een bundel religieuze" bespiegelingen van
onschuldigen aard, een dik boek waar niets in
staat. IQ de van ouds bekende, Vage, conventioneele,
min of meer huilerige terminologie, hier en daar
eenigszins aangedaan met letterkundige
tnooidoenerij, wordt hiel- geredekaveld over geestelijke'
onderwerpen, de een o gemeenplaats achter de
andere. Waar er kinderen bij opgehaald worden
en dat gebeurt nog al vaak is het op het be
lachelijke af. Zoo zal ^n een van deze stukjes eri
moeder aan haar spruit van nog
geen zes jaar hot Godsbegrip
uiteenzetten. Zij begint met
tegen hem te zeggen, dat hij
heel sterk moet denken aan alles
om zich heen on breidt dat uit
, tot de hecle wereld. En [dan
gaat'ze door: ,.Je kunt niet zoo
heel ver zien, omdat onze
oogen niet verder kijken kun
nen. Maar daar is de zon, die
is veel grooter dan onze heclu
wereld. En daar is de maan,
dat is weer een wereld. En daar
zijn de honderden en duizenden
on millioenen sterren dat zijn
allemaal werelden. Kun je aan
dat alles tegelijk, denken, aan
onzo wereld hier en aan al die
grootte werelden daarboven?"
(blz. 17)
Het kind wordt bleek. Maar
de moeder oreert verder en
vergast het stuinperdje o.a. op
deze tirade: Je denkt dus
aan onze groote, groote wereld,
en aan al de werelden boven
lucht en wolken en aan alles
i wat er leeft, aan alle bloemen
en vogels en dieren zelfs diep
in de zeeën, en aan al de sterke
liefde, die het wint van alle
kwaad?" (bldz. 17). Dat de
vijfjarige begint te trillen is geen
wonder. Maar mamaatje moest
uit do ouderlijke macht ontzet
worden. Zijn er geen
zenuwzieken genoeg in de wereld?
Waar de kinderen er niet bij
'- gesleept kunnen worden, maakt
de schrijfster' nog al eens ge
bruik van een geciteerd gedicht
of een spreuk, waar zij dan haar
getimmerte om heen bouwt. Ook
een procédé, dat van ouds geschikt gebleken^is.
om dergelijke preekjes in elkaar te draaien.
,Jk ga visschen....", luidt het motto van een
der opstellen. Had het maar gedaan mevrouw,
en ons dit langadeïnige boek bespaard.
Aleid Ages?van Weel. Een levenslied.
Bussum 1928. C. A. J. van Dishoeck.
Ik las nooit eerder iets van deze schrijfster. Als
haar boek een debuut is, mag men iets van haar '
verwachten. ,,Een levenslied'' is allerminst een
volmaakte roman, maar het werk heeft zekeiv
kwaliteiten. Ik wil daartoe niet eens rekenen d»_'
vaardigheid van schrijven het minste wat men
van een kunstenaar met de'pen verlangen mag.
is, dat hij schrijven kan. en ik verbaas er mij bi.j
het lezen van critieken vaak over. dat ,,vlotheid"
als een bijzondere verdienste wordt beschouwd ?
maar er zijn hier andere dingen, die de'aandacht
vragen. Daar is in de eerste plaats de teekeniny,
van'Letje, het eigenaardig!* volkskind, dat in
d»verschillende omgevingen. -,waarin de schrijfster
haar plaatst, zoo.liefdevol is waargenomen. Lotje
is oen persoonlijkheid je. een kinderlijke werkelijk
heid, zichzelf gelijk door het heelu vvrhaal heen.
In de milieu-beschrijving toont de schrijfster haar
talent in het uitbeelden van een gedetailleerd
realisme. Tal van verrassende notities wijzen oj>
haar kunnen in die richting. ?
Maar het boek is vet-1 en v«-ol t»- lang. Mevrouw
Ages?van Weel verstaat absoluut de kunst niet
van de beperking. Zij schrijft maar door en Ver
valt in eintlelooze herhaling; bladzijden en bladzij
den lang komen wij van Lotje niets nieuws te
weten, dan allerlei toevalligheidjes, die haai
karakter telkens: op dezelfde manier bulichten.
Het boek wordt er hopeloos vervelend door, en
het goede, dat er werkelijk is, komt er danig
dooiin do knel. Ik vrees dat do schrijfster een te
groote consideratie heeft met haar eigen werk:
zij 'kan de pen er niet dóór halen. Als «ij die
beheersching machtig is, zal zij.T?ik ver-moed het
tenminste ! -1- werk van waarde kunnen voort
brengen.
' HEKMAN MIDDENDORP
N.V.
J. S. MCUWSEN'S
* k«ux«. . . . ftTKTftONS
i- ?
t
l'
f
i«*
?!
?i