Historisch Archief 1877-1940
I M I T I E V
dor modernst M schildere. Primi
tieve blokkendoosbouwtorent op
voor onze verbaasde oogen.
Raga Widyaraja, God der liefde. Japansch beeld
met zes armen. Uit: Primitieve Cultuur
Primitieve Cultuur is de titel van oen nieuw bock
uit de populaire volkenkundige serie, welke bij'de.
firma W. J. Thi«>nu>en C'ie verschijnt. De schrijfster
is Dr. Alberta .T. Portengen 1).
Primitieve Cultuur ! Alweer een populair boek
ovei' do beschaving der natuurvolken. Om de
waarheid te zeggen: de lectuur van dit soort
werken lokt niet meer. Er is te veel op dit gebied.
Kn dan: zitten wij /elf niet midden inde primi
tieve cultuur? De Jazzband raast en jammert
primitieve negermuziek on de twintigste-eeuwscho
modemolingon springen op de?zolfs rythnie de
primitiefste nogerdansen. De primitieve ornamen
tiek der Zuid/.ee-oilamlen verschijnt op de doeken
* *
Frevul heeft het prachtig toe
gelicht in zijn Toiem und Tafelt;liïj
toont aan het innig verband
tussdien het primitivisme in ome ziel
en lu-t echte^piimitivismeindeziel
tier natuurvolken. Eigenlijk heb
ben wij dus de practijk van het
primitivisme dagelïjk vóór ons.
De ,,documents humains" van
dit verschijnsel omringen ons aan
allen k^ant. Soms zuchten wij:
konden wij al die menschelijke
documenten maar bij elkaar
vegen in een groote sociale
prullenmand.... Rn nu zijn de
menschelijke documenten nogniet
genoeg ! Er moeten nog papieren
documenten dikke boeken
bij komen, die ons haarfijn alles
zullen loeren van de primitieve
menschheid: tekstboekjes van de
primitieve dwaasheidsfilm van
dezen Tijd.
De lezer versta ons goed: wij
zeggen geen kwaad van dit boek
of van dat, noch zelfs van het
genre Wij willen alleen maar be
weren: het is gek (daarom trou
wens interesseert het ook den
psychiater), dat gecompliceerde.
veelal overbeschaafde menschen
van onze dagen hun troost en
tichting zoeken bij de cultuurpro
ducten van Papoea en Hottentot.
Die gekheid is reeds zóó ver gekomen, dat de
ellendigste fetiesjen der dier-menschen door be
schaafde westerlingen worden vereerd als be
schermheiligen van auto en vliegmachinè', van
sportclub, ja zelfs van huis en haard. Daar wij nu
echter allemaal kinderen van dezen tijd zijn. en
bij wijze van spreken allemaal eigenlijk een klap
van den molen boet hebben, zou ik willen voor
stellen: verdiept u niet te veel in het bijgeloof, in
de nonsens, in de erotiek van Boschjesmannen,
Dajaks, en Polynesiërs. Laat het aan den
ethnoloog-vakman over. 't Is maar een wqnk van psychi
sche hygiëne, gegeven door een leek. Maar als
ge dan met allen geweld over deze zaken wilt
M
ji
Minangkabauwsch bruidspaar, Sumatra. Uit: Primitieve, Cultuur
CU L T U U
NederlandscRe Oudheden in de
Molbkken
door Mr. H; G. KOSTER
1
lezen, leest dan iets goeds. En als werkelijk goed.
mag het boek van Dr. Alberta Portengen worden
aanbevolen. Het geeft een beknopt overzicht van
de wereldbeschouwing, van de maatschappelijk*?
toestanden, van de bestaansmiddelen, van dr
kunst en de techniek der primitieve volken. Een
afzonderlijk hoofdstuk is gewijd aan het kind.
Ook de geboorte, paring en dood (de drie-eenheid
des dierlijken levens) worden speciaal behandeld.
Nergens begeeft zich de schrijfster in de schil
dering van perversiteiten of griezeligheden. Vijf en
veertig illustraties verduide
lijken den tekst. Ook deze
zijn met zorg gekozen: het
walgelijke, obscene, bloed
dorstige is overal geweerd.
Telkens worden interessante
vergelijkingen gemaakt met
de groote
wereldgodsdien' sten. Herhaaldelijk ook ver
wijst de schrijfster naar de
prae-historische vondsten,
die onze eigen cultuur doen
zien in primitief stadium.
Met groote bescheidenheid
begint zij reeds in haar
voorwoord te verklaren, dat
de titel mér belooft, dan
de inhoud kan schenken.
Maar hoe kan het anders?
Hoe vergelijkende volken
kunde te geven in twee hon
derd bladzijden druks? Men
moet Dr. Portengen bewon
deren om haar fijn schiftings
vermogen, waarmede zij al
leen het 'allerbelangrijkste
heeft op'den voorgrond ge
steld.
* *
Adelaarsdans
Uit; Prim
Ned. Oudheden
Wie door Indiëreist ont
dekt dikwijls op de zonder
lingste plaatsen oude graven
en grafsteenen. Er zijn gra
ven uit den Hindoetijd, die
door het volk worden geëerd;
waar men bidt om genezing.
voorspoed, vruchtbaarheid.
Kr zijn ook jongere uit het
tijdperk, waarin reeds de
Islam de oude goden ver
jaagd had. Ook daarheen
trekken groote scharen. Maar
.den Nederlander ontroeren toch het meest <li>
graven uit den Compagniestijd. Verweerde steens
^zijn het; soms liggen zij midden op
e*erf, in een kampong of in een boschje. Om* il
lekeürig blijft de wandelaar staan enontblcot
het hoofd. Zijn gedachten gaan terug naar d»
.stoeren zeventiènde-eeuwer, wiens gebeente da
rust. Hij ziet hem voor zich, den onverschrpkk'ii
strijder tegen inboorling en wildernip-gedieru
bandeloozen verwekker van onwettig nakroost ei
godvruchtig belijder van de Dordtsche leer: zond
ling mengsel van ontembaren moed, tuchtelooah '?*,
en kinderlijke vroomheid. Vele dier zerken zijn j
zeer fraai: versierd met wapens en geatylecrd j
opschrift in Nederlandsen of Latijn. 'i
Mogen zij "ook soms sterk verwaarloosd zijn
zelden of nooit hebben schermende handen zich efi
naar uitgestrekt. Piëteit voor het graf wortelt diep
in des inlanders ziel.
In een groot en r^k-uitgevoerd werk,
saamgesteld door den heer V. I. van de Wall, kan met
thans over vele dier oude graven worden ingelicht
Althans voor zoover de Molukken betreft; daat
zijn er trouwens nog de meeste te vinden. Het boet
heeft blijkens den titel wel een .ruimer strekking
Indiaan in cfotuum voor den
n Noord-Amerika
lieve Cultuur
Het heet: De Xederlandsche oudheden in de
MolukkenZ). Het bevat veel wetenswaardigs over de
perkeniera-huizen, over de forten eh kasteelen,
over de kerken, over de avohdmaalbekers, ja over
de tabaksdoozen, hoedletters en gespen, die uit den
Oompagniestijd afkomstig, nog te vinden zijn op
Ambon, Neira. Banda. Temate, Batjan enz. Maar
bovenal zijn het toch de oude grafsteenen, die de
schrijver met bizondere liefde heeft behandeld.
Onder de vele uitnemende platen (ten getale van
honderd vijf en zeventig) nemen ook weer de
reproducties dier steenen een
eereplaats in. De schrijver .
mag trotsch zijn op zijn
arbeid. Want wellicht is dit
boek het eenige ter wereld,
waarin men alle inlichting
op dit gebied kan vinden.
Ook de levensgeschiedenis
sen van de ginds begraven
dooden zijn in het kort be
handeld. Merkwaardig is, dat
de meeste der afgebeelde
zerken de namen dragen van
mannen, niet van vrouwen.
O, zij waren er wél in die
verre dagen, echte
Hollandsche vrouwen, die haar man
nen vergezelden naar het
oord van vrijwillige balling
schap. Maar" zoo zegt
de schrijver ? ,,de
Hollandsche vrouwen stierven in den
regel zeer jeugdig, haalden
dikwijls niet eens den leeftijd
van dertig jaren. Jammerlijk
was haar bestaan, vooral in
de eerste tijden onzer vesti
ging. De arme [schepsels
waren niet bestand tegen
het tropisch klimaat, zij
kwijnden weg en stierven
een vroegen dood; geen steen
bedekt haar laatste
rurtplaats, geen geschiedboek
vermeldt de namen dier
dapperen voor het nage
slacht."
Dit boek is er niet een,
dat men zoo maar eens door
leest. Het is allerminsteen
werk voor het groote publiek.
Menigeen zal het wellicht
zwaar en onverteerbaar vin
den. Maar voor wien zich interesseert voor de
geschiedenis van onzen Oost is het een pracht
boek. Het herinnert aan een fraai gebeeld
houwde museumzaal, welker ? wanden versierd
zijn met allerhand kleinoodiën uit ouden tQd.
Ook voor genealogen. wier belangstelling uitgaat
naar nog levende Indische familiën, is de arbeid
van den heer Van de Wall van onschatbare waarde.
Tal van genealogische bizonderheden, die voorheen
slechts met heel veel moeite, studie en tijdverlies
te verkrijgen waren, zijn thans tot gemeengoed
gemaakt.
l) Primitieve Cultuur door Dr. A-J. Poriengen.
1F. .?. Thieme en Cie. Zutphen 1928.
2) De Nederlandsche oudheden in de Molukken
door V. I. van de Wall, 's Gravenhage, Mariinus
Mjhoff 1928.
? ROMAÜS
Mr, Benno J. Stokvis. De Rooie. Met 54
' penteekeningen van J. H. Peraijn,
Amsterdam 1928. Nederl. Uitg. Mautsch.
, Roman uit het misdadigersleven" luidt de
ondertitel van dit boek. Maar een roman is het
niet te
mis
. aanvankelijk
in werk van
oigeixlijk niet. Het is meer een
boek, zooals wij ze kennen uit
de negentiger jaren; psycholo
gische verhandelingen, studies
zou men ze kunnen noemen;
van Gerard van Eckeren ver
scheen indertijd workelyk een
bundel met werk van dit soort
onder den titel,,Studies" werk,
waaruit in den regel weinig
samenstellend vermogen bleek,
maar dat zijn kracht zocht in
gedetailleerd beschrijven en ont
ledend uitbeelden, waarbij aan
zekere factoren, die op de wor
ding en het wezen van het
zieleleven van invloed zijn (erfelijk
heid, milieu) speciaal aandacht
werd geschonken. Fransche in
vloed was hier
kennen.
Deze
werkwyzivooral toegepast
kleine allure, ging over op den
roman, en heeft het wezen van
den roman een heelen tijd
behcerscht. Het is eigenaardig, dat
in onze letterkundige
vei'schijnselen van de middeleeuwen af,
zoo ze al geen rechtstreeksche
navolging zijn, invloeden van
buiten zijn aan te wijzen, en dat
die invloeden, als ze zich eenmaal
hebben geopenbaard, in den regel
buitengewoon hardnekkig blijken
te zijn. Het genre van den
..psychologisclien roman'' werd bijons
nog dr.uk beoefend, toen in de
ons omringende litteraturen al
lang weer andere wegen waren
ingeslagen.
Ik heb er al eens eerder op gowe/.en, dat hot
werk van den heer Stokvis nabloei is van dat uit
de negentiger jaren. Het bundeltje, dat hij enkele
jaren geleden uitgaf, was zwak: ,,De Rooie"
is beter. Het genre is verouderd, Voorzoovér de
schrijver de motieven, die het leven van ,,de Rooie"
beheerschen, op een
achtergrondsch-wetenschappelijken basis plaatst, maar het valt niet te ont
kennen, dat het boekje ook naar den omvang is
het nauwelijks een roman te noemen met zeker
talent geschreven is. In de beschrijving van zijn
misdadigerstypen heeft de auteur zich wel niet
altijd van conventioneele apachen-fraaiigheid vrij
weten te houden, en ook blijkt hij niet afkeevig te
t
'i
Weduwe in Melanesiëin rouwgewaad
Uit: Primitieve Cultuur
zijn van melodramatische effecten, maar er komen
ook bladzijden in het verhaal vour. waarin een
eigenaardige plastische kracht ontwikkeld wordt.
Prof. Dr. Albert Schweitzer. Verval en wederop
bouw der cultuur. Cultuur-philosophie. Eerste deel.
Uitgave van H. D. Tjeenk Willink en Zoon.
Haarlem.
A. C. Bonman. De Vikings in By'ant'nim.
l'itgave van Swets en Zeitlinger. Amsterdam.
P. Oosterlee, Geschiedenis van hei Christelijk
onderwijs. Uitgave van de Erven F. Bohn. Haarlem.
Dr.' S. Koperberg. Romeinsche euliuur. Uitgavo
van de Wereldbibliotheek. Amsterdam.
Wayangpoppen van buffelleer, Java. Uit: Primitieve Cultuur