De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 4 mei pagina 7

4 mei 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

I M I T I E V dor modernst M schildere. Primi tieve blokkendoosbouwtorent op voor onze verbaasde oogen. Raga Widyaraja, God der liefde. Japansch beeld met zes armen. Uit: Primitieve Cultuur Primitieve Cultuur is de titel van oen nieuw bock uit de populaire volkenkundige serie, welke bij'de. firma W. J. Thi«>nu>en C'ie verschijnt. De schrijfster is Dr. Alberta .T. Portengen 1). Primitieve Cultuur ! Alweer een populair boek ovei' do beschaving der natuurvolken. Om de waarheid te zeggen: de lectuur van dit soort werken lokt niet meer. Er is te veel op dit gebied. Kn dan: zitten wij /elf niet midden inde primi tieve cultuur? De Jazzband raast en jammert primitieve negermuziek on de twintigste-eeuwscho modemolingon springen op de?zolfs rythnie de primitiefste nogerdansen. De primitieve ornamen tiek der Zuid/.ee-oilamlen verschijnt op de doeken * * Frevul heeft het prachtig toe gelicht in zijn Toiem und Tafelt;liïj toont aan het innig verband tussdien het primitivisme in ome ziel en lu-t echte^piimitivismeindeziel tier natuurvolken. Eigenlijk heb ben wij dus de practijk van het primitivisme dagelïjk vóór ons. De ,,documents humains" van dit verschijnsel omringen ons aan allen k^ant. Soms zuchten wij: konden wij al die menschelijke documenten maar bij elkaar vegen in een groote sociale prullenmand.... Rn nu zijn de menschelijke documenten nogniet genoeg ! Er moeten nog papieren documenten dikke boeken bij komen, die ons haarfijn alles zullen loeren van de primitieve menschheid: tekstboekjes van de primitieve dwaasheidsfilm van dezen Tijd. De lezer versta ons goed: wij zeggen geen kwaad van dit boek of van dat, noch zelfs van het genre Wij willen alleen maar be weren: het is gek (daarom trou wens interesseert het ook den psychiater), dat gecompliceerde. veelal overbeschaafde menschen van onze dagen hun troost en tichting zoeken bij de cultuurpro ducten van Papoea en Hottentot. Die gekheid is reeds zóó ver gekomen, dat de ellendigste fetiesjen der dier-menschen door be schaafde westerlingen worden vereerd als be schermheiligen van auto en vliegmachinè', van sportclub, ja zelfs van huis en haard. Daar wij nu echter allemaal kinderen van dezen tijd zijn. en bij wijze van spreken allemaal eigenlijk een klap van den molen boet hebben, zou ik willen voor stellen: verdiept u niet te veel in het bijgeloof, in de nonsens, in de erotiek van Boschjesmannen, Dajaks, en Polynesiërs. Laat het aan den ethnoloog-vakman over. 't Is maar een wqnk van psychi sche hygiëne, gegeven door een leek. Maar als ge dan met allen geweld over deze zaken wilt M ji Minangkabauwsch bruidspaar, Sumatra. Uit: Primitieve, Cultuur CU L T U U NederlandscRe Oudheden in de Molbkken door Mr. H; G. KOSTER 1 lezen, leest dan iets goeds. En als werkelijk goed. mag het boek van Dr. Alberta Portengen worden aanbevolen. Het geeft een beknopt overzicht van de wereldbeschouwing, van de maatschappelijk*? toestanden, van de bestaansmiddelen, van dr kunst en de techniek der primitieve volken. Een afzonderlijk hoofdstuk is gewijd aan het kind. Ook de geboorte, paring en dood (de drie-eenheid des dierlijken levens) worden speciaal behandeld. Nergens begeeft zich de schrijfster in de schil dering van perversiteiten of griezeligheden. Vijf en veertig illustraties verduide lijken den tekst. Ook deze zijn met zorg gekozen: het walgelijke, obscene, bloed dorstige is overal geweerd. Telkens worden interessante vergelijkingen gemaakt met de groote wereldgodsdien' sten. Herhaaldelijk ook ver wijst de schrijfster naar de prae-historische vondsten, die onze eigen cultuur doen zien in primitief stadium. Met groote bescheidenheid begint zij reeds in haar voorwoord te verklaren, dat de titel mér belooft, dan de inhoud kan schenken. Maar hoe kan het anders? Hoe vergelijkende volken kunde te geven in twee hon derd bladzijden druks? Men moet Dr. Portengen bewon deren om haar fijn schiftings vermogen, waarmede zij al leen het 'allerbelangrijkste heeft op'den voorgrond ge steld. * * Adelaarsdans Uit; Prim Ned. Oudheden Wie door Indiëreist ont dekt dikwijls op de zonder lingste plaatsen oude graven en grafsteenen. Er zijn gra ven uit den Hindoetijd, die door het volk worden geëerd; waar men bidt om genezing. voorspoed, vruchtbaarheid. Kr zijn ook jongere uit het tijdperk, waarin reeds de Islam de oude goden ver jaagd had. Ook daarheen trekken groote scharen. Maar .den Nederlander ontroeren toch het meest <li> graven uit den Compagniestijd. Verweerde steens ^zijn het; soms liggen zij midden op e*erf, in een kampong of in een boschje. Om* il lekeürig blijft de wandelaar staan enontblcot het hoofd. Zijn gedachten gaan terug naar d» .stoeren zeventiènde-eeuwer, wiens gebeente da rust. Hij ziet hem voor zich, den onverschrpkk'ii strijder tegen inboorling en wildernip-gedieru bandeloozen verwekker van onwettig nakroost ei godvruchtig belijder van de Dordtsche leer: zond ling mengsel van ontembaren moed, tuchtelooah '?*, en kinderlijke vroomheid. Vele dier zerken zijn j zeer fraai: versierd met wapens en geatylecrd j opschrift in Nederlandsen of Latijn. 'i Mogen zij "ook soms sterk verwaarloosd zijn zelden of nooit hebben schermende handen zich efi naar uitgestrekt. Piëteit voor het graf wortelt diep in des inlanders ziel. In een groot en r^k-uitgevoerd werk, saamgesteld door den heer V. I. van de Wall, kan met thans over vele dier oude graven worden ingelicht Althans voor zoover de Molukken betreft; daat zijn er trouwens nog de meeste te vinden. Het boet heeft blijkens den titel wel een .ruimer strekking Indiaan in cfotuum voor den n Noord-Amerika lieve Cultuur Het heet: De Xederlandsche oudheden in de MolukkenZ). Het bevat veel wetenswaardigs over de perkeniera-huizen, over de forten eh kasteelen, over de kerken, over de avohdmaalbekers, ja over de tabaksdoozen, hoedletters en gespen, die uit den Oompagniestijd afkomstig, nog te vinden zijn op Ambon, Neira. Banda. Temate, Batjan enz. Maar bovenal zijn het toch de oude grafsteenen, die de schrijver met bizondere liefde heeft behandeld. Onder de vele uitnemende platen (ten getale van honderd vijf en zeventig) nemen ook weer de reproducties dier steenen een eereplaats in. De schrijver . mag trotsch zijn op zijn arbeid. Want wellicht is dit boek het eenige ter wereld, waarin men alle inlichting op dit gebied kan vinden. Ook de levensgeschiedenis sen van de ginds begraven dooden zijn in het kort be handeld. Merkwaardig is, dat de meeste der afgebeelde zerken de namen dragen van mannen, niet van vrouwen. O, zij waren er wél in die verre dagen, echte Hollandsche vrouwen, die haar man nen vergezelden naar het oord van vrijwillige balling schap. Maar" zoo zegt de schrijver ? ,,de Hollandsche vrouwen stierven in den regel zeer jeugdig, haalden dikwijls niet eens den leeftijd van dertig jaren. Jammerlijk was haar bestaan, vooral in de eerste tijden onzer vesti ging. De arme [schepsels waren niet bestand tegen het tropisch klimaat, zij kwijnden weg en stierven een vroegen dood; geen steen bedekt haar laatste rurtplaats, geen geschiedboek vermeldt de namen dier dapperen voor het nage slacht." Dit boek is er niet een, dat men zoo maar eens door leest. Het is allerminsteen werk voor het groote publiek. Menigeen zal het wellicht zwaar en onverteerbaar vin den. Maar voor wien zich interesseert voor de geschiedenis van onzen Oost is het een pracht boek. Het herinnert aan een fraai gebeeld houwde museumzaal, welker ? wanden versierd zijn met allerhand kleinoodiën uit ouden tQd. Ook voor genealogen. wier belangstelling uitgaat naar nog levende Indische familiën, is de arbeid van den heer Van de Wall van onschatbare waarde. Tal van genealogische bizonderheden, die voorheen slechts met heel veel moeite, studie en tijdverlies te verkrijgen waren, zijn thans tot gemeengoed gemaakt. l) Primitieve Cultuur door Dr. A-J. Poriengen. 1F. .?. Thieme en Cie. Zutphen 1928. 2) De Nederlandsche oudheden in de Molukken door V. I. van de Wall, 's Gravenhage, Mariinus Mjhoff 1928. ? ROMAÜS Mr, Benno J. Stokvis. De Rooie. Met 54 ' penteekeningen van J. H. Peraijn, Amsterdam 1928. Nederl. Uitg. Mautsch. , Roman uit het misdadigersleven" luidt de ondertitel van dit boek. Maar een roman is het niet te mis . aanvankelijk in werk van oigeixlijk niet. Het is meer een boek, zooals wij ze kennen uit de negentiger jaren; psycholo gische verhandelingen, studies zou men ze kunnen noemen; van Gerard van Eckeren ver scheen indertijd workelyk een bundel met werk van dit soort onder den titel,,Studies" werk, waaruit in den regel weinig samenstellend vermogen bleek, maar dat zijn kracht zocht in gedetailleerd beschrijven en ont ledend uitbeelden, waarbij aan zekere factoren, die op de wor ding en het wezen van het zieleleven van invloed zijn (erfelijk heid, milieu) speciaal aandacht werd geschonken. Fransche in vloed was hier kennen. Deze werkwyzivooral toegepast kleine allure, ging over op den roman, en heeft het wezen van den roman een heelen tijd behcerscht. Het is eigenaardig, dat in onze letterkundige vei'schijnselen van de middeleeuwen af, zoo ze al geen rechtstreeksche navolging zijn, invloeden van buiten zijn aan te wijzen, en dat die invloeden, als ze zich eenmaal hebben geopenbaard, in den regel buitengewoon hardnekkig blijken te zijn. Het genre van den ..psychologisclien roman'' werd bijons nog dr.uk beoefend, toen in de ons omringende litteraturen al lang weer andere wegen waren ingeslagen. Ik heb er al eens eerder op gowe/.en, dat hot werk van den heer Stokvis nabloei is van dat uit de negentiger jaren. Het bundeltje, dat hij enkele jaren geleden uitgaf, was zwak: ,,De Rooie" is beter. Het genre is verouderd, Voorzoovér de schrijver de motieven, die het leven van ,,de Rooie" beheerschen, op een achtergrondsch-wetenschappelijken basis plaatst, maar het valt niet te ont kennen, dat het boekje ook naar den omvang is het nauwelijks een roman te noemen met zeker talent geschreven is. In de beschrijving van zijn misdadigerstypen heeft de auteur zich wel niet altijd van conventioneele apachen-fraaiigheid vrij weten te houden, en ook blijkt hij niet afkeevig te t 'i Weduwe in Melanesiëin rouwgewaad Uit: Primitieve Cultuur zijn van melodramatische effecten, maar er komen ook bladzijden in het verhaal vour. waarin een eigenaardige plastische kracht ontwikkeld wordt. Prof. Dr. Albert Schweitzer. Verval en wederop bouw der cultuur. Cultuur-philosophie. Eerste deel. Uitgave van H. D. Tjeenk Willink en Zoon. Haarlem. A. C. Bonman. De Vikings in By'ant'nim. l'itgave van Swets en Zeitlinger. Amsterdam. P. Oosterlee, Geschiedenis van hei Christelijk onderwijs. Uitgave van de Erven F. Bohn. Haarlem. Dr.' S. Koperberg. Romeinsche euliuur. Uitgavo van de Wereldbibliotheek. Amsterdam. Wayangpoppen van buffelleer, Java. Uit: Primitieve Cultuur

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl