Historisch Archief 1877-1940
.a^ia
l
'4
il
12
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 MEI 1929
No. 2909
Het oorlogsboek en de oorlogsfilm
door L. J. Jordaan
««De groot* beproeving.'* Kialto
DE onversaagde anonymus, welke als Onze
Berlijnsche Correspondent" den Telegraaf"»
lezers tot steun en voorlichting dient in letterlijk
alle zaken van kunst en politiek, doet dit op de
meest besliste en afdoende wijze. Men zou zoo
zeggen, dat een dergelijke gevaarlijke universali
teit, laatste débris eener uit den tijd rakende
all-round" journalistiek, allicht tot eenige reserve
en bescheidenheid mocht nopen. Bit nu is geens
zins het geval deze merkwaardige heer neemt,
om zoo te zeggen, geen ander blad voor den mond
dan de Telegraaf", gelijk wij uit zijn
filmbeoordeelingen (ook die komen op het' programma voor)
overvloediglgk konden constateeren.
Goddank il y a des juges<a Berlin! En zoo zijn
wij dan recentelijk genezen van onze grove dwaling:
de, dwaze overschatting van Hemarque'a boek
.,Im Westen nichts Neuea". Dit boek, heet het
in de laatste Berlijnsche correspondentie, is als
letterkundig product maar zoo-zoo, la-la. Het is
hoogstens verdienstelijke journalistiek basta !
Baar staan wij met onze vereering en dankbaar?
heid daar staan wij, met onze
Braakensiekplaat, die dit sobere en geweldige pleidooi tegen
den oorlog voorstelde als een wereldgebeurtenis,
welke het Geneefsche kaartenhuis op zijn grond
vesten doet wankelen. Waarlijk wij wisten niet,
dat journalistiek, y compris Berlijnsche corres
pondenties, zulk een ontzaglijken invloed kon
hebben zulk een verpletterenden indruk vermocht
na te laten. Er is n lichtpunt: het boek schijnt,
x.elfs volgens dezen strengen rechter, wa&r te zijn ?
,,Precies.... zoo was het en niet anders!" erkennen
alle lezers, die den wereldoorlog van nabij hebben
gezien.
Bit laatste geeft ons tenminste den moed iets
te zeggen over ..oorlogsfilms" in verband met
Kemarque's lm Westen nichts Neues."
* ' *
*
Als er ooit weer oorlog komt, zal het mede dank
zij de oorlogsfilm" zijn. Be film de bioscoop»
film, dan wel te verstaan ! -?is de dag-droom van
de massa: het enorme reservoir van openlijke of
stille verlangens het zoete narcoticum tegen
de trieste, knauwende realiteit.
Nu zijn wij het er allen over eens, dat de<oorlog
een hoogst onaangenaam intermezzo beteekent
in de goede orde van zaken en wij hebben er tal
van fraaie en klinkende anathema's als gruwelijke
slachting", menschonteerende waanzin" e.d. voor
uitgevonden. Het mag dan ook eenige bevreemding
wekken, dat waar wij den verderfelijkèn invloed
van revolutierf ilms zoo hoog aanslaan niemand
nog het sein heeft gegeven tot een behoorlijk geor
ganiseerde drijf jacht op het meest perfide product
van onzen tijd: de oorlogsfilm". Immers, dit
zeer gewaardeerde variété-nummer al dan niet
gecamoufleerd als ,,anti-oorlogspropaganda"?i»,
enkele uitzonderingen daargelaten, een hoogst ge
vaarlijk gif. Het verlamt het eenige daadwerkelijke
middel tegen.den oorlog: den afkeer van den oorlog.
Het bestendigt onze onuitroeibare zienswijze, als zou
de oorlog iets onbestemd ridderlijks en
avontuurlijks zijn het emotionneerende onbekende, dat
ieder rechtgeaard mannenhart aantrekt. En wij
mogen dan al een intuïtieve walging ondervonden
hebben, wanneer de oorlog met zijn ongekende,
vaag vermoede gruwelen, als aangenaam en lucra
tief divertissement fungeerde de volle draag*
wijdte van deze hyena-practijk wordt ons toch
eigenlijk eerst recht bewust, na de lezing van
Eemarque's ontstellend ?requisitoir..Want dit boek
wat ook Berlijnsche correspondenten er van zeggen
mogen ontdoet de oprlog van iederen fraaien
schijn, van iedere romaneske dweeperij. Het laat
GETVERAAX AGENTEN VOOR
ABIATEUR-KINO-UITItlJSTINC}
FOTO-SG H A AP & Co.
SPUI 8 ~ AMSTERDAM
er niets van over dan iets onzegbaar
afkeerwekkends kaal, grauw, nuchter en walgelijk als
een modern, goed-geoutilleerd abattoir.
* ?
*
, Wat is de oorlog volgens de gemiddelde,,oorlogs
film?" Ga naar het Rialto-theater La grande
preuye" zien en gij weet het. Be oorlog, dat wil zeg
gen : wapperende vlaggen en plechtige volkshymnén;
teedere adieu's aan vertrekkende treinen, droevig
maar met een prachtig dramatisch effect; helden,
met flatteerende verbanden, die roem vol uit den
strijd wederkeeren of op zijn minst genomen in
tragische grootheid sterven; gemoedelijke humor
in de kantonnementen en idyllische flirtations met
edel-geprofileerde landmeisjes; offensieven met
hoera's en trompetgeschal, spannende matches
met den dood; plechtige promoties en
decoratieplechtigheden.... o ja, vooral dat die schitte
rende, aantrekkelijke premies op den moord !
Bit alles wisten wij van den oorlog wij konden
hem niet anders zien dan zóó, dank zij een
atavisme van eeuwen. En de oorlogsfilm versterkt ons
in dien noodlottigen waan, duizendmaal sugges
tiever dan de ouderwetsche krijgsverhalen en
maakt ons aldus gereed voor, nieuwe oorlogen.
Maar daar staat deze Remarque op en sleurt
ons bij de haren uit die gevaarlijke, giftige bedwel
ming. Hij trapt ons, wondt ons tot Bloedens toe,
om de fatale lethargie te doen wijken en duwt
ons tenslotte met onze verbijsterde gezichten op
den stinkenden poel van ellende, bloed en schande:
Ziedaar de oorlog!
Ja, nu weten wij wat de oorlog is en nu kennen
wij onzen duren plicht tegenover zijn gluipend
propaganda-middel: de oorlogsfilm.
* *
> *
,,Ieder land" begint de film genoegelijk, heeft
' zijn oorlogsfilm.... " en waarom zou , Frankrijk
dan het smartelijk gemis moeten dragen, er geen
opi ha te houden. Waarom? R omar que
antwoordt:
,, . . weil ich weisz, dasz so etwas nicht erzahlt werden
kann . . es ist eine Gefahr für mich, wenn ich diese
Dinge in? Worte bringe, ich liabe Scheu, dasz sie darin
riesenhaft werden und sich nicht mehr bewaltigen
lassen. Wo blieben wir, wenn uns alles ganz klar
würde, was da drauszen vorgeht . . ?"
Er is een generaal, Galliéni, een officieele Held
ook al stierf hij op zijn bed en derhalve behoor
lijk bestandbeeld. Hij vraagt aan een kleinen,
bloed jongen recruut met de doodsverachting eens
echten generaals: ,,Je bent toch zeker niet) bang
voor zoo'n granaatje?" Wij glimlachen om deze
mannentaal, want, wij kennen de granaten uit de
oorlogsfilms, prachtvolle vuurwerken boven schil
derachtige tréchtervelden ware triomfen voor
den regisseur en den operateur. Maar daar is
deze vervloekte Remarque:
,, . . Trommelfeuer, Sperrfeuer, Gardinenfeuer, Gra
naten . . Worte, Worte, Worte, aber sie umfassen das
Grauen der Welt . . Wir sehen Menschen leben, denen
der Schedel fehlt; wir sehen Soldaten laufen, denen
beide Füszc weggefetzt sind; sie stolp-rn auf den
'splitternden Stümpftn bis zum nachsten Loch; eü*
Gefreiter kriecht zwei Kilometer weit auf den Handen
und schleppt die zerschmetterten Knie hinter sich her;
ein anderer geht zur Verbandstelle und ber seine
festhaltcnden Hande qucllen die Darme; wir sehen
Leute ohne Mund, ohne Unterkiefer, ohne Gesicht;
wir f inden jemand der mit den Zahnen zwei Stunden
die- Schlagader seines Armes klemmt, urn nicht zu
verbluten, . .die Granaten pfeifen, das Leben ist
zu Ende . .
Ei, ei dat moet Zijne Excellentie gewis
ontgaan zijn, anders zou hij zijn grapje allicht
voor zich gehouden hebben en ook voor regis
seurs van oorlogsfilms moeten dergelijke
onpleizierige détails lichtelijk beschamend werken. Neen
dan de humor, de kostelijke krijgsmanshumor, die
sommigen onzer collega's zoo nbode in de grimmige
Russen f ilms missen -?dat is andere en betere stuff
voor de goede oorlogsfilm. Is daar niet de
traditioneele compagniesgrappenmaker,, de onbetaalbare,
kranige kerel, die onder alle omstandigheden zijn
humor tem beste geef t f Bie humor is gewoonlijk
niet bijzonder fijn en dikwijls nog al kinder
achtig, maar wat wilt u.... a la guerre comme a
la guerre en. is het niet een troost, dat de oorlog
toch niet zóó (Verschrikkelijk kan zijn, of er loopen
kerels-van-sta-vast rond, die er onbezorgde moppen
over kunnen tappen? Helaas, de onverbiddelijke
Remarque doet ook hierover een boekje open >
wilt gij z\jn oorlogshumor hooren?
. .Wir gehen zwei Tage früher als sonst an die
Front. Auf dem Wege passieren wir eine zerschossene
Schulc. An ihrer Langsseite aufgcstapelt steht eine
doppelte, hohe Mauer von ganz neuen, hellen
unpolierten Sargen. Sie riechen noch nach Harz und Kiefern
und Wald. Es sind m indestens hundert.
,.Da ist ja gut vorgesorgt zur Offensivo" sagt
Muller eretaunt.
Die sind für uns," knurrt Detering. ,,Sei froh,
wenn du noch einen Sarg kricgst" grinst Tjaden, ,,dir
verpassen sie doch nur eine Zeltbahn für deine
Schieszbudenfigur, pasz auf'!!
Auch die andern machen Witze, unbehagliche Witzc,
was sollen wir sonst tun. Die Sarge sind ja tatsachlich
für uns. In solchen Dingen klappt die Organisation..."
Hoe komt het, dat ons den gullen
oorlogsfilmlach op de lippen besterft? Grappen zijn grappen
.... maar dit is toch iets anders dan wij ons voor
gesteld hadden..
Het offensief is het hoogtepunt van iedere goedo
oorlogsfilm. Raketten, lichtkogels, fraaie
closeups van bleeke, maar vastberaden gezichten
verheven, door de overtuiging voor een groot,
edel doel te sterven. Het uur-H is daar, in spanning
zien wij de dapperen het geweer omklemmen, vol
geestdrift uit de loopgraven springen en met onbe
dwingbaar lan voorwaarts stormen. Weliswaar
vallen er links en rechts getroffenen, maar
dat gebeurt op discreten afstand en zij vormtn per
slot van rekening een effectvolle stoffage voor
het slagveld; dus rennen wij enthousiast mee nu>t
de jonge helden ,Hoera!.... Hoera!"
, . .Man hat die schützenden Reservestellungen
crreicht, man möchte hindurchkriechen, verschwinde ;
und musz sich umdrehen und wieder in den Grau n
hinein. Waren wir keine Automaten in diesem
Augenblick wir blieben liegen, erschöpft, willenlos und doch
wahnsinnig wild und wütend, wir wollen toten, denn
das dort sind unsere Todfeinde jetzt, ihre Gewehre und
Granate sind gegen uns genchtet, vernichten wir sic
nicht, dann vermchten sie, uns ' ...."'
Welk een dankbare tegenstelling vormt in d«<
oorlogsfilm het hospitaal: het vreedzaam oord.
waar naastenliefde en teedere zorg van beeldschoone
verpleegsters zalige tevredenheid toovert op do
aangezichten der gewonde krijgers. Be ernstige,
weekhartige doktoren wij hebben er zien schreien
bij het overlijden van een filmheld l de rust
en de stilte en de zindelijkheid, dit alles schept een
atmosfeer, waaraan de enkele pechvogels die er een
beetje beroerder aan toe zijn, geen afbreuk ver
mogen te doen.
Is het geen ontroerend tafereel, dat ons bijna
met de schaduwzijden van den oorlog verzoent?
Remarque:
,, . .ich halte ihn (der Sanitater) fest. ,,Kommen-Sic
rasch, Franz Kemmerich stirbt sonst." Er macht sich
los und f ragt einen dabeistehenden Lazarettgehilfen:.
Wassólldasheiszen v' Der sagt: ,,Bett 26, Oberschen
kel amputiert." Er schnauzt: ,,Wie soll ich davon etwas
wissen, ich habe heute fünf Bcine amputiert . . Eine
Operation nach der andern, seit morgens fünf Uhr
doll sage ich d^jr, heute allein wieder sechzehn Abgange
deiner ist d r siebzehnte" und schiebt mich wég . .
Es geht gut. Der Arzt stochert in der Wunde herum,
dasz mir schwarz für den Augen wird. Stellen Sie sich
nicht so an," schimpft er und sabelt weiter. Die
Instrumente blitzen in dem hellen Licht wie bösartige
Tiere. Die Schmerzen sind unertraglich. Zwei Krank
nwarter halten meine Arme fest, aber ich kriege einen
los und will ihn grade dem Arzt in die Brille knallen.
als er es merkt und wegspringt. ..Chloroformiert den
Kerl" schreit er wütend . . Bei manchen Verletzten
hangt das zerschossene Glied an einen Galgen frei in
der Luft; unter die Wunde wird ein Eecken gestellt,
in das der citer tropft. Andere Leute..."
f. .
Genoeg genoeg, nietwaar? Wij weien nu, welke
de gruwelijke waarheid is, die'steekt achter deze
verraderlijke, verschoonende schijnbeelden. Wij
icetén, nu, wat men ons wil doen vergeten
' wij weien nu, welk een misdaad met deze oorlogs
films" uit stupiditeit en bot winstbejag begaan
wordt, aan ons en aan onze kinderen. Men ver
biedt de revolutionnaire film wegens
propagandagevaar.... maar wat is gevaarlijker, wat werkt
met doodelijker zekerheid,' dan dit moordende
heulsap van, den schoonen leugen? Men achtervolgt
sexualiteit en naakt in de film, terwille van de
zedelijkheid.... maar ik vraag u, wat is
onzedelijker, dan deze idealiseering van het onzedelijkste.
dat ons mensch-zijn schendt?
Weg met de propaganda-film.... goed! Weg
met de erotiek.... goed, goed ! "
Maar v66r alles: Weg met.de oorlogsfilm....
zoolang zij ons niet de druipende etter laat zien
en de rottende kadavers. '
,' >?
Want wij weien nu.... J
f
No. 2909
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 MEI 1929
Litteraire matinee
Charlotte Kohier
CHARLOTTE Befresne?Köhler's litteraire
\J matinees zijn sinds eenige jaren gebeurte
nissen in een geheel eigen kader in onze
tooneelwereld. Binnen dat kader mag deze laatste matinee
echter wel nogeens apart en met goud omrand
blijven: een meesterschot. ,
Over het algemeen schijnt de kunst van het
voordragen" tot een vorige generatie te gaan
behooren. Be publieke belangstelling voor n
persoon, voor n stem, wie of welke deze ook zij,
is uiterst gering. Vandaar dat een volharding in
dezen van een even zeldzaam als gelukkig idealisme
en liefde voor het vak getuigt, feitelijke baten
zijn immers bij het normale bezoek van honderd
man wel uitgesloten. Wie er
komen, behooren tot de kleine
groep, die dit aanneemt als
een soort examen, als een
,,test", bijna binnenskamers,
uitsluitend op de schoonheid
van de stem gericht. En, het
tegenwoordige tooneel is daar
van de droevige getuigenis,
de waarde van de stem voor
den acteur is wel verminderd:
costumière en lichteffect zorgen
voor een makkelijker succes,
en voor den schijn daarvan.
Is nu wat Charlotte Kohier
doet, wel voordragen in den
eigen zin van het woord?
Schnitzler's Fraulein Else,"
eenige monologen van Befres'ne,
onze jonge poëzie, thans dezo
novelle van Bostojevski,
het was steeds niet zoozeer het
schoone woord als» .wel het ver
tolken van innerlijke bewogen
heid, ,,middellaarster"z
jntusschen schepper en toehoorder.
Hij leest niet, zij declameert
niet, zij roept op. Een stem,
willig voor elke nuance der
ontroering, maar niet de stem alleen: eeli overge
voelige mimiek en nerveus-expressieve handen.
Wij zien hier een hyper-individueele actrice, die
ook op het tooneel steeds moeilijk in het ensemble
past, welbewust de andere zijde kiezen: die van
het solo-spel. Zij heeft dat geperfectioneerd met een
klein, maar uiterst effectief répertoire: de
,,gedachten-monoloog."
Voor haar moet Bostojevski's ,,Be Zachtmoe
dige" een vondst zijn geweest. Be zelfverdediging
van een man bij het lijk van zijn vrouw, die vrij
willig uit het leven ging, een verdediging en een
aanklacht tegelijk van een liefde, wederzijds
schuldeloos, hooghartig en boyenmenschelijk van
marteling, waarvan de aantijging in de visionaire
peroratie zich niet richt tegen den een, niet tegen
den ander, niet tegen de menschen, maar lijnrecht
tégen God, ? dit is een meesterwerk, in opperste
spanning , neergeschreven, waartegenover men
weerloos staat. Ik kende deze novelle niet, ik
hoorde haar van het tooneel af, en het s voor mij
de groote verdienste en het bestaansrecht van deze
derde kunst" tevens, dat Charlotte Kohier erin
slaagde, elke wending, elke vlaag die door dit
' gefolterde hart heentrok, over het tooneel heen
eigen te maken aan den toehoorder. Een vluchtig:
lezer zou misschien hét boek kunnen sluiten met de
herinnering aan een verwarde ziel van een
russischen tobber, een toehoorder op een middag als
deze heeft zeldzaam: deze manlijke ontrafe
ling in een vrouw! een mensch hardop hooren
praten, ontroerend klaar en woord Vóór woord,
waarachtig, den mensch van Bostojevski. Haar
stem, anders nog wel eens gevaarlijk, was
hierin tot het uiterste beheerscht en gemoduleerd,
en het beeld van dezen middag was in den e
nvoudigsten zin van het woord: bezield, het succes,
en de herhaling waard. Aan den schoonen,
Nederlandschen klank der taal had stellig ook. de ver
taling van S. van Praag zrjn deel. Ons werd inder
daad iets nader gebracht," en daarmede is een
roeping vervuld. HENBIK SCHOLTE.
Willem Pijper's derde
symphonie te Parijs
door Henriette Bosmans
Charlotte Kohier
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID '
DE acht abonnementsconcerten van het
orchestre Symphonique de Paris, die plaats
vinden op de Vrijdagavonden van 11 April tot
31 Mei 1929, zijn in vollen gang. Pierre Monteux,
stichter van de Cóncerts populaires de Paris
(concerts Monteux), waar hu in 1914 de eerste
uitvoering van Strawinsky's, Petvouchka en Sacre
du Printemps gaf, is leider dezer concerten. Het
zeer bijzondere succes, de groote opkomst van het
publiek, mag, behalve aan de superieure leiding
en het door Monteux in korten tijd reeds goed
geschoolde orkest, ook zeker toegeschreven worden
aan de zeer belangrijke pro
gramma's die door hem zijn
samengesteld.
Be groep solisten, die voor
deze abonnements-concerton
geëngageerd zijn, waaronder
C'ortot. Landowska, Elisabeth
Schumann. Casadesus, zijn
kunstenaars, die men hier kent
als eerste rangs; de werken.
die Monteux brengt zijn niet
alleen uit het klassieke reper
toire, maar ook die van den
tegenwoordigen tijd.
Het laatste concert is een
Strawinsky-avond, op het vijfde
komt een werk van Florent
tSchmitt tot uitvoering, ? op het
zevende de Symphonietta van
Janaceck (dezen winter ook
in Amsterdam ten gehoore
gebracht) en het derde con
cert van 20 April bevatte o.a.
een Xederlandsch werk: de 3e
symphonie van Willem Pijper.
Het is mij gelukt twee con
certen, het eerste, waarbij C'or
tot solist was, en het derde,
met Pijper's symphonie, bij te
wonen, en hoewel mij dit laatste uit den aard
der zaak het meest interesseerde heb ik van
beide avonden sterke indrukken' meegenomen.
Allereerst de enorme Salie Pleyel - beide
keeren zeer goed bezet waar men. achterin
staand, het gevoel heeft in de verte" het orkest
te zien, waar de acoustiek zoo prachtig is,
dat men alles even klaar, helder en doorzichtig
hoort, waar de concerten om 9 uur beginnen en
men om vijf over negen nog. te midden eener
zwarte menschenmassa,voor de kas
staat om een entree te bemachti
gen, waar men, zooals op het eerste
concert het geval was, om 12 uur
's nachts roept en brult om een
,.bis" (een herhaling van een deel
der symphonie Montagnarde van
d'Indy) het is alles heel anders
dan in Amsterdam.
Het -i8 waar, men moet niet
vergelijken. Maar hoe zou het mo
gelijk zijn voor een Amsterdammer,
verwend door n der mooiste or
kesten ter wereld, met de beste
leiders en solisten, gewend aan een
goed geschoold, wel opgevoed pu
bliek, aan regel;en orde in de con
certzaal, hoe zou men kunnen
waarnemen en waardeeren zonder
vergelijkingen te trekken? Het lijkt
ondoenlijk. En daar, in dit geval
ondanks de groote uiterlijke
verschillen met Holland de indruk die het
fransche orkest met zrjn emmenten leider maakt,
geweldig is, en men ondanks de totaal andere
sfeer zeker niet minder sterke en diepe 'emotie's
ondergaat, mag men met vreugde constateeren.1
dat het hooren van dit orkest onder Monteux
een gang alleen naar Parijs waard zou zijn.
Daar is vooreerst de prachtige groep hout
blazers een fluitist en hoboïat, zooals ik zelden
of nooit hoorde -?, dan de strijkers, meer in getal
dan brj ons en waaronder solisten van naam, r
het koper, wat grof in vergeiykinfe met de rest,
maar het geheel zoo soepel en toch rast, en door
trokken van een vreugde tot musiceeren, die den
hoorder treft en boeit en tot luisteren dwingt.
Overgaand tot het voor Nederland belangrijk
Centraal Theater, Amsterdam
Zaterdag 4 Mei te 2 i uur
Litteraire Matinee Charlotte Kohier
UUJIVAJLHJIUL.
S.HABLOTTLl\ÖrlLLB.
Toegangsprijs f 1.50, alle rechten
inbegrepen
Willem
punt, de'uitvoering" van de 3e symphoiüe van
Pijper opgedragen aan Monteux ??door.Mon
teux uit 't hoofd gedirigeerd! constateer ik in d«
eerste plaats het feit dat het werk een volkomen
succes behaalde het enthousiaste applaus
noopte Monteux het orkest te doen opstaan, men
riep van verschillende kanten om ,,1'auteur"
en de componist moest op het podium verschijnen
om zelf de hulde in ontvangst te nemen.
Bat de 3e symphonie behoort tot een der sterk
ste werken van Pijper's hand, is mij door het
wederom hooren in een zoo prachtige uitvoering.
nog duidelijker geworden. Be diepo
indruk die het werk- te Amster
dam op mij gemaakt heeft, werd
hier nog versterkt.
Be rijkdom aan fantasie, aan
klank en kleur aan rhythme. het
groot technisch meesterschap, waar
over Pijper beschikt manifesteeren
zich in déze symphonie zeldzaam
overtuigend en meeslepend.
Een koele, zakelijke beschou
wing erover lijkt mij, evenals een
persoonlijke opsomming van asso
ciatieve indrukken of gevoelens
misplaatst. In deze felle, brandende
muziek-van-binnenuit, overweldi
gend en adem benpmend door
haar spanning, hare overtuigings
kracht, .*-+ moet men wel geheel
n--.^ en volkomen gelooven, zij spreekt
J. IJ per yan hart tofc hapt Dit Verklaart
de spontane uiting van het psy
chisch zoo anders ingestelde fransche publiek, dat
zonder reserve zijn enthousiasme Jiet blijken.
Smalfilm Amateur-Kfnematograffe onder
Kino-lechnlsehe leiding van Joria Ivena
FOTO-, PROJECTIE- EN KINO-HANDEL"
CAPI
116 HALVERST* A AT . AMSTERDAM
GENERAAL FILMO AGENTSCHAP
BV CAPI vakkundig* raad «n voorlichting.
t
r