De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 11 mei pagina 4

11 mei 1929 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

IJ i ! DE GROENE AMSTERDAMMER VAN u MEI 1929 De Wereldtentoonstelling te Antwerpen door H. J. M. Walenkamp Czn. Hor tttaat het met de deelneming van Xederlaml T NA ons bezoek aan liet tentoonstellingsterrein mochten wc SOMaart j.l. een onderhoud hebben tuet tien heer miel Diels, bestendig secretarie dei- Wereldtentoonstelling. Onze eerste vraag was: ,.Hoe staat het toch met de deelneming van Holland? We hooreii daar tot heden maar zoo weinig van. Toch duurt het nog maar een jaar, en uw tentoonstelling zal geo pend worden." 's Heeren Diels onmiddellijk antwoord luidde: ..De medewerking Uwer Koloniën staat vast; die is ons van officieuse zijde verzekerd. Wat Nederland zelf betreft, hebben we de vaste verzekering tot 'medewerking nog slechts van particuliere zijde verkregen. Officieel weten we nog niets positiefs." Ziedaar het prompte antwoord. Het was geen toer, te bemerken, dat de secretaris der tentoon stelling over deze onzekerheid allerminst enthou siast gestemd was. En is dit niet volkomen begrijpelijk? Eindelijk zal men dan toch zeer spoedig met volkomen zekerheid moeten weten, hoc de Noderlandsche deelneming zijn zal. en twuirin deze zal bestaan. Reeds 1-1 November 192(5 werden de officieele uitnoodigingen tot deelneming aan de tentoon stelling aan de verschillende regeeringen, verzonden. In April 1928. dxis nu juist een jaar geleden, verscheen een apart nummer van het officieele tentoonstellingstijdschrift, welk nummer geheel aan Nederland was gewijd, en waarin, op zeer hartelijke, zelfs dr ingende wijze op groot e deelneming van ons land wordt aangedrongen. Daarin verschenen, o.a. de volgende artikelen: ..Zal Nederland deelnemen?'' door vM. Alfred Martouqin. voorzitter van het Uitvoerend Comité. Direct gevolgU door: ..Nederland zul er zijn." door Stan Dietvbs. Vervolgens Nederland cnonze Wereldtentoonstelliny. door F. Goris. Souvenir de 1910. De deelneming van Nederland aan de Wereldtentoonstelling te Brussel." Enz. Enz. Het gaat helaas niet aan uit deze artikelen aan halingen te doen, die hun sympathieken inhoud voldoende in 't daglicht zouden stellen. Laat ons daarom mogen volstaan, met de verzekering, tlat uit al deze beschouwingen een groote hart* lijkheid spreekt, en het intens verlangen, ons land op waardige en schitterende wijze op deze expo sitie vertegenwoorigd te zien. Mogen we slechts n korte aanhaling doen uit het hoofdartikel van den Voorzitter van het Uitvoerend Comité: Ook Nederland werd door de Beglische Re geering uitgenopdigd deel te nemen aan de We reldtentoonstelling voor Koloniën, Zeevaart en Vlaamsche Kunst, welke in 1930 te Antwerpen gehouden wordt. ' Vooralsnog is op deze uitnoodiging van officieele zijde geen beslissend antwoord gekomen: Om vele redenen wordt,dit antwoord met ver-' tro,uwen tegemoet gezien. . Daar is o.m. het feit der schitterende deelneming van Nederland aan beide vorige Tentoonstellingen in onze stad gehouden, respectievelijk in de jaren 1085 en 1894. Belgiëtrouwens had in 1883 reeds deelgenomen aan de Internationale Tentoonstelling te Amster.; dam; en de overweldigend-geestdriftige ontvangt welke er onzen Vorst Leopold II bij zijn bezoek te beurt viel, is hier nog lang niet vergeten. Koning Willem III hield er dan ook aan, dat, toen twee jaar later Antwerpen zijn eerste Wereld tentoonstelling inrichtte, Nederland op zijn beurt zich niet onbetuigd zou laten". De Nederlaridsche'afdeeling behaalde veel bij val; ven de 285 exposanten werden er niet minder dan 252 bekroond. fgHAKEL j HEILIGEWEG 11-17 <? AMSTERDAM Overhemden naar maat Bij oni verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN En e venzoo verging het de Expositie van 1894. Eveneens voor Nederland een groot succes. Er waren 100 exposanten meer dan in 1885. Het juiste .aantal bedroeg 380; het totaal der toege kende bekroningen was 328. Wat natuurlijk schittei'end mag worden genoemd; zelfs al te schit terend, zou men willen zeggen. Waarom zou Nederland ook ditmaal niet van de partij wezeu, nu het. programma van deze Tentoonstelling zooveel nauwer aan zijn econo mische bedrijvigheid is aangepast. Evenzeer als dit van Britsche zijde verklaard werd, zou ook Ntederland kunnen getuigen, dat van zijn standpunt uit geen gepaster programma kon worden voorgelegd. De beide hoofdafdeelingen onzer Tentoonstellingen de Koloniale- en de Scheepvaartafdeelingen betreffen inderdaad juist de gebieden, waarop Nederland een voor aanstaande plaats inneemt en op een Wereldten toonstelling bijzonder schitterend figuur kan slaan." Enz. Aldus schreef de Voorzitter van het Uitvoerend Comitéder tentoonstelling in April 1928. Nu, 1929, schijnt men wat Hollands officieele deel neming betreft nog even ver. Antwerpen?L.ulk?Drumstel Aanvankelijk lag het in de bedoeling, alleen' te Antwerpen een Universeele tentoonstelling in te richten. Toen evenwel ook Brussel en Luik den wensch te kennen gaven, eveneens een Internatio nale tentoonsteeling te houden, werd van dit oorspronkelijk plan afgezien en kwam de volgende overeenkomst tusschen de drie steden tot stand: Antwerpen zou zich uitsluitend tot het inrichten eener Wereldtentoonstelling voor Koloniën, Zeevaart,'Vervoer en Oude Vlaamsche Kunst bepalen. Luik zou zich alleen met een Wereldexpositie van Oroot-nijverheid, de daarmede verbandhoudende Technische Wetenschappen en een retrospectieve afdeeling der Oud Waalscho Kunst bezighouden; terwijl Brussel besloot zijn Wei-eldtentoonstelling tot 1935 te verschuiven en in 1930 alleen een ex positie te houden van de Belgische Kunst der laatste honderd jaar (1830 tot 1930). Het initiatief-comitéder Antwerpsche tentoon stelling werd reeds 3 October 1921 door het Stads bestuur officieel geinstalleerd.,-en werkte een voor'loopig programma uit, waarmede het begin 1920 voor den volke verscheen. Het algemeen plan der tentoonstelling werd ontworpen door den Antwerpschen architect Jozef Sniolderen. DéAntwerpsche Wereldtentoonstelling , zal een gespecialiseerde" zijn. Antwerpen's expositie biijft dus uitsluitend tot Koloniën, Zeevaart en Oude Vlaamsche kunst beperkt. Eenerzijds was men door de gelijk tijdige tentoonstellingen van Luik en Brussel daartoe wel genoodzaakt, doch anderzijds bleek al . spoedig, dat wat eerst een beperking scheen, een innerlijke verruiming, een concentratie genoemd moet worden. De meeste alzijdige wereldtentoon stellingen zijn sinds lang gebleken voor onzen tijd een mislukking te zijn. Men kreeg te veel van 't goede. Alle overlading schaadt". Dergelijke ten toonstellingen bleken achteraf een strop, zoowel . voor de exposanten als voor de algemeene besturen en de aandeelhouders door wien ze gesticht werden; tevens ook voor de bezoekers, die door het te vele" overdonderd werden. Deze laaatsten zagen alles maar half. Maar voor 'n half? ?> Neen, goed, niet voor een tiende of een honderdste. Met hoofdpijn kwamen ze er vandaan. Mét de gevoelens, alsof ze te veel geconsumeerd hadden. Daarentegen bleken de tot enkele groote groepen beperkte exposities,een werkelijk succes. ' Ik volsta hiertoe te heririneren aan het wel slagen der Koloniale Tentoonstelling te Marseille in 1922 en de tentoonstelling van 'Decoratieve kunsten te Parijs in 1925. Waartegenover staan het algemeen bekend fiasco der alzijdige tentoonstellingen van Rio de 1 Janeiro in 1922 en van Wembley in 1924. Niemand brengt de groote beteekenis van zgn. ..gespecialiseerde" exposities in een paar woorden helderder aan 't licht, dan Graaf Adr. van den Burch, de Voorzitter van het Belgisch Comit voor Tentoonstellingen en Jaarbeurzen, die tevens De triomfboog van den hoofdingang Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal Str. koud en warm water op alle kamers PRIVÉBADKAMERS Telefoon 22223 een actief aandeel nam in de inrichting van meer dere Internationale tentoonstellingen. Hij schrijft over dit belangtijk onderwerp onge veer het volgende: Door hun uitgestrektheid en de hiermede ge paard gaande groote beslommeringen en kosten, slorpen de Universeele exposities bijzonder groote kapitalen op; en daar zij te dikwijls herhaald worden, drukken zij zwaar op de begrooting der industriën, die maar al te dikwijls niet het minste belang er bij hebben om er aan deel te nemen, maar voor wie onthouding dikwijls ook nadeelig zou zijn.. De tentoonstellingen moeten daarom steeds meer het karakter van ,,gespecialiseerde" tentoon stellingen gaan aajnnemen, welke laatste over minder groote terreinen behoeven te beschikken en waarvan het hoofdvoordeel is, dat zij beurteings en met vrij groote tusschenpoozen van de verschillende takken der menschelijke bedrijvigheid inspanning vergen, en die aldus toelaten?juist omdat er een zoo groote tijdsspanne tusschen verloopen kan - hur evolutie en vooruitgang in 't licht te stellen. Ziehier in 't kort wat deze deskundige ervan zegt; en we zouden er als algemeene conclusie alleen nog dit aan willen toevoegen: Niet te veel hooi op de vork!" zij voortaan de leuze. Deze kernachtige spreuk werd in het afgeloopen tijdperk maar al te dikwijls uit 't oog verloren. Zij dienen voortaan in alle talen in de triomf bogen der Wereldtentoonstellingen te worden gegrift. ? Doch, daartegenover ook weer ,niet te veel gespecialiseer" natuurlijk; want dit andere uiterste zou weer de tegenovergestelde uitwerking hebben en tot dorheid, armoede, eentonigheid leiden. Het ware evenwicht in deze te behouden, is een groote toer. En het komt ons voor, dat in dékeuze der drie hoofddoelpunten: Koloniën, Scheepvaart, Vlaamsche kunst, de Antwerpsche tentoonstelling een schoon wet k van evenwicht is. Deze opzet kan tot een schepping vol verschei denheid, vol leven, zonder verwarring of overdaad groeien. Veel succes, Sinjooren l V.lfoSSEM ULi ..... \\ ........ No. 2710 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN n MEI 1929 Russische Ikonen door Dr. L. H. Grondijs IkoontentoontttellliiK In <le Mlllttexaal, Singel 483 J N de twee kleine boven vertrekjes der Militie zaal, in een atmosfeer van sobereii eenvoud, zijn een veertigtal Russische ikoneii samenge bracht. De eerste ikoontentoonstelling in ons land, door slechts weinige elders voorafgegaan ! Hoe zijn deze i konen uit het heilige Kusland in het koude Westen verzeild geraakt? Wie heeft ze van de wanden der gezinskamers gelicht, van de ikonostasen der kerken losgebroken, en uit de aanbidding de.r geloovigen overgeplant naar de kritische bewondering der kunstzinnigen? De 'sjacherlust der vreemdelingen die Rusland be drukken, hot cynisme van het rijzend ontkerstend geslacht, de nood der verarmde emigranten? Hoofdschuddend woont menige Kus deze vreemd soortige tentoonstellingen bij: zijn dit kuntitvoortcer^en ? Waren ze eens niet heel wat meer. niet heel iets anders dan kunst alleen? Wie, in het oude Kusland, zou eraan hebben gedacht, om de ikonen, als simpele uitdrukkingen van verbeelding, los te scheuren van de.biddende geloovigen? Waren ikonen niet subjecten, bijna van persoonlijke deugden bezield en die gezegend en zegenend deu mensch begeleidden van de wieg, over den langen weg van beproeving en leed, naar de uiteindelijke zegepraal? Als onafscheidelijke geniën vergezelden zij de geslachten, door opkomst en strijd heen, tot in den val. De kinderen bogen er zich eerbiedig voor de heiligenbeeltenisseu, waarmede, lang geleden, de grootouders de verloving van vader en moeder hadden ingezegend, en waarin nu nog, als in een onzichtbare Presentie, hoop en geluk, liefde en strijd, berusting en gebed der overleden ouders, de vereeringen der jongeren troostend begeleidden. Andere, historische heiligenbeelden, tusschen wiegende kerkvaandols voor de geestdrift deigeharnaste legers uitgedragen, hebben de vijan delijke wallon doen ineenstorten. Ciroote, machtige Kijksikonen, waaraan het lot der Moederstad toevertrouwd was. hebben do horden der ongeloovigen verjaagd. Hetzelfde Mariabeeld, dat de Poolsche pao's uit het Moskou'sche K remi had verjaagd, heeft twee eeuwen later tien Franschen indringer en Antichrist tot verre achter de Njemen teruggedreven. In de stilte van elke ziekenkamer, uit de over weldigende praal der ikonostasen, ziet de onuit sprekelijke majesteit der heiligen vol meedoogen op de aanbidding der geloovigen neer. In Kusland hadden alle geestelijke machten, die het leven heilig den, geloof, liefde en hoop, kerk en vaderland, elke geestdrift en alle extasen, do ikonen als dragers gekozen. In de ikonen zochten boer en edelman, eenvoudige van geest en intellectueel, instinct matig of helderziend, verzachting hunner onrust in den aanblik der onbewegelijke verbeeldingen, waarin gedurende tien eeuwen, de standvastige visie's der orthodoxe Christenheid de bovennatuur lijke machten hadden aanschouwd, welke mensch en gemeenschap besturen. Zoo waakten dan achter de ikonen, de beschermgeesten der Russische natie. Uit de nederige ge-. zinsikoon lichtte de medelijdende glimlach eener moederlijke genegenheid. Achter de trotsche, vanouds vermaarde niet-door-menschenhand- ver vaardigde nationale ikoon huiverde de wiekslag van een Cherub. ?'*'?? * * ' ' . . , .* ? ?" ? ' Voor ons, die uit nieuwsgierigheid deze ver spreide wrakstukken uit het oude Rusland mede*. lijdend naderen, en met een verstrooiden blik de kenmerkende trekken harer bijzondere schoonheid iiiiiil Branden in Nederland Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan Oi^jA*r*«at»*j . <Mv ..3 : Vk&DWjrs, Ij ! " HM. 4. S, MEUWSEN'S ttrootste krus*. . . . STITSONS trachten te onderkennen, is het niet de minste. der verrassingen, dat deze Russische ikoneu, uit het kaarsschijnsel der orthodoxe aanbidding over gebracht naar het daglicht van een protestantsche. stad, niets-van hare uitgezochte schoonheid hebben verloren. De ikonographic van het bovenzinnelijke" waardoor de inspiratie der Oost-Europecsche kunstenaars zich heeft laten leiden, de symmetrie hunner taf e roeien, de'edele rangschikking hunner figuren, de zuivere elegantie der 'houdingen, en de sublieme voornaamheid der gebaren, hebben zich losgemaakt van de traditioneelo vormen der aan bidding. Het zijn niet enkel meer brokstukken van een kerkelijk onderricht, geen gehoorzame uit drukkingen, van een theologische traditie, maar elementen van een. vrije, ideale schoonheid. Voor ons is hier een schoonheid zichtbaar, die zich heeft losgemaakt van elke stof, en tot van het laatste stoffelijke bijmengsel der religiéuse gevoeligheid. Want er zijn geen ondoordringbare wanden tusschen de onderscheidene vormen der menschelijke vereering. In dé'visie van den aanbiddenden Oosterschen kunstenaar heeft, van zelve, de zuivere vereering zich getransformeerd in de /uivei'e schoonheid. Droomend leereix wij er zien, niet wat inenseheii en dingen zijn, maar hoe zij moesten zijn. In paradijslandschappen bewegen zich amechtig en extatisch, in bovenaardsche visie'» verloren. de heiligen.. Van de onpeilbare hoogten der oud-Christelijke verbeelding, ziet de verheven. ietwat koude majesteit der Maagd, op ons neer. Van den troon van den rechter des heelals, beziet ons, vol mededoogen, de lichtende blik van den Koning en Asceet geworden god. En bij den aan blik dezer uitgezochte kunstschatten beseffen wij, welke kostbare mystieke waarden onherroepelijk, voor ons Westerlingen, zijn verloren gegaan. l PIANO'S-O&GElSf TELEF13

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl