Historisch Archief 1877-1940
I :
I
TE
UIZEN
Aanleg en Opbouw van Amsterdam's beroemde Grachten
ZOO ooit. dan kflïi zeker van het boek van prof.
Slothouwer *) over de AmstiM'dainsche huizen
worden gezegd, dat het in een lang gevoelde be
hoefte voorziet. Want het geval is opmerkelijk en
ook betreurenswaardig.Algemeen is men het er over
eens, dat het atadsachoou van
Amsterdam niet berust op de
architectonische superioriteit van
enkele monumentale gebouwen,
van hoeveel" beteekenis en
belung deze ook mogen zijn. Integen
deel staat het vast, dat de be
koring, die van Amsterdam als
van bijna geen andere stad der
wereld uitgaat, goeddeels bestaat
in den aanleg en den opbouw
van zijn beroemde grachten. Wat
wij in dit opzicht aan ons voor
geslacht <ler zeventiende en
achttiende eeuw danken, kan ons
alleen met eerbiedige bewonde
ring vervullen. Bewust stellig
voor een deel. maar even zeker
met die onbewuste zekerheid, dio
het voorecht ia van den kunste
naar, hebben onze oude
Amsteruamsche stedebouwkundigen en
bouwmeesters een stad geschapen
van nog steeds groote aantrek
kelijkheid. Die aantrekkelijkheid
ligt minder in de onderdeek-n
dan in het geheel, in de kracht
van den opbouw, in de fijnheid
der lijnen, in de regelmaat van
de verhoudingen, ten slotte toch vooral in die
sterke eenheid, die het kenmerk van ieder
waarachtig kunstwerk moet zijn, De eenvoudige,
ongezochte combinatie van water, geboomte en
huizen in gelukkige eenheid samengebracht, geeft
aan het geheel een bekoring,
die slechts ten deele afhan
kelijk is van de genoemde
onderdeelen van de compo
sitie.
Slechts ten deele, maar na
tuurlijk ook weer voor een
groot deel. Dat geldt vooral
voor de huizen. Het is hier
volstrekt niet de vraag, of
ieder huis op zich zelf wel een
architectonisch meesterwerk
is: er is in de oude
Amsterdauische huizen heel wat zui
ver kopieerwerk. Maar waarop
het hier aankomt, is de een
heid; van de allergrootste be
teekenis zijn de verhoudingen:
wat hier domineert, zijn de
verbindingen van lijn en kleur.
De daklijn der Amsterdamsche
grachthuizen loopt ongeveer
gelijkmatig door en springt
weinig uit; de afwisseling wordt
. ? i '
zelden rommelig en opdrin
gerig. Dat er uitzonderingen
zijn, springt dan ook aan
zelfs oppervlakkige
waarnemers onmiddellijk in het oog; al
te.hooge .gebouwen vallen on
middellijk uit den toon. Daar- '
om is ook het gebouw der
Nederlandsche ,
Handelmaatschappij van De Bazel, hoe
zeer architectonisch een mees
terwerk, toch uit een oogpunt
van stedebouw een volledige
mislukking. Een andere factor
Boekbespreking door Prof. Dr. H. BRUGMANS
Illustraties.Linksboven:Nieuwmarkt 20-2$, trapgevels;onder:Heerengracht 170-172,
trapgevel omstreeks 1620; midden: Vyzelgracht 4-6, gevels met rechte lijst;
Rechts boven: O. Z. Voorburgwal 249* trapgevel 1610; onder: Trippenhuisy
Kloveniersburgwal 29, gevel met rechte kroonlijst en fronton, Justus Vingboons
komt nog daarbij, de kleur, die onze schilders
van alle eeuwen zoo hoog hebben gewaardeerd.
liet fraaie donkerrood van de meeste
gracht' huizen, afgewisseld door het frissche geelwit der
kozijnen, geeft aan het geheel een schilderachtige
bekoring, die ook vreemdelingen, gewend aan
vervelend gi'auw en grijs van hun eigen steden,
altijd weer weet te hooien. En. els dan nog het
groen der bo'omen in den zoinor er bij komt,
en het diepe bruin der genepen, dan is het beroemde
in zijn verschillende typen ontleed, het in zijn
eigenaardigheden beschreven en in zijn ontwikke
ling geschetst. Vóór 1000 is er te weinig bekend en
, vooral ook te .weinig bewaard om van het Amster
damsche huis veel te zeggen: ook'Weissman wist
van de zestiende eeuw niet veel terecht te brengen.
l Xa 1800 gaat de ontwikkeling der bouwkunst
.' ten onzent in een geheel andere richting. Bovendien,
de ontwikkeling van Amsterdam staat tot ongeveer
l #70 vrij wel stil: ongeveer tot dat jaar heeft de
Amsterdamsche grachtengezicht volkomen. Onze
eigen tijd, hoe merkwaardige architectonische
scheppingen hij ook heeft kunnen opbouwen, heeft
tot nog toe niets kunnen tot stand brengen, dat
met onze oude grachten kan worden vergeleken.
En nu is het merkwaardige dit. dat het Amster
damsche huis, de derde component in de eenheid,
water, groen n huis. wel zeer is bewonderd, maar
nog; weinig .is beschreven. Weissman gaf in hot
jaarverslag van hot Koninklijk Oudheidkundig
Genootschap van 1885 een 'korte studie over het
Amsterdamsche woonhuis van 1500 tot. 1800.
Maar daarbij is het eigenlijk gebleven. Afzonderlijke
huizen werden beschreven in de jaarboeken van*
Amstelodamum en elders. Maar van een systema
tische samenvatting is weinig sprake geweest:
wetenschappelijk-architectonisch onderzoek heeft
betrekkelijk weinig plaats gehad.
Wetenschappelijk onderzoek. beteekent 'groe
peering en karaktdriseering. Aan dien eiech 'voldoet
het boek van prof. Slothouwer volkomen. HU heeft
het Amaterd,am*che woonhuis van 1600 tot 1800
stad haar eigenaardig karakter zoo goed als Onge
rept behouden. En als' Amsterdam zich dan na
1870 weer gaat uitbreiden, is het verband met
het verleden hopeloos verloren: eerst na allerlei
pogingen en mislukkingen komt er weer ten minste
een i ge vastheid van stijl in den bouw d er'nieuwe
wijken. Maar met de traditie en het karakter van.
Amsterdam heeft dat zoo goed als niets meer te
maken: ,
Wij zullen het boek van prof. Slothouwer niet
op den voet volgen. Wie van trapgevels en hals
gevels, van klokgevels en tuitgevels, van gevels
met rechte lijsten, met fronton en met attiek meer
wil .Weten, hij neme het boek zelf ter hand. Hij zal
het zich zeker niet beklagen: want de uiteenzetting
van dezen' architect is, ook voor de hiet-ingewijden
in de geheimen der bouwkunde, bijzonder duidelijk
en overzichtelijk. Dat is niet, wat men van alle
architecten kan zeggen, die den leek wel eens
verbijs^eren met een overvloed yan techniek en theorie.
Maar deze architect is tevens docent; hij weet dus,
dat men niet over zijn auditorium heen moet
spreken, maai' moet uitgaan van
wat zijn hoorder of lezer reeds
weet. Juist daardoor is dit boek
ook zoo uitnemend: het is begrij
pelijk en aantrekkelijk, omdat de
auteur zoo volkomen zyn geheele
stof beheerscht. En ook is dit
werk hierom zoo uitnemend,
omdat prof. Slothouwer tot deze
materie is getreden met die sterke
liefde, die alleen het groote en
belangrijke weet te verwekken.
Prof. Slothouwer wil dit boek
beschouwd hebben als een inlei
ding, als een voorbereiding tct
een grooter werk over het Amster
damsche woonhuis. Een dergelijk
grootoi- werk zou natuurlijk meet'
bijzonderheden moeten geven;
ook zou de schrijver op allerlei
onderdeelen wat dieper moeten
ingaan. Maar het werk, dat prof.
.Slothouwer zich in de toekomst
denkt, zou toch eigenlijk minder
in den tekst dan in de afbeeldin
gen grooter en vooral ook
grootscher moeten worden opgezet. De
platen, die aan dit boek zijn
toegevoegd, zijn eigenlijk niet
anders dan afbeeldingen van gevels. Van de toch
zoo merkwaardige binnen-architectuur is niets te
zien. Ook onderdeelen, bijv. toppen van gevel?.
worden zoo goed als niet gegeven. Doordat alleen
geheele gevels op betrekkelijk kleine schaal zijn
gereproduceerd, zijn de onderdeelen
niet steeds goed en scherp waar
te nemen. De moeilijkheid wordt
nog grooter, nu sommige platen niet
geheel duidelijk zijn.
Hier vooral zal een later, meer
monumentaal boek stellig meer en
beter moeten en kunnen geven. Maar
het betere mag nimmer de vijand
van het goede zijn ; daarom moge ons
slotwoord een woord van hulde en
erkentelijkheid zijn a&n prof. Slot
houwer, die ons zoo aangenaam en
zoo deskundig inleidt en rondleidt in
de architectonische schoonheid . vAn
het oude Amsterdam.
cultures en de industrie ter oostkust van Sumatra.
Uitgave van De Deli plantersvereeniging.
G. H. Kurtz.Tn/tew IIIen Amsterdam. 1683-1085.
Vit gave van de Nederlandsche Uitgeversmaat
schappij Kemink en Zoon. Utrecht.
*)JD. F. Sïothouicer, An sterdun sche
huizen, 1000?1800. Amsterdam, '/V
N. va» Kampen en Zoon, 1928.
Nieuwe Uitgaven
Wilhelm von Scholz, Perpeluu. We
reldbibliotheek.
De roman der zusters Breitenschnitt
is de ondertitel van dit, ruim 500
pagina's groot, boek, dat door Simon
Koster werd vertaald'.
,'?'. Of f \cieele Reisgids.
Autobusdienatregeling voor de provincie
NoordHolland van den Ned. Bond van
Autobusondernemingen. Uitgave van
het Neder!. Uitgevers- en Reclame
bureau, Den Haag.
. Dr. F. Volken Fan oerbosch 'tot
cultuurgebied. Ken. schets van de
beteekenis van dfe tabak, de andere