De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 25 mei pagina 8

25 mei 1929 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

i', j-' ?Jlti DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2$ MEI 1929 No. 2JI2 Dramatische kroniek door Top Naeff Hot Deenache Ciastspel ..Dr naztcbtbarcn", tloor_Lurt\viK Holberg D K kunst om de kunst behoort tot het ver leden, hooger zij ons doel.... Het was "Fa-min Gemier, die op het oogenblik dat zijn kunstenaiivsntem in het Théatre de l'Üiiéon liet nulpunt naderde, op den gelukkigen inval kwam ..De internationale gedachte" tot een beziens waardigheid te maken. Louis de Vries ten onzent ivikte hem de broederhand. en aan diens inter nationale lauweren, geplukt te Parijs en te Kopen hagen, dankten wij het contra-bezoek van een Deensch tooneeljle/.elschap: ..Det ny Teater" met .hthannes en l'Ha Poulsen als eeregasten. Wij dankten er bovendien aan. dat onze Excellenties en andere hooggeplantsten, die zelden of nooit een voet in onze schouwburgen zetten,'naar ..De inter nationale gedachte'' (van broederschap en gegaran deerd applaus over-eti-weer) kwamen kijken, en toen meteen een kantje van de tooneelkunst zagen. Wij dankten er het Wilhelmus en het Deensche Volkslied aan, en zelfs het lo-Vivat. Het blijspel: ..De Onzichtbaren" van den klas.sieken Deenschen schrijver der ..Epistelen" Ludwig Holberg (1084?1751) dien men den rondvester van het moderne Deensche theater noemt, werkte daarbij al niet minder internationaal dan bovengenoemde ..gedachte". Italiaansche comedie, door een Noor Holberg werd in Bergen geboren geadopteerd, zuidelijk bloed door Xoorsche aderen gevloeid. Aardig en vaardig, dieper van bedoeling dan de argelooze commedia dell' arte pleegt te zijn. maar toch niet je dat-wat.. . . Noch de gemoe delijke gloed van Goldoni, noch ook de menschelijke mildheid van Molière. Men zegt. dat Holberg, die bovenal moralistfcvou zijn, een zekere sentimentaliteit zijner landgenooteri niet. uit kon staan. Vermoedelijk heeft hij zich dientengevolge in een extra nuchtere houding tegenover de goede dingen des levens gesteld. Maar bij den vorm. dien hij voor zijn tooneelwerk koos. kan men nu eenmaal niet koel blijven. Mmnekoozerijen- op het tooneel vereischen een behoorlijke temperatuur. Wij willen door het kinderspel der listen en lagen heeh.gevoelen hoe zonnig lief deze menschelijke poppedijnen el kaar hebben, anders lijkt ons alle moeite van den avond vergeefs. Holberg's spot was sterk ver standelijk en verteederde zich niet licht. En de Deensche taal leent ziqh voorde zangerige schalksehheid van het minnespel. dat zijn eenig doel in ? zichzelf vindt, al even weinig als de Hollandsche. Dit zijn wel eenige draw-backs voor een enkele vertooning, die voor een land. een litteratuur en een theater representatief wil zijn; waarmee aan de óp haar wijze verdienstelijke voorstelling niet L te kort wordt gedaan. ..De onzicht baren." ontleend aan een roman ? van Scarron, is een van de twee-en-dertig tooneelwerken, die Holberg. na zijn aan de weten schap gewijde omzwervingen in een zeer vrucht bare periode van zijn leven. heeft geschreven. Dank zij de vlotte vertaling van B. A. Meuleman. ?zijn er vele van voor ons toegankelijk geworden. Het gegeven van ,,De onzichtbaren" is bemin nelijk van algemeene menschelijkheid, en voor onzen tijd stellig nog modern. Hólberg zou het tegen onze bloote modes en de gemakkelijkheid onzer Colombines geschreven kunnen hebben, dit pleidooi voor het mysterie in de liefde, en voor de vrouw, die. achter het masker van haar zelf respect, wachten kan, en zich winnen laat. De eenvoudige Harlekijn moet zijn meester Leandcr In het voorseizoen tot 15 Juli teer verminderd tarief. ZAN.D VOORT: HOTEL D'ORANGE en HOTEL DBIEHOIZEN" WIJK AAN ZEE' BADHOTELen ZEE-DEPENDANCE. de kunst afkijken, maar hij begrijpt tenminste, dat do liefde een kunst is. De kussen van zijn l'olombine smaken hem niet meer kinds ook hem de ..ongenaakbare" in den droom verscheen. ,.De vruchten, die op het veld liggen, smaken niet half zoo goed als die je met veel moeit*» van de hoornen plukt. Dat heb ik zelf opgemerkt, en ook dat liet eten mij nooit beter smaakt dan op een bede- of vastendag." Terwijl zijn heer alle aardsehe verleidingen weer staat, ter eere van zijn ..onzichtbare" verloofde, geeft Harlekijn zijn (.'olombine den bons. Helaas, om te ervaren, dat de complicaties -der hoogere liefde niet voor een ieder zijn weggelegd. Want de ..gemaskerde." uit wraakzucht door de versmade bruid als een onweerstaanbaar droombeeld op zijn weg'gevoerd, blijkt bij de ontmaskering een oude vogelverschuikster te zijn. En Harlekijn, die te hoog had willen grijpen, is ten slotte wat blij als zijn mollige Colombine hem uit deze tanige armen verlost, en bereid tot elke mannelijke concessie om haar eenvoudige hartelijke gevoelens van weleer terug te winnen. Latende aan zijn heer Leander en diens schoone conquête de onoplosbare puzzle, welke het geheim der hoogere liefde in zich sluit. Het Deensch gezelschap heeft met de opvoering van dit. wat schraal uitgewerkte dubbele conflict, een ongetwijfeld moeilijke proeve van bekwaamheid afgelegd. Een knappe regie beheerschte het leven dig spel. Hadden wij ons de opvatting van het ge heel précieuser voorgesteld het Kopenhagensch porselein wekte daaromtrent koele maar fijne ver wachtingen ook voor het boertige zijn wij in dit land van Breêro niet bang; schoon Holberg's werk voor ons gevoelen dichter bij Hooft staat. Men had met minder misschien ook meer bereikt, in het bijzonder op het punt van den met blindheid geslagen minnaar voor het voorwerp van zijn ber geerte. Harlelcijn heeft zijn dulcinea achter haar masker nog nooit gezien, men zou bij deze eerste schreden op het pad der hoogere verbeelding van hem thans zekere reserve verwachten, een eer .timide en hulpelooze toenadering dan de brutale handtastelijkheid, waarmee hij haar terstond te lijf gaat. Johannes Poulseu, die de rol met déverve van het oprecht comediantenbloed speelde, zou er dan vanzelf ook wat meer schakeering in hebben gebracht. Toen hij na afloop eenige woorden als mensch tot het publiek sprak met een geheel andere stem dan het hard en eentonig geluid dat wij den avond door gehoord hadden, geloofden wij . gaarne wat wij tijdens de harlekinade op gezag moesten aannemen-?dat deze tooneelkunstenaar heel wat meer in zijn mars voert dan datgene, waarvan wij in dit speciale werk getuigen mochten zijn. . Tegenover dit forsch en kleurig spel, stond het paar: Leander en zijn ,.,onzichtbare" fijn, maar flets. Wij stellen ons den ridder romantischer voor, de jonkvrouw jeugdiger en schalkscher. Guitiger was'de Colombine, zij bleef echter op het plan der gewone soubrette, terwijl we in d comedie" iets meer van haar verlangen. Het Kopenhagensch porselein mochten wij be wonderen in de entre-acten. in de lieflijke gedaante van mevrouw Ulla Poulsen. Aan haar gracelijk, bij alle verfijning gloedvol dansen, in den stijl van den tijd door het stuk geïnspireerd hors d'oeuvre, maar hoe welkom! behouden wij de beste herinnering. , Het open-dansen van het Harlekijnsch geruit gordijn, als had de Muze zelve er de hand in, gaf een gelukkig begin. En plezier deed ook het, slot, toen op hun beurt Harlekijn en Colombine dit gordijn weer sloten en het met den kus der verstandhouding verzegelden. Zoo was deze proeve van Deensche tooneel kunst, zoo al niet bijzonder representatief voor de Noorsche landen, waarvan wij machtiger uiting kennen dan deze, noch een artistieke gebeurtenis, die ten voorbeeld strekt wij mogen er onze eigen beste voorstellingen zonder chauvinisme naast en, boven stellen, toch wel fleurig geslaagd; een vriendelijke en vreedzame ontmoeting Holland De.nemarken* waarbij de internationale gedachte verjnoedeüjk meer heeft gewonnen dan de tooneel kunst. NIEUWE UITGAVEN Waricirk Deeping. Kifly.- Vert. d. C C. Bender. Amsterdam, z.j. Van Holkema en \Varendorf'* U, M. Van den knappen schrijver van Sori'ell en Zoon" verschijnt nu, in zeer goede vertaling, een tweede roman: Kitty." Een boek dat er ongetwijfeld ook wel in zal gaan. Warwiek Deeping is, als zoo vele Kngelschen, een boeiend verteller, en hij weet atmosfeer in zijn boeken te scheppen. Deze roman is het verhaal van een jongen man, die in het laatste oorlogsjaar nog in dienst moet en naar Frankrijk gaat. Voor hij vertrekt trouwt hij in de gauwigheid nog met Kitty. Zijn moeder weet daar niets van, en als ze het later te weten komt, is zo er alles behalve gesticht over, want mevrouw St. George is een deftige dame en haar heele ziel komt tegen de mésalliance van haar zoon in opstand. De zoon komt gewond weerom, hulpeloos naar lichaam en geest; de moeder weet hem weer in huis te krijgen, en zet er in haar kortzichtige, egoistischc liefde, alles op, om hem te houden. Maar Kitty is er ook nog, en Kitty is een dappere schat, die haar man terug wil hebben. En ze krijgt hem óók terug. En hij wordt weer beter ook. Want Kitty heeft betere geneesmethoden dan de moeder, die hem, juist door het willooze in hem, in haar macht meende te houden. Evenals in Sorrell en Zoon" zijn het ook hier nog al eens toevalligheden, die de oplossing brengen, en de oplossing zóó brengen, dat de lezer het boek bevredigd uit handen kan leggen. Maar het is toch bijzonder aardig verteld; de strijd tusschen de beide vrouwen, die elk op haar wijze Alex liefhebben is wel zeer geschikt om de spanning er in te houden. Panwla Wynne. Onder de Klamboe. Vert. d. Chr. Moresco?Brants. Amsterdam, z.j. Van Holkema en Wdrendorf's U. M. De Ank van Ank is 'n malle" komt jn alle boeken van Pamela Wynne terug. Hier is ze ook weer; ze heet nu Dandelion en ze is weer een ori gineel type. In de eerste plaats door haar onberaden huwelijk met den veel ouderen Frère Manwaring, van wien ze niet houdt en toch weer wel houdt en dan weer niet, maar van wien ze ten slotte toch echt blijkt te houden. Vervolgens door het rare avontuur in Indiëmeib majoor Lancaster, dat door haar argeloozen aard en door het tikje lichtzinnigheid, dat de Ankjes allemaal hebben daarom zijn ze zoo aardig bijna slecht voor haar afgeloopen zou zijn. Gelukkig nog maar bijna. Want haar man redt haar uit de handen van den avonturier, en hij heeft genoeg begrip om niet direct het ergste van Dandelion te denken, en nu hun liefde tegen deze krachtproef bestand is gebleken, gaat alles verder van een leien dakjé. Déintrige is wat magertjes, en er is wat op zettelijk gewerkt met Indische hokus-pokus. Maar P£ m «la Wynne is een geestige schrijfster, die van elk onderwerp wat maken kan, en ook nu heeft zij er een zeer leesbaar geheel ^yan gemaakt. Het is waar, dat de personen nog al stereotiep zijn, maar Dandelion is allerliefst, daar gaat niets van af, die maakt een heeleboel goed. De vertaling is best* , HERMAN MIDDENDORP Maandblad Ons Nederland". De Algemeene Xederlandsche vereeniging voor Vreemdelingenverkeer heeft in het door de firma Strengholt en de Lange uitgegeven maandblad' Ons Nederland een uitstekend officieel orgaan gekregen. Belangrijke artikelen en goede foto's zijn in de thans verschenen rste twee nummers opgenomen. Wanneer op dezen weg wordt voortgegaan en dan aan de typografische verzorging meer aandacht wordt gegeven ? het veelvuldig te pas en onpas gebruiken van zwarte'en gearceerde balken maakt het uiterlijk der paginas zeer rommelig dan kan n goed geheel worden verkregen. , TUyNENBURG MUY5 No. 2712 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 MEI Over den leek, of het weten; deszelfs nut en nietigheid door K. Araguez IJX waarde" zeide mijn vriend uit Ziérikzeo mij, ,.ons beider vriend in Zutphon zegt dat ge u den laatsteii tijd velerlei oordeelun aanmatigt over geestrijke dranken, over nieuwe kook kunst en oud zilverwerk, en glas blazerij, un wat dies meer zij; waarover ge onmogelijk al het wave weten kunt, laat staan schrijven.... Hij vindt u aanmatigend. Hij noemde u een leek...." Inderdaad" zei ik. En terecht. Weten?. hoe ?zou ik? Wat weten wij ? Van den wijn, van de vrouw, van het zilverwerk, van de kookkunst? Juist dat is het wat mij te schrijven zet: onze onwetendheid. Sedert Adam streven wij te weten wat het leven is...., sedert Eva wat de vrouw, sedert Cham wat het zilver.... Zoo hoog heb ik mijn vaandels nooit gevoerd. Mijn stokpaarden rijden kalmer voor den praal wagen mijner idealen. Want, in vertrouwen, wat weten wij? Is er iets dat ons dieper en hechter bindt dan het besef van ons geringe weten,? dan de luttelheid van onze kennis bij al onze weetgierig heid, dan onze nietigheid bij al onze dorst naar grootheid? Wat weet, na eeuwen en eeuwen, de mensch van den mensch, de dichter van de poëzie, de muzi kant van de muziek, de minnaar van de beminde, de drinker van den wijn, dan vóór alles, dat het wonderen zijn. die ons onuitsprekelijk te boven gaan. gaven Gods, waaraan men verknocht is met hart en ziel en lichaam en geest, een leven lang, eer men er een klein weinig van leert weten.... als men het leert? Wij zijn leeken, broeder; van onze geboorte af aan, leekebroeders des levens. Het gaat er maar om of wij leekebroeders des waren levens zijn. Zoozeer ben ik leek, dat ik steeds aarzel van het wetenswaardigste te spreken. Wat weten wij van de aarde? Een kleine planeet, tusschen millioenen sterren. Nochtans, eeuwen en eeuwen zijn wij al bezig te getuigen van haar verrukkingen in luchten en zeeën, bergen, dalen, heuvels en groene boomen, papegaaien, parkieten, en de oneindigheden van een vergeet-mij-nietje. En anderen weten er alles van.... . i Wat weten wij van God? Niet 'meer dan dat er eeuwen en eeuwen gestreden ia over wat wij meenden te weten. Nochtans gaat de verrukking van dat wat wij meenden te weten sinds eeuwen alle strijd te boven. Wat weten wij van de vrouw? Waarde vriend ! Niets. Het zij dan dat zij de aarde en God verwant is. Wat weten wij van de poëzie? Niet meer. Hetzij dan dat, als zy volschapen schoon is, een engel bij haar wieg moet hebben gestaan, en overi gens dat zij zoo raadselachtig is als de geboorte van ieder kind. Dit zijn wonderen; wij weten niet iheer. Zoozeer ben ik leek dat ik een hoogen eerbied lieb voor al wat wij, sinds de eeuwen dat de aarde voor ons bestaat, inderdaad beter hebben leeren kennen; voor al datgene waarvan wij vollediger iets kunnen weten als daar zijn: de wijn, het glas, de kookkunst, de dans, hét zilverwerk, en, in meerdere mate naarmate zij raadselachtiger zijn, voor die anderen:,de vrouw, de poëzie.... Hen allen verbindt eenzelfde raadselachtigheid aan ons, maar van zekere dezer raadselen is ons het weten mogelijker. Ik ben, mijn waarde, een Hollander. Ik redeneer zop: om de oceaan van het onbekende mij niet te doen overstelpen, behoef ik de sterke dijken van het bekendere; zoolang zij het houden, met Gods wil. Mijn vrede ligt in wat ik weten kan van de veiligheid dezer wereld, en die ?vrede zal mij, sinds Gabriël, steeda te gering zijn, GOOSEN,SWA(SE[>nAN PIANO'S-O&GELS' Moeder en kind uit Somaliland Moeder en kind) door Alb. Loot s. Tent. Onafhankelijken steeds zal ik grooter vrede willen bezitten en sterker dijken; ik ga stap voor stap, zoolang God wil. En soms, mijn waarde, schijnt het mij dat wij zelfs geen nieuwe polders behoeven in te dijken, omdat elke grasspriet in den ouden al raadsel ge noeg is. Soms meen ik dat in een teug goeden wijn een menschelijk weten en een goddelijke genade vereenigd is, en dat er eon raadsel op den bodem van ons glas ligt. En soms weet ik dat niet.... Maar, als Hollander, houd ik mij aan wat ik soms weet, en ik weet hoevelen daarvan nog niets weten. Slechts hij die belang is gaan stellen in de ware glas- en zilverwerken, in de ware vrouwelijke gratie en de waarachtige kookkunst, weet hoe uitermate belangrijk zij zijn op zichzelf, en hoe, weinig bekend;- hoe bovenmate belangrijker er duigen boven hen zijn; hoe nietig zij zijn als men hen hoogschat naar hunne waarachtige waarde, vergeleken met het waarachtigste. Ja, wij zijn leekebroeders. ,Alevenwel bestaan er meesters die het ware glas schiepen, die een onfeil baar oordeel over den wijn bezitten, die iets van de vrouw begrepen, die een zilveren lepel volmaakt maakten, die een gedicht schreven: God zegende hen. En hoe gering ook onze kennis van dit goede der aarde moge zijn: zulk weten is, al ware het gering als oen mosterdzaadje, het herplanten waard. ? Want mijn grootvader gaf mij eens een cent met zijn linkerhand en toen ik er mijn neus voor ophaalde deed hij zijn rechterhand open, en daarin lag een gouden tientje van Willem III, j en hij zei wie het kleine niet eert, is het groote niet weerd" en stak het weer in zijn vestjeszak. De cent heb ik toch gekregen; en -ik heb nooit zorgvuldiger mijn veterdrop geproefd dan toon, en nooit beter begrepen wat een gouden tientje waard was. Mijn grootvader was een geloovig man naar zijn aard. Ik heb leeren gelooven, naardpn mijne; ik ben een leek, maar niet godslasterlijk, als ik zeg dat ik hoogen eerbied heb voor de verscheidenheid der wijnen die deze aarde biedt, dat ik de gratie als een genade, en een zilveren lepel als eéno gave Gods heb leeren zien, en dat die eerbied gepaard gaat met het weten, dat'ik er weinig van weet. Maar ik weet n ding zeker: dat ik, zoo, vél weet. En ik weet, in alle bescheidenheid, dat velen die vél weten er zeer weinig van weten. Ik weet dat 'de'ware beschavingen den waren wijn drinken en met «Ie ware lepels eten; ik geloof niet in geloovigen die het kleine niet eeren, want waaraan zouden zij die dit minachten het groote moeten leeren waard . zijn? Ik geloof niet in den monschi die niet gelooft dat een grasspriet een raadsel is: en ik begrijp iets meer van het heelal als ik eerst naar een-LteveHeers-beestje en dan naar de sterren kijk. Inderdaad, ik ben een volslagen leek; maar latjen wij een bond van leekebroeders stichten tegen al degenen, die het weinige wat wij weten kunnen niet achten en al he'tgene wat wij niet weten, en HET REIS-SEIZOEN NADERT! Onze Speciale Prisma Kijkers Cristal-Prisma" il]n niet te overtreden. S maUge vergrooting ( 45.?? JOS. HARTOG. Hoofdsteeg 17 Rotterdam. Nobelstraat Utrecht. 28 aan had God niet Weten kunnen, zoozeer achten dat zij al het andere vergeten. Ik geloof eigenlijk dat wij, de. leekebroeders, dan de minst bescheidenen zijn: dat wij wellicht beginnen een nieuwen toren van Babel te bouwen. van den grond af, tot in de hemelen.... Ik weet het niet. Misschien zyn wij ook gelijk aan dien schaapherder die aan den Voet van den toren van Babel n mager schaap hoedde, en zijn schapekaas verkocht aan de werklieden en opzichters, en die dien toren een geweldig werk achtte, rnaar er nochthans genoeg te eeren in zijn schaap en het schrale stukje gras dat hij er voor vinden kon, in zijn schapekaas en zijn herdersgeloof. Ik weet het werkelijk niet.... Maar wat ik wel weet is dit: dat hij en zijn schaap gespaard zijn gebleven voor alle rampen van den Babelschen torenbouw, want ik heb onlangs nog schapekaas gegeten, aan den voet van onzen toren. God heeft hem dus wel zeer lief gehad. En ik mag niet verheelen dat ik als leek een groot vertrouwen heb in de glorie van wat ik weet, en dus in de oneindig grootere glorie van wat ik' niet weet, en dat zij beiden, yoor mij, op raadsel achtige wijze vermengd en vergroeid zijn, al kan ik dan alleen spreken van wat ik weet. Zoodat ik, als leek, spreek over de glorie van den wijn, voorzooverre ik ze ken, de glorie van het zilverwerk, van de gratie, van den grasspriet en den parkiet en de vergeet-mij-niet voor zooverre ik ze ken, voor zooverre ik ze ken; omdat men ze, in. deze eeuw van groote woorden, wei al te zeer min acht en. miskent. , En ik herinner mij nogmaals mijn grootvader , en dien mysticus diézeide dat het beter was een soep j e te brengen aan een arm mensch, dan thuis te blijven en Gods glorie te beleven. Ik...." ,,Stop" zei mijn vriend uit Zierikzee. Je wordt hoóvaardig." Ja" zei ik. Zelfs dat. Onze vriendin Zutphenhad .gelijk. Ik ben een leek; on ik schaam mij niet...." Zenuwstillend en zehuwsterkend is tfe werking van MIJNHARDT'S zenuw tab letten i . ? . * Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten .1 l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl