De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 1 juni pagina 6

1 juni 1929 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

Prof. Karl Hubbuch: Den fronten Bauern, den Pfaffen, Gendarmen undWitwen Chabot. van Hasselt. Rotterdam Het is een genoegen het werk van Chabot te zien, zoowel het schilder werk als het beeldhouwwerk, want er is hier de zekerheid dat Chabot een talent is. Nog niet een, dat zich geheelen-al gevonden heeft, maar dat zich aan het vinden is, met andere woorden: de schilder en beeldhouwer wordt natuurlijk; de uitingen zijn meer overeenkomstig het eigen wezen, dan tot nu toe het geval was. Het nood zakelijk zoeken wordt gevolgd door het natuurlijke vinden. Dat geeft voor het werk, voor elk werk, een gevoel van verkwikking, van vrijheid. Deze constateering bepaalt dus het tijdperk, waarin Chabot zich bevindt; de vraag is verder, wat voor soort persoonlijk heid Chabot is. Er is in de figuren, de geschilderde figuren (ge erkent daar uit, dat Raedecker aan Chabot lief is) Oiio Griebel: Zeiibild 1922" ERKUlk Werk van Hollandsche eqn peinzen, een innigheid, een innige weemoedigheid van het volgroeide en kennende leven tegenover het meer speelache van het kinderlijke. De vorm is natuurlijk gekund; de taster, die een beeldhouwer is, ervaart die vorm van zelf. In rood, blauw, geel en een neutralen toon is de figuur breed en toch gevoelig opgebouwd; er is ik herhaal een element in ('t inni ge) dat niet kan vergaan (zie 8. 8. 11. 13), terwijl het landschap (!(?) even eens bij 't gevoel voor 't groote, innerlijkheid doet zien. Wat in de niet langgeleden schilderijen is te vinden, ervaart ge ook in het latere beeld houwwerk (zie bijv. de kop met de oogappels !) terwijl in 7 een langzame ironie wordt bespeurd. Uit dit alles volgt eenvoudig iChabot is een toekomst. ?Plot Wiegman, Rotterdamsclie *«* Ktmstkring, Rotterdam Piet Wiegman is op tweeërlei wy"s te Rotterdam; als de schilder, alty d een colorist toch, van een gezwaluwstaart" schilderij, van een schilderij, dat 'hechtheid van vorm, kleur, vereenigt met onwrikbaarheid van bouw, en hij is daarnaast, met allerlei over gangen, in Rotterdam te genieten als een schilder, wien het bovenal te doen is om een verfijnd kleurgeheel zonder zwaarte of strakheid te geven. Dit laatste is geen verzwakking of gebrek aan kracht den vorm te geven (wie dit werk kent, weet beter) het is alleen, dat Wiegman de noodzaak ervoer zich op een andere wijs tegenover de voorwerpen te stellen; het is daaren boven een persoonlijker voorbeeld van wat in vroeger werk toch eveneens bij dezen schilder te erkennen is. Ge .vindt deze kleur, die luchtiger is en meer muzikaal zouden we dat noemen om ons verstaanbaar te maken, in de landschappen en in de stillevens, terwijl een paar stadsge zichten den overgang er toe vormen. Als figuurschilder is Wiegman te Rotterdam gewoonlijk aan den zwaren kant der materie. Ook daar niet altoos, maar toch meestentijds. De .figuur, die Piet Wiegman schildert, ris van een norsche psychologie; bij 'voorkeur is ze dat, ze heeft altijd iets donker, en is van donkere driften gewoonlijk vol; ze is kort en stug gebouwd; Wiegman kiest (portretten uitgezonderd) nooit de elegantie maar altijd den nadruk van het zware leven. Hij ziet de waereld der menschen nooit als een speelsche groepeering, maar steeds als eene, geslotene en vol moeiten. , Artl, te Amsterdam (Notittee) Er is hier inderdaad wat te vinden. Het zijn natuurlijk meest werken van hen, die ge gewoonlijk tusschen de anderen onderscheidt. Ldzzy Ansingh is het best in de twee poppen langs de helling, Bobeldijk in het portret van de Vries. Surie verdiende met haar te loven zelfportret, op. haar beurt, de gouden medaille, Hulshof f Pol is lyrisch-romantisch ,als dikwijls, in de Herfstidylle en in Herfst. laaac Israëls is zeldzaam zuiver en zeldzaam blank in Lido I, een strand gezicht ; Meneion's visschen in een gobelin-kleur (grijs, groen) zijn te vermelden. Karsen is zonder twijfel een der bizondere schilders op Arti vol van een sterke ingetogenheid, Jan en Duitsche Schilders Sluyters handhaaft zich (Neger, kop van het kindje, vrouweportret), van Leeuwen is voor zijn doen zeer goed in den Dooden Hond. Monnickendam blijft de pralende en kundige, Ykelenstam's landschap om het slootje heen heeft een naïeve nauwkeurigheid. Kueter is op zijn best; hij is dan burgerlijk innig, Ritsema is niet zoo goed, als te voren. Een teekening van Mevr. Roland Holst?De Meester is zwakker dan een dergelijke - van Valentijn van Uytvanck (er is minder psychologie tegelijk !) Mevr. WestendorpOsieck's portret is een gemiddeld; de ,,Blauwe Vaas" van Me j. van Begteren Altena is kloeker dan zij gemeenlijk is in een schilderij- Bauer wet schoone, deze nieuwe zaaklijkheid is klein-burgerlijk; veel te veel is zij dat hier l De hierbjj gereproduceerde schil derijen zijn van de Tentoonstelling ,De Onafhankelijken", Stedelijk Museum, Amsterdam. PLASSCHAERT F. Spanjaard en W. H. Gispen. In Den Haag Het is voorzeker geen toeval dat de binnenhuiskunstenaar Spanjaard en de kunstmetaaldryver en ontwer per van de zgn. Gisolampen samen exposeeren want beider arbeid is door dezelfde beginselen bezield en hun Erich Wegner: behoef ik hier toch niet meer te karakteriseeren; veel anderen vullen met toewijding, zooals zij steeds doen, Arti's uitstallingen.... De Onafhankelijken. I Waarom geen nieuw realisme: Waarom niet, en waarom dit te Duitsch nieuwe zakelijkheid" te heeten? Waarom geen nauwkeurig heid, steentje na steentje, met een inhoud, in een schakeer ing, die alleen van dezen tijd kan wezen? Welk be zwaar is er tegen, en welke nieuwig heid wordt er in de waereld van den geest daardoor geformeerd, die we nog niet kenden Pen die een nieuwen naam eischt? Geen enkele, en er is geen enkel bezwaar. Dit is geen skepticisme, dat nieuw realisme te aanvaarden, het is alleen een bewijs van overzicht over het gebied der schilderkunst bij den kritikus, en het is het kennen van de reacties, die steeds treer op treden in de schilderkunst. Maar er is een andere vraag, waarop ant woord steeds moet worden gegeven, en dat is: bracht of brengt dit nieuw realisme hier op deze tentoonstelling schoonheid of schoonheid genoeg, of zijn er werken met felle spanning, en fel innerlijk vertier? Wat hier is, heeft een -element, dat, in den zin waarmee wy het tegenwoordig ken schetsen, zich slecht verdraagt met Jvormverlangen staat nieuw in den tijd. Wanneer men getuige is geweest van de overzwelging van het orna ment en van de zwoele romantiek in meubels en lampen zooals deze zich handhaafde tot betrekkelijk kort gele den, kan het waarlijk geen verwon dering wekken dat daarop eenterke reactie onafwijsbaar volgen moest. Evenzeer als deze zich in de archi tectuur heeft doen gelden, beheerscht zij thans meer en meer al hetgeen ? verband houdt met de inrichtingen aankleeding van het binnenhuis. *?* Het kenmerk dezer reactie is het streven naar verzuivering waardoor Vooral de e e nv o u d van vorm overheerscht. Mogen dan al te velen meenen dat deze laatste gelijk staat aan een zekere armoede en leegte; dat zij voortvloeit uit een gebrek aan fantasie, zoo hebben dezulken niettemin volkomen onge-> lijk: immers zij geven onmiskenbaar blijk het vermogen en den aanleg te nissen oog te hebben voor zuiveren 3óuw, eerlijke en practische eigenichappen, waardoor doelmatigheid vóór alles hare volle waarde verkrijgt. Wat deze tegenstrevers van het euwe wel, waardeeren, dat is juist iet overbodige, het overtollige, m.a.w. den tooi.* Daarenboven meenen'zij (en zij steken hunne* meening waarlijk niet onder stoelen en banken als zij het over de moderne stoelen en ban ken hebben t) dat eenvoudige vormen in strenge lijnen gemakkelijker te beheerschen zijn bij de vervaardiging van meubels, betimmeringen en al wat zooal bij het binnenhuis te pas komt, doch het tegendeel is waar en door de praktijk ten duidelijkste bewezen J Het is oneindig veel lasti ger streng en strak te blij ven dan me t allerhande tierlantijnen en krullen te werk te gaan. .Door middel van pro fiel- en lijstwerk kan heel wat worden ,,weggemoffeld" maar in strakke vlak ken is dit onmogelyk. Wat Spanjaard thans in den Haag laat zien in zijn eigen toonkamers (Anna Paulownastraat Q2) bewyst in de eerste plaats zijn voorkeur tot het logisch oplossen van den samen gang van wanden, vloer en plafond. Hy voelt heel zuiver de decoratieve eenheid dezer elementen en daardoor is de eerste in druk bij het betreden der beide ver trekken dezer tentoonstelling, die van rust. * * Mij schijnt het toe dat de oplossing van het strakke wand vlak met de daartegen aangebouwde vaste meubels (wat overigens meer en meer in zwang komt) tot zijne aangenaamste opgaven ehoort onder invloed der ultramoderne inzichten, waarbij echter de veelbe sproken nieuwe zakelijkheid niet tot .... nieuwe nuchterheid vervalt J Er is bij Spanjaard een fraaie beheersching van volumen en een zoer beschaafd kleurgevoel met een voor keur voor stille, koele grijzen, zwart en wit. Hij hoede er zich voor te zwaar te worden (trouwens het is een bekend verschijnsel bij de opkomst eener nieuwe stijlperiode de verhoudingen te overdrijven) zooals in een tweetal schoorsteenbetimmeringen in bloksysteem, maar wat daarentegen zeer te waardeeren valt, is het feit, dat deze ontwerper met beperkte middelen opmerkelijk veel weet te bereiken. Wat daaruit groeien zal kan alleen de Toekomst leeren; .onze tijd is geen tijd voor toepassing van zeer kostbare materialen en dat is misschien maar goed ook. Als men tenminste mijn meening kan onderschrijven dat een voud nog steeds het kenmerk van het ware schoon is. Maar Spanjaard bezit nóg een eigenschap in zijn werk, welke waardeer aan geeft: het is vol komen eerlijk! Dat kan men ook in hooge mate zeggen van wat Gispen geeft. Ook hij heeft zich ontworsteld aan het orna ment en dat is niet gemakkelijk, en wie op deze kleine maar intieme ten toonstelling een door hem ontworpen Smit-Spaarkachel beziet zal ook daar in moeten [erkennen dat de stugge eenvoud weldadig aandoet. Er is een fraaie vorrn maar vooral een volko men beheersching der technische mo gelijkheden bij de bewerking van het materiaal. Trouwens deze technische mogelijkheden Wegen terecht zwaar bij Gispen. En zoo heeft hij voor* en aleer hij ertoe overging lampen te gaan vervaardigen, eene nauwgezette studie gemaakt van de lichttechniek waardoor hij kon bereiken, dat het nuttig effect der Gisolampen tot een maximum'werd benut. Maar dit'zou. Bernhard Kretschmar: Sattehtrasze im Dröbelri vanuit ? aesthetisch oogpunt be schouwd, van nul en geener waarde zijn, , indien de door de practische bruikbaarheid dwingend voorgeschre ven eischen niet in een schoonen vorm waren gevat en hierin nu is Gispen naar het mij voorkomt voortreffelijk geslaagd. Hij weet glas en metaal tot een schoon geheel te binden; er is een zuiver begrip van wat in dien samengang bereikt kan worden en wanneer men bijv. de talrijke op de markt zijnde zgn. diffusors beschouwt, zooals deze .door' Nederlandsche fabrieken worden vervaardigd, dan valt de ver gelijking onmiddelijk en onomstootelijk in Gispen's voordeel uit. Hy is onze evenzeer fijnste als sterkste uit denker van nieuwe vormen op dit speciale gebied, wiens arbeid meer en meer waardeering vindt. OTTO VAN TCSSENBROEK August Heitmulkr: 9)Der Buohhandlêr" ii !"'i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl