Historisch Archief 1877-1940
Prof. Karl Hubbuch:
Den fronten Bauern, den Pfaffen, Gendarmen undWitwen
Chabot. van Hasselt. Rotterdam
Het is een genoegen het werk van
Chabot te zien, zoowel het schilder
werk als het beeldhouwwerk, want er
is hier de zekerheid dat Chabot een
talent is. Nog niet een, dat zich
geheelen-al gevonden heeft, maar dat zich
aan het vinden is, met andere woorden:
de schilder en beeldhouwer wordt
natuurlijk; de uitingen zijn meer
overeenkomstig het eigen wezen, dan
tot nu toe het geval was. Het nood
zakelijk zoeken wordt gevolgd door
het natuurlijke vinden. Dat geeft voor
het werk, voor elk werk, een gevoel
van verkwikking, van vrijheid. Deze
constateering bepaalt dus het tijdperk,
waarin Chabot zich bevindt; de vraag
is verder, wat voor soort persoonlijk
heid Chabot is. Er is in de figuren,
de geschilderde figuren (ge erkent daar
uit, dat Raedecker aan Chabot lief is)
Oiio Griebel:
Zeiibild 1922"
ERKUlk
Werk van Hollandsche
eqn peinzen, een innigheid, een innige
weemoedigheid van het volgroeide en
kennende leven tegenover het meer
speelache van het kinderlijke. De
vorm is natuurlijk gekund; de taster,
die een beeldhouwer is, ervaart die
vorm van zelf. In rood, blauw, geel
en een neutralen toon is de figuur
breed en toch gevoelig opgebouwd;
er is ik herhaal een element in ('t inni
ge) dat niet kan vergaan (zie 8. 8. 11.
13), terwijl het landschap (!(?) even
eens bij 't gevoel voor 't groote,
innerlijkheid doet zien. Wat in de niet
langgeleden schilderijen is te vinden,
ervaart ge ook in het latere beeld
houwwerk (zie bijv. de kop met de
oogappels !) terwijl in 7 een langzame
ironie wordt bespeurd. Uit dit alles
volgt eenvoudig iChabot is een toekomst.
?Plot Wiegman, Rotterdamsclie
*«* Ktmstkring, Rotterdam
Piet Wiegman is op tweeërlei wy"s
te Rotterdam; als de schilder, alty d
een colorist toch, van een
gezwaluwstaart" schilderij, van een schilderij,
dat 'hechtheid van vorm, kleur,
vereenigt met onwrikbaarheid van bouw,
en hij is daarnaast, met allerlei over
gangen, in Rotterdam te genieten als
een schilder, wien het bovenal te doen
is om een verfijnd kleurgeheel zonder
zwaarte of strakheid te geven. Dit
laatste is geen verzwakking of gebrek
aan kracht den vorm te geven (wie
dit werk kent, weet beter) het is alleen,
dat Wiegman de noodzaak ervoer zich
op een andere wijs tegenover de
voorwerpen te stellen; het is daaren
boven een persoonlijker voorbeeld van
wat in vroeger werk toch eveneens
bij dezen schilder te erkennen is.
Ge .vindt deze kleur, die luchtiger is
en meer muzikaal zouden we dat
noemen om ons verstaanbaar te
maken, in de landschappen en in de
stillevens, terwijl een paar stadsge
zichten den overgang er toe vormen.
Als figuurschilder is Wiegman te
Rotterdam gewoonlijk aan den
zwaren kant der materie. Ook daar niet
altoos, maar toch meestentijds. De
.figuur, die Piet Wiegman schildert,
ris van een norsche psychologie; bij
'voorkeur is ze dat, ze heeft altijd iets
donker, en is van donkere driften
gewoonlijk vol; ze is kort en stug
gebouwd; Wiegman kiest (portretten
uitgezonderd) nooit de elegantie maar
altijd den nadruk van het zware
leven. Hij ziet de waereld der menschen
nooit als een speelsche groepeering,
maar steeds als eene, geslotene en
vol moeiten.
, Artl, te Amsterdam (Notittee)
Er is hier inderdaad wat te vinden.
Het zijn natuurlijk meest werken van
hen, die ge gewoonlijk tusschen de
anderen onderscheidt. Ldzzy Ansingh
is het best in de twee poppen langs
de helling, Bobeldijk in het portret
van de Vries. Surie verdiende met
haar te loven zelfportret, op. haar
beurt, de gouden medaille, Hulshof f
Pol is lyrisch-romantisch ,als dikwijls,
in de Herfstidylle en in Herfst.
laaac Israëls is zeldzaam zuiver en
zeldzaam blank in Lido I, een strand
gezicht ; Meneion's visschen in een
gobelin-kleur (grijs, groen) zijn te
vermelden. Karsen is zonder twijfel
een der bizondere schilders op Arti vol
van een sterke ingetogenheid, Jan
en Duitsche Schilders
Sluyters handhaaft zich (Neger, kop
van het kindje, vrouweportret), van
Leeuwen is voor zijn doen zeer goed
in den Dooden Hond. Monnickendam
blijft de pralende en kundige,
Ykelenstam's landschap om het slootje heen
heeft een naïeve nauwkeurigheid.
Kueter is op zijn best; hij is dan
burgerlijk innig, Ritsema is niet zoo
goed, als te voren. Een teekening van
Mevr. Roland Holst?De Meester is
zwakker dan een dergelijke - van
Valentijn van Uytvanck (er is minder
psychologie tegelijk !) Mevr.
WestendorpOsieck's portret is een gemiddeld;
de ,,Blauwe Vaas" van Me j. van
Begteren Altena is kloeker dan zij
gemeenlijk is in een schilderij- Bauer
wet schoone, deze nieuwe zaaklijkheid
is klein-burgerlijk; veel te veel is zij
dat hier l
De hierbjj gereproduceerde schil
derijen zijn van de Tentoonstelling
,De Onafhankelijken", Stedelijk
Museum, Amsterdam.
PLASSCHAERT
F. Spanjaard en W. H. Gispen.
In Den Haag
Het is voorzeker geen toeval dat
de binnenhuiskunstenaar Spanjaard
en de kunstmetaaldryver en ontwer
per van de zgn. Gisolampen samen
exposeeren want beider arbeid is door
dezelfde beginselen bezield en hun
Erich Wegner:
behoef ik hier toch niet meer te
karakteriseeren; veel anderen vullen
met toewijding, zooals zij steeds doen,
Arti's uitstallingen....
De Onafhankelijken. I
Waarom geen nieuw realisme:
Waarom niet, en waarom dit te
Duitsch nieuwe zakelijkheid" te
heeten? Waarom geen nauwkeurig
heid, steentje na steentje, met een
inhoud, in een schakeer ing, die alleen
van dezen tijd kan wezen? Welk be
zwaar is er tegen, en welke nieuwig
heid wordt er in de waereld van den
geest daardoor geformeerd, die we nog
niet kenden Pen die een nieuwen naam
eischt? Geen enkele, en er is geen
enkel bezwaar. Dit is geen skepticisme,
dat nieuw realisme te aanvaarden,
het is alleen een bewijs van overzicht
over het gebied der schilderkunst bij
den kritikus, en het is het kennen
van de reacties, die steeds treer op
treden in de schilderkunst. Maar
er is een andere vraag, waarop ant
woord steeds moet worden gegeven,
en dat is: bracht of brengt dit nieuw
realisme hier op deze tentoonstelling
schoonheid of schoonheid genoeg, of
zijn er werken met felle spanning, en
fel innerlijk vertier? Wat hier is,
heeft een -element, dat, in den zin
waarmee wy het tegenwoordig ken
schetsen, zich slecht verdraagt met
Jvormverlangen staat nieuw in den tijd.
Wanneer men getuige is geweest
van de overzwelging van het orna
ment en van de zwoele romantiek
in meubels en lampen zooals deze zich
handhaafde tot betrekkelijk kort gele
den, kan het waarlijk geen verwon
dering wekken dat daarop eenterke
reactie onafwijsbaar volgen moest.
Evenzeer als deze zich in de archi
tectuur heeft doen gelden, beheerscht
zij thans meer en meer al hetgeen ?
verband houdt met de inrichtingen
aankleeding van het binnenhuis.
*?*
Het kenmerk dezer reactie is het
streven naar verzuivering
waardoor Vooral de e e nv o u d van
vorm overheerscht. Mogen dan al te
velen meenen dat deze laatste gelijk
staat aan een zekere armoede en
leegte; dat zij voortvloeit uit een
gebrek aan fantasie, zoo hebben
dezulken niettemin volkomen onge->
lijk: immers zij geven onmiskenbaar
blijk het vermogen en den aanleg te
nissen oog te hebben voor zuiveren
3óuw, eerlijke en practische
eigenichappen, waardoor doelmatigheid
vóór alles hare volle waarde verkrijgt.
Wat deze tegenstrevers van het
euwe wel, waardeeren, dat is juist
iet overbodige, het overtollige, m.a.w.
den tooi.* Daarenboven meenen'zij (en
zij steken hunne* meening waarlijk
niet onder stoelen en banken als zij
het over de moderne stoelen en ban
ken hebben t) dat eenvoudige vormen
in strenge lijnen gemakkelijker te
beheerschen zijn bij de vervaardiging van
meubels, betimmeringen en al wat
zooal bij het binnenhuis te pas komt,
doch het tegendeel is waar
en door de praktijk ten duidelijkste
bewezen J Het is oneindig veel lasti
ger streng en strak te blij ven dan me t
allerhande tierlantijnen en krullen te
werk te gaan. .Door middel van pro
fiel- en lijstwerk kan heel wat worden
,,weggemoffeld" maar in strakke vlak
ken is dit onmogelyk.
Wat Spanjaard thans in den Haag
laat zien in zijn eigen toonkamers
(Anna Paulownastraat Q2) bewyst in
de eerste plaats zijn voorkeur tot het
logisch oplossen van den samen gang
van wanden, vloer en plafond. Hy voelt
heel zuiver de decoratieve eenheid dezer
elementen en daardoor is de eerste in
druk bij het betreden der beide ver
trekken dezer tentoonstelling, die van
rust.
* *
Mij schijnt het toe dat de oplossing
van het strakke wand vlak met de
daartegen aangebouwde vaste meubels
(wat overigens meer en meer in zwang
komt) tot zijne aangenaamste opgaven
ehoort onder invloed der ultramoderne
inzichten, waarbij echter de veelbe
sproken nieuwe zakelijkheid niet tot
.... nieuwe nuchterheid vervalt J
Er is bij Spanjaard een fraaie
beheersching van volumen en een zoer
beschaafd kleurgevoel met een voor
keur voor stille, koele grijzen, zwart en
wit. Hij hoede er zich voor te zwaar te
worden (trouwens het is een bekend
verschijnsel bij de opkomst eener
nieuwe stijlperiode de verhoudingen te
overdrijven) zooals in een tweetal
schoorsteenbetimmeringen in
bloksysteem, maar wat daarentegen zeer
te waardeeren valt, is het feit, dat
deze ontwerper met beperkte middelen
opmerkelijk veel weet te bereiken. Wat
daaruit groeien zal kan alleen de
Toekomst leeren; .onze tijd is geen
tijd voor toepassing van zeer kostbare
materialen en dat is misschien maar
goed ook. Als men tenminste mijn
meening kan onderschrijven dat een
voud nog steeds het kenmerk van
het ware schoon is. Maar Spanjaard
bezit nóg een eigenschap in zijn werk,
welke waardeer aan geeft: het is vol
komen eerlijk!
Dat kan men ook in hooge mate
zeggen van wat Gispen geeft. Ook hij
heeft zich ontworsteld aan het orna
ment en dat is niet gemakkelijk, en
wie op deze kleine maar intieme ten
toonstelling een door hem ontworpen
Smit-Spaarkachel beziet zal ook daar
in moeten [erkennen dat de stugge
eenvoud weldadig aandoet. Er is een
fraaie vorrn maar vooral een volko
men beheersching der technische mo
gelijkheden bij de bewerking van het
materiaal. Trouwens deze technische
mogelijkheden Wegen terecht zwaar
bij Gispen. En zoo heeft hij voor* en
aleer hij ertoe overging lampen te
gaan vervaardigen, eene nauwgezette
studie gemaakt van de lichttechniek
waardoor hij kon bereiken, dat het
nuttig effect der Gisolampen tot een
maximum'werd benut. Maar dit'zou.
Bernhard Kretschmar:
Sattehtrasze im Dröbelri
vanuit ? aesthetisch oogpunt be
schouwd, van nul en geener waarde
zijn, , indien de door de practische
bruikbaarheid dwingend voorgeschre
ven eischen niet in een schoonen vorm
waren gevat en hierin nu is Gispen
naar het mij voorkomt voortreffelijk
geslaagd.
Hij weet glas en metaal tot een
schoon geheel te binden; er is een
zuiver begrip van wat in dien
samengang bereikt kan worden en wanneer
men bijv. de talrijke op de markt
zijnde zgn. diffusors beschouwt, zooals
deze .door' Nederlandsche fabrieken
worden vervaardigd, dan valt de ver
gelijking onmiddelijk en
onomstootelijk in Gispen's voordeel uit. Hy is
onze evenzeer fijnste als sterkste uit
denker van nieuwe vormen op dit
speciale gebied, wiens arbeid meer en
meer waardeering vindt.
OTTO VAN TCSSENBROEK
August Heitmulkr:
9)Der Buohhandlêr"
ii
!"'i