De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 1 juni pagina 7

1 juni 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

.-? ? i DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i JUNI 1929 No. 2713 Niéuwe Fransche boeken i door Johannes Tielrooy Andrc Gidei Leg Faux-J^fonnayeura, ro man, 13 /r, ,50. Dezelfde t Si Ie grrain ne meurt ( Gedenkschrif ten), 27 /r. dé3 dln. \ Beide: Parijs, ^fouv. Jtév. Franfaise. Wat er met Les Faux-Monnayfurs eigenlijk ge?zegd wordt: anders uitgedrukt, wat Gide bewoog, in den tijd dat zijn boek geboren w< »rd, is niet op 'het eerste gezicht te onderscheiden. Hij heeft er talrijke concrete ervaringen in ver werkt. Hij sprak er rechtstreeks orrmige van zijn eigen gevoelens in uit. Hij yoegdp «T bij wat zijn verbeelding hem ingaf. Tenslott^' J- daar hy een rnman wilde maken, schifte hij,! vulde aan en schrapte: hij beeldde, kortom. Het geheel is inder daad een roman zijn eerste, zegt l ij een dikke en volle roman, een; heimelijk geordend, maar bjj eerste lezing misschien verward lijl end samenstel van karakters, tivfereelen en hanielingen. Wat wónder da"t men begint met te vragen: wie en wat is toch de man die dit schreef; wat wil dit geschre toch wel aan te duiden, geloof vene zeggen Het is tenslotte ik. Gide wil jong blijven. Maar niet om de gewone redenen. Hij wil jong blijven omdat hii heel zijn leven (met hoe gebrekkigen uitslagY dar weet hij ? zelf) een zedelijke zuiverheid die harmonie is, heeft willen kennen en betrachten: de jeugd nu is daar van het minst verwijderd, herinnert zfch die zuiver-heid wellicht .... v Niet dat zij zelf nog zuiver zou gebleven zijn. Alle jonge personen in Les Faux Monnayeurs zijn .,. slecht": onbeschaamdheid, cynisme, zelfbevlekking, losbandigheid, wreedheid, diefstal, muntvervalsching. moord zijn Benige hunner tekort komingen en berispelyke d^den., Het merkwaardige is dat Gide er zich in vermeit hiervan uitvoerig te verli&Ién; en even merkwaar dig is 't, dat wij er me ; jbéhagen. over lezen. Die jongens zijn gemeen, naar verre Verkiezen wij ze boven de minder jorijje of minder jeugdige per sonen in den roman. Whnt dezen, indien geen onnoozelen en machtelpjoz 3 zelf bedriegers, zijn hui chelaars, vergroofde egoïsten, ijverigen zonder aan leg. ..geestige" praters zander dieperen .geest ; hun ondeugden zijn vergröii igen, misvormingen, duur zame verminderingen] van wat eeijs misschien vloei de en zwol, maar'-ijiu; (voorgoed; vereelt, versteend, verhoornd is; terwijl do ] jongeren tenminste nog volop leven. "VJolstrekt is jde tegenstelling tusschen de twee groepen niet; dan zou Gide de werkelijk heid miskend hebben^ maar sterk is ze\wel.. Het is ? of de jongeren vlammen van zich geven, en daar zijn leelijke bij. Maar aan de ouderen zien wij niets dan vuile weekheid en gedrocHtelijke bulten. Gedrochtelijkc verstarring laat geen hoop toe, ? een brandende ziel wtl. Het onzuivere gaat wellicht nog in rook op en cm edele vlammenzuil zal stil en steil en doorzichti blijven trillen. Bij de jeugd ia nog hoop op harmonie. De jeugd geeft soms valsche munt uit; mkar de Ware valsche-munters zijn misschien zij, die alle heugenis aan het vol waardig goudgeld verloren hebben en vrWlijk leven naar een verfrommelde en beduimelde papieren moraal, die slechts teeken is van waarde en geen waarde zelf, die orde, schijnt, maar gestolde wan? orde is. ( , \ Een nieuwe orde zal komen; en enkele figuren in den roman kunnen dienen om aan tégeven welk . soort van naturen zulke orde misschien door haar voorbeeld zullen scheppen: de lijdende en begrij pende cchtgenootc Pauline, dq opofferende Rachel, de nobele musicus La iPéroupé(helaas door zijn ellende op hét eind zelf ontaard), de jongeman Bernard ook, die, eerst onstuimig allerlei kwaad sticht, maar eindelijk door medelijden, en liefde ? , ? ??..?'" i" ; ? l \ ' -Pension 'T V EL T-H U Y S" HATTEM. Eigen dennenbosch van 5 H.A. Ten nisbaan. Garage. -k-JKamers met stroomend wa,te|r. , Centrale verwar ming. 'Prosp. op aanvrage.?Tel. 17. tot relatieve harmonie en schoone zelfontplooiing geleid wordt. Door een engel wordt hij volgens Gide geleid; maar dat heb ik liever vertaald, in minder onnatuurlijke woorden. Zoo verklaart hij ook, en niet ten onrechte, dat de wereld, ondanks dezen vereenzaamden zedelijkeu adeldom, in de macht is van den duivel', zeggen wij dat ze onderworpen blijft aan het principe der eindigheid en onthouden we dat Gide, al betuigt hij, reeds duidelijker dan vroeger een harmonie te verstaan die misschien pas aan gene zijde van den dood volkomen zal zijn, niettemin nog een open.... oor heeft voor de wanklanken van onze aarde. * *"* Leest men Gide's mémoires (Si Ie grain ne meurt), dan versterkt zich nog de indruk dat hij in Les Faux monnayeurs bijna rechtstreeks over zijn eigen ondervindingen en bevindingen spreekt. Opgevoed naar de inzichten eener deftig-burgerlijke, boven dien nog calvinistische wereld, heeft hij zich blijk baar jaren lang ingespannen de moet die deze op voeding had achtergelaten te niet te doen, maar zonder goed gevolg. Het belang dat hij aan die oude conventies altijd nog bleek toe te kennen, scheen mij vroeger een bewijs,"dat hij niet werkelijk een vrij man was. Ditmaal heeft hij, geloof ik, duidelijker partij gekozen; zijn plaagzucht tegen over gestelde machten en gestelde moraal uit zich met meer nadruk. Sommige passages van Les FauxMonnayeurs althans zijn' een werkelijk zeer ver makelijke comedie, waarin een aantal oppervlakkige mooipraters van orthoilox-protestantschen huizo de rekening te betalen hebben. De sfeer om die lieden heen (Hollanders, Zwitsers zullen haar herkennen) wordt onverbeterlijk juist weergegeven door deze wrekende woordene alpestre, paradisiaque et niais". En toch, zou Gide zich zoo hatelijk uitlaten als er niet telkens nog iets van dien aard in hem zelve herleefde? Zoo is ook de haat van Flaubert tegen het burgerdom.... burgerlijk ge weest. Iets wat mij in Gide altijd bijzonder heeft tegengestaan, is de angstige haast waarmee hij iedere nieuwigheid in zijn boeken ie pas brengt. Aan den duivel en den engel (die wezens zijn tegenwoordig in de mode) heeft men al gezien dat dit verwijt dezen keer niet vervalt. De loor v^an Freud heeft in de laatste jaren (eindelijk) de aandacht van de Franschen getrokken; dus is er een freudiaansch ge deelte in Les Faux-Monnayeurs. Pirandello wordt alom gespeeld en gelezen; nu gaat ook Gide af en toe gissen wat zijn personen willen. Zoo omhangen oude cöquettes zich met do laatste snufjes. Het is zoo gek niet dat Gide soins juist aan een coquette vrouw doet denken. De' lezer weet toch dat Gide.... ik z'al maar zeggen niet eenzijdig" is? Als de lezer het niet weet, is het Gide's schuld, niet! Sympathieke personen in zijn werken zijn nogal eens.... heterodox in,zake déliefde; als ook de onsympathieke Passavent van Les Faux-Monnayeura dezo aan Gide zelf zoo goed bekende nei gingen heeft meegekregen, dan moet. 't bepaald gebeurd zijn omdat zijn -schepper hem nu niet heelemaal zwart wilde maken.... In Si Ie grain ne meurt verhaalt Gide omstandig van zijn eigen experimenten in die richting. Hij doet het zonder schaamte, maar ook zonder snoeyerij en er kan geen sprake van zijn hem in dit verband ook slechts het minste verwijt te maken. Alleen, men moet van deze neiging wéten, om hem en zijn boeken te begrijpen. Keeren wij tot zijn laatsten roman terug. Les Faux-Monnayeurs geeft een dikwijls juiste en nieu we psychologie van de jeugd. Dat 's schrijvers geestesrichting en gemoedsvorm er duidelijker uit blijken dan uit vorig werk, is te, waardeeren. Zijn persoonlijkheid maakt soms kregel, maar, ook dan is begrijpen te verkiezen boven veroofdeelen. Zoo behoeft men, vind ik, volstrekt niet afwijzend te staan tegenover een, eigenaardige werkwijze die hij ditmaal heeft toegepast en die bestaat in een doorloopende menging van verhaal i en critiek op het verhaal. Misschien prikkelt ze sommige lezers: mij schijnt ze, in het geval van Gide, geheel na tuurlijk, en'in de creatie van de schrijversfiguïr Edouard, die geacht wordt gedeelten van den roman te schrijven en er tevens over na te, denken, zie ik AAN DE ALLERHOOGSTE EISCHEN VOLDOEN DE SPECERIJEN IE IMPORTEERD. GEMALEN NVERPAKT IN BUSJES DOOR: ALBERTOADEXSdZ DEN HAAG een gerechtvaardigd middel om de bedoeling te verduidelijken, om afwisseling aan te brengen en vooral om te toonen hoe het er in Gide's innerlijk nu eenmaal uitziet l). Merkwaardig genoeg, ver hindert deze werkwijze ook niet, dat vele tafereelen en personen een indruk van echtheid maken. Gide lezende is men in aanraking met een geest die, ondanks vele afdwalingen, toch wel naar het essentiëele schijnt te zoeken, en met een wonder lijk, telkens nieuwsgierig makend, ofschoon niet altijd aangenaam karakter. Zijn wil om jeugdig te blijven komt natuurlijk ten deele uit werkelijke jeugdigheid voort; juist de wil echter hindert. Vlucht hij voor de menschen, verwerpt hij hun toejuiching om in eenzaamheid zijn eigen leven van genieten en werken te leiden, dan voelt men meteen, dat hij hoopt te worden achterhaald of teruggeroepen alweer als een behaagzieke vrouw. Beleeft men een keer genoegen aan een van zijn boeken (zooals ik aan Les Faux-Monnayeurs), dan komt onmiddellijk achterdocht op. Vroeger, denkt men, heeft hij zoo dikwijls door aarzeling, vaagheid en modezucht geërgerd: wie weet wat er nu weer zal komen uit de hand van een man die alles kan wat hij wil, behalve een totaal vertrouwen inspireeren. Maar een fijne, soms krachtige geest is hij zeer zeker wel, een geest die precies in al zijn trekken het tegendeel van vulgair is. 1) Ten overvloede hee/t hij ook nog, onder den titel Journal des Faux-Monnayeurs een aantal notities uitgegeven over opzet en bedoeling van zijn boek. Hij geeft ze zooals ze onder het condpiëeren en uitwerken ontstaan zijn. Bezoekt de Kollandscne In het voorseizoen tot 15 Juli zeer verminderd tarief. ZANDVOORT: HOTEL D'ORANGE en HOTEL DR1EHUIZEN" WIJK AAN ZEE: BADHOTEL en ZEE-DEPENDANCE. Tentoonstellingen Vereeniging Voor déKunst", Utrecht. Schilde ryen van Vincent van Gogh Tot l Juni. Huize van Hasselt, Rotterdam. Schilderijen en beeldhouwwerken van H. Chabot. Tot l Juni. Het Baarnsch Lyceum, Baarn. Werken van Valentijn Edgar van Uytvanck. Tot 2 Juni. De Bron, Den Hang. Werken van Hannah Höch. Tot 8 Juni. i ' i ' ? Kunsthandel Huinck, Utrecht. Werken van Hollandsche en Fransche meesters. Tot 15 Juni. Stedelijk Musem, Amsterdam. De Onafhankelijken. Vereeniging van Beeldende Kunstenaars. Voorjaarstentoonstelling. Tot '15 Juni. VAM HELLES ? TABAK is /Vb. 2713 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i JUNI 1929 Anthroposophische Geneeskunst door Dr. F. W. Zeylmans v. Emmichoven Van 23?26 Mei heeft In de Rudolf Steiner Kliniek te 'sOravenhage plaats gevonden de eerste bijeen komst in Nederland van anthroposopische genees kunst. Hoewel Anthroposophle meer en meer Bekend begint te worden als wereldbeschouwing, Is, althans hier te lande, nog weinig bekend hoe uit die wereld beschouwing een nieuwe geneeskunst bezig is te ontstaan. IN 1920 werd door een groep artsen, leden der Anthroposophische Vereeniging, de vraag aan 'Hudolf Steiner gericht, om in den vorm van een ?cursus tot hen te spreken over de gezichtspunten, die uit de Anthroposophie gegeven zouden kunnen worden voor een verdere ontwikkeling van de .geneeskunst; die artsen hadden reeds langen tijd ervaren van welke beteekenis de aanwijzingen van Rudolf Steiner voor hun praktijk konden zijn. Dit geschiedde, en na 1920 gaf Steiner nog vele malen een dergelijken cursus in Dumach aan de ,,Freie Hochschule für Geisteswissenschaft", voor een .steeds groeiend aantal artsen en medische stu denten. Klinieken werden opgericht in Arlesheim büBasel, Stuttgart, 's Gravenhage, Freiburg i.B. en Jena, waar de gegeven gezichtspunten werden uitgewerkt en aan de ervaringen getoetst. Een geneesmiddel-industrie sloot zich aan. De bijeenkomst te 's Gravenhage gaf den Nederlandschcn arsten gelegenheid zich van dezo richting op de hoogte te stallen. Dat betrekkelijk ?weinigen hiervan gebruik maakten, blijft een merk waardig feit. De movgenureri waren gewijd aan de meer -«Igemeene grondslagen. Dr. Kolisko uit Stuttgart, Dr. König uit Arlesheim en schrijver dezes., schil derden daar het anthroposophische beeld van don mensch als oen nieuwe basis voor de geneeskunst. Do laatste eemv hooft een menachenbecll doen ontstaan dat niet moor hot geheel van den niensch omvat, maar dat zich meer on meer begon te beper ken tot den uiterlijk-zichtbaren verschijningsvorm. Iu.de oude leer van de vier lichaamsvochten leefde nog oon laatste rost van een kosrnisch-aardsche beschouwing uit mysterie-wijsheid ontsproten. De vier elementen, aavde, water, lucht en. vuur vonden hun weerspiegeling in de lichaamsvochten, zwarte-gal, gele-gal, slijm en bloed. .Sterren en planeten werden hiermee in. onmiddull ijken samenhang beleefd. Dut kosmischaardsche beeld moest wijken voor de anatomische beschouwing, die in den vorm van een pathologi?sehe-anatomie een nieuwe basis voor do ziekteleer «af. Virchows cellen- on weefselleer begon de ge neeskunde te beheei'schen. do diagnose als pathologisch-anatomische voorstelling kwam in. het middelpunt van de belangstelling. De arts moest het veld ruimen aan den medicus, zoonis Tjiek treffend opmerkte. De arts werkte A'roegcf met krachten die als resten van de oude wijsheid intuïtief nog in, hem loefde. Hot nieuwe type van den medicus kond»* die krachten hoogstens nog bij naam. Zijn belang stelling ging uit naar de -microscopisch-zichtbaré. diagnose, die in laatste instantie een naam is voor den eindtoestand van een- ziekteproces. Die ziekteprocessen zelf weer te loeren kennen. daar waar zij in de kracht-verhoudingen van het lichaam nog bewegelijk werken, is het doel van de anthroposophische geneeskunst. Die kracht-ver houdingen zijn eerst daar te vinden, waar men do niensch weer leert kennen naar lichaam, ziel en geest. Niet echter in dien zin, dat men naast de uitgebreide kennis van -het lichaam nu losstaande ibeschouwingen over ziel en geest gaat houden. Anthroposophie maakt het mogelijk, om het in elkander werken van die drie gebieden in de ver schillende, organen en orgaanstelsels te behandelen. De vraag wordt thans, op welke wijze zich in de verschillende gedeelten van het organisme die gebieden verhouden. Men kan,er b.v., op wijzen, lioe alles wat te beschrijven is als de vloeistofprocessen in het organisme zich geheel anders gedraagt dan datgene wat het vaste is. Eén orgaanatelsel zooals de hersenen b.v. drijft tendeele in <ie hersen-ruggemergvloeistof. Slechts met een Sering gedeelte van zijn gewicht rust het op het onderliggende weefsel. De opwaartsche druk uit de. vloeistof behëerscht overwegend het orgaanstelael. Voor een geèsteswetenschappelijke beschouwing is het mogelijk daardoor te begrijpen waarom zich .nu in een dergelijk orgaan een geestelijk leven kan spiegelen en den mensch «bewust kan worden. In die'vloeistof-processen werken krachten die in zekere zin een tegenovergestelde richting hebben als de krachten die met de vaste-stof samenhangen. Men kan tegenover elkaar stellen: aardsche en kosmische krachten, kort gezegd: zwaarte en lichtkrachten. Zooals het physiek-stoffelijke onder den invloed der zwaarte staat, zoo is het levendvloeibare door aardsche lichtkrachten boheerscht. Anthroposophie spreekt hier van een levens-orga nisme, een levens-lichaam of aetherlichaam. Ver dere ontwikkeling voert tot het leeren kennen van een derde wezensdeel van den mensch, n.l. het ziele-lichaam of astraallichaam. Deze laatste naam hangt samen met een oude wijsheid, die terecht waarnam, hoe sterrenkrachten in de mensch op een verinnerlijkte wyze werken. Het is echter niet de bedoeling om bij de resten van een oude helder ziendheid te blijven staan. Anthroposophie wil methoden aanwijzen, die de bestaande natuur wetenschappelijke methoden verder voeren in de gebieden van ziel en geest. Zoo zonder meer zijn deze methoden daar niet voor te gebruiken. Behalve van physieklichaam, aetherlichaam en astraallichaam, gebonden dus aan het vaste, vloeibare en luchtvormige in den mensch, spreekt de Anthroposophie nog van een vierde wezensdeel, n.l. van het Ik-organisme. Hierin drukt zich het geestelijk wezen van den mensch uit. Het behëerscht de opgerichte houding, de spraak en het denken. Dit Ik-orgaan hangt samen met de war.mteprocessen in het organisme, in hooge mate dus ook met het bloed. Het Goethe woord, ,.Blut ist ein ganz besonderer Saft", stamt uit oeroude wijsheid. Dezo vier wezensdeelen zijn' in den mensch voortdurend werkzaam. Waar zij harmonischihythmisch samenwerken voelt de mensch zich gezond, waar dat harmonische rhythme verstoord wordt, treden ziekte-tendenseii. tenslotte ziekten op. In do gestoorde orgaan-functies moet men leeren zien het beeld van het gestoorde evenwicht in de vier wezensdeelen. Het is niet mogelijk om op dit alles uitvoerig in te gaaix. Van belang is hot misschien nog te wijzen op een groep van aandoeningen die dooi- Dr. Kaelin uit Arlesheim werd besproken n.l. de kwaadaardige gezwellen, in het bijzonder het carcinoom.' Reeds voor vele jaren hoeft Rudolf Steiner gewezen op de verschillende Viècuin-soorton als geneesmiddel togen kanker. De anthroposophische 'beschouwingswijze maakt het mogelijk ' in hot carcinoom een gedoplaceerdo orgaanvormingtexion. Ken proces dat in het gebied der zintuigvorming normaal is on-wanneer het zich vertoont in een ander orgaangcbiecl. ditar tot gezwel wordt. Kon derge lijke gedachtegang mag misschien vreemd lijken. Ziet men echter het menschrlijk organisme als een reeks van processen die in do verschilloiule organen zich in een gofixo«rden toestand voordoen, dan is oen dergelijk.' gedachtegang alleszins verklaarbaar. Dat in déViscumsoorten een kracht aanwezig is, in staat de gozwelvormmg'tegen te gaan. kon door talrijke ervaringen worden bevestigd. Het probleem der carcmoombostrijding is echter daarmee nog niet opgelost. De carcinoomgozwellen zijn n.L'te beschouwen als de eindphasen van oen reeds vele jaren bestaande carcinooinzu'kte. De behandeling begint eerst, wanneer do uiterlijke symptomen ontdekt worden. In vele gevallen blijkt het dan te laat te zijn en men kan de merkwaardige ervaring opdoen, dat de Viscum-behamleling ten opzichte van het earcinoomgezwel zér effectvol bleek, terwijl de patiënt toch niet moer te redden is. In zeer veel lichte gevallen kon reeds van een af doende genezing gesproken Worden. ? Het geheelo vraagstuk van de carcinoombestrijding zal eerst dan bevredigend opgelost worden, wanneer nien een methode gevonden heeft om de ziekte te diagnostiseercn vóór het stadium van do tumorvorming is ingetreden. Dit nu is het streven van Di-. Kaelin, die een methode heeft uitgewerkt, waarbij het mogelijk is gebleken om door een bloedonderzoek de carcinoom tendens tijdig te diagnostiseorcn. Eon beschrijving van deze proeven zou echter zeer ve"el plaats eisphen. Tenslotte zij in dit artikel nog vermeld, dat Verdere therapeutische besprekingen werden in geleid door een voordracht van Dr. J. S. Galjart te 's Gravenhago, over Asthtna, Hooikoorts en verwante ziekten, terwijl verschillende ^referaten werden gehouden door andere artsen die in een anthroposophische praktijk staan. Het centraal gebouw der A.M.V.J. AMSTERDAM heeft zoo ongemerkt twee middelpunten gekregen, het Kembrandtplein, waar het altijd min of meer feest is, overdag met zijn open restaurants, 's avonds door een ietwat opzichtige verlichting en rijen taxis, die .niet rijden, en voorts het Leidscheplein, veel def tiger, mondainer, en ,,chic" met Champs-Eliseesallures in zakformaat. Vooral nu wij van de brug af een vergroot American en een heel goede af sluiting van het Westen kunnen zien, het nieuwe hoekgebouw van de Vondelstraat. Het centraalgeboüw dor A.M.V.J. gebouwd door Foeke Cuypers is een aanwinst in alle opzichten. De directeur, de heer J. Mat h. Smits, zal u met oven veel genoegen als gopasten ,trots het huis laten zien, waarvan hij het hoofd is, hot huis mot zijn meer dan HM) vertrekken, zijn fraaien gevel, het groote huis mot den drievoudigon opzet.. Twee volle uren hebt gij noodig, zelfs bij oppervlakkige bezichtiging, om deze drie-eenheid te bewonderen. Het woonhuis, waar de leden van de A-.M.V.J. zijn gevestigd, het fraaie Centraal Hotel, waar ge met genoegen logeeren zult, omdat het rustig, fraai, eenvoudig is; een voorbeeld van goeden smaak: wat schoon is moet eenvoudig zijn. Dit is Wel hot devies geweest bij den geheelen opzet. En ten slotte de wel heel fraaie overdekte zwemon-douche inrichting, evenals lu-t hotel.toegankelijk voor iedereen. De Verot-niging Maatschappij voor Jongemannen heeft hier ten slotte een huis gesticht, waar hot doel: do ' verhef f in a van het moreel, hot maken van zelfstandige vrije mannon, de jongelieden-har den tegen, allerlei moeilijkheden.-'absoluut bereikt kan worden. Allerlei hulpmiddelen1 zijn aanwezig. Aan sport wordt Veel gedaan. Ken prachtige gymiiastiekz»al. ook voor uitvoeringen geschikt. omdat er eoiitooncol is mot orgel: loos/aal, recreatie, on elub-zaaltjt's. alles plaatst de jongelui in n gezond, en zuiver milieu, waar lichamelijke on moreoio opheffing, hot dool is. Do zwomnfdoeling ten slot-te, is reeds nu zoo gewild, dat or dagen van 12 a 1300 bezoekers zijn. zomer n winter. Een af zonderlijke opgang aan do Vondelstraat brengt er u hoon; het basin is 25 M. lang on 10 M. brood. Het is allergezelligst, allermodernst, oh voor het zeer groote stadsdeel waarvan hot A.M.V.J.gebouw als het ware een heel gemakkelijk te bereikon middelpunt vormt is deze zwemr en douchinrichting een onschatbaar bezit. . ' Er zijn 40 douche kamers. Go behoeft inv rijwiel niet thuis te laten, want er is een bewaarplaats en zelfs een herstel plaats. Zijt ge vorfi-ischt, ga dan naar de daktuinen, hot uitzicht .op Amsterdam doet u besluiten hier oen poosje te vertoeven. AVij dienen volledigheidshalve nog te vermelden, dat de - gymnastiekzaal in een ommczien kan worden omgetooverd in congreszaal of dinerzaal. Alle toestellen worden geborgen, de wanden waarin de ZweedsChe toestellen verborgen zijn kunnen inen uitgeschoven worden, er is een bioscoopcabine, kortom er is hier eert. geheel, dat onder leiding staat van een directeur, wiens veelomvattende arbeid ge slechts op prijs kunt stellen als ge zelf het gebouw eens bekeken hebt. ? ' J. H. Doorzitten bij Wielrijden P U R O L 'A *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl