De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 8 juni pagina 4

8 juni 1929 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

i DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 JUNI 1929 No. 2714 Uit Rotte's stad door Erasmiaan DEZER dagen, den 28en Mei, werden wij ver rast ik meen wij gewone burgers, want onze regenten zullen wel ingelicht zijn geweest dooi de instelling van een Staatscommissie voor de Havenbelangen van Rotterdam en omstreken. En, schoon eenige dagen later, by wijze van geruststel ling, de samenstelling dier Commissie den volke mede kond werd gedaan en wij toen zagen, dat eeni ge onzer regenten, met name de Burgemeester en de alom bekende en geachte vertrouwensman der transportarbeiders, het Kamer- en Gemeenteraads lid Brautigam, mede in die Commissie zitting hadden genomen, nam dat toch niet weg, dat deze daad der nood-regeering-De Geer ons weer met levendigheid een zeer onaangename bejegening in 't geheugen riep, die onze goede stad niet lang geleden van dezelfde heeren heeft ondervonden. Toen het gouvernement in Den Haag, op advies van Gedeputeerde Staten,met een pennestreek een streep haalde door het groote uitbreidingsplan, waaraan de Rotterdamsche Raad na zorgvuldige voorbereiding en waarlijk niet ineen opwelling met overgroote meerderheid zijn goedkeuring had gehecht. Dat uitbreidingsplan bedoelde niet meer, dan aan Rotterdam te geven, wat de hoof dstadbijhaar laatste uitbreiding heeft gekregen. Namelijk den armslag, dien een reeds groote, maar nog steeds ras groei ende en in haar te enge grenzen reeds beknelde stad behoeft. Armslag voor haar bebouwing niet alleen, maar vooral ook voor het scheppen van toestanden in haar naaste omgeving, eenigszins beantwoordend aan de hygiënische, cultureele en levensbehoeften van een groote stadsbevolking, die tot nog toe op al deze gebieden veel, op sommige nagftioeg alles heeft ontbeerd. Maar het was nog iets meer. Reden dan ook, waarom met zoo grobte eensgezindheid nagenoeg de heele publieke opinie, ja zelfs de Witte de Withstraat, er mee instemde. Dit uitbreidingsplan bedoelde vóór alles te voor zien in de behoeften van wat men poëtisch meestal onze levensader" pleegt te noemen, het verkeer, den handel, Dame Commercie. Het was daarop in de eerste plaats berekend. En wat in de brute en vrijwel ongemotiveerde verwerping van dit plan, waaraan, nog eens, alle bij Rotterdam» levensbe langen betrokken en met deze vertrouwde kringen hun zegel hadden vastgemaakt, in de eerste plaats moest treffen en hinderen, was, dat de Regeering in Den Haag zoo weinig waarde bleek te hechten aan en zoo weinig oog te hebben voor hetgeen 's Rijks grootste verkeerscentrum eenstemmig als een levensbehoefte demonstreerde. Bitter moest ons dit stemmen. Des te bitterder, omdat het ons analoge gebeurtenissen in 't geheu gen riep, Of bleek nog slechts enkele^aren geleden de leider der buitenlandsche betrekkingen van het Imperium niet even weinig oog te hebben voor wat een Rotterdamsch levensbelang is. Toen ennu moest ons wel te binnen schieten, welk een geheel andere behandeling, op hoeveel egards by onze Zuider buren hun verkeersknooppuntj onze trotsche eri zooveel rijker, weelderiger en deftiger mededingster mag rekenen. En, voor den eenigermate historisch georiënteerde, tevens de herinnering, hoezeer, vergeleken met de jaren omstreeks het zesde decennium der 19e eeuw, de positie veranderd is. Toen een hoofdstad, die Rotterdam's handelspositie, vooruitgang en.... bevoorrechting benijdde, nu, zooal niet het omgekeerde, dan toch in ieder geval een positie, waarby de Rotte-stad als niet veet beter^'dan'Asschepoets wordt behandeld. GOOSEN.mEPnAN PIANO'S-OKELS?' Want en dit is het eigenaardige en niet be paald verheugende van de situatie als wij de kwestie goed bekijken, merken wij, dat deze jongste manier van optreden der regeering tegenover Rotterdamsche wenschen, behoeften en verlangens, waarlijk niet op zichzelf staat. Merken wij integen deel, dat in deze stad, die van en voor het verkeer bestaat en ervoor leeft, zonderlingerwyze juist op verkeersgebied zoo veel hapert als misschien ner gens anders in het land. Op velerlei gebied onderwijs, hygiëne, kunnen wij het bijv. met de hoofdstad nog wel opnemen. Op vele andere terreinen natuurlijk niet. Maar het gekste is, dat het in deze grootste handels stad des lands met het verkeer en de hulpmiddelen van het Verkeer in vele opzichten zoo beroerd gesteld is. Een paar weken geleden wezen wy op het gebrek aan.... vooruitzien, waarvan de behandeling van het publieke vervoermiddelen-vraagstuk, zelfs door ons huidige democratische gemeentebe stuur getuigde. Dan, vergeleken met andere voor ons verkeer even gewichtige problemen is dit lang niet het ergste. Wie ooit Rotterdam heeft bezocht weet, dat de manier, waarop wij sinds jaar en dag door de spoor wegautoriteiten behandeld en bediend worden, niet veel minder dan schandalig mag heeten. Een totaal verouderd, afschuwelijk en slecht gelegen Centraal-Station, minder dan dat van Weert of Den Bosch. Geen sprake van stopplaatsen, zoomin aan de lijn naar Delft als aan die naar Dordt, waar elke groote, stad in het buitenland die al 30 jaar zou hebben verlangd en gekregen. En dat atles met nog veel meer .-*- nadat door de roeke loosheid en domheid der liberale regenten van vóór 60 jaar de stad in twee belangrijke opzichten is geschonden en verminkt, gehinderd in haar expansie en ontsierd, zoowel door het leelijke viaduct dwars door de stad als door de plaatsing van het Maasstation daar, waar het nooit had moeten komen. Heel de nu welhaast drie vierde eener eeuw oude misère der spoorwegtoestanden in en om Rotter dam is zeker niet het eenige, maar ongetwijfeld het meest frappante voorbeeld van de wijze, waarop in onze verkeersstad by uitstek het verkeer be droevend is geregeld. Ook op dit terrein schijnen er nu eindelijk plan nen tot verbetering in aantocht te zijn. Maar zelfs indien deze plannen, na wie weet hoeveel jaren, werkelijk herstel van verzuim en onrecht zouden brengen, kan dit de bittere gedachte niet wegne men, dat de grootste havenstad des Rijks zich inzake haar meest vitale belangen,'zoo pas weer heeft zien behandelen als ware zij Appingedam of Enkhuizen. DE HOLLANDSCHÉMOLEN VOOR eenige jaren hebben wij de aandacht gevestigd op een aantrekkelijke publicatie van de vereeniging De Hollandsche Molen" (No. 2563). Thans heeft deze sympathieke vereeni ging opnieuw een bundel studiën over Hollandsche molens uitgegeven, diéeven propagandistich in den goeden zin kan worden genoemd als het eerste deel. Ook thans hebben dezelfde kundige en over tuigende schrijvers verschillende aspecten van het molen vraagstuk behandeld. De heer C. Visser schrijft over de gouden eeuw van onze Hollandsche molens, over teekens, die met molenwieken kunnen worden gemaakt, eindelijk over verschillende molenconstructies. Me j. J. Schregardus geeft merkwaardige bijzonderheden over den beroemden Jan Adriaansz. Leeghwater en de droogmakerijen der zeventiende eeuw, die natuurlijk geheel met molens moest gebeuren. Eindelijk geeft ir. A. ten Bruggencate de rol aan, diéde molens in het landschap spelen. Het ligt voor de hand, dat zulk een boek zeer groote waarde ontleent aan zijn illustraties. In de ruimte zijn déze dan, ook, aan de verschillende artikelen toegevoegd. Zoo zijn bijzonder aardig de afbeeldingen, die de heer Visser geeft van de verschillende standen van molens, waardoor zelfs gev9elens van vreugde en droefheid tot uiting kunnen worden gebracht. Dezelfde onderzoeker W-Pension 'T VELT-H U YS" HATTEM. Eigen dennenbosch van 5 H.A. Ten nisbaan. Garage. Kamers met stroomend water. Centrale verwar ming.?Prosp. op aanvrage.?Tel. 17. De Antirevolutionaire party door H. COLIJN (Slot van pag, i) 1°. do erkenning van de absolute souvereiniteit Gods, 2°. de erkenning van het onfeilbaar gezag der Heilige Schrift. 55jj begeert, dat ook de Overheid zich door die beginselen zal laten leiden en dat deze zich bewust zij van haar oorsprong en hare roeping. Ingesteld uit oorzaak der verdorvenheid van ons geslacht" heeft zij ongetwijfeld tot taak de ongebondenheid der menschen te beteugelen en de voorwaarden te helpen scheppen voor eene op den grondslag van het Christendom gevestigde samenleving. Dat zij daarbij gebonden is aan de grenzen van haar rechtmatig gezag zeide ik reeds eerder. Dat zij zich hebbe te onthouden van eiken dwang op de conscientie der onderdanen is voor eiken rechtgeaarden antirevolutionair postulaat. * * Niet in eiken tijd zijn dezelfde vragen aan de orde. Daarom wórdt voor elke algemcehe verkiezing gemeenlijk een Program van Actie vastgesteld, dat meer in het bijzonder de punten aan de orde stelt, die in de komende vierjarige periode de bijzondere aandacht vorderen. Zoo deed ook de A.R.-partij bij deze verkiezing. Dat program is afzonderlijk uitgegeven voorzien van een breede toelichting. Ik volsta daarom met de vermelding van de korte saamvatting, die als volgt luidt: Den inhoud van haai- Program van Actie in enkele hoofdgedachten saamvattend, voert de A.R.partij den verkiezingsstrijd allereerst voor de bewaring van de Christelijke grondslagen van ons volksleven, in overeenstemming met de gedachte, die in Art. l van ons Beginselprogram hare uit drukking vond, en legt. daarbij nadruk op: U Het tegenstaan van de invloeden, die de ont kerstening der natie bevorderen. 2. De noodzakelijkheid van de handhaving van het gezag, zoo hier te lande als in Indië. 3. De handhaving van ons huwelijksrecht en de beveiliging van het gezinsleven. 1. De beoefening der sociale gerechtigheid. 5. De handhaving onzer nationale zelfstandigheid. Daarnevens heeft de bevordering der volkswel vaart haar volle aandacht. gaf een aantal afbeeldingen van molehconstructiés, waardoor de mechaniek van deze merkwaar dige werktuigen volkomen duidelijk wordt. Einde lijk geeft ir. ten Bruggencate een groot aantal foto's van molens in het buitenland, tot in Egypte toe. Daaruit blijkt, dat er nog heel wat meer typen van molens zijn dan wij in Nederland vinden: er is hier een schat van gegevens, die tot verge lijking vanzelf uitnoodigen. Wil men de Spaansche windmolens zien, waarmede don Quichote streed, men kan ze hier vinden en bestudeeren. Weer een aardige bundel dus, die haar propa gandistische werking moge hebben. H. BRUGMANS l) Ome Hollandschémolen. Bijdragen tot de kennis en de geschiedenis van de urindmolena in Nederland. Tweede reeks. Amsterdam, Uitgeversbedrij f Spieghel"! 1929. BezoektJe Bollanil scle Badplaatsen. In bet vooqeliou tot 15 Jull(»«r wrmlnkrd tuM. ZAND VOORT: HOTEL D'ORAHGB M . HOTEL DRIBHUIZBH" WIJK AAN ZEE: BADHOTELl ZEE-MPEHI «B DAHCE. - i v. ' No. 2714 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 JUNI 1929 De gevangen triomphator of de uitslag der Eng. verkiezingen door Dr. Jan Romein TOEN wij een half jaar geleden l) een beschou wing aan de komende Engelsehe Verkiraingen wijdden, schreven wij: Overweegt men al deze factoren dan laat zich, dunkt ons, onder' alle voorbehoud, het volgende toch reeds zeggen. Labour zal de meeste stemmen kiijgen, niet zoolieel ver daarvandaan zullen de conservatieven komen, terwijl de liberalen zich met de rol van het hinkende paard zullen moeten blijven vergenoegen". De hier uitgesproken verwachting komt net genoeg met den werkelijken uitslag van de verleden, Donderdag gehouden verkiezingen voor het Lager huis overeen, om er nog eens mee voor den draad te komen en verschilt er anderzijds net genoeg van om dat zonder verwijt van eigen lof te kunnen doen. Inderdaad is Labour als de sterkste partij en zijn de Liberalen, ondanks hun hoog gespannen ver wachtingen, als ver uit de zwakste partij voor den dag gekomen. Maar de begane vergissingen zyti toch verre van te verwaarloozen. Labour heeft namelijk weliswaar de meeste zetels veroverd, 288 tegenover de 162 uit het ontbonden 'Lagerhuis en de 257 der conservatieven, maar niet de meeste stemmen behaald, nml. slechts 18.349.788 tegenover de 8.618.353, die op do Conservatieven zijn uit gebracht. 2) Dit heeft tot gevolg, dat de uitdruk king van het hinkende paard" achteraf minder gelukkig is, tenzij men zich een situatie kan voor stellen, die door een dergelijk beest beheerscht wordt. Want zóó is het: het feit, dat Labour de meeste zetels veroverd heeft, maakt, dat deze partij niet anders kan, dan do regeering van de Conservatieven overnemen, doch het feit, dat zij tegelijk minder stemmen gekregen heeft dan de conservatieven, maakt tevens, dat zij in haar ,,faits et gestes" volkomen van den steun der 58 libe rale Lagerhuisleden afhankelijk is. Dit beteekent weer, dat Mac Donald van zijn program alleen die punten tot uitvoering zal kunnen brengen, die met de liberale programpunten ten naasten bij overeen komen en de verklaring van den nieuwen premier dat hij het land minstens twee jaar met rust zal laten, dient men dan ook in al haar tragische letterlijkheid op te vatten, In de eerste plaats geldt dit voor de binnenlandsche, minder voor de buitenlandsche politiek. Zelfs in Engeland toch geldt de regel, dat men een Parlement en een natie minder gemakkelijk tot een radicale binnenlandsche, dan tot een radicale buitenlandsche politiek kan bewegen. Zouden hier dan groote verwachtingen in vervulling kunnen gaan? Wij weten het niet. Nog afgezien van het feit, dat Henderson, die, naar het schijnt, met de portefeuille van Buitenlandsche Zaken belast zal worden; ons niet den man voor het groote initiatief lijkt, is de situatie van 1929 ook niet meer die van 1924, toen Mac Donald met Herriot en Briand kon samenwerken, terwijl Henderson, voorloopig al thans, met Briand en Poincaréte maken heeft.. en met een inmiddels gesloten nieuwe Entente tusschen Engeland en Frankrijk, die niet uit dn behoefte aan een Protocol" gesloten is, maar veeleer met de bedoeling, Frankrij k's continentale. machtspotitie te versterken. Wij vreezen, dat de Engelsche arbeiderspartij niet over voldoende stuwkracht en vernieuwend initiatief zal be schikken, om het roer volledig om te gooien. Jules Sauerwein heeft, al laten doorschemeren, dat de Fransche hooge politiek dergelijke onaange name verrassingen van de Labourregeering niet vreest. 3) Dit beteekent echter niet,_dat er op< dit gebied voor Henderson niets meer te doen is, noch dat er door hem niets meer gedaan zal worden. De krachten, die binnen het Britsche Ry'k naar een De All-T alkie in het Paradijs der Zuidelijke Filmkeuring Teekening voor }3de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan .Ende de Slang sprak! nieuwe oriënteering zoeken, zullen zich nu vrijer kunnen ontplooien dan onder den verstarden glimlach van Chamberlain en men mag de hoop uit spreken, dat ook de delicate» kwesties van de verhouding mot Amerika eenerzijcls en met do. Howjet-Unie anderzijds nu dnor wat vertrouwder handen zal worden behandeld. Dat is misschien nog niet veel; het is stellig niet alles, 'maar het is toch iets. In een artikel in de Nat i on" van 4 Mei heeft Lord Cecil betoogd, dat het er op aankwam, die candidaten te kiezen, dio vóór den vrede waren. Als geheel heeft het land naar die stem geluisterd door de belangen des vrede** aan Labour toe to vertrouwen, waar zij o.i. nog niet veilig, maar toch veiliger zijn, dan bij de andere partijen. En.daarop komt het eigenlijk voorloopig het allermeest aan. Het is de waarheid en enkel die, wanneer Brailsford in zijn jongste boek Hoe lang nog?" zegt: ,,De vrede is in de moderne wereld geen verheven ideaal meer: Hij is de voorwaarde voor ons bestaan". Indien de gansche Labour-partij hiervan even sterk doordrongen is, als haar bekwaamste penvoerder, en naar dat inzicht Weet te handelen, dan kan haar regeering nog een zegen worden, hoezeer men zich dan ook steeds bewust dient te blijven, dat Mac Donald op het oogenblik niet meer is dan. een gevangen triomphator, en dus alle werkelijkt» ver beteringen feitelijk even zooveel meevallers zullen zyn. .1) Zie nDe Groene" van l \'Dêc. 1928. 2) De cijfers zijn die van de Daily Teletjraph van Zaterdag j.L en komen dus noy niet geheel met de werkelijke overeen. 3) Zie De Telegraaf" van 'Zat. j.l. OcMendbL ABONNEMENTSPRIJS van ,,Dc Groene Amsterdammer" per jaar, bij vooruitbetaling franco per post: Voor Nederland . . . ,, Ned.-lndiëp/mail . i, , L . >, p/zeepost ,, ab. binnen Europa uitgezonderd: Engcland-I talie. V ~" " i«.a: j f 10.13.50 10.,. 11.50 13.50 Zwitserland. 7 Amerika,. ; . . ,. 13.50 Zuid'Afrika. ; . 11.50 Belgiëdirect uit Holland 150 francs via den Ned. Bhl. Antwerpen 125 ,, Postgiro No. 72880 Gemeentegiro G. 1000

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl