Historisch Archief 1877-1940
l
?l i..
fl'i
S
II l
l ' !
J i
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 JUNI 1929
No. 3714
Liebermann-première
door Dr. R. Feenstra
DE officier van Justitie Mr.
Reilingh, zit diep in zijn toga
gedoken. Met zjjn scherpe profiel,
met zijn kraaloogjea, die alles zien,
gelijkt hij eh ekster, die toe zal
happen.
De worm, die ditmaal in de beklaag
denbank nerveus voorkronkelt, is
een dikke, een vette.
Het is ook eeii .gladde; de ekster
zal er een hap aan krijgen.
Uit welke aarde, uit welk vader
land kwam deze beklaagde? Hij is
een Karpaath, en hij is een Schieber
in tonnen* of millioenenformaat. Maar
wat is au fond een Karpaath en een
Schieber ?
Is zijn vaderland het Karpathen
en het Weichselgebied, inbegrepen
den randstatenzoom ? Onzin! Zijn
vaderland, hun vaderland is: ,,de"
ontbinding.
* * *
Hebt U wel eens de functie van een
stofzuiger bestudeerd? HU klopt,
veegt, zuigt. En hoe doet h^j dat?
Doordat hij een vacuüm" schept.
Deze man met zijn schildpaddenkop,
met de vettige, blauwige muren van
wangen het gewiekste oog, dat in
i-oode conjunctivitis-randjes schittert,
is maatschappelijk een soortement
stofzuiger.
Hu heeft permanent een moreel
vacuüm. En dat klopt, zuigt, veegt.
Hij voelt onmiddellijk de zwakke
plekken in de maatschappelijke ta
pisserie. Hg strekt over een advocaat,
en weet meteen, of deze straks met
buikpijn in het buitenland zal zitten;
bezweken voor zijn gerinkinkel met
nietskostend geld; of dat hij aan het
verkeerde adres is. Hij voelt een zwakke
stee in een hypotheekbank, in du
menschen, die haar sturen en reeds
begonnen zijn haar uit te buiten
en hij stoft: d.w.z. hij stoft met een
millioenofferte, komt met een zwak
ken ton over de brug?glip, kip-lk slik
je zegt zijn zuigbuis, die zoo gulzig
is als de glimmende slang van een
Prqtos of een Hoover.
' ' * ' *
Zijn vaderland is: de" ontbinding;
zijn beteekenis ontleent hij aan zijn
moreele vacuüm; en voor de rest is
het moeilijk hem te determineeren.
In zijn gebaar is dikwijls de kleine
koopman, de kleine agent. Het
meidenlokkertje dat hem uit het
jaszakje hangt, teekent hem uiterlijk
nog, niet tot een man van de wereld.
Toch heeft hij kwaliteiten," die daar
boven uit gaan; al is hij weer dik ordi
nair als hij de oogspleetjes toeknijpt en
zegt waarom hij de centen heeft mee
genomen: De bank had geen kluis."
Daarom nam hij ze mee. Eureka!
AAN DE INZENDERS
AJla roor het rmUctioiieele gedeelte
bettende iaseadiofen mceteo
worden
REDACTIE VAN
DE GROENE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM.
tonder Tenuhüaf ? TM penooauMaea.
En over wat men een gelaat kan
noemen glijdt af en toe een
commisvoyageurachtige superioriteits-grinnik
als hij met den president Mr. Huysinga
bekvecht; en meent de leiding aan
zich getrokken te hebben.
Alsof zij twee talen spreken, en
elkaar niet begrijpen, zoo zijn deze
president en deze beklaagde. De pre
sident een fijne intellectueelen kop,
die veel menschelijks dieppeilt en door
grondt; maar deze serie schijn en
onschqntransacties niet onmiddellijk
projecteert op het schuine hellende
vlak van beklaagdes
koopsmansmoraal; maar die dit wil doen op dat
van een rechtschapen en maatschap
pelijk rechtsinzicht;
en deze beklaagde, die zich niet laat
intimideeren door de statuten van
de door hem gekochte bank, die voor
hem geen hypotheekbank is, waarvan
hij geen verstand heeft; maar een
scharrelbank, een speculatiebank,
waarvan hij zooveel te meer verstand
bezit!
Wat: hy zou een paar millioen ge
boden hebben voor een bank, waarvan
Mr. Salm zegt, dat op den dag der
overneming reeds geen volle dekking
voor de pandbrieven meer aanwezig
was; zelfs dan niet wanneer de
Woltmans hun aaudeelen, waarop slechts
tien procent gestort was, zouden heb
ben volgestort, wat zij niet konden.
Onzin; de bank was het geld, zijn
bod waard; want voor l gld. stond
een post aandeelen van hare
stroppenmaatschappij op de balans, waarin
alleen anderhalf millioen ovenvaarde
zat, naar hem was voorgesteld.
En: hij heeft er achteraf bezien
geen 4,5 millioen uitgehaald.
* * *
Liebermann heeft geen interessante,
maar wel een bewegelijke kop. Hij
heeft al de smart van zijn ras soms
om zijn neus hangen, die met het
voorhoofd het eenige brutale harde
voorkomen geeft aan een gezicht,
dat overigens slap en week als
Juniboter is.
Hij kan meesterlijk voor slachtoffer
spelen, voor niet-begrijper; en hij
kon brutaal debuteeren: de dagvaar
ding hoeft niet voorgelezen; die
begrijp ik niet; die begrijpt trouwens
niemand.
Ook het: nah alzoo het leegëhan
den goochelaarsgebaar kan hij mi
misch schitterend spelen.
Hij stoft; hij klopt, hij veegt.
Wanneer men Mr. Salm even het
gehalte der pandbriefhouders hoort
beschrijven,begrijpt men opeens, wat
hy achter de tapisserie van,
Woltmans bankierlijk bestaan heeft w
ggezogen.
Kleine beertjes, oude juffrouwen;
spaarbank-trommeltjesvolk, dat in
de mooie stukjes geloofde, waarop
stond: Hypotheekbank.
Gister een levensverzekeringbank:
he,den een hypotheekbank. Wanneer
is in Nederland het eerste administra
tiekantoor aan de beurt wat in
grootere scherven zou slaan?'
Wij zijn financieel een wereldvolk;
maar wij gelooven huisbakken in
namen, onze namen, namen; en in
stelsels, onze stelsels, stelsels.
What's in a name? En wat is in een
stelsel, als morgen Salomon Lieber
mann daarin met zijn
moreele-vacuum-machien kan penetreeren?
Het woord is aan Mr. Reilingh,
den pracht-officier van Justitie. '
MEUBELEN EN
?OSTEDMEK
BETIMMERINGEN
ncr OPSTAAHDUH
/
HERSTELT
.A.
<xz.
If
II
,,'tMATTHIJSSENHOUT"
Cottage-Pension
Blaricum
(GOOI)
Prosp. op aanvrage. Tel. 442
INSTALLATEUR
vcAMMrr
KON.PALCJS
H»Oror»Ml*r
Binnenhuis-Architect
Modern. Antiek
Showrooms
Heerengr.254
Tel. 44o6a
OVERHEMDEN
NAAR MAAT
FR. SINEMUS
20 .LekUchectraat 22 - Amsterdam
Te midden van Gelderland's mooie HEIDE- en HEUVEL land
schappen, omgeven door zijn schitterende bosschen ligt het
bekende
HOTEL BEEKHUIZEN,
waarvan de Directie zich alle mogelijke zórgen wil getroosten,
om Uw WEEK-END door verzorging en comfort, zoo
aa'ngenaam mogelijk te maken.
Van Zaterdag voor diner, tot Maandag na de lunch Fl. 15.?per persoon.
Geïllustreerd prospectus op aanvrage. Telefoon 402 Velp. AUTO-GARAGE, TENNISBAAN.
GRAND IOTtr.MooHTel.203
Voor-seizoen gereduceerde prijzen f 7.?pens. p. d. p. p.
Ni l Juli van af f 8.50.
Speciale gelegenheid voor congressen, zalen voor 200 p.
NL V. Meubelmagazijn Eden"
MOLSTEEG - AMSTERDAM
BOEKENKASTEN
VICTORIA-WATER
Uiteteicena te
vermengen
OBERLAMMSTCIH
met wyn of
vruchttneappen
No, 2714
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 JUNI 1929
Uit de Natuur:
Voor de Grielen
door Dr. Jac, P. Thijsse
HET oponthoud met de Amsterdamsche wateiS
leidingplannen is wel weer een heele streep >
door m^jn rekening. Al meer dan vijfentwintig jaar **
heb ik erop gevlast, dat de duinwaterleiding aange
vuld of vervangen zou worden door een rivier
waterleiding of iets dergelijks. Het begon er zoo
aardig op te lijken, maar nu hebben de ervaringen,
dezen winter te Rotterdam opgedaan, het rivier
water eenigszins in discrediet gebracht. Toch geef
ik den moed niet op, vooral nu we binnen zeer
weinig jaren in het hartje van ons land een uit
gestrekt zoetwatermeer zullen krijgen, waar stellig
ook wel van valt te profiteeren. Dat IJselmeer
kan ons nog groote verrassingen bezorgen.
Wjj kunnen dus wel verwachten dat binnen
enkele jaren onze goede stad van Amsterdam zich
zal kunnen verheugen in het bezit van duizenden
hektaren duinen, die niet in de allereerste plaats
meer beschouwd behoeven te worden als
winplaats voor de waterleiding: een natuurpark
grooter dan Naardermeer, Leuvenumsche Bosch,
Hagenau en Oisterwijksche Vennen met elkander.
Natuurlijk zal ieder idealist daar beslag op willen
leggen en we zullen al spoedig hooren van tuindor- *?
De Griel,
de geheimzinnigste vogel van het duin
Uit Burdet's Stereoscoopplaien '
pen en kampeerplaatsen, bebossching en zonne
baden, openluchtscholen, speeloorden enz. enz.
Dat kan heel wat strubbeling geven en misschien
wenschen we nog wel eens, dat het maar weer
gewoonweg de waterwinplaats moge worden met
al de seclusie en beperking, daaraan eigen.
Maar het terrein is toch eigenjijk groot genoeg
om ieder? wenschen tévervullen, ook de mijne nl.,
dat alles, wat er nu nog van de echte duinwereld
bestaat?, niet alleen behouden blij ve, maar ook gele
genheid krijge tot herstel en verdere ontwikkeling.
Ik denk hierbij in de eerste plaats aan de
boschstrook langs den binnendumrand, aan de
duinboschjeöen dévalleien en aan de ruime hellingen
begroeid met helm en duindoorn, duinrooajes en
vlieren. Veel daarvan is door de wateronttrekking
gaan kwijnen, maar zou zich nog wel kunnen
, herstellen. Een flinke en bonte bebosaching zouden
we allen toejuichen, mits ook enkele groote
duinWie YOGHURT van
OUD-BUSSEM
eet, wordt oud, maar blijf t jong.
KERKSTRAAT 67 ~ tBLEPOQN 37344 ,
fdoornplateaux bleven bestaan. Want zoo alleen
* "behouden we de rijke bloemen- en vogelwêreld, die
t de glorie is van Holland's duin. Ook zouden we
F het konijn niet verdrijven, want daarmee
verdwei nen ook licht'zijn commensaals: tapuit, kleine
boschduif, steenuiltje, bergeend.
Zeer in het by zond er moeten we nu en later
ervoor waken dat de beroemdste vogel van het
Amsterdamsche Waterleidingduin goede levens
kansen blijft behouden en nog betere verkrijgt,
dat is de geheimzinnige, wondermooie Griel. Hij
komt ook nog wel tusschen den Haag en de
Hondsbossche op enkele andere plekken in het duin
voor, doch heel schaarsch en ieder jaar in geringer
aantal. Ook in de Waterleidingduinen wordt hij
zeldzamer, het ,zal mooi zijn, wanneer er dit jaar
in het geheel een tiental paren broeden. In de
Bloemendaalsche duinen heb ik in vijfentwintig jaren
hun aantal zien verminderen van een half dozijn
tot een tweetal en in de duinen van Bergen en
Schoorl is de vermindering betrekkelijk nog sterker.
Veertig jaar geleden waren de grielen daar zoo
talrijk, dat je in den nazomer bij een flinke lang
durige wandeling door het duin er altijd wel op
rekenen kon, om een troep van een dozijn of zelfs
een twintigtal te ontmoeten. Na den broedtijd ver
eenigen de families zich gaarne met elkander en
leven dan gezellig, totdat zij wegtrekken. Ook
tijdens den broedtijd schuwen zij elkanders gezel
schap niet en menigmaal liggen de nesten vrij
dicht bij elkander. Dit is nog al van belang, want
wanneer wij nu de nesten willen beschermen tegen
de al te groote belangstelling van natuurvrienden,
dan kunnen wy dat doen doop de bewaking of
desnoods afpaling van een betrekkelijk klein gebied.
f Het is zeker noodig, dat we op die grielen passen.
want wij hebben er niet meer van dan het twintig
tal paren dat thans in het Holle nisch duin huist.
Heel misschien zou er nog een enkel paar kunnen
broeden in de duinen van de Noordzee-eilanden of
van de Zeeuwsche en Zuidhollandsche eilanden,
doch zekerheid daaromtivnt bezitten wij op het
oogenblik niet. Vroeger moeten zij ook gehuisd
hebben op onze diluviale zandgronden, maar dat
is nu niet meer het geval. Ge ziet dus. dat de Griel
' een van onze allerzeldzaamste vogels is, zeldzamer
dan Lepelaar of Purpurreigér, voor wier behoxul
wij zulke groote offers hebben gebracht.
Wanneer wij niet oppassen, dan raken we de
Griel kwijt, even goed als wij vroeger de Kwak
hebben verloren, even goed alfi wij thans op het
punt staan, de Baaf, de Goudpluvier, de Hop uit
de rij onzer broedvogels te zien verdwijnen. Ik
vrees zelfs, dat het met de Raaf al uit is.
Ook in de naburige landen is de Griel zeldzaam.
In Engeland komt hfl nog het meest voor in het
graafschap Suffolk en daar heeft Edmund Selous
ze nog niet lang geleden kunnen waarnemen in troe
pen van vijftig en meer. Juist dit troepsgewijze
leven als ze talrijk genoeg zijn, maakt dat de1
gewone wandelaar ook zijri vreugde aan deze dieren
kan hebben: mooie vogels, op ranke gele póoten,
een beetje dik in de hiel, gevederte als van een
leeuwerik, maar met een, duidelijke
zwart-met\dtte streep op de vleugels, een tamelijk korte
snavel, hoog voorhoofd, groote oogen met dichte
en lange wimperveertjes, met elkaar een aange
naam en intelligent gezicht. In den broedtijd en ook
1 in den gezelligen' herfst vertoönen ze allerlei
vreemdsoortige houdingen en gebaren en hun roep
doet eventjes aan die van de wulp denken, maar is
korter en schriller. Een nest maken ze niet, de
twee eieren liggen zoo maar op den grond. De
broedende vogel harmonieert zoo met zijn omgeving
dat h|j met moeite wordt opgemerkt en de dons
jongen hebben een schutkleur, die ze haast onzicht
baar maakt. Al deze dingen kunt ge prachtig zien
op de wondermooie film, die Burdet van die vogels,
, heeft weten te maken en die in het komend seizoen
wel op menige plaat* i in Nederland zal worden
vertoond, ook in Amsterdam. .
Gelukkig, want onbekend maakt onbemind en
wij moeten zoowel in het college van B. en W. als
in den Raad van Amsterdam een meerderheid zien
te verkrijgen voor de bescherming der Grielen en
' in1 het algemeen voor een waardige behandeling
van de duinen van de hoofdstad. ,
EÏMPORTEERD, GEMALEN
NVERPAKT IN BUSJES
ALBERTOADÏfiSdZ
DEN HAAG
KRONIEK
Musea «n Volksontwikkeling
BIJ gelegenheid van de jaarvergadering der
Mij. tot nut van het Algemeen, heeft Dr.
Van Gelder, de bekende Haagsche directeur van
Kunsten en Wetenschappen, een voordracht
gehouden over beteekenis en doel van musea, die
van een verwarmend optimisme getuigde. De
musea, zoo betoogde hij, moeten genot verschaffen
niet aan enkelen, doch aan velen. Steeds meer
menschen moeten hen bezoeken, opdat zij iets
worden in het leven van allen. Zy moeten worden
kweekplaatsen voor geestesbeschaving. Er moet
een opvoedende kracht van uitgaan. Zoo betoogde
Dr. van Gelder, en hij wilde zelfs in het leerplan
van scholen museumbezoek zien opgenomen. De
jeugd zou daar georganiseerd" rondgeleid worden
en langzamerhand zelfstandig gaan zien en op
merken de schoonheid, die daar staat uitgestald.
Dit alles klinkt schoon, haast te schoon voor deze
lage wereld. Het komt mij voor dat Dr. van Gelder
hier het heele vraagstuk der democratische cultuur
bijden staart beet heef t: de opvoeding der massa tot
kunst en schoonheid. En de musea daartoe het
geschikte hulpmiddel. Misschien kan het zoo.
Men weet nooit, hoe een koe een haas vangt.
Maar voorloopig bestaan er inderdaad, gelijk Dr.
v'. G. zeide, bij de massa nog vooroordeelen tegen
musea." Of eenvoudiger gezegd: zij heeft er eenigs
zins maling aan.
Dat kan liggen aan de massa of aan de musea, uf
aan beiden. Alweer voorloopig, zijn massa en kunst
twee grootheden, die elkaar geenszins dekken.
En waar men probeert de een naar de ander toe
te halen, ontstaan zeer zonderlinge en weinig
kunstige" half-toestanden, soms akelig om aan te
schouwen. Maar ook musea zijn zeer zonderlinge
instituten. Chaotische kerkhoven van het verleden,
vreemdsoortige ronunelpakhuizen der attributen
van het gestorven leven, ietwat lugubere uitstalling
van bijkomstigheden, uit hun verband gerukt,
van hun milieu vervreemd, in kudden saamge
dreven. Zoo zien musea er eigenlijk meestal uit.
en er moet allerwege nog veel gebeuren eer het
streven om de kunstverzamelingen zoo te rang
schikken, dat de schoonheidswaarde tot uiting
komt" hen inderdaad aantrekkelijk maakt. Of
zelfs maar het enkele voorwerp in het ware licht
plaatst, in zijn zelfstandige waarde begrijpen en
waardeeren laat. Juist omdat musea n oodgedrongen
pakhuizen zijn, verzamelingen van wat alleen en
afgezonderd in het leven bestond.
Kan het and era? Moest men ze dan maar liever
afschaffen en de resten van het verleden naar alle
winden strooien? Niemand, die er aan denkt.
Musea redden en bewaren, zij het op onbeholpen
manier, tenminste het weinige wat er aan voorbij
gegane schoonheid nog te redden viel voor een tijd,
die zelf aan schoonheid arm is. Het is misschien
zwakheid, doch wij kunnen den eenig zichtbaren,
pchamelen band met het verleden niet zoo maar
doorsnijden. Musea zijn blijkbaar onvermijdelijk.
als loterijen en kroegen. W\j weten niet goed wat
er meel te beginnen en voor de volkscultuur" zijn
ze zeker van twijfelachtig nut. Maar zij behooren,
hoe dan ook, tot onze bezinning en later zullen wij
er mogelijk iets mee kunnen doen.
. '? ; ?'''.????'?? . ?' / ..F. C.'.
Kunstzaal van Lier
Rokin 126 < Amsterdam»
Oostarsche 6 Europeescha antiquiteiten
Oude en Moderne schilderijen en plastieken
Negerkunst ft Ethnographlca
l i