De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 8 juni pagina 7

8 juni 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

i HE Voor den bouw f"T ET hotelgebouw dat thans de verbreede *??? Vijzelstraat op den hoek van het Muntplein siert" behoort ongetwijfeld tot die gebouwen, welke noodig zijn om Amsterdam tot wereldstad te maken. Zooals ongetwijfeld de meeste Amsterdammers bekend is zijn er vele plannen voor de Vijzelstraatbebouwing geweest, even vele zijn er ook mislukt en het heeft er aardig op geleken, dat ook het plan voor een hotel op het laatste oogenblik ook nog in het water zou vallen. , De architect, de Heer G. J. Butgers, die aanvan kelijk met de opdracht belast was, is echter blijk baar met een geweldig optimisme aan zijn werk begonnen, want niet alleen beperkte hij zich tut zijn eigenlijke opdracht den bouw van het Grand Hotel," maar tevens legde hij reeds te min of te meer beslag op de toekomstige uitbreiding, door aan het complex heerenhuizen op den hoek van de Heerengracht en Vijzelstraat reeds een begin te maken met de beëindiging naar die zijde van het uitgebreide Grand Hotel. De zaken zijn wel geheel anders geloopen dan de architect verwacht heeft, niet alleen dat hefc Grand Hotel" te Amsterdam geheel van het tooneel verdwenen is, maar zelfs de bouw van hefc eerste gedeelte werd beëindigd onder de leiding van een anderen architect, den heer H. J. Breman. Ik vermag niet te beoordeelen in hoeverre dit optimisme van den Heer Rutgers bewust misplaatst is geweest, misplaats was hefc zeker, gezien de wen ding, welke de zaken genomen hebben. , , Echter is mij toch n zaak onbegrijpelijk, nml. hoe het mogelijk is, dat de adviseur voor de Vijzelstraat-bebouwing, Dr. H. P. Berlage, heeft kunnen tolereeren, dat reeds destijds werd vastgelegd in welke architectuur het thans- openblijvende ge deelte der Vijzelstraat bebouwd moet worden. Als dit terrein bijv. nog tien jaar blijft liggen (hetgeen in het geheel. niet onmoge lijk is, zie Damterrein) zal dan na tien jaar de architect, die belast wordt met het be bouwen van dit gedeelte van de Vij-. zelstraat het twijfelachtig genoegen smaken een aansluitende architectuur bij het Carlton-Hotel te ontwerpen ? Zal in die tien jaar niet veel veran deren? Is er wel goed iets anders denkbaar als een hotel en is dat wel juist? Hefc zou echter onbillijk zijn om Dr. Berlage of den Heer Rutgers voor deze misvatting verant woordelijk te stellen, zij is slechts een symptoom van de nog steeds geldende opvatting dat groote gebouwen monumentaal moeten zijn, dat breede straten monumentale gevels vragen, terwyi men dan tevens het woord monumentaal" naar eigen opvatting interpreteert. DE ARCH TECTUUR door B. MERKBLBACH i Arcliitect Wanneer zullen de architecten gaan inzien dat het stadsbeeld een levend iets moet zijn, dat zich naar de behoeften van het oogenblik kan wijzigen, waar elk punt van de stad bebouwd kan worden met dat gebouw dat er op dat oogenblik noodig is, zonder dat men zich het hoofd behoeft te breken met z.g. stedebouwkundige oplossingen van aansluiting met bestaande bebouwing en d.g. En wat te zeggen van de architectonische vorm geving? Is ze niet goedgekeurd door de autoriteit op architectonisch gebied, de groote Berlage. Als er echter n gebouw is waaraan de noodwendige mislukking van een d.g. werkmethode met adviseurs duidelijk zichtbaar is, dan is het zeker het Carlfcon-Hotel! Natuurlijk is voor den buitenstaander niet na te gaan in hoeverre de ontwerpen in gemeenschappelyk overleg zijn gewijzigd of omgewerkt. W\j hebben slechts het resultaat te accepteeren en kunnen alleen op dit resultaat onze beoordeeling opbouwen. De baksteen en klomp die thans als resultaat van alle arbeid te voorschijn komt, is architectonisch niet bepaald belangrijk te noemen. De massieve; betonnen onderbouw, draagt een. al even zwaarZooals het volgens het oorspronkelijke pk wichtige, baksteenen bovenbouw. Deze boven bouw is eveneens van beton, echter alleen met baksteen bekleed, omdat de architect na de entresol plotseling geen beton meer aandurfde." Het geheele accent naar de Vijzelstraat-zijde con centreerde zich op de overbouwde Reguliersdwars straat, daar dit gedeelte de as" moest worden van het uitgebreide hotel, welke uitbreiding, zooals boven reeds opgemerkt, mogelijk nog jaren uitblijft of zelfs geheel achterwege blijft. Een karakterlooze erker-compositie moet ons doen gelooven dat het geheel toch vooral groot is. terwijl men baksteen door beeldhouwwerk tracht te verlevendigen." Dit alles ziet men als men in het voorbijgaan zoo .stoutmoedig is de blikken naar boven te werpen, nuders zal men zich moeten tevreden stellen, met een, ongetwijfeld, veel te zware sombere arcade bouw. i Naar de zijde van de Munt en het Singel doet een toren wanhopige pogingen om de situatie te beheerschen, terwijl zijn raassiviteit ons in zijn be langrijkheid moet doen gelooven. Deze toren was niet geheel overbodig, want bijv. levert de Amsterdamsche waterleiding niet vojdoende drxik om de \ van architect Rutgers moest worden: E TL JU-/ JLj gewenschte hoogte te be reiken, zoodat hij o.m. als waterto ren dienst moet doen. Maar het was geheel overbodig om een d.g. monumenta liteit te be trachten, als men daar naast eens de Munfctoren beziet dan rijst wel de vraag in welke rich ting zich het kunnen van onze zgn. aesthetisch georiënteerde-architecten of vooruit. De hoofdingang, die aanvankelijk onder de poort geprojecteerd was, maar tijdens den afbouw omgelegd werd naar de Vijzelstraat-zijde, mist zeker aan belangrijkheid, zoodat het erftree in geen enkel opzicht royaal is. Het geheele gebouw staat daar als bewijs, dat de beste adviseurs niet helpen om tot een werkelijk levende architectuur te komen en dat men, als inen Het hotel voltooid ontwikkelt, achteruit l m' ** - ':J* f-+~r> .-*? ?.'"$!*,? ? ':'!^->-:-i r-^Ji»-???-: »;<"?;? :' .V-r1 j tracht te redden wat te redden is, komt tot een karakterlooze onzelfstandige architectuur, die in genen deele in overeenstemming is met de maat schappelijke en cultureele waarde van het pogen om Amsterdam tot wereldstad te promoveeren. In een volgend artikel zal ik gaarne op de in richting van het gebouw .ingaan. r Amsterdam, 4 Juni 1929. Nieuwe uitgaven Mabel Collins, Licht op het pad. Een vertaling van de Amerikaansche uitgave: Rules fromLight on the Patfc." Een verhandeling geschreven door het persoonlijk gebruik van hen, die onwetend zijn van de Oostersche wijsheid en die verlangen in haar invloedsfeer te komen. Uitgave van N.V. Theosophisclie Vereeniging, Amsterdam. Zes en iwlntigste jaarboek van het genootschap AmsModamum. Uitgave van J. H. de Bussy, Amsterdam. Willy Corsari. Liedjes van Liefde. Om bij de piano te zingen. Uitgave der Hollandia-Drukkerij, Baarn. Henri Bergson, Inleiding tot de Metaphysica, Bewerkt door Dr. Antoon Vloeimans* Uitgave van H. P. Leopold, Den Haag. pp. A. H. Nijland, Hygiënische wenken voor het' leven in Nederlandsch-Indië, 2e druk. Uitgave van S. C. van Doesburgh, Leiden. Brieven van een medicus-weduwnaar aan zijn dochter. Uitgave van De Academische Boekwinkel, Amsterdam. Wageningen als woon- en studiestad. Uitgegeven onder redactie van haren voorzitter door de vereniging^voor Vreemdelingenverkeer. 1 Prof. Mr. J. A. Eigeman, Indiëen Het koninkrijk, Een "politiek-staats-rechterlijke studie. Uitgave van Gebr. Belinfante te 's-Gravenhage. ^L Ijgy'^r» K .. .. *;r'?<'? ''?'"-;?? ??''">V-.:>-- r;-"i'i>' *?''?-?'.?'? ?'":'?'? '."-JPBfc-' 3 POLROGER&C^ LE CHAMPAGNE EN VOGUE JAGER GERLINGS HAARLEM v

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl