Historisch Archief 1877-1940
i
HE
Voor den bouw
f"T ET hotelgebouw dat thans de verbreede
*??? Vijzelstraat op den hoek van het Muntplein
siert" behoort ongetwijfeld tot die gebouwen,
welke noodig zijn om Amsterdam tot wereldstad
te maken.
Zooals ongetwijfeld de meeste Amsterdammers
bekend is zijn er vele plannen voor de
Vijzelstraatbebouwing geweest, even vele zijn er ook mislukt
en het heeft er aardig op geleken, dat ook het plan
voor een hotel op het laatste oogenblik ook nog
in het water zou vallen. ,
De architect, de Heer G. J. Butgers, die aanvan
kelijk met de opdracht belast was, is echter blijk
baar met een geweldig optimisme aan zijn werk
begonnen, want niet alleen beperkte hij zich tut
zijn eigenlijke opdracht den bouw van het Grand
Hotel," maar tevens legde hij reeds te min of te
meer beslag op de toekomstige uitbreiding, door
aan het complex heerenhuizen op den hoek van
de Heerengracht en Vijzelstraat reeds een begin
te maken met de beëindiging naar die zijde van
het uitgebreide Grand Hotel.
De zaken zijn wel geheel anders geloopen dan
de architect verwacht heeft, niet alleen dat hefc
Grand Hotel" te Amsterdam geheel van het
tooneel verdwenen is, maar zelfs de bouw van hefc
eerste gedeelte werd beëindigd onder de leiding
van een anderen architect, den heer H. J. Breman.
Ik vermag niet te beoordeelen in hoeverre dit
optimisme van den Heer Rutgers bewust misplaatst
is geweest, misplaats was hefc zeker, gezien de wen
ding, welke de zaken genomen hebben. , ,
Echter is mij toch n zaak onbegrijpelijk, nml.
hoe het mogelijk is, dat de adviseur voor de
Vijzelstraat-bebouwing, Dr. H. P. Berlage, heeft kunnen
tolereeren, dat reeds destijds werd vastgelegd in
welke architectuur het thans- openblijvende ge
deelte der Vijzelstraat bebouwd moet worden.
Als dit terrein bijv. nog tien jaar blijft liggen
(hetgeen in
het geheel.
niet onmoge
lijk is, zie
Damterrein)
zal dan na
tien jaar de
architect, die
belast wordt
met het be
bouwen van
dit gedeelte
van de Vij-.
zelstraat het
twijfelachtig
genoegen
smaken een
aansluitende
architectuur
bij het
Carlton-Hotel te
ontwerpen ?
Zal in die
tien jaar niet
veel veran
deren? Is er wel goed iets anders denkbaar als
een hotel en is dat wel juist?
Hefc zou echter onbillijk zijn om Dr. Berlage
of den Heer Rutgers voor deze misvatting verant
woordelijk te stellen, zij is slechts een symptoom
van de nog steeds geldende opvatting dat groote
gebouwen monumentaal moeten zijn, dat breede
straten monumentale gevels vragen, terwyi men
dan tevens het woord monumentaal" naar eigen
opvatting interpreteert.
DE ARCH
TECTUUR
door
B. MERKBLBACH
i
Arcliitect
Wanneer zullen de architecten gaan inzien dat
het stadsbeeld een levend iets moet zijn, dat zich
naar de behoeften van het oogenblik kan wijzigen,
waar elk punt van de stad bebouwd kan worden
met dat gebouw dat er op dat oogenblik noodig is,
zonder dat men zich het hoofd behoeft te breken
met z.g. stedebouwkundige oplossingen van
aansluiting met bestaande bebouwing en d.g.
En wat te zeggen van de architectonische vorm
geving? Is ze niet goedgekeurd door de autoriteit
op architectonisch gebied, de groote Berlage.
Als er echter n gebouw is waaraan de
noodwendige mislukking van een d.g. werkmethode met
adviseurs duidelijk zichtbaar is, dan is het zeker
het Carlfcon-Hotel!
Natuurlijk is voor den buitenstaander niet na
te gaan in hoeverre de ontwerpen in
gemeenschappelyk overleg zijn gewijzigd of omgewerkt. W\j
hebben slechts het resultaat te accepteeren en
kunnen alleen op dit resultaat onze beoordeeling
opbouwen.
De baksteen en klomp die thans als resultaat van
alle arbeid te voorschijn komt, is architectonisch
niet bepaald belangrijk te noemen. De massieve;
betonnen onderbouw, draagt een. al even
zwaarZooals het volgens het oorspronkelijke pk
wichtige, baksteenen bovenbouw. Deze boven
bouw is eveneens van beton, echter alleen
met baksteen bekleed, omdat de architect na de
entresol plotseling geen beton meer aandurfde."
Het geheele accent naar de Vijzelstraat-zijde con
centreerde zich op de overbouwde Reguliersdwars
straat, daar dit gedeelte de as" moest worden
van het uitgebreide hotel, welke uitbreiding, zooals
boven reeds opgemerkt, mogelijk nog jaren uitblijft
of zelfs geheel achterwege blijft.
Een karakterlooze erker-compositie moet ons
doen gelooven dat het geheel toch vooral groot is.
terwijl men baksteen door beeldhouwwerk tracht
te verlevendigen."
Dit alles ziet men als men in het voorbijgaan zoo
.stoutmoedig is de blikken naar boven te werpen,
nuders zal men zich moeten tevreden stellen, met
een, ongetwijfeld, veel te zware sombere arcade
bouw. i
Naar de zijde van de Munt en het Singel doet
een toren wanhopige pogingen om de situatie te
beheerschen, terwijl zijn raassiviteit ons in zijn be
langrijkheid moet doen gelooven. Deze toren was
niet geheel overbodig, want bijv. levert de
Amsterdamsche waterleiding niet vojdoende drxik om de
\ van architect Rutgers moest worden:
E TL
JU-/ JLj
gewenschte
hoogte te be
reiken,
zoodat hij o.m.
als waterto
ren dienst
moet doen.
Maar het
was geheel
overbodig
om een d.g.
monumenta
liteit te be
trachten, als
men daar
naast eens
de
Munfctoren beziet
dan rijst wel
de vraag in
welke rich
ting zich het
kunnen van
onze zgn.
aesthetisch
georiënteerde-architecten
of vooruit.
De hoofdingang, die aanvankelijk onder de
poort geprojecteerd was, maar tijdens den afbouw
omgelegd werd naar de Vijzelstraat-zijde, mist
zeker aan belangrijkheid, zoodat het erftree in
geen enkel opzicht royaal is.
Het geheele gebouw staat daar als bewijs, dat
de beste adviseurs niet helpen om tot een werkelijk
levende architectuur te komen en dat men, als inen
Het hotel voltooid
ontwikkelt, achteruit
l
m' **
- ':J*
f-+~r>
.-*?
?.'"$!*,? ?
':'!^->-:-i
r-^Ji»-???-:
»;<"?;? :'
.V-r1 j
tracht te redden wat te redden is, komt tot een
karakterlooze onzelfstandige architectuur, die in
genen deele in overeenstemming is met de maat
schappelijke en cultureele waarde van het pogen
om Amsterdam tot wereldstad te promoveeren.
In een volgend artikel zal ik gaarne op de in
richting van het gebouw .ingaan.
r
Amsterdam, 4 Juni 1929.
Nieuwe uitgaven
Mabel Collins, Licht op het pad. Een vertaling
van de Amerikaansche uitgave: Rules fromLight
on the Patfc." Een verhandeling geschreven door
het persoonlijk gebruik van hen, die onwetend zijn
van de Oostersche wijsheid en die verlangen in haar
invloedsfeer te komen. Uitgave van N.V.
Theosophisclie Vereeniging, Amsterdam.
Zes en iwlntigste jaarboek van het genootschap
AmsModamum. Uitgave van J. H. de Bussy,
Amsterdam.
Willy Corsari. Liedjes van Liefde. Om bij de
piano te zingen. Uitgave der Hollandia-Drukkerij,
Baarn.
Henri Bergson, Inleiding tot de Metaphysica,
Bewerkt door Dr. Antoon Vloeimans* Uitgave van
H. P. Leopold, Den Haag.
pp. A. H. Nijland, Hygiënische wenken voor het'
leven in Nederlandsch-Indië, 2e druk. Uitgave van
S. C. van Doesburgh, Leiden.
Brieven van een medicus-weduwnaar aan zijn
dochter. Uitgave van De Academische Boekwinkel,
Amsterdam.
Wageningen als woon- en studiestad. Uitgegeven
onder redactie van haren voorzitter door de
vereniging^voor Vreemdelingenverkeer.
1 Prof. Mr. J. A. Eigeman, Indiëen Het koninkrijk,
Een "politiek-staats-rechterlijke studie. Uitgave
van Gebr. Belinfante te 's-Gravenhage.
^L
Ijgy'^r» K
.. ..
*;r'?<'? ''?'"-;?? ??''">V-.:>-- r;-"i'i>' *?''?-?'.?'? ?'":'?'? '."-JPBfc-' 3
POLROGER&C^
LE CHAMPAGNE EN VOGUE
JAGER GERLINGS HAARLEM
v