De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 15 juni pagina 10

15 juni 1929 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

T K :| Het nieuwe draagbare PHILIPS METALIX TOESTEL stelt thans ieder medi cus in staat op gemak kelijke wijze en zonder hooge kosten ten huize van den patiënt R ntgenopnamen te maken. Waar aansluiting aan het lichtnet mogelijk is, kan nu op een een voudige wijze en zonder gevaar van dit belang rijk diagnostisch hulp middel gebruik wor den gemaakt. Prijs van het complete apparaat f 1075, PHILIPS Gebruikt onze speciaal voor dit doel vervaar digde Agfa-films, als mede onze versterkingsschermen, welke laatste de belichtingstijden nog aanmerkelijk bekorten! METALIX TO E STE L No. 2715 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 JUNI 1929 Met Van Dale uit winkelen door H. G. Cannegieter VAN Dale was met zijn zelfwerkenden wagen uit Sluis ge komen en zocht een koetshuis om zijn rijtuig te stallen. Baar hij in de stad den weg niet goed wiat en ik toevallig de eerste voorbijganger was, die er betrouwbaar genoeg uitzag om hem in te lichten, richtte hg zjjn vraag tot mij. Een garage?" peinsde ik, als nietautobezitter onvoldoende op de hoogte. Een wrevelige trek kwam op het gelaat van den voerman. Gebruik toch je moêr's taal J", prevelde hij. Maar zoodra hij uit mijn bedenkelijken blik begon te vermoeden, dat de zaak niet zoo eenvoudig was, draaide hij bij. Hij begreep, aange wezen te zijn op de vriendelijkheid van den ter plaatse bekenden stede ling en voelde zich als dorpsschoolmeester ondanks zijn Fordje in de ongewone omgeving een hulpelooze figuur. Kunt u mij geleiden?", vroeg hij, thans volmaakt onderdanig. Ik zou gaarne een gids hebben. Mijn vrouw heeft me uit winkelen gestuurd en ik weet den weg niet." Ik had den tijd en vond het avon tuur merkwaardig genoeg om mijn ochtend er aan te geven. Een klein zoon van den authentieken, pardon (vergeving ! ik verspreek me alweer !) ik bedoel den gewaarmerkt en, echten Van Dale, wiens versleten groene band me eiken dag pest, omdat woorden, die ik wil gebruiken geen Nederlandsch zijn en de Nederlandsche woorden, welke hij geeft, niet door mij kunnen worden ge bruikt. ... Van Dale Junior bleek een conversabel, och neen! natuurlijk: spraak zaam persoon en hij vertelde me onder weg allerlei wetenswaardigs omtrent zijn onsterflijken grootvader en het nog onsterflijker woordenboek. Dit moeat, zei hij, noodig een vervolg hebben, want nieuwe zaken en be grippen rezen met den dag uit den grond en voordat Van Dale er beslag op gelegd had, droegen ze al barbaarsche, on-Nederlandsche namen. Hij was met dit supplement, och neen: toevoegsel, bezig. Maar nu moest hij winkelen. Waarheen zullen we eerst gaan?" opperde ik. Mijn eerste bezoek gelde den kleermaker-lakenkoopman," antwoordde hij. Ik ben een beetje door mijn voorraad kleedingstukken heen." Inderdaad, zijn lakensche jas zag groen als de band van zijn groot vaders woordenboek. Maar een kleermaker-iakenkoopman ? Ik dacht aan den voller, ook zoq'n mystiek per sonage, die in een Latijnsche thema een rol placht te spelen. Maar het bleek, dat myn gast Peek en 'Cloppenburg bedoelde. Het vele spreken onderweg had Van Dale vermoeid. Hij zag tegen het trappenklimmen op. Wijs me de hijschkamer I" gelastte hij schoolmeesterachtig den rsten den besten bediende, die ons voor de voeten kwam. Het jongmensch keek verbluft. Uskamér?" , De bediende haalde de schouders op. Hij moet zeker bij den slager wezen of bij den poelier l", hoorde ik hem tegen zijn collega mompelen, met zijn. ijskast!" En lachend koken ze ons na, terwijl wij de lift zochten. Toen we met do pandjesjas klaar waren, en ook een gestreepte broek daarbij hadden gekocht, vroeg Van Dale om kamerkleeden te zien. Die verkoopen we hier niet, meneer," zei de winkelbediende. Dan kan ik u wel het adres geven van een goede tapijtenzaak." Maar ik heb ze hier toch in de \vinke.kast zien hangen!" opponeerde Van Dale. Ik geloof, dat u zich vergist, meneer!" Ik vergis me nooit. Ga maar eens mee, dan zal ik ze je wijzen." En we gingen weer met de hijschkast omlaag. O, maardatiseenchambercloack!" merkte, met een angstigcn blik naar . Van Dale's hersenkas, de bediende op. U sprak toch van oen vloerkleed, als ik het wel heb?" ,,U hebt het niet wel! Kamerkleed heb ik duidelijk gezegd. Meneer hier zal het getuigen. Nietwaar, meneer?!" Schroomvallig, want de vergissing van don winkelbediende billijkend, gaf ik toe. ,,Ja, maar ik kan toch ook niet weten, dat u een chambercloack een kamerkleed noemt !" verdedigde zich de bediende. Is er nog moer van uw orders?" Ja, een voorjaars- en najaarsjas. Van gemaakt goed." Weer keek de bediende, of hij het in Sluis hoorde dondei;en. Gemaakt goed? Ja, dan zult u bij Jaap in de B reestraat moeten zijn." .We gingen naar Jaap. Het was druk in de nauwe winkelstraten en het A*erkeer maakte Van Dale nerveus. Loopt u toch op de kleine steentjes'1, vermaande hij mij. Ik liep op de kleine steentjes, want de straat waar Jaap woonde, was nog van ouderwetsche straatkünkers. Mijn vriend had ik de groote, gemakkelijke tegels van het trottoir aangeboden. U loopt daar gevaarlijk. Hier op de kleine steentjes bent u voor elke aanrijding gevrijwaard," drong mijn vriend nogmaals aan. Aha! nu begreep ik. De kleine steentjes zijn voor Van Dale de groote tegels van het trottoir, excuus !, van het voetpad. Een voorjaarsjas 'en een najaars jas ; dat zijn dus twee jassen," zei Jaap. Neen, 't is n jas", verbeterde Van Dale. Een jas, die men zoowel in 't voorjaar als in 't najaar gebruiken kan...." Dan moet u een demi-saison nemen!", zei Jaap. . Die bedoelt Meneer ook!", souf fleerde ik. Oh!" zei Jaap, .?Demi-saisons bij de vleet!" Hebt u ze van gemaakt goed?" vroeg Van Dale. , Voor wat zou ik ongemaakt goed hebben? Wat heet ongemaakt goed? Alle goed is toch gemaakt? Maar voor wat zoudt u zich ? een demi-., saison laten maken? U hebt een gewoon figuur; u kunt best confectie dragen !" Dat bedoelt Meneer juist!'" fluis terde .ik. .Jaap bleek van alles te hebben. Mijn vriend kocht er een regenscherm en een huisjas, door Jaap aangeduid als: kwandufeü. Toen vroeg van Dale om pols-, boorden. Wat, woudt u een boord om uw pols?'."Maar ineens snaptq Jaap de mt>p en hij sloeg zich op d« knieën van 't lachen. ' Is-'t-ie-good ! !" bulderde jüj, terKLAPPERBOOMEN Tekst en teekening door J. G. Sinia Een slanke rechte zuil. welke zich onvertakt tot 20 a 30 M. verheft en bekroond icordt dooreen pluim altshet ware van lange vcervormiye bladeren, zoo is het algemeen type van den klapper- of cocosbootn fcocos nuciferai. ,..Ve< een rayebol" icerd ml j itns door iemand in Indiëbeweerd. Ery yrappiy wel, maar niet ery juist, icant tusschen een rayebol en een klapperboom is, uit een schóonheidftooypunt bekeken, toch noy teel eeniff verschil, zooals mijn plaatje, tuiar ik hoop, ook aantoont, al moet men dit noy maar als een zwakke poyiny beschouicen om iets van het ooybekorend ticheel iccer te ycven, dat een yroep dezer aristocraten onder de palmboomen kati bieden. Het yroote nut, hetwelk de klapperboom den Inlandcr biedt, is te overbekend om hier noy iets daaromtrent mede te deelen; de Europeesche industrie trekt voornamelijk profijt van de vezelstof, waarbinnen de noot besloten is en het yedrooydc iTuchivleesch van deze laatste, de zyn. copra. wijl hij Van Dale met zijn korte vin gertjes in zijn buik prikte. Een manchet! Een manchet noemt-ie een boord om zijn pols!" We gingen nu in een winkel met linnengoed. Lingeries," stond er boven de deur. Van Dale vroeg om een tennishemd. Sport is uen noodzakelijk tegenwicht tégen het 'schrijven van woorden boeken. De winkeljuffrouw, schoon een mo dern meisje, kreeg een kleur. ..Meneer wil toch niet in zijn hemd tennissen?", waagde ze op te merken. ,,Ik zou maar liever een shirt nemen '." Kunt u mij," vroeg Van Dale na dezen koop onvervaard verder, aan een keurslijf helpen voor mijn vrouw? Haar maat ia...." ^.Keurslijf! ?" Maar nu werd de juffrouw inderdaad boos. Meneer," zei ze bits, we zijn een serieuze zaak en geen verhuurderij van tooneelcostuums. Woudt u er misschien ook een hoepelrok bij? !" Eerst nadat ik haar woede met de vertaling?corset" had gestild, voldeed zij aan het verlangen van haar zonderlingen klant. Nou hoor!" bromde hij, zoodra hij den winkel verlaten had, .?die juffrouw heeft geen aanvalligheid!" Neen, charme heeft ze niet!" verbeterde ik. Vrouwen zijn lastig," ging Van Dale voort onder 't wandelen. Ze heeft me nog opgedragen, bij een kapper naar de kosten van een haarbad om inlichting te gaan en een betrouwbare handverzorgster te zoe ken. Ook moest ik een fleschje, reuk water meenemen. Dit zullen we in een kramerijeri-winkél goedkooper kun nen, krijgen dan bij den kapper," ver onderstelde hij. Hebt u nog veel boodschappen?", vroeg ik. Eerlijk gezegd word k moe en !t is trouwens tijd voor d« lunch." Vindt ge goed, dat we vóór het noi'ixmoal nog even bij den gezoridh<iidHwerktuigenwink'jl)er aanloopen? Jk heb laatst een stortbad met watervenvarmer bij heui gekocht en ik heb. niettegenstaande hij mij een jaar waarborg gegeven heeft, reeds eeu herstelling gehad. En dat, terwijl ik baar heb moeten betalen. Maar als ik bij hem klaar ben. noodig ik u als mijn gast bij een suikerbakkei>pasteibakker-ijsr« nnnbereider. Of misschien is hier in de buurt wel 'een. winkel in snoeperijen. waaraan een noeiizaal verbonden is... . " Inderdaad vonden we een derge lijke gelegenheid. Wat mag ik u aanbieden?" vroeg mijn gastheer. Laten we .ginder in de broeikast gaan zitten, daar hebben we een aardig uitzicht." Woudt u in de serre geserveerd worden ?".interrumpeerde de juffrouw, die al klaar stond om de bestelling op te nemen. Van Dale begreep niets van 'de spijslijst. ? Ik heb honger gekregen," zei hij, en een stevig hapje zou mij bevallen. Hebt u geen brood met geklopte , eieren en ham, juffrouw?" U zoudt roer-eierenkunnen nemen, meneer." Mijn zittend leven," biechtte Van Dale, toen we zonder ongelukken een paar spijzen hadden verorberd, be schikt me voor tot hardlijvigheid. Daarom pleeg ik mijn maaltijden steeds te besluiten met een paar beschuitjes niet vruchtendril." Nadat ik, ook hier weer als tolk fungeerend, de juffrouw aan het verstand had gebracht, dat Meneer jam bedoelde, en ik'haar onverstand had gecorrigeerd met de verzekering, dat Meneer onder het sneedje koek," dat hij bestelde, noch Deventer, noch Verkade, noch Groninger koek op het oog had, maar eenvoudigweg hetgeen de juffrouw en ik als cake" plegen te betitelen, moest ik haar {redjld nogmaals op de proef stellen, toen ze zijn bestelling fijn brood" beant woordde met een zeer dun gesneden plakje wittebrood zonder korsten. 't. Had pain-de-luxe moeten wezen !", .fluisterde ik in het lieflijke oorschelpje. ' i f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl