Historisch Archief 1877-1940
GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 JUNI 1929
No. 2715
No. 271$
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 JUNI 1929
STETSON
-
HATSN.V. J. S. M
Q r« ? t ? t ? keuze.
U WSEN'S
STITSON»
BOEKBESPREKING
door Prof, Dr. J. Prinsen J.Lz.
C. f)i J/. Sch'irien?.-Inimfr, De \ar uit de
Maremmen.II, 3//j voor Goede en goedkoope
lectuur, Amsterdam, 1028.
Dr. 31. 3/ecs?-Vericey, De beteekenis van
Joïtannea van Vloten, een bibliographie
met inleiding, C. A. Mees, Santpoort,
1928.
Het is niet onmogelijk, dat dit tweede deel van
den Nar uit de Maremmen het beter doet, als
het gedragen wordt doov het slot, het ..positieve
antwoord." Nu lijkt het nog wel wat slap en mat
tegenover het eerste. En dit zit natuurlijk niet
in het verschil van stof: het zuivere, vrije leven
in de natuur, de felle oerkracht der Maremmen
tegenover het gistende leven van verderf en
óntnavdïng in de stad, in een maatschappij, die zich
verdwaast in wuft vermaak en ijdelheid. Het
zit in den toon der voordracht zelf; ik voel in het
geheel den levenden scheppingsdrang niet trillen;
de fleurige lan van Massano lijkt me hier ietwat
verwelkt.
Natuurlijk, ieder kunstwerk moet goed doordacht
zijn in zijn structuur, maar men voelt hier te veel
het doordachte en overwogcne. Het hinderlijke in
Heyerman's voortreffelijk werk is, dat steeds een
zijner helden de propageerende Heyermans zelf is.
Dit hebben de Schartens zeer terecht willen ver-r
mijden. Als overtuigde fascisten zochten zij naar
het objectieve beeld van het leven tijdens de wor
ding van het facisme in Italië, en dat hebben ze
bereikt voor zoover ik het beoordeelen mag.
Doch heeft de vrees voor den schijn van propaganda
de rustige, onbekommerde uitbeelding in schoon
heid misschien belemmerd? Zijn ze steeds te bang
geweest om zich te laten gaan, zijn ze te zeer be
zorgd geweest om ieder het zijne te geven en heeft
zich dit gewroken in het werkelijk levende van hun
boek, de frissche gaafheid?
Ik zou dezen mijn totaal-indruk natuurlijk graag
bewijzen, doch bewijs maar eens in tastbare aan
schouwelijkheid, wat [als een vaag, ongrijpbaar
geluid door het geheel gaat. Wat geeft het als be
wijs voor het geheel, als ik hier "twee, drie passages
overschrijf i die ik als slap en onecht voel. Alleen
in een zeer uitvoerige ontleding en bespreking zou
ik misschien iets overtuigends kunnen bereiken,
maar daarvoor is hier geen plaats. Nu zie ik er
? geen kans toe en ik schrijf mijn algemeen oordeel
dan ook aarzelend neer, temeer, daar ook in dit
boek prachtige brokken zijn aan te wijzen. Een
boek van de Schartens blijft altijd belangwekkend
en zeer leesbaar.
De oude schilder Rcnato Focardi, de
natuurmensch uit het rustige, vrije buitenleven komt te
staan midden in de pijnlijke valsche schittering
van het stadsleven, in het leed, dat hem kwelt in
het oppervlakkig bestaan van uiterlijk vermaak,
valsche weelde, onbezorgde luchthartigheid zijner
zoons, die hier heel hun stand vertegenwoordi
gen; in de diepe, ontaarding van het lijdende
mindere volk, uitgebeeld in den roofmoord"
(ja, hoe komende Schartens tot het aanvaarden
van dit ?weerzinwekkend germanisme!) van den
zoon'zijner hartstochtelijke, in haar kinderlijke
liefde zoo gruwelijk gekwelde werkvrouw. Er komt
een oogenblik dat ook de rustig beschouwende en
overwegende Henato zich niet beteugelen kan en
hij buldert los tegen zijn zoon: Dat vervloekte
gedans tegenwoordig, het lijkt wel een manie van
idioten ! Weet je wét het is? Het is een doodendans
bovenop deze door en door verrotte maatschappij
.... Ga naar welke comedie je wilt.... het grappi
ge overspel, de geestige echtbreuk, de chique"
onzedelijkheid. Ga naar een revue of operette,
en kijk met wat voor middelen de mannen geprik
keld moeten worden! Die vrouwen zien er uit als
kannibalen ! Al maar naakter, en al maar
barbaarscher. Alles is zenuwzieke zinnelijkheid; ver
fijning, die op enkel grofheid uitloopt. De zuivere
liefde versmoort in het loszinnig plezier. Durf
eens te zeggen, dat het niet waar is t Hazardspel!
Dronkenmansfeesten! Auto-razernij ! En dansen !
Dansen! Jullie danst op het graf van je liefde!"
Heel dat leven in al zijn geledingen van hét
vermoeide, lijdende, genotzoekende, opstandige
Florence en Italiëvan na den oorlog teekenen zij,
en soms voortreffelijk.
En daar klinkt dan tusschen door dat eerste
jonge, krachtige geluid van de aristocratische
Bartolucci's, hun vaste overtuiging, hun onover
winlijk geloof in tucht en orde, in een gezonde re
constructie van heel de samenleving, in frankheid,
onverbiddelijke eerlijkheid en trouw aan een verhe
ven ideaal van een modern Italië.
,,Ik heb me om die dingen nooit veel bekommerd,
daarginds in Massano" zei Renato. Alles sprak
daar meer vanzelf...." Aantrekken doet dit
alles den oude wel in zijn jonge vrienden', die hij
waardeert en liefheeft, maar tot een krachtig mee
leven komt hij niet. Hij gaat terug naar zijn
Massano in afkeer van heel den weerzinwekkenden
warboel en vooral in het besef, dat voor hem, den
oude, de tijd gekomen is om zich niet meer in een
nieuwe extase van teederheid en liefde te
verdroomen.
Flavia is een mooie figuur in dit boek. De
Schartens hebben hun tegenstellingen goed over
dacht en berekend. Zij is de rust, de toewijding,
de fijne verteedering in deze wereld van onrustige,
wilde bewogenheid. Mooi, in den echten ouden
toon der Schartens is o.a. de eerste kennismaking
met Flavia in Pitti bij Het Witte Paard.
Men heeft beweerd, dat de vrees voor het fas
cisme in Holland de oorzaak was, dat dit boek niet
bepaald direct van alle zijden met geestdrift werd
begroet. Ik kan mij dit moeilijk indenken in een
land, dat steeds heeft opengestaan voor alle
leeringen, voor zoo velerlei politiek en geloof. En
dan nog ! Het boek zal hier heusch geen kwaad
stichten, integendeel. Veel van den innoud is ook
hier toepasselijk en leerzaam. Maar ik blijf buiten
politiek. Van de politiek van den dag wensch ik
geen verstand te hebben. Doch zoo oppervlakkig
gezien lijkt me de tyrannie van n energieken,
genialen kerel, den verlichten despoot als men wil,
wel minder hinderlijk dan die van de brute massa.
Doctor Johannes van Vloten was eenigermate
op den achtergrond geraakt in het besef van het
groote publiek, dat zich ten onzent > om onze
geestelijke waarden bekommert, onder de krach
tige kritische geesten, een Bakhuizen van den Brink,
Potgieter, Huet, Multatuli, die onze geestelijke
opleving omstreeks tachtig hebben voorbereid en
mogelijk gemaakt. Of liever men heeft hem steeds
van den voorgrond weggedrongen. Zijn bijzonder
luidruchtige toon, zijn strijdlustig en ten opzichte
van zijn tijdgenooten fel kritisch karakter hebben
hem tijdens zijn leven, niet de.erkenning van zijn
waarde doen toekomen, die hij zoo ten volle
verdiende. Zijn woeste werkijver, zijn onleschbare
speurlust hebben hem somtijds tot een te snel
tempo gedwongen in de voortbrenging van zijn
massa's werk, dat bij een meer rustige en bezadigde
studie zyn slachtoffers niet in de gelegenheid zou
gesteld hebben hem van oppervlakkigheid en
veelschrijverij te beschuldigen. ?
Onder dien doem dreigde van Vloten langzamer
hand schuil te gaan achter de rijen der onmiddel
lijke scheppers van onze moderne cultuur, al grijpt
ook thans nog litterator, historicus en wijsgeer
gretig naar verschillende zijner studies, waarmee ,
. hij in zijn dagen een pionier ia geweest.
Het is de groote verdienste van Dr. Mea
Mees?Verwey al het waardeerbare in haar
grootvader en dat is veel en velerlei, eischt de
dankbaarheid van het nageslacht in het licht
harer kennis en, liefde in volle kracht te doen
uitkomen.
Het valt niet te ontkennen, Van Vloten had
karaktereigenschappen, die hem in de buitenwereld
voor zijn tijdgenooten niet beminnelijk maakten.
Ten deele sproten zij.uit drang naar eerlijkheid en
VAM HELLES
? TABAK»
IS KWALITEIT
waarheid. Maar hij was uiterst prikkelbaar. Ook:
als enkel zijn eerzucht en heerschzucht beleedigd
waren, kon hij heftig te keer gaan, bitter en scherp
zich onverbloemd uiten. En hij miste daarbij de
genialiteit in den vorm, die bij een Multatuli
zooTeel deed vergeven. Doch hoe dikwijls was hij ook
in deze zijn natuurlijke gestalte des geestes, de edele,.
onverbiddelijke strijder voor wat voor hem enkel
de zuivere, eenvoudige waarheid was, zoowel in.
het kleine als in het groote. Of het 't al of niet
omhakken van een boom inde stad, waarhij woonde,
betrof of de meest diepgaande wetenschappelijke
studie, ons oude drama, ons middeleeuwsch proza,.
onzen opstand, Spinoza, hij was immer de onge
naakbare, strenge strijder voor de waarheid en zijn.
recht, zïjn betoog was zonder omwegen, recht
streeks op den man af; zijn slagen striemden zijn.
tegenstanders om de ooren.
Mevrouw Mees zag vooral het goede en
grootsche in haar held, het streng logische, het
warmmenschelijke, het robuust baanbrekende, zijn
diepekennis, zijn veelzijdigheid, zyn onverbiddelijke!!
waarheidszin zonder aanzien des persóons of aan
dacht voor maatschappelijke vormen. Om bij
zooveel licht de noodige schaduw te geven,
maaktezij slechts matig gebruik van de donkere verven.
die daarvoor voor de hand lagen. Dit kan
voorloopig, na de verguizing, die Van Moten veelal
ten deel viel, geen kwaad.
Wij mogen haar dankbaar zijn, dat zij een eind
gemaakt heeft aan de geringschatting, die in Van
Vloten slechts een onverbeterlijken, feilen nijdas.
zag, een slordig en oppervlakkig veelschrijver over
alles en nog wat, die zich zelf in zijn onkunde soms.
gruwelijk blameerde; dat zij ons heeft aangetoond.
op hoe velerlei gebied hij een zoeker en vinder van.
nieuwe wegen is geweest en werk heeft nagelaten,.
dat zijn waarde behoudt voor altijd en waarop met
succes kon worden voortgebouwd.
Bezoekt de Hollandsche Badplaatsen.
In het vootsalioen tot 15 Juli Mar verminderd tarief.
ZAND VOORT:
HOTEL D'ORANGE en
HOTEL DRIEHÜIZEN"
WIJK AAN ZEE:
BADHOTEL en
ZEE-DEPENDANCE.
Nieuwe uitgaven
Henri Béraud, Mijn vriend Robespierre, ver
taling van John Kooy. Utrecht, W. de Haan.
C. F. van der Horst, Het boek der Helden. Uitgave
W. de Haan, Utrecht.
De schrijver beschrijft in dit boek de figuren.
en geschiedenissen van Odysseus, Siegfried,
Cuchulain, Tinn, Beowulf, Rusten, Roland, De Cid
Herenard, Robin Hood, Prins Marko en Willem
Teil. Het boek is voortreffelijk geïllustreerd met
prachtige zwart-witte en gekleurde teekeningen
van Anton Pieck.
G. Prezzolini. Het leven van den Florentijtt
Nicolo Machiavélli. Vertaling van Louise J. van
Everdingen^ Uitgave W. P. van Stockum en Zoon.
's-Gravenhage,
Op de Boerderij. Knippen, kleuren, opzetten.
Tweede druk.
Hét Poppenhuis. Knippen, kleuren, opzetten.
Uitgave van Goor Zonen, Gouda.
Marie van Zeggelen, Het Zeeroversjongetje, vierde
druk. C. B. van1 Goor en Zonen, Gouda.
Casper .Höweler, Inleiding tot de Muziekgeschie
denis, ing. ? 4.75, geb, ? 5.75, 2e herziene druk.
Amsterdam, H. J. Paris.
NOÖRDEINDE 162
TOEGEPASTE KUNST
door Otto van Tussenbroek
Reclame-Uitgaven
Voor het boek van Sam. Goudsmit: Jankef's
Jongste" heeft Chris Beekman in opdracht van
Em. Querido's Uitgevers Maatschappij een winkel
biljet op steen ge teekend. De kleuren zijn omber,
geel, rood en blauw.
Op het eerste plan ziet men tegen een kade met
huizen en daarachter op spitsende kerktorens een
met droomerig-droeven blik neerstarenden knaap,
als beeld van verlatenheid.
Het gegeven is meer picturaal dan decoratief
opgevat. Er is iets boeiends in de wijze waarop
licht en donker worden verdeeld en in de gansche
compositie, maar het is alsof Beekman eigenlijk met
de letters geen raad wist. Dat is zoo de veel-voor
komende, gewone moeilijkheid, want ook ditmaal
werd er helaas geen eenheid bereikt. De belettering
zwemt" volkomen.
Het behoeft eigenlijk geen betoog dat deze,
wil zij eene" onverbrekelijke eenheid vormen met
de figuratieve voorstelling, daarmede geheel en
al moet aansluiten, waardoor bij den beschouwer
onwillekeurig den indruk wordt gewekt, dat bij den
eersten opzet reeds alles aldus (en niet anders dan
zóó) door den ontwerper gezien werd....
Immers bij een werkstuk, waar dit laatste het
geval is kan de belettering niet worden weggelaten
of veranderd zonder het totaal als een kaartenhuis
ineen te doen tuimelen !
Dat is bij Beekman's biljet niet het geval;
immers men kan de zich daarop bevindende woor
den gevoegelijk verschuiven of verplaatsen zonder
schade aan het ontwerp,, als zoodanig, te berokke
nen.
Niettemin is de Nederlandsche affichekunst
er inderdaad mede gebaat, wanneer uitgevers
nieuwe boekwerken aldus aankondigen, waardoor
dus niet alleen aan de kunstenaren van het woord,
maar ook aan de beeldende kunstenaars goede
kansen geboden worden hunne talenten ten
algemeenen nutte dienstbaar te maken.
Ken fraai typografisch biljet
Door J. W. Veltman is voor eene tentoonstelling
van werken door H. Jelinger te Heerlen een letter
biljet gecomponeerd (met groote zorg, onberispelijk
afgedrukt in zwart en rood op crème-kleurig
Ingres-papier, door Leiter-Nijpels te Maastricht)
dat weliswaar geen neiging tot nieuwe Vondsten
toont, doch niettemin opvalt door een bijzonder
beschaafd uiterlijk.
Door het op doeltreffende manier, afwisselend,
bezigen van diverse corpsen en lettertypen; door
een zeer zuiver afwegen van het quantum zwart en
rood in onmiddellijk verband met het blad-kader,
dus door het bereiken van een volkomen evenwicht
tusschen ' het bedrukte en onbedrukt gebleven
oppervlak van het papier, doet de ontwerper zich
kennen als een man van fijnen smaak, begaafd met
intuïtie Vóór de vele mogelijkheden der nobele
drukkunst.
Reclameboekjes door Machlel Wilmink
In een tweetal keurige reclame-boekjes (in
oblóngformaat) prijst de ontwerper Machiel Wilmink (op
niet al te bescheiden en in elk geval voor onze
Hollandsche gevoelens haast wat al te
Amerikaansche manier) zijn eigen' werk aan, door daarvan met
aanbevelenden tekst afbeeldingen te geven evenals
van zich zelf,
Maar dit alles doet aan de boekjes, als zoodanig
als typografisch .verzorgde werkstukjes niets af,
waarvan het eene in een omslag van Celesta Carton
Chamois met binnenwerk in Lineweave
textcrême en het andere in dof zwart met goud en rood
bedrukt Eveka-omslag niet binnenwerk van Celes
ta-grijs, Inferno-geranium n goudpapier (men zou
zoo zeggen: zelfs de papierfabrikanten zijn dichter
lijk geaderd in onze dagen!) werd uitgevoerd^,
terwijl de druk zelve berustte bij de Drukkerij
Vada" te Wageningen. ?
De positie der Engelsche Liberalen
Teékening voor y)de Groene Amsterdammet** door L. J. Jordaan
Lloyd George aan lager wal of van kampioen tot ballenjongen
MUZIEK
door Constant van Wessem
[Ma het eeuwfeest van Toonkunst"
MET f eestconcerten, die tevens een machtige
demonstratie werden van haar kunnen, met
toespraken, boottochten en zelfs een revue heeft
de Toonkunstafdeeling Amsterdam haar honderd
jarig bestaan gevierd en ons meteen nog eens de
volle beteekenis tébinnen gebracht die dit koor,
dat terecht onder de beroemdste van Europa
meetelt, voor ons muziekleven had en heeft. Men
is zoo gauw geneigd om datgene, waaraan men
gewend is, als vanzelf sprekend aan te nemen. Het
Toonkunst-koor zingt nu eenmaal voortreffelijk;
waarom zingt het niet mér werken, die van onzen
tijd zijn, waarmede wij graag eens zouden kennis
maken? Zoo peinst de ontevreden modernist.
Inderdaad, de grepen, die zoo nu en dan uit de
.nieuwere müzieklitteratuur worden gedaan, verra
den niet steeds een gelukkige hand: Glocken"
van Ifachmaninoff, Magnificat" van Saminsky
liggen ons nog als teleurstellingen in het geheugen.
Daartegen verleenden kleine ensembles uit het
koor gevormd belangrijke medewerking bij de uit
voeringen van .modernen op de programma's van
het Concertgebouw. Graag hadden wij van Toon
kunst eons de Chocphoren" van Milhaud ge
hoord, dat een der belangrijkste werken op dit
gebied van de laatste jaren is. '
Doch hoe het ook zij, wij hebben Toonkunst"
eor on dank te brengen voor het vele eminente, dat
zij reeds, vooral onder leiding van Mengelberg,
presteerde. Mot Mengelbei-g, die het koor op zijn,
tegenwoordige hoogte voerde, is het als vergroeid,
Zenuwachtig, Overspannen
en Slapeloos
Mijnhardt's Zenuwtabletten
zullen Uw zenuwen-kalmeeren' en sterken en
Uw slapeloosheid verdrijven.
Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.
schijnt het polsslag en ademhaling te deelen,
diens muzikale intenties volmaakt uit. te drukken.
Met Mengelberg aan het hoofd viert het ook zijn
grootste triomfen. Standaard-uitvoeringen als
Beethovens 9de, Mahlers Sste, Bach'a
Mattheuspassion zijn ten slotte Mengelberg's werk; wat hij
uit dit koor haalt heb ik nog van geen ander
gehoord, en men denkt wel eens wat dit volmaak
te apparaat zonder zijn grootste bespeler ooit zal
beginnen, waar het zoozeer afhankelijk is van den
aard van de leiding....
Na een feest van klank, na een roes van gezongen
jubel: Beethoven's Ude, Diepenbrock's Te Deum
een f ij iie intentie om met dit werk ook vroegeren
glorietijd te herdenken Mahler's 8ste symphonie,
gaat het muziekleven weer voort en ook
vooiToonkunst ligt nieuwe arbeid gereed. Zullen wij
de Choephoren" krijgen? Of blijft men op den
ouden, soliden roem teren? < '