De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 15 juni pagina 7

15 juni 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

PARIJSCHE AA^TEEKENINGEN Ratapoil Boetseer studie van H. Daumier WAS het niet Jean-Paul, die den humor ..Das umgekehrt Erhabene" noemde, aldus een wilden gooi doend naar de definitie van een der moeilijkst definieerbare begrippen ? Er zijn na hem vele commentatoren opgestaan van wier uitspraken de po pulaire ..hu-h en t vaan" ht't hardiiekkigst wist ti> beklijven een afgrij selijke platitude overigens, die ik warm in (.'harivarius' belangstelling aanbeveel. Intusscheii op welk niveau men zijn humor zoeke. geen sterveling zal zonder teleurstelling en verbazing dezen ..Salon dVs Huiimristes" \ erlateii. Want wel zelden heeft een krampachtige poging om ..humoris tisch" te siijn, zoo radicaal gefaald als deze tentoonstelling* Ziehier een expositie midden in het klassieke land van den esprit, door de officieele organisatie van de geestigste kunstenaars der wereld onder het eritisch oog van een internationaal publiek gebracht en waaraan niet temin vrijwel alle humor vreemd is. Men vraagt zich min of meer ontdaan af. waar het verantwoordelijkheids gevoel van mannen als Forain, Faivre, (,'arlègle en Poulbot bestuursleden der vereeniging en organisatoren dezer tentoonstelling mag hebben ge scholen, toen zij deze beneden-peilsche prentverzameling aan de publieke belangstelling prijs gaven. Immers men gaat niet naar een expositie van de Sociétédes dessinateurs humoristes" als naar een gewone schilderijtentoonstelling, met haar meevallers en teleurstellingen. Men verwacht van Fransche teekenaars een feest van zwier, geest en sentiment naar groote en aloude traditie. Xu kan men over het nut en den zin van dergelijke exposities van meening verschillen. Mij persoonlijk is het nimmer duidelijk geweest, door L. JMORDAAN Salon des Humoristes" Feest te Doom. Teekening van A. Duboüt Zij} die vergeten werden: Op den laf sten!" waarom satyrieke en humoristische prent kunstenaars, die vrijwel uit sluitend voor reproductie in peri odieken werken, hun arbeid, opgesierd .door een kleurtje en netjes ge ncadreerd nog eens te kijk stellen. De teekening van dien aard is. krachtens haar doel, bestemd te midden van de typografie der kranten en tijdschriften haar gansch bijzondere werking te verrichten en het strijdt, zou men' meenen, met de eenvoudigste arti stieke logica deze bestemming te forceeren en te ontkennen. Maar het standpunt van de exposanten eenmaal aanvaardend, mag men toph minstens verwachten, dat zij representatief zij. En het is deze laatste overweging, welke ons met benauwenis des harten doet bepeinzen, wat er van de eens zoo glorierijke Fransche prentkunst mag zijn geworden. P Het is karakteristiek, zoowel voor den aard als het peil der tentoonstel ling, dat het meerendeel der expo santen tot den uitgebreiden staf van ..Le Rire" behoort. Men kan er zich met deze wetenschap op prepareeren. dat het gebodene vóór alles aan den frivolen, om niet te zeggen schuinen kant is. DéFranschen hebben daar voor den verontschuldigenden term ..galant" uitgevonden maar. lie ve hemel, hoe ver staat dit soort Gallische lichtzinnigheid af van de galante teekeningen van een Gavami of een Willette! Het is een overstel pende uitstalling van de platste. onnoozelste erotiek?zwenkend van het pornogram naar 'den spiegel winkel. Van den perversen K hnBegnier naar den gelikten Icart. Afdeeling na afdeeling gaat men door, zonder iets anders te zien dan piquante déshabillé's en zijden-kousenbeenen en het is alles duizelingwekkend ver velend en au fond onzegbaar kinder achtig. Waar bleef de luchtige, sier lijke frivoliteit van een Carlègle de brandende, infernale erotiek van een Félieien Rops? Waarachtig?het is tenslotte een verademing te stuiten op den drastischen en geenszins fijnen teekenaar-a-la-mode Pol-Rab, den schepper van Kic et Rac, chiens modernes". Zeker wat deze hondjes door hun gevaarlijk-lage positie waar nemen, gaat maar al te vaak over de grenzen van het gewaagde en grappen als Et dire qu'il la croit blonde!" waarvan zich de pointe beter raden dan omschrijven laat» behooren zonder twijfel op een heeren-diner thuis. Terwijl de aardigheid van Ric et Rac voor de arm-looze Venus van Milo met de vraag: Comment faisaitelle pour se gratter?" niet veel béter dan een kazernemop is. Maar PolHab is in ieder geval origineel en ontegenzeggelijk vindingrijk en zijn ruwe; bon-mots doen temidden van al die' tamme* rose poppetjes wel dadig aan. . l, Zoo zijn er enkele inzendingen meer, Palais de Glac die de aandacht een oogeiiblik kunnvasthouden. Daar zijn de veteranLéandre en- Poulbot (van Forain z. ik slechts een schilderstudie) de eers-t met zijn prachtige ruige portrt charges, die ver boven het gewon. ..Rire"-peil uitstijgen de laatste m d zijn losse, vloeiende en toch zoo ledige kinderkrabbels. Met een ervji: zijn wij plotseling uit de ijd« .,Folies-Bergère"-sfeer weg en opj. heven tot de goede, oude ?ocin satyre de bloedige felheid en hei ?taan, waardoor een nietig figuurtje 'iclitbaar wordt.... ,,"ünencaisseur ? ?st signalül" En dan volgt weer blootigheid a liscrétion.... of zoo men wil: indisi'étion; eindelooze rijen naakte en talfnaaktu juffertjes vieux-marheurs met afgehakte bretels on vette, 'trutale bordeelhoudsters alles in ^tupide eentonigheid. Sommige zijn van ?ien bijschrift voorzien, dat een piluant grapje poogt te wezen, maar de meeste staren u aan als béte gezegt ons dat het -niet de ware is? Nog steeds de ware is, alleen maar verstikt en onderdrukt door het inter nationale snobbisme ??doch immer levend en gistend en mousseerend, in spijt van alle Salons des Humoristes? ,,. .. .des Hntnoristes l" Ric et Rac (Pol-Rab) Je reinste Glozel ?"Jfj wijde mededoogen van een Steinl-n. Een sentimenteel bourgeois-echtpj a: dat zich met tranen in de oogen o- ei' een verdwaald schoothondje bui;:t.l zonder op de gore ellende-kinderi ,<?< te letten, die er omheenstaan.. .,( li! Le pauvre chéri l"0L* De overig» ns nogal onbeduidende Paul Irite \ H rast door den woedenden hoon in '/ in prent Le drame silencieux'V ? film-opname van de kruisiging, n als onderschrift de uitroep van cl regisseur: La tóte plus a gauche et souriez, nom de dieu, soiiriez!" De knappe, vlotte teekeningen v.mj Albert Guillaume en de ietwat stijv» ? «1 van Henri Gerbault brengen ons w» r| op den beganen grond van de caf bar en den theaterfoyer terug, ter wijl tenslotte het uitvoerige, niet"on geestige werk van ' Pierre Dubout, dat echter voor onzen Raemdonck onder doet, treft door goede ideeën en "puntige bjjschriften. Zoo is daar van hem een prent: Marseille" een uitgezochte keur bende van filou's, ' die gewapend met hamers, messen, knotsen en ander moordtuig, voor een poort en haie f Palais de Glac Catalogus-vignet zichten, met open monden, die niets zeggen. * * F. Het middenpaviljoen is gewijd aan den grooten Daumier. Een honderdtal litho's en Wat beeldhouwwerk van dezen reus onder de caricaturisten siert er de wanden. De indruk is verpletterend na de geesteloqze impotentie, welke u allerwege omringt. Groot is alles aan dezen geweldenaar: groot zijn allure groot zijn conceptie groot zijn eenvoud. Vooral dit laatste dringt zich als een bittere waarheid op temidden van dit jonge Frankrijk, dat zijn humoristisch heil moet zoeken in schuine onderschriftjes en ge niepige woordspelinkjes. Zijn lach is daverend, als van een Balzac zijn grappen simpel, als van een kind. Wat dunkt u van een litho als: Le voisin désagréable", een lastige,, rockende buurman meer niet! Of van zijn bekende Ratapoil t Casmajou?" Waarlijk djt is wel een andere esprit gaulois" dan de mqrbide genius der boltes" en maisons". En wie Nieuwe uitgaven Fnedrich Hebbel, door Dr. C'. J. Wijnaendts 'Francken. We-. reldbibl. 1929. Noch de wijze waarop J. Sadler in Fr. Hebbel, Ein psychoanalitischer Versuch, noch die waarop Dr. Wijnaendts Francken een beeld van den dichter tracht te geven, kan mij be koren, hoewel beide beschrijvings methoden zoo ver mogelijk uiteen lig gen. Per slot van de rekening geloof ik, dat de studie van Dr.Wijnaendts Fran cken toch nog de beste resultaten opge leverd heeft omdat geen enkele zijner meeningen speculatief is en hij niet via riskante en af en toe ietwat onbeholpen redeneeringen tot die meening geraakt. Een nadeel is echter.dat zijne meenin gen over Hebbel zeer gering in aantal zijn. Hij heeft er zich namelijk toe bepaald zoo nauwkeruig mogelijk de inzichten des dichters over drama turgie, godsdienst, wijsbegeerte, hu welijk, de vrouw en de liefde te citeeren en in leesbaar verband te brengen. Hebbel meer karakteriseeren dan door inhoudlooze uitdrukkingen als rijkdom van gedachten, diep te van gevoel, diepzinnigheid van inzichten" doet hij nergens. En dit was toch .zijne taak geweest. De werkelijk met zorg verzamelde meeningen des kunstenaars worden nergens samen gevat tot een scherp omlijnd beeld. Nergens wordt er eene behoorlijke poging-gedaan den mensch Hebbel uit zijne werken af te leiden of uit biografiën samen te stellen of te bepalen in vergelijking met tijdgenooten. En de sporadische pogingen om dat wel te doen zijn onbeholpen en uit een psychologisch oogpunt bezien hul peloos. ' Men bouwt een menschenziel niet op door hare onderdeelen naast elkaar te plaatsen, men moet haar in zijn eigen innerlijk herleven. Met deze maatstaf gemeten is het boekje mislukt. Als inleiding tot de lectuur van Hebbel is het echter zeer aan te bevelen. A. DEFRÉSNE Math. Kemp. De Bonte Storm (H. P. Leopold,'s-Gravenhage). Carnaval schijnt de jongere katho lieke auteurs wel danig bezig te hou den. Op de Verdediging van Carnaval" door Ant. Van Duinkerken, met alles wat daarbij zoowel pro als contra los kwam, 'volgt nu deze Maastrichtsche carnavalsroman: De Bonte Storm. Het boek begint grootseh met een beschrijving der ontwakende natuur. Lentewinden buitelen over het land, de Ardennen en de Eiffel storten hun overvloed van water in de Maas, dio wast, buiten lieur oevers treedt en Maastricht blank zet. Dit als voorbe reiding natuurlijk om tot het ,,ont waken" der menschen te komen. .Maar als men dan, na op de hoogte te zijn gebracht van de sociale struc tuur van Maastricht, te lezen krijgt, dat dit ,,«»ntwaken" in niets anders bestaat dan in 't vormen van com plotten" (groepjes van vrienden, die samen zullen uitgaan), in het publiceeren van een paar krantjes, waarin men elkaar wat voor den gek houdt. dan kijkt men wel ontnuchterd op. En nog moer doet men het, als men daarna liet verhaal te lezen krijgt van zoo'n complot, genaamd De zes hertekes" n gevormd met medewer king der ouders om een jong, al-te-intellectueel dweper redemptorist-in-spe, te doen vastenavond vieren met het lieftallige Tielke uit den zaaden pluimveevoeder-winkel Au Coq Blanc, Anno 1087." opdat het tot een huwelijk tusschen die twee zou ko men; wat dan einde goed, alles goed naar alle waarschijnlijkheid wel gebeuren zal. Van karakterteekening is zoo goed als niets te bespeuren. In plaats daar van krijgen wij zoowat den volledigen stamboom van elk der figuren, en daarmee moeten wij ze dan maar zelf weten te typeeren. Neen, al wordt er nog zoo in ge zongen, gedronken en gedanst, 't blijft ean goed-geleid, deftig vermaakje en Marianne Schets van J. L. Forain van een ..storm1' merkt men niets. A. van Duinkerken heeft ongelijk het te verdedigen, ten minste als het nietsanders is dan dit. Doch de oude, schilderachtige stad. aan die Mase, niet haar pittige, origineele bevolking, verdient veel beter. A. THIRY Salotnê. Teekening van C Léandre Caricatuur van M. $apène> Directeur van de ,>Matin"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl