Historisch Archief 1877-1940
PARIJSCHE AA^TEEKENINGEN
Ratapoil
Boetseer studie van H. Daumier
WAS het niet Jean-Paul, die den
humor ..Das umgekehrt
Erhabene" noemde, aldus een wilden
gooi doend naar de definitie van een
der moeilijkst definieerbare begrippen ?
Er zijn na hem vele commentatoren
opgestaan van wier uitspraken de po
pulaire ..hu-h en t vaan" ht't
hardiiekkigst wist ti> beklijven een afgrij
selijke platitude overigens, die ik
warm in (.'harivarius' belangstelling
aanbeveel. Intusscheii op welk
niveau men zijn humor zoeke. geen
sterveling zal zonder teleurstelling
en verbazing dezen ..Salon dVs
Huiimristes" \ erlateii. Want wel zelden heeft
een krampachtige poging om ..humoris
tisch" te siijn, zoo radicaal gefaald
als deze tentoonstelling*
Ziehier een expositie midden in het
klassieke land van den esprit, door de
officieele organisatie van de geestigste
kunstenaars der wereld onder het
eritisch oog van een internationaal
publiek gebracht en waaraan niet
temin vrijwel alle humor vreemd is.
Men vraagt zich min of meer ontdaan
af. waar het verantwoordelijkheids
gevoel van mannen als Forain, Faivre,
(,'arlègle en Poulbot bestuursleden
der vereeniging en organisatoren dezer
tentoonstelling mag hebben ge
scholen, toen zij deze beneden-peilsche
prentverzameling aan de publieke
belangstelling prijs gaven. Immers
men gaat niet naar een expositie van
de Sociétédes dessinateurs
humoristes" als naar een gewone
schilderijtentoonstelling, met haar meevallers
en teleurstellingen. Men verwacht
van Fransche teekenaars een feest
van zwier, geest en sentiment naar
groote en aloude traditie.
Xu kan men over het nut en den
zin van dergelijke exposities van
meening verschillen. Mij persoonlijk
is het nimmer duidelijk geweest,
door L. JMORDAAN
Salon des
Humoristes"
Feest te Doom. Teekening van A. Duboüt
Zij} die vergeten werden: Op den laf sten!"
waarom satyrieke en humoristische
prent kunstenaars, die vrijwel uit
sluitend voor reproductie in peri
odieken werken, hun arbeid, opgesierd
.door een kleurtje en netjes ge
ncadreerd nog eens te kijk stellen. De
teekening van dien aard is. krachtens
haar doel, bestemd te midden van de
typografie der kranten en tijdschriften
haar gansch bijzondere werking te
verrichten en het strijdt, zou men'
meenen, met de eenvoudigste arti
stieke logica deze bestemming te
forceeren en te ontkennen. Maar het
standpunt van de exposanten eenmaal
aanvaardend, mag men toph minstens
verwachten, dat zij representatief zij.
En het is deze laatste overweging,
welke ons met benauwenis des harten
doet bepeinzen, wat er van de eens
zoo glorierijke Fransche prentkunst
mag zijn geworden.
P Het is karakteristiek, zoowel voor
den aard als het peil der tentoonstel
ling, dat het meerendeel der expo
santen tot den uitgebreiden staf van
..Le Rire" behoort. Men kan er zich
met deze wetenschap op prepareeren.
dat het gebodene vóór alles aan den
frivolen, om niet te zeggen schuinen
kant is. DéFranschen hebben daar
voor den verontschuldigenden term
..galant" uitgevonden maar. lie
ve hemel, hoe ver staat dit soort
Gallische lichtzinnigheid af van de
galante teekeningen van een Gavami
of een Willette! Het is een overstel
pende uitstalling van de platste.
onnoozelste erotiek?zwenkend van
het pornogram naar 'den spiegel
winkel. Van den perversen K
hnBegnier naar den gelikten Icart.
Afdeeling na afdeeling gaat men door,
zonder iets anders te zien dan
piquante déshabillé's en zijden-kousenbeenen
en het is alles duizelingwekkend ver
velend en au fond onzegbaar kinder
achtig. Waar bleef de luchtige, sier
lijke frivoliteit van een Carlègle de
brandende, infernale erotiek van een
Félieien Rops? Waarachtig?het is
tenslotte een verademing te stuiten
op den drastischen en geenszins fijnen
teekenaar-a-la-mode Pol-Rab, den
schepper van Kic et Rac, chiens
modernes". Zeker wat deze hondjes
door hun gevaarlijk-lage positie waar
nemen, gaat maar al te vaak over de
grenzen van het gewaagde en grappen
als Et dire qu'il la croit blonde!"
waarvan zich de pointe beter raden
dan omschrijven laat» behooren zonder
twijfel op een heeren-diner thuis.
Terwijl de aardigheid van Ric et Rac
voor de arm-looze Venus van Milo
met de vraag: Comment
faisaitelle pour se gratter?" niet veel béter
dan een kazernemop is. Maar
PolHab is in ieder geval origineel en
ontegenzeggelijk vindingrijk en zijn
ruwe; bon-mots doen temidden van
al die' tamme* rose poppetjes wel
dadig aan. .
l, Zoo zijn er enkele inzendingen meer,
Palais
de Glac
die de aandacht een oogeiiblik
kunnvasthouden. Daar zijn de
veteranLéandre en- Poulbot (van Forain z.
ik slechts een schilderstudie) de eers-t
met zijn prachtige ruige portrt
charges, die ver boven het gewon.
..Rire"-peil uitstijgen de laatste m d
zijn losse, vloeiende en toch zoo
ledige kinderkrabbels. Met een ervji:
zijn wij plotseling uit de ijd«
.,Folies-Bergère"-sfeer weg en opj.
heven tot de goede, oude ?ocin
satyre de bloedige felheid en hei
?taan, waardoor een nietig figuurtje
'iclitbaar wordt.... ,,"ünencaisseur
? ?st signalül"
En dan volgt weer blootigheid a
liscrétion.... of zoo men wil:
indisi'étion; eindelooze rijen naakte en
talfnaaktu juffertjes
vieux-marheurs met afgehakte bretels on vette,
'trutale bordeelhoudsters alles in
^tupide eentonigheid. Sommige zijn van
?ien bijschrift voorzien, dat een
piluant grapje poogt te wezen, maar
de meeste staren u aan als béte
gezegt ons dat het -niet de ware
is? Nog steeds de ware is, alleen maar
verstikt en onderdrukt door het inter
nationale snobbisme ??doch immer
levend en gistend en mousseerend, in
spijt van alle Salons des Humoristes?
,,. .. .des Hntnoristes l"
Ric et Rac (Pol-Rab)
Je reinste Glozel ?"Jfj
wijde mededoogen van een Steinl-n.
Een sentimenteel bourgeois-echtpj a:
dat zich met tranen in de oogen o- ei'
een verdwaald schoothondje bui;:t.l
zonder op de gore ellende-kinderi ,<?<
te letten, die er omheenstaan.. .,( li!
Le pauvre chéri l"0L* De overig» ns
nogal onbeduidende Paul Irite \ H
rast door den woedenden hoon in '/ in
prent Le drame silencieux'V ?
film-opname van de kruisiging, n
als onderschrift de uitroep van cl
regisseur: La tóte plus a gauche
et souriez, nom de dieu, soiiriez!"
De knappe, vlotte teekeningen v.mj
Albert Guillaume en de ietwat stijv» ? «1
van Henri Gerbault brengen ons w» r|
op den beganen
grond van de caf
bar en den
theaterfoyer terug, ter
wijl tenslotte het
uitvoerige, niet"on
geestige werk van '
Pierre Dubout, dat
echter voor onzen
Raemdonck onder
doet, treft door
goede ideeën en
"puntige
bjjschriften. Zoo is daar van
hem een prent:
Marseille" een
uitgezochte keur
bende van filou's, '
die gewapend met
hamers, messen,
knotsen en ander
moordtuig, voor
een poort en haie
f
Palais de Glac
Catalogus-vignet
zichten, met open monden, die niets
zeggen.
* *
F. Het middenpaviljoen is gewijd aan
den grooten Daumier. Een honderdtal
litho's en Wat beeldhouwwerk van
dezen reus onder de caricaturisten
siert er de wanden. De indruk is
verpletterend na de geesteloqze
impotentie, welke u allerwege omringt.
Groot is alles aan dezen geweldenaar:
groot zijn allure groot zijn conceptie
groot zijn eenvoud. Vooral dit
laatste dringt zich als een bittere
waarheid op temidden van dit jonge
Frankrijk, dat zijn humoristisch heil
moet zoeken in
schuine
onderschriftjes en ge
niepige
woordspelinkjes. Zijn lach is
daverend, als van
een Balzac zijn
grappen simpel, als
van een kind. Wat
dunkt u van een
litho als: Le voisin
désagréable", een
lastige,, rockende
buurman meer
niet! Of van zijn
bekende Ratapoil
t Casmajou?"
Waarlijk djt
is wel een andere
esprit gaulois" dan
de mqrbide genius
der boltes" en
maisons". En wie
Nieuwe uitgaven
Fnedrich Hebbel, door Dr. C'. J.
Wijnaendts 'Francken. We-.
reldbibl. 1929.
Noch de wijze waarop J. Sadler in
Fr. Hebbel, Ein psychoanalitischer
Versuch, noch die waarop Dr.
Wijnaendts Francken een beeld van den
dichter tracht te geven, kan mij be
koren, hoewel beide beschrijvings
methoden zoo ver mogelijk uiteen lig
gen. Per slot van de rekening geloof ik,
dat de studie van Dr.Wijnaendts Fran
cken toch nog de beste resultaten opge
leverd heeft omdat geen enkele zijner
meeningen speculatief is en hij niet via
riskante en af en toe ietwat onbeholpen
redeneeringen tot die meening geraakt.
Een nadeel is echter.dat zijne meenin
gen over Hebbel zeer gering in aantal
zijn. Hij heeft er zich namelijk toe
bepaald zoo nauwkeruig mogelijk de
inzichten des dichters over drama
turgie, godsdienst, wijsbegeerte, hu
welijk, de vrouw en de liefde te
citeeren en in leesbaar verband te brengen.
Hebbel meer karakteriseeren dan
door inhoudlooze uitdrukkingen
als rijkdom van gedachten, diep
te van gevoel, diepzinnigheid van
inzichten" doet hij nergens. En dit was
toch .zijne taak geweest. De werkelijk
met zorg verzamelde meeningen des
kunstenaars worden nergens samen
gevat tot een scherp omlijnd beeld.
Nergens wordt er eene behoorlijke
poging-gedaan den mensch Hebbel uit
zijne werken af te leiden of uit
biografiën samen te stellen of te bepalen in
vergelijking met tijdgenooten. En de
sporadische pogingen om dat wel te
doen zijn onbeholpen en uit een
psychologisch oogpunt bezien hul
peloos. '
Men bouwt een menschenziel niet
op door hare onderdeelen naast elkaar
te plaatsen, men moet haar in zijn
eigen innerlijk herleven.
Met deze maatstaf gemeten is het
boekje mislukt. Als inleiding tot de
lectuur van Hebbel is het echter zeer
aan te bevelen.
A. DEFRÉSNE
Math. Kemp. De Bonte Storm
(H. P. Leopold,'s-Gravenhage).
Carnaval schijnt de jongere katho
lieke auteurs wel danig bezig te hou
den.
Op de Verdediging van Carnaval"
door Ant. Van Duinkerken, met alles
wat daarbij zoowel pro als contra los
kwam, 'volgt nu deze Maastrichtsche
carnavalsroman: De Bonte Storm.
Het boek begint grootseh met een
beschrijving der ontwakende natuur.
Lentewinden buitelen over het land,
de Ardennen en de Eiffel storten hun
overvloed van water in de Maas,
dio wast, buiten lieur oevers treedt en
Maastricht blank zet. Dit als voorbe
reiding natuurlijk om tot het ,,ont
waken" der menschen te komen.
.Maar als men dan, na op de hoogte
te zijn gebracht van de sociale struc
tuur van Maastricht, te lezen krijgt,
dat dit ,,«»ntwaken" in niets anders
bestaat dan in 't vormen van com
plotten" (groepjes van vrienden, die
samen zullen uitgaan), in het
publiceeren van een paar krantjes, waarin
men elkaar wat voor den gek houdt.
dan kijkt men wel ontnuchterd op.
En nog moer doet men het, als men
daarna liet verhaal te lezen krijgt
van zoo'n complot, genaamd De zes
hertekes" n gevormd met medewer
king der ouders om een jong,
al-te-intellectueel dweper
redemptorist-in-spe, te doen vastenavond vieren
met het lieftallige Tielke uit den
zaaden pluimveevoeder-winkel Au Coq
Blanc, Anno 1087." opdat het tot een
huwelijk tusschen die twee zou ko
men; wat dan einde goed, alles
goed naar alle waarschijnlijkheid
wel gebeuren zal.
Van karakterteekening is zoo goed
als niets te bespeuren. In plaats daar
van krijgen wij zoowat den volledigen
stamboom van elk der figuren, en
daarmee moeten wij ze dan maar zelf
weten te typeeren.
Neen, al wordt er nog zoo in ge
zongen, gedronken en gedanst, 't blijft
ean goed-geleid, deftig vermaakje en
Marianne
Schets van J. L. Forain
van een ..storm1' merkt men niets.
A. van Duinkerken heeft ongelijk het
te verdedigen, ten minste als het
nietsanders is dan dit.
Doch de oude, schilderachtige stad.
aan die Mase, niet haar pittige,
origineele bevolking, verdient veel beter.
A. THIRY
Salotnê. Teekening van C Léandre
Caricatuur van M. $apène> Directeur van de ,>Matin"