Historisch Archief 1877-1940
c
18
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 JUNI 1929
No. 2716
No. 2716
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 JUNI 1929
Groquante
door Alida
Groquetjes
Zevenboom
i../
WAT die man toch met zijn
sokken uithaalt, mag Joost
weten ! En dan moet je zoo het land
aan kousen stoppen hebben als ik.
Ik kan alles doen in de huishouding,
en het vuilste en zwaarste is me nog
niet vuil n zwaar genoeg, maar aan
kousenstoppen heb ik een broertje
dood en ik'heb wat een standjes van
mevrouw zaliger gehad als ik met
gaten in mijn kousen liep. En al het
andere tiptop in orde en het mocht
gezien worden ! Eu je zal het altijd
zien.... ik zat met een heel stel
kousen voor me en erg uit mijn hu
meur toen er gescheld werd en meneer
Rikus binnen kwam. Ik zag direct
dat er wat aan de hand was, want hij
brieschte als een leeuw toen ik hem
de trap op hoorde komen en ik dacht
bij me zelf: ..als de verkiezingsstrijd
hem maar niet te veel aanpakt"
maar dat was het gelukkig niet.
Hij stond in eens midden in de
kamer en nam niet eens den tijd om
me behoorlijk goeden dag" te zeggen
wat hij nooit over slaat want op het
stuk van goede manieren is geen een
zoo netjes als meneer Kikus, al is hot
toch maar een boerenzoon uit de
Haarlemmermeer, maar zooals hij
daar stond in mijn kamer en ik daar
zat met mijn mandje met kousen
voor me en een sok van meneer
Stanislafski in mijn hand, die meer gat
dan sa j et was, moest ik aan de Ruyter
of Tromp denken en ook aan dat mooie
schilderij in het Rijksmuseum van
Willera II in den slag van Waterloo.
Wat jammer, dacht ik bij me
zelf, dat zoo'n man in de politiek
gegaan is en niet langer in het leger
is. Wat zou er toch een andere geest
onder onze soldaten heersenen met
zoo'n aanvoerder, want als u mij vraagt
is het tegenwoordig lauwloenen. Ik
weet dat van nabij, want Leentje,
mijn tweede meisje, heeft kennis aan
een marinier en u hadt dat jongmensch
.moeten hooren toen er sprake van
was, dat hij naar de West zou gaan.
Ik stond achter de keukendeur,
want hij mag in de keuken komen als
Leen met haar werk klaar is een
mensch is geen aardappel, zeg ik maai
en ik vond het in mijn tijd ook fijn
als degeen met wie ik vaste verkeering
had, in de keuken mocht komen en
dan stopte ik hem altijd nog wel wat
toe, een karbonade of een sigaar van
meneer die was blijven slingeren of
een tikje brandewijn, dat nog in de
flesch over was en dat ze toch niet
opmaakten?en toen ik dien marinier
van Leentje zoo hoorde spreken, heb
DR
'<&*>
\
ik de deur opeti gedaan en hem eens
goed de waarheid gezegd, dat hij zich
schamen-moest, want dat er nu een
gelegenheid was om voor het vader
land te sneuvelen, wat misschien in
geen tweehonderd jaar terug zou ko
men en dat hij zoo'n gelegenheid met
handen en voeten moest aangrijpen
en wat deed dat stuk ongeluk, als ik
het zoo zeggen mag? Hij lachte me in
mijn gezicht uit en zei: waarom gaat
u dan niet mee? Die zwarte kerels
daar zijn dol op blanke vrouwen!"
Dat heb ik van de week ook net
in de keuken aan den marinier van
Leentje gezegd, zei ik.
Dat is braaf van u, juffrouw
Alida. Wij kunnen in deze slappe
tijden niet genoeg tot heidendom op
wekken. U niet en ik niet. O, waarom
was ik op dat oogenblik niet op
Curagao ! Het lot is wel wreed,
juffrouw Alida ! Wat doe ik, die als
het ware overkook van heldenmoed?
Ik zit met een vulpennetje en schrijf
verkiezingsartikeltjes in de Stan
daard" ! Ha !
Daar is ook heldenmoed voor
noodig, zei ik.
Ha, juffrouw Alidn, maar haalt
dat bij den dood in het gezicht van
den vijand ? Ha ! Zij hadden mij eens
Ik word verstekeling
Een willekeurig tceekeling,
die geen record vermag te kloppen.
behoe/t slechts als verstekeling
zich in een htchischip te verstoppen,
om 'a werelds troetelkind te zijn
op het tooneel en 't sportterrein.
Men draagt hem op de schouders rond
en biedt hem vóór die ia geschreven
een paar maal honderdduizend pond
voor de geschiedenis van zijn leven,
of voor 't vervullen van een rol
in helden/ilni of tnusic-hall.
Ik doe het ook. Als ku-eekeliny
van hen die dit métier verzonnen.
ya ik mij als vcrstekelii\y
verzekeren van de rijke bronnen,
die vloeien uit de romantiek
van 't tegemcoordige publiek.
Ik ga m'i n déG'emeentetram
onder een houten bank versteken,
en bij het eindpunt zal 'k ad rem
tot d'opffctconden massa spreken,
opdat de Groene tonnen geeft
voor 't geen ik gratis heb beleefd.
Ofwel,'k zal mij behoedzaam in
het allerduisterst ruim posteeren
van 't pont je over het Rokin,
en na tien gratis heen-en-tceer'en
verkoop ik 't Leven peperduur
't relaas van het hachelijk avontuur.
. .in autobus, per boot en trein
zal 'k door verborgen gratis reizen
mijn heele leven binnen zijn,
en aldus in't publiek bewijzen
dat waar 't verstekelingen geldt
ook Holland dapp're zonen telt.
MELIS STOK E
Kan u zich gruoter beleediging voor
stellen? En net of ik op zoo'n zwarten
kerel gesteld zou zijn, al moet ik
zeggen, dat ik eens kennis gehad heb
aan een stoker op de groote vaart,
die wel erg zwart was, ook al had hij
zich met groene. zeep gewasschen.
Maar het is nooit iets geworden want
het kwam uit, dat hij in den Oost
zoo'n zwartje met een kind had. Ja,
mannen.... nou l....
Maar al dien, tijd stond meneer
Rikus middenin de kamer en hij had
een kous gegrepen en zwaaide er mee
en ik dacht dat hij mijn kopje thee
er mee zou omgooien, zoo driftig
was hij.
Een schande, juffrouw AJida,
zei hij, een schande. Heb ik ooit
zoo'n kans gehad? .Eén mensch zou
er vinger en duim voor aflikken t
In dezen tijd van ellendige nuchter
heid en gereserveerdheid, een gelegen
heid om als held te sneuvelen l, ,
moeten overrompelen l Hebben ze
daar het hart voor? Ik zou ze weten
te ontvangen l En zoo'n lummel zit
anderhalf uur op een zekere plaats,
op een zekere plaats, juffrouw Alida
die ik niet noemen zal, want waar
moet hy anders gezeten hebben ! -r
en weg is de gelegenheid om te sneu
velen l Is het geen schande? En dan
moet. je het bloed van Mussolini in
je voelen bruischen en koken l
Ik heb hem de kous afgenomen,
want hij werd er werkelijk gevaarlijk
mee en toen ik hem eindelijk met een
zoet lijntje in den hoek van de canap
had, heb ik hem een curacaotje inge
schonken eh u moest zien hoe hij dat
opdronk! Een leeuw in. Artis kan
geen lam bloediger verslinden l
Heldenmoed is toch eigenlijk wel
een vreemd ding. Maar wat die meneer
Stanislavski met zijn sokken uitvoert,.
begrijp ik niet;. En er liggen nog drie
en twintig paar I.,..
Kaleidoscoop
EK waren eens 30 straatjongens,
die de heele buurt schandali
seerden. Ze hadden allerlei soort
veeten. Ze haatten elkaar, omdat ze
niet dezelfde kleur haar hadden,
omdat de een aan de haven woonde
en de ander niet, omdat ze eikaars
taal niet verstonden, of omdat er
een altijd prachtige scheepjes in den
vijver liet varen, wat zij, die geen
scheepjes bezaten, als provocatie be
schouwden. Op een dag ontstond
er door een onbenullige aanleiding een
bloedige kloppartij. De dertig kwa
jongens verdeelden zich in twee
kampen on gingen elkaar met hun
gordels, met latten, met stokken en
messen te lijf. Ze sloegen elkaar de
oogen uit en trapten elkaar de beenen
kapot. Dat duurde zoo lang dat
niemand wist waardoor het eigenlijk
'was aangekomen. Trouwens, onder
het vochten wonden zij zich zoo op,
dat het hun heelemaal niet meer sche
len kon, waarom het begonnen was.
Tien jaar na het eind van deze
penibele geschiedenis zaten de dertig
kwajongens, die intusschen stoppels
onder de kin hadden gekregen maar &,?
zwachtels nog voor het meerendeel
om hun bebloede koppen droegen,
in een stoep bijoen.
Laten we verstandig zijn en ons
vechttuig voor goed wegdoen, zei de
wijste, opdat zoo iets nooit meer
kan gebeuren.
Mijn knuppel wil ik wel in 't
water gooien, zei de eerste, maar mijn
stok heb ik noodig om de honden
van mij af te houden. Laten we dus
alles afschaffen behalve de stokken.
Ik wil mijn stok wel weggooien,
maar ik kan mijn gordel niet missen.
anders zakt mijn 'broek, af, zei
d*tweede. Laten we dus alles afschaffen
behalve de gordels.
Jk kan mijn knuppel en mijn
stok wc-1 missen, maar mijn dolkmes
heb ik noodig om punten aan mijn
potlood te slijpen, zei nummer drie.
Laten wij dus alles afschaffen be
halve de dolkmessen. ,
Zoo hadden ze alle dertig een eigen
voorstel. Ze debatteerden dertig dagen
ert als ze niet in een stoep maar in
enève hadden vergaderd, zou het
30 millioen francs hebben gekost, die
door de belastingbetalers van dertig
landen zouden zijn opgebracht.
Toen de huisheer ze' eindelijk de
stoep uitjoeg, vond hij zeven ooren,
drie neuzen en achttien tanden, als
overblijfselen van de Ontwapenings
conferentie."
NESSTJNO
INHOUD:
1. Mr. H. P. Marchant, De Vrijzinnig
Democratische Bond.
2. Dr. H, van Loon, Overpeinzingen.
3. Joh. Braakenslek, De politieke strijd. -~
Dr.W.van Ravesteyn, DoorDuittchenbril.
4. Dr. O. v. d. Bergh, Dr. F. M. Wibaut.
Mr. M. F. Hennus, Schilderkunst.
A. Defresne, Nieuwe verzen.
5. C. van Wes»em. Muziek:?L.j.Jordaan,
Als de Kortenaer" arriveert.
6. Dr. R. Feenstra, fikblaadjes.
7. D; Jac. P. Thljsse, Kemphaantjes. Mr.
Frans Coenen, Kroniek.
9. Paul BromberR.D* Inrichting van ons huls.
10-11. H. J. 'M. Walenkamp en B.
Merkelbach. Nederlandsche Bouwkunst.
12. Dr. A. Perdeck, Een Amerikaan In
Nederland. . ,
13. A. Plasschaert, Schilderkunst, A. F. J.
Portlelje, Het leeuwenterras, met lêekentng
door Feil* Hess. .
14. G. K., Beursspiegel.
15. C. A. Klaase, De Wereld-bank. Prof.
Dr. H. Brugmans. Boekbespreking.
16. A. M. Harthoórn, Een Europeesche
entente.
17. Spreekzaal. Cornells Veth, De ver*
Metingen. Radio en Grammofoon.
18. AlidaZevenboom. Croquantecroquetjes.
Melis Stoke. {Rijm. Nessuno,
Kaletdoscoop. i . .,
19. Melis Stóke. De slag bij Coro. U/f
het kladachrlft van Jantje.
20. Cel 2, Telefoon.?Charlvaria. Omslag:
Spelprobltmen.
Bijvoegsel: Johan Braakensiek, De publt
c at ie van, net grljsboek en het witbotk.
DE
SLAG
BIJ CORO
door MELIS STORE
ER zijn iii d« Wereldgeschiedenis
ta'rijke veldslagen aante wijzen,die
beslissend zijn geworden voor het lot
van volken. Austerlitz, Jena, Water
loo, de Marne, om er maar enkele
te noemen en'nu wederom Coro..
Jawel, zeker, ongeloovigu lezer, ge
nioogt het van niij aannemen: de slag
bij Coro, geleverd in Juni 1921) zal
met n rood*' teeken aangemerkt
worden op de jongste bladzijden van
hot boek onzer/historie, en de
nederla^.y van tieneraal l'rbina tegen
doYe.nezolaanschu regeringstroepen is be
slissend gewecjst voor het verdere
veijloop van ons aller leven en dat
van. het uwe in het bijzonder.
Want stel dat Generaal Urbina
getriomfeerd had, dat er zegen had
Keriist óp de Xederlaiidsche (gestolen)
wapenen, dat ons met zorg droog
gehouden kruit in de handen van
zijne trpopo n-dal gene luulde verkregen
wat'hij j er i van verwachtte», dan zou
wellichi reeds thans de Generaal zijn
intocht hebben gehouden in de hoofd
stad van ^ift overweldigde land en
zich geplaatst hebben op den zetel
die thoins nog den dictator Gomez
draagt.... en dan....?
Diin, rlezi-r, zdu hij archieven van
liet jlninisterie van Buitenlandsche
Zaken hebben laten bloot leggen, en
hij zou ontdekt hebben, dat de
buitenlaüdsche vertegenwoordigers van zijn
loTul heiii op last van zijn voorganger,
in d« wereld bekend hadden gesteld
als een. bandiet, i een gvwetenloozc
vrijbuiter en een struik-cover.
En met delzo ontdekking zou uw
en mltjn lot bepaald zijn geworden.
Wij zouden Voor de keuze hebben
gestaan het hoe dan ook ge
vestigd gezag to erkennen, dan wel de
diplomatieke betrekkingen met de nieu
we regeering af te breken. Onzo
oliewaarden zouden in het laatste
geval een 'gevoeligen schok hebben
geleden, en wij zouden genoodzaakt
zijn geweest schouder aan schouder
met déverjaagde regeering eene
strafexpeditie te houden.
, De greep naar de macht is een oud
doch doorslaand argument, dat alom,
na korterentof langeren., tijd, erken
ning heeft gevonden.
Dit alles heeft de uitslag van Coro
ons bespaard. Door het feit, dat
Urbina en zijn aanhang in de bergen
verstrooid jöblijven wij aanden veiligen
kant door l hem, met'»het gevestigde
gezaggenen bandiet;, «n struikroover te
heeten, zooals wij ons gehaast hebben
na Waterloo Napoleon te
regisstreereri onder de rubriek der geniale
avonturiers. Onze olie is veilig, ons
kruit, \foor zooverre het niet te water
ontvreemd is, bleef kürkdroog, en als
CADILLAC
Het feit, dat de Cadillac dikwijls voor
veel duurder wordt gehouden, dan ze
in werkelijkheid Is, pleit wel zeer sterk
voor de hoof e plaats.dle de CADILLAC
in de algemeene achting inneemt
K. LANDEWEER
UTRECHT AMSTERDAM
Biltotraat 74. ~ Singel 430-432
UI T HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
het een beetje wil. worden in een neve
lig verschiet onze defensieve en
polttioneele middelen in Curac.ao
ver"Werkt.
Wellicht krijgen we zelfs nog een
deel van den krijgsbuit van Coro terug
ter aanvulling van onze wapenkamers
van Willemstad, en dan is het wachten
maar weer op nieuwe eventualiteiten
ter versterking van ons nationaal ge
voel en internationaal verantwoor
delijkheidsbesef.
Intusschen is uit alles het nijpend
gebrek gebleken van een behoorlijk
vastgesteld protocol voor dergelijke
aangelegenheden. Door den slag van
Coro is alles nu toevallig op zijn
pootjes terecht gekomen, maar stel
eens dat Gouverneur Fruj'tier voor de
noodzakelijkheid was "komen te staan
om met een President Urbana de in het
belang van onze olie zoo gewenschte
vriendschappelijke banden met Vene
zuela te versterken..? De heeren
kennen elkander van een toevallig
gezamenlijk nachtelijk uitstapje, maar
die betrekkingen zijn van dien aard,
dat ze bezwaarlijk in eehe corres
pondentie of bij een feestmaal gere
leveerd kunnen worden. Men denke
eens hoe pijnlyk het zou zijn indien een
nieuwe president'?zij het op kiesche
wijze gezinspeeld zoude 'hebben
op de door hem gepleegde huisvrede
breuk, en de ontvoering met revolver
dreigementen en de stellig gespannen
conversatie in de kapitienshut van de
Maracaibo.... Hoe zou Gouverneur
Fruytier daarop geantwoord moeten
hebben....? Met een zuur-olijke
tirade.... ? 'met een joviaal aanbod
om het af te drinken.... of met een
geslaagde grap tegen den achter
grond van een ernstige vingerwijzing
strekkend, tot de mogelijkheid dat hij
.zijn schade nog wel eens terug zou
komen ha Ie u. . '
Met dergelijke dingen is het zóó
gesteld, dat partijen gemeenlijk een
onoverwiimelijken afkoer ten opzichte
van elkander overhouden, hoe groot
ze zich ook voordoen voor de belangen
van het land en de beurs.... Maar
lm zal men- mij tegenwerpen dat
de hoofden van naties die elkander
bestreden hebben toch ook, na
korteren of langeren tij d, weer beleefdheids
bezoeken gaan wisselen. Er ligt een
zekere sportiviteit in het vergeven en
vergeten en als Staatshoofd moet men
nu eenmaal over een zeker, soort gêne
kunnen heenstappen. Dat is ook zoo.
Een President, die opgeklommen . is
tot zijn hooge ambt via het bandiet
en militarisme behoeft zich dan ook
even weinig te schamen voor zijn
carrière als een gouverneur, die een
enkel etmaal van zijn ambtstijd als
gevangene van roovers heeft doorge
bracht. Maar dat alles .neemt niet
weg, dat de voorschriften en proto
collen, de handelwijze van deze
hoogwaardigheidsbekleeders niet duidelijk
voorschrijven.
Moeten, zéhet incident strak
negeeren of is het behoorlijker dat zij
elkander bij al dan niet van
hoo'gerhand geïnstrueerde nota vriendelijk
bedanken voor het vele goede genotene
en de humane behandeling.. ? Moeten
ze bij de eerste officieele ontmoeting
net doen alsof ze elkaar niet kennen,
of moeten ze en marge van hunne
?ambtelijke correspondentie kwink-'
slagen en geestige toespelingen schrij
ven op het nachtelijk avontuur, op de
schrik die de een den ander bezorgd
heeft en allo last die hij mevrouw
's nachts heeft veroorzaakt met die
herrie in huis. en op de verontwaar
diging die achteraf is het misschien
wel beter om dat zoo te zeggen
natuurlijk voorgewend was. omdat het
toch au fond een malle streek was
geweest. .. . :
Wij zijn de laatstén om te wenschen
dat dergelijke dingen nog weer eens
voor zullen vallen, maar de hierboven
staande vragen mogen toch wel eens
afdoende worden beantwoord omdat
gouverner prévoir is en het vooruit
zien in de richting van eehe waarlyk
krachtige en tegen alle eventualiteiten
bestand zijnde defensie bij de ver
wachtingen omtrent de a.s. verkie
zingen n de daarbij geldende leuzen
nu eenmaal een.... papieren pers
pectief opent, n geen van ijzer n
staal....
PATPJA1
-^ -7 ?
-~*i ~~~*
PATRIA- PRI