De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 22 juni pagina 7

22 juni 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

NEDERLANDSC Frans Vermeulen's Ges E BOUWKUNST r hiedenis der bouwkunst Toren O. L. Vrouwekerk te Haarlem .Het interieur van het Carlton-Hotel (Slot) D K afwerling van het Carlton-Hotel is geschit'd onder een andere directie dan do aan vankelijke 'opdrachtgever, on van deze verandering is het gevolg duidelijk zichtbaar. Aan de afwer king van een gebouw leert men don" architect kennon, het xijn de puntjes op d t* i. de kleine kleinig heden, dit*.zoo voornaam zijn als men een gebouw. in rubruik neemt. Niet dat er direct onverbeter lijke fouten zijn aan t f wijzen, maar w is niets dat tot oen gaaf geheel is geworden. Overal ziet men «lat er op een. goed of kwaad (al naar men het be lieft te noemen) oogenblik is gezegd: ,,en nu de /.aak afmaken." Men bemerkt dat de archi tect niet de opperleiding heeft behouden, maar dat de smaak van de directie ook een be langrijk woord is gaan mee spreken. Deze is waarschijnlijk inge steld op den smaak van het publiek, hetwelk de groote weroldhotels placht te bevol ken en dit publiek schijnt zich nu eenmaal nog het behage1 ij lest te voelen in een inte rieur in stijl", al is dan de werkelijke stijl ver te zoeken. Echter is het losse meubilair natuurlijk niet het voornaam ste al is het wel het meest in het oogloopend. Voornamer is de algeheele inwendige orga nisatie, de situeering der ver schillende- ruimten onderling, de ligging van de keuken ten opzichte van de eetzaal, de indealing der kamers, de situ atie der dienstruimten enz, Dit toch zijn de cardinale punten waarom het geheele bedrijf draait. Het is natuurlijk niet mo gelijk na een enkel bezoek aan het hotel te beoordeelen «if de organisatie ,werkelijk goed is; ook hier zal de prak tijk veel moeten leeren. Echter is do algemecne indruk die men opdoet goed. al is deze niet overweldigend te noemen. De gunstig ten opzichte van de kamer heeft haar eigen badbadkamer» liggen slaapkamers (elke kamer). Voor iedere kamer is een klein voorportaal, het welk zorgt voor de wering van hinderlijke geluiden. De gangen zijn helaas geheel op kunstlicht aange wezen; zij krijgen daardoor iets sojnbers. Overigens vindt men er alle gemakken, die men in een dgl. hotel placht aan te treffen: radioaansluiting op elke kamer, een geperfectioneerd belleneysteem, enz. Merkwaardig is dat naast zooveel moderne in stallaties de keuken nog geheel ,,antiek" is, voor zoover het de fornuizen betreft. Op uitdrukkelijken Duivelshuis te Arnhem wensch van den chef-kok wordt er uitsluitend op kolenvuur gebraden en gekookt, hetgeen uit het oogpunt van kooktechniek te prefereeren schijnt to zijn. Opmerkelijk is ook dat alle noodverlichting ontbreekt, hetgeen mogelijk op een principieele opvatting van den architect berust. De ondiepte van het terrein wreekt zich na tuurlijk in het grondplan, vooral bij een opzet al» de architect volgde, nml. om aan weerskanten van \\ork gestoken, en de beatudeering der eerste i'levering van het thans in verschijning zynde t-s'eede deel, versterkt ons nog in de overtuiging, , it dit het eerste welgedocumenteerde werk over i.iize Ned. Bouwkunst is; zoodat het overbodig is dien lof nog aan te dikken. In deze nieuwe aflevering wordt het in ieder . pzicht kunsthistorisch zoo interessante tijdperk ;(-r Laat-Gothiek behandeld; en de auteur blijkt een helderen kijk op onze zoo merkwaarDetail van de schoorsteen in ret\ Raadhuis te Bergen-op-Zoom de gang de kamers met badkamers te projecteeren. zoodat plus minus veertig procent van de kamerh uitzicht geven op de achtergevels van de huizen aan het Singel en de Reguliersdwarsstraat. Ten slotte biedt het hotel met zijn groote zaal. zijn restaurants en bar ? . ongetwijfeld ruimten, waaraan in Amsterdam behoefte bestaat en waarvan zeer zeker veel vuldig gebruik zal worden gemaakt. Wij hebben foto's met kijk jes in h?t> hotel achterwege ge laten, omdat z ij uitteraard slechts zeer gebrekkig weergeven hetgeen er in werkelijkheid te zien is. Alleen een persoonlijk bezook zal De illustraties van dit artikel zijn ontleend tian Vermeu len9 s Geschiedenis der Neder la^ndsche Bouwkunst dige vroeg Hollandsche renaissance te bezitten, waar hy deze periode in wezen nog geheel tot de laat-Gdthiek rekent. Reeds sedert jaren zijn we van dezelfde over tuiging. Al die wonderbaar schoone, schilderachtige ;_ unieke onovertroffen werken, alsdeVleeschhal te Haarlem, het Leidsche Stadhuis, de vele kleine Raadhuizen, het groote aantal burwoningen over alle volledige indruk van het geheel kunnen geven. B. MERKELBACH De geschiedenis 0 er Nederlandschc Bouwkunst Het eerste deel van Frans Vermeulen's Ge schiedenis der Ned. Bouwkunst" *) verscheen voo f eënigen tijd eindelijk ? compleet in den boekhandel. , De eerst-verschenen aflevering dateert van 1924. Ongeveer 4 jaar heeft dus de publicatie in afleve ringen geduurd. Hetgeen, naar 't ons voorkomt, wel wat lang is. Geenszins is het met deze opmerking ons doel, den auteur tot meerderen spoed aan te sporen. Dat zou ongetwijfeld niet aan het uitstekend werk ten goede komen. Wel echter rijst de vraag, of het niet beter ware, met de uitgave van dergelijke omvangrijke, veel studie eischende werken te wachten, tot een niet te klein deel der copie gereed gekomen is? -. H; Reeds eenige malen hebben we in de Groene" de laatste jaren de loftrompet over dit serieuse en gerlijke oude steden en stadjes van ons land gelukkig riog verspreid, en vooral ook de heerlijke torens en torentjes, als die van Amster dam, Haarlem, Leiden, Edam, Alkmaar, . Monnikendam, enz., al ;deze typische bouwwerken zijn in de kern .jnog volmaakt Gothisch. Tot de Renaissance bejjhooren zy uitsluitend door hun decoratieve kleedjj. ,, De eigenlijke klassieke Renaissance begint in l j ons land eerst .met Jacob van Campen en vindt j haar hoogste uiting in zijn Raadhuis op den Dam. ( Deze renaissance van Jacob van Campen en zijn volgelingen bracht ons land vele statige, ernstige monumentale werken, ongetwijfeld. Maar ook, hoeveel levensblijheid, hoeveel kleur en fleur, hoeveel speelsche fantasie ging er niet mee teloor. Is er ter wereld wel iets heerlijkers en opge wektere denkbaar dan onze levendige vroeg-renaissance-steden en stadjes, waar deze nog onge schonden zijn! Waar ter wereld vindt men een dergelijke heldere intieme harmonie? Klein-burgerlek? Goed ! A la bonne heure ! Het is de klein-burgerlijkheid van den voor immer ' levenden Johannes Vermeer van Delft. , Alles in de groote kunsttijdperken heeft zijn eigen bepaald karakter. In het Verloop der tijden' zien wij deze karaktereigenschap pen geleidelijk vervloeien, zich in elkander oplossen en zich versmelten. Het eene groote tijdperk boven het andere uitstellen heeft geestlijk geen zin. Doch wat wel zin heeften zuivere reden van bestaan, is de . erkenning der wezen lijke waarde, die het gevoel voor onzen innerlijksten kern bezit. Vrij uitkomen voor onzen persoonlijken voorkeur, bui ten alle verstandelijke rede neering om, is een daad, zoo wel van eerlijkheid als piïteit. Dat we ons dus voor oprechte gevoelens het hoogste goed niet schamen ! En daarom: wij beminnen de Hollandsche laat-Gothiek in zijn Cathêdralen en de vroeg-renaissance in haar profaanbouw metonuitspreeklijke liefde. Wij eeren en bewonderen het Paleis" op den Dam, als hoogste uiting onzer klas sieke renaissance, maar lief hebben doen we het niet; gelijk we het van onze prilste jeugd af nimmer vermochten te beminnen. Het is ons daar voor te koel, te weinig fan tastisch, te wetenschaplijk, te berekend. Het treft ons verstand, niet ons hart. Gelijk gezegd: Frans Vermeulen wijst in zijn Handboek uitvoerig op de hooge beteekenis van het laat-Gothisch tijdperk in ons land. Alle vroegere valsche redeneeringen, als zou deze periode een vervalperiode geweest zijn, stelt hij aan de kaak en wijst hij van de hand. ^ Met zeer veel genoegen hebben wij van den inhoud en de platen dezer eerste afleveringen van het 2de deel kennis genomen. H. J. M. WALENKAMP Cz. Juli 1929. S peelt oren en Waag te Monnikendam itg. Martinus Nijhofj. Veilingen Bij R. W. P. de Vries te Amsterdam worden van 25 tot 28 Juni oude en moderne teekeningen, gravures, etsen, litho's, topografische en historieplaten gevt-ild, afkomstig uit de verzr meling J. A. 'Jonkman, uit een Berlijnsche en een We<msche collectie. Kijkdagen zijn 22, 23 en 24 Juni. Oude en moderne schilderijen worden 26 Juni bij de firma J. Vermeulen geveild, waaronder werken van Bosboom. J. en I. Israöls. J. en W. Marig, Mauve, F. Verster, Van der Wee'.e, e.a. Kijkdagen zijn 22, 23 en 24 Juni. Kasteel Hernen te Bergharen i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl