De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 29 juni pagina 10

29 juni 1929 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 JUNI 1929 No. 2717 WIENER REVUE door Henrik Scholte Stadsschouwburg DE Wiener voert liet woord mies" in zijn vocabulaire, en het kan zijn nut hebben om van tijd tot tijd eens met een revue als deze te demonstreren, wat men daar eigenlijk misHchiun niet in Weenen, maar dan wel hier ! onder ver staat. O zekur. er was een zekere charme in de blijmoedigheid, waarmee deze reeks tufereeltm afgewikkeld werd, een soort ..genoegen om anderen een genoegen te doen," dat onze poovere revues maar al te vaak missen en dat een reden mag zijn voor de hernieuwde Weensche invasie en dan desnoods ook. waarom niet. irx den Stadsschouw burg. Maar de charme van het gesproken woord en in mijn onschuld heb ik dat altijd voor een specifiek Weensche charme gehouden ontbrak hier wel geheel. En dat is door geen kostbare finale te vergoeden. Een revue is, althans wanneer, zooals hier, het geijkte schema gevolgd wordt, après t out een stel goede komieken en een goed danspaar, opgemaakt met de noodige divertissementen van kleur en rhythme en wat dies meer zij. Een goede komiek.... soms. als Buziau 'n goed jaar heeft, weten wij hier in ons land wat dat is. Het is in elk geval niet wat het tweetal Sigi Hofer en Josef Egger, dat blijkbaar het vorige jaar toch wel voldaan heeft, ervan maakt: gematigdvlot, maar zonder eenige originaliteit of persoon lijkheid een serie moppen vertellen, waarvan de meesten onaesthetisch lange baarden vertoonen. Tot spelers van hoog gehalte, zelfs puur m.'misch. behoeft men ze ook niet te rekenen. Als Sigi in een langdradige scène een allure van quasiheldhaftigheid wil aannemen, lacht Cor Kuys in zijn vuistje. Zelfs zonder text kan die dat. en met text kan Sigi het niet. Josef Egger heeft van den humor n troef-twee in handen: blöd zijn, und immer blöd ! Een goed danspaar.... er zijn in deze revue meerderen, die deze kunst beoefenen, allen excentrics. Er is zelfs n voortreffelijke acrobate bij: Valentine Sayton, die echter stereotiep werkt en zonder veel charme. Een koninkrijk voor n doodbanalen, maar met charme gedansten Strauss ! Goed waren zonder twijfel de Hudson Girls, beter dan hun Wiener dito, goed waren ook de costumes in de beide finales. Maar dat is, ook in een zoo lichte kunst als de revue, tenslotte maar.. ..liet rust mini. rit niet ln>( karakter. Kit wat karakter betreft, dat was of (in do nationalistische vlaggen-scène, die oen jaar of wat geleden opgeld godaan kon hebben, en wellicht héft) zoo oud. dat men de pit ervan niet meer voelde. Of wel (als in de vele landelijke se «netje») zoo afgedraaid uitgemolken. om mot de woorden in stijl tt' blijven dat de plafondengeltjes van den schouw burg het bestudeeren nog meer waard waren. Ofschoon wij ook die maar al to goed kennen. Alle hulde voor 'de benijdenswaardige blijmoedig heid, waarmee hier lichte kost geserveerd werd. Maar het maakte den indruk van een onunelette souflée, die onder de handen van den vroolijk aandravende!! kellner uu-eif/eeg. .lammer, OM de gastvrouw bloost. Nieuwe Verzen Hel Verliefde Lied, door J. /?. Th. Cinnpert. hij A. A. M. Stoh. MaantrirM IÖ21I. Het vorige jaar schreef ik naar aanleiding van ..De Bron" van J. K. Th. Oampert: Hier is onder den druk eener prille weetlust eene te vroege gevoelsontwikkeling op to merken." eene omstan digheid, die moordend voor de innerlijke ontwikke ling van een dichter zijn kan. Ik sprak toen ook de vrees uit. dat Campert het lot van te vroeg verbloeid zijn, van te snelle zwijgen niet ontgaan zou. In de ontroerende ballade, De Profundis. van zijn nieuwste bundel bevestigt de dichter mijne destijdsche opvatting in de regels: als kindren waren wij te vrocij ui wijs jon;/ was on» lijf maar 't hart vroegtijdig (/rij*. Laat mij echter aanstonds mijne verheuging uitspreken, dat mijn vrees voorloopig ongegrond gebleken is. Zeker, de gevoelens zijn nog altijd erg zwak. maar de groote fout van den vorigen bundel, dat die te zwakke gevoelens gedrukt gingen onder den last van te belangrijke objecten is geheel en al overwonnen^ Daardoor is ook de onevenredig heid in ontwikkeling tusschen weten en gevoel, eene omstandigheid, waardoor de vorige bundel voor een deel mislukt was, te niet gedaan. De gedichten van dezen nieuwen bundel zijn zeer veel beter dan die van den vorigen. Er zijn er, die men met open oogen van verwondering leest als blij om het plotseling ontdekken van een dan wel niet zeer kostbare maar toch zeldzame steen. Natuurlijk. het is niet groots, de zielsconflicten zijn van kleine spanning, maar dat is nu eenmaal onvermijdelijk hij iemand, die /.iel» kenmerkt door «Ie /.\vak<e van yjjne dichterlijk geuite gevoelens. Doze bundel vertoont echter naast deze goede eigenschappen ook mindere hoedanigheden. Eene eigenaardigheid van zwakke gevoelens is, dat zij «Ie ussoeieerende gedachtenreekseix niet zoo onaf wijsbaar oproepen en niet zoo onwrikbaar rijgen als sterkt! dat doen. Een dichter met zwakke gevoelens is dus meer voor invloeden vatbaar dan een met sterkere gevoelens, want het kan toch voorkomen. dat twee dichters gevoelens van denzelfden aard ondervinden en dat de gedarhten-as.sosiiatit.vH vmi den dichter met de sterke gevoelens zich opdrin gen aan die met de '/wakke, terwijl toch ook deze laatste gehouden is. die uit zijn strikt persoonlijke bewustzijnsinhoud te vormen. Wees ik in mijne vorige, bespreking reeds op overeenkomsten der gevoelens tusschen Campert en Werumeus Buning, bij het ontstaan van dezen bundel heeft zich bovenomschreven beinvloedingsproces dermate voorgedaan, dat men bijna van imitatie kan spreken. Dan komt mij die serene stilte, die vredige rust, die onbeweegbare berusting in sommige verzen \ oor een nog zoo jong dichter ietwat verdacht voor. Hoe dan ook, ik hoop, dat het symbolisch opgevat te slot van het volgend gedicht, een der beste, voor den volgenden bundel van toepassing '/al zijn. De rozen warden ouder en hun laatste dojnkre bloei vergaat. liet leven wint de stilte tceer, het bloed stroomt op de rustge inutif der eendre dagen stil en licht u'ant alles keert naar zijn begin . f n wordt eenvoudig, diep en klant en vol van een herboren zin . De rozen worden ouder en hun laatste donkre bloei vergunt. een andre zomer vindt hen tceer van zon verzaligd en verzand, onstuimig bloeiend, wild en rnod hernieuwd in hunnen staat. Het is erg jammer, maar bij Werumeus Buning zelf is dit gedicht nog beter. A. DEFRESXK Verzoeke bij opgave van ver huizingen duidelijk te vermelden of deze tijdelijk of blijvend zijn. 3JASP1BOMMELZ BOB^BISDER KOESTRAAT 58 AMSTB=DAM NI DE HAARLEMSCHE Leden der Directie: X^S^»*" Mr. A. S. MI ED EM A, P. H. CRAANDIJK en A. E. TH1ERRY DE BYE DOLLEMAN Hypotheken £ 31.376.477.~ Pmndbrierën f 55.109.100.Reterres . . f 1.005.087. 4} pCt. PANDBRIEVEN TEGEN LAATSTEN AMSTERD. BEURSKOERS ; _ ^_ ' ; , ^ i Ondergeteekende bericht, dat zij afgeefster is van Certificaten van: 6 % Inschrijvingen in het Duitsche Grootboek (REICHSSCHULDBUCH) tegen den koers van den dag: Vervaltijd Beurskoers 27/6 '29 Rendement 9.-% 9,55% 9,25% 9,25% 8,45% Bij de calculatie van het rendement ais hierboven aangegeven, is rekening gehouden met de Duitsche Couponbelasting, thans 10% bedragend, . BANK ASSOCIATIE 31 Maart 1933 1935 1936 1940 1948 71 o/ /o No. 2717 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 JUNI 1929 Wetenschappelijke Varia Tienmillioenmalige vergrooting van feiten .... en van fouten ? door Dr. P. van Olst D K vorige wt-fk heeft. Nir Jagudis ( hunder U UMI* in Amsterdam drie lezingen gehouden voor een xe«a- gemengd publiek, deels vakbiologen of. physiologeii, die lichtelijk skeptiseh waren en meerendeels hun mond hielden, deels theosophinche leeken, die wel wat erg begeerig en weinig-critisch luisterden en zóó bereid waren tot bewondering, dat ik zelfs een eerwaarde oude dame enthousiast zag applaudisseeren alleen reeds bij Sir Jagadis' opmerking dat hij een dik boek" geschreven had over de behandelde vragen. Sir Jagadis is een Hindoe van wijde vermaardheid, een zeer bekend en gewaardeerd wetenschappelijk onderzoeker op gebied van de planten-physiologie, een onderzoeker met een bijzondere gave voor het maken van uiter mate gevoelige meet-toestellen (niet voor niets was hij eorst professor in physica), bovendien de stichter van 'het naar hem genoemde Bose-instituut te ('alcutta, waai' ieder onderzoeker welkom is, die met Bose's methoden wil werken. De biologen (het is niet noodig speciaal over Wostersche en Oostersche biologen te spreken) zijn algemeen of dan tenminste vrijwel algemeen overtuigd van de eenheid der planten- en dieren wereld. De grondslag van beide is het levende protoplasma, het voornaamste bestanddeel der cellen, die planten en dieren opbouwen; een gemeenschap pelijke oorsprong van beide soorten organismen wordt dan ook wel haast als een biologisch dogma beschouwd. Alleen hebben beide werelden zich, onder den invloed van welke omstandigheden dan ook, in uiteenloupende richtingen ontwikkeld, xoodat ten slotte een eik en een mug heel weinig meer met elkaar gemeen hebben, behalve de gemeenschappelijke protoplasma-basis", waaruit zij opgebouwd zijn. Het zou dus niets anders zijn dan het intrappen van open deuren als men nog maals met proeven zou willen aannemelijk maken dat er een eenheid is in de geheele levende wereld. Sir Jagadis heeft echter met zijn proeven willen bewijzen dat de overeenstemming in levensfunc ties tusschen een eik en een mug veel grooter zijn dan wij dachten en dat dus deze twee wezens ook in de thans bereikte zeer gedifferentieerde eind toestand zeer veel met elkaar gemeen hebben, dat beide op dezelfde wyze reageeren op prikkels, door hun omgeving uitgeoefend, dat beide een hartslag hebben, beide een slaapperiode, beide een wisse lende eetlust, beide onderhevig zijn aan de goede gevolgen van tegengif ten, van streelen, en ten slotte, zooals men het moet samenvatten: beide een ziel hebben ! Want zoover ik kan nagaan is het aantoonen van het bestaan eener plantenziel, gelijk waardig met een (eventueele !) dierenziel, het voornaaamste doel van Sir Jagadis' onderzoek. Voor mijn persoonlijke opvatting is deze poging om de essentieele nheid van alles wat leeft aan te toonen, deze poging ook om de Wereld der verschijnselen te demonstreeren als een ordelijke" Wereld, niet alleen overbodig maar ook wat naiefkinderlijk. Staat de reeds bestaande opvatting der eenheid van planten- en dierenwereld op grond deigemeenschappelijke afstamming niet reeds op veel ruimer en royaler basis, met de erkenning en waardeering erbij dat de natuur, vasthoudend aan den protoplasmatiachen opbouw, toch zulk een rijkdom van uiteenloopende wezens heeft kunnen N.V. J. S. ME U WS EN'S Qrootst« keuze. '. . . STETSONI vormen, op y,oo menigvuldige wijze hetzelfde doel bereikend, nml. de vorming van een wezen, in yjchzelf afgerond tot een geheel, op velerlei wijzen in staat zijn wankelbaar .levensevemvicht te bewaren in een omgeving zoo verschillend als de aardsche omstandigheden kunnen zijn. Het is toch niet noodig om dan nog te spreken over een overeen stemming in de tijden, waarop een mensch slaapt en een plant slaapt, e. d. Is niet juist de veelheid het meest te bewonderen in de eenheid van alles wat leeft? Maar afgezien hiervan geloof ik bovendien dat de conclusies, die Sir Jagadis trekt uit zijn proeven niet steeds gelijkwaardig zijn met de inge nieuze meettoestellen, die hij voor zijn proeven gebruikte. De door hem veronderstelde plantbewegingen zijn zoo ontstellend klein dat alleen bij zeer sterke vergrooting deze bewegingen waar neembaar worden. Sir Jagadis beroemt er zich terecht op dat zijn toestellen het mogelijk maken een beweging n millioen. .ook echter wel tien of twintig millioen maal te versterken. Wat dit beteekent kan men zich het beste voorstellen door na te gaan dat een slak bij een dergelyke vergrooting van haar kruipsnelheid anderhalf maal sneller zou voortvliegen dan een kanonskogel, of zelfs bij de sterkste vergrooting wel zóó snel, dat zij in een halve seconde van Amsterdam te Haarlem zou arriveeren! Een nauwkeurige beschrijving dezer methoden werd door de biologen bij de drie lezingen zeer gemist, maar ik neem gaarne aan dat de be trouwbaarheid dezer apparaten zoo groot is als Sir Jagadis meedeelt. Maai- men ontkomt dan toch niet aan de onrustige gedachte, dat niet alleen de aan te toonen geringe bewegingen der plant twintig millioen maal vergroot worden, maar eveneens alle geringe storingen, die de omgeving veroorzaakt. Deze storingen zgn weliswaar gering, maar bij deze sterke vergrooting kunnen zy allicht de plantbewegingen in grootte-orde overtreffen. Om een hiermee vergelijkbaar geval te noemen zou ik kunnen wijzen op onze metaalbarometers (de bekende ronde barometers, die men in het huiselyk leven gebruikt of misbruikt). Hierbij worden zeer kleine vormveranderingen van een luchtledige doos (onder invloed van den wisselenden dampkringsdruk) door middel van hefboomen, tandraderen en wijzers zoo sterk vergroot dat oogenschynlyk kwartmilimeters drukverschil nog gemakkelyk af te lezen zijn, wat bij de officieele kwikbarometer niet mogelijk is, tenminste niet zonder buitengewone maatregelen. Maar dat deze nauwkeurigheid der metaalbarometers slechts schijnbaar is, bemerkt men dadelijk als men het toestel een klem tikje geeft en dan door deze storing, die niets met de luchtdruk te maken heeft, de wijzer wel een milimeter ziet verspringen! Deze angst voor den overweldigenden invloed van storingen is vergroot door de publicatie van een Amerikaansch bioloog, die Sir Jagadis' proef nemingen nadqcd, in de beste en eerlijkste ver wachtingen dat hij een aanwinst had gekregen voor het onderzoek van i den. invloed van bacterieele vergiften op ons lichaam. Deze Amerikaan be merkte dat de polsslag der planten hoe langer hoe meer verdween uit de opgeteekende resultaten, naarmate de metingen op zorgvuldiger wy'ze wer den voorbereid en uitgevoerd, en de storingen, door de omgeving veroorzaakt, in toenemende mate werden voorkomen of uitgesloten. Heel bedenkelijk is bovendien dat deze Amerikaan de hartslag, die Sir Jagadis bij de planten meent aan te toonen, ook vond bij een lampepit (dua btf dood materiaal I) waarin vocht opgezogen werd, dat uit versche koolbladen was geperst, dua vryVel dezelfde dicht heid en scheikundige samenstelling had als het sap van de levende plant. De onregelmatigheden van zuiver( physischen aard konden bier alleen de oorzaak zgn van de nagebootste hartslag. Misschien is het voor vegetariërs, ook maar wel zoo goed dat de plantenziel nog problematisch is. Wat moeten zij anders eten? BERGSTROOM Tekst en teekening door J. G. Sinia Het zijn over het algemeen geen aangename her inneringen, welke ik bewaar aan de bergstroomen in Indië. ]Vanneer men de kokende, bruisende massa, die in pijlsnelle vcuirt over en tusschen de rotsen vooibij jaagt vanaf een stevige brug kan aanschouwen, levert zoo'n stroom dikwijls een groot-sch schouwspel op, waarnaar men met genoegen kan kijken, maar wan neer men er doorheen moet waden, wordt de toestand minder aangenaam, want zulk een dooncaden kan niet alleen met vele bezicaren gepaard gaan, doch dikwijls zelfs met levensgevaar. Slechts zelden vertoonden deze ruwe gasten het liefelijke beeld, hetwelk mijn plaatje tracht iceer te geven. Op zulke, betrekkelijk zeldzame plaatsen scheen het dan wel of het water stilstond, tusschen de aan weerskanten hoog oprijzende en dicht begroeide rots wanden, Vrede en rust kon zoo'n plekje ademen en het was zalig daar een oogenblik te rusten alvorens een nieuwe vermoeiende klouterpartij te beginnen. PUROL er op! Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij Brand- en Snijwonden, Ontvellingen en allerlei Huidverwondingen Het verzacht en geneest Nieuwe uitgaven Jan van Woensdrccht. Uit de jonge jaren van^ Jan Baptist. Edam z. j. De klyne Llbrye. De stroom van boeken, waarin het kind de voornaamste plaats inneemt, houdt aan; in allerlei toonaarden wordt het kind in het moderne Hollandsche proza verlitteratuurd. ,.De klyne Librye" gaf er al eerder een voorbeeld van: Barendje" van Marie Hchmitz. Xu komt Jan van Woensdrecht met zijn ..jonge jaren van Jan Baptist." In originaliteit zou ik het boekje met Barendje" niet op n lijn durven stellen; Jan Baptist is meer de stereotiepe kwajongen, van wien een aantal , streken worden verteld, zonder dat er overigens een leidende lijn van verhaal valt waar te nemen. Het herinnert even aan Merijntje G ijzen, maar dat zal ook wel komen door het uiterlijk-dialectische; en het mist het sentimenteele van Merijntje. Door het gemis lijkt het weer meer op De Witte" van Ernest Claes. Maar buiten alle vergelijking om is het een frisch en aardig boekje. H.M. Bezoekt de Hollandscoe Badpliatseo. Ia iMt rooiMlMtn tot 15 Jnll ntt ftnalnttart tutot 2 AND VOORT: SOTEL D'ORANGB «n OTEL DBIBHUIZBM'* WIJK AAN ZEE: ' BADHOTBL «n , ZBE-DÉPEKDANCE.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl