De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 29 juni pagina 2

29 juni 1929 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

- ^- » W wetei aan Ik k» «n h» niet kuusi dood inevi gat ei ande gezie zien. kous meiu Riki dat < bries de tl bij i hem. maa H kam me l wat stuk zoo toch Haa daai zat vooi nish dan of T schi '?* Wil zelf gegi is. ond zoo is : wee mij een mo wat Ik wa Lee me en als ha* dai. tot m« eei fl op va F)e Groene <fc>c_xWcdkbI voor- Nederland Sinds meer dan vtfftig /aar aan de spits der weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mr. A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN TOP NAEFF. Secretarts der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. Onverslijtbaar OPGERICHT IN 1877 No. 2717 ZATERDAG 29 JUNI 1929 De Christelijk Historische Unie door Dr. J. Th. de Visser Dr. J. Th. de Visser DE t'hristelijk-Historische t "nu- kenmerkt /,ich vooral, door haar sterk besef on/er natio nale saamhoorigheid. Meu zou '/el f s kunnen zegden. dat dit haar geheele politiek beheerscht. Ku dit wordt volkomen begrijpelijk, wanneer men be denkt, dat die saamhoorigheid of nationaliteit volgens haav niet'is te beschouwen als het resultaat van een gewoon en alledaagsch historisch proces. doch veeleer als de vrucht van een strijd, waarbij het om de heiligste.beginselen van hot persoonlijk en het volksleven ging. Die strijd toch had een geestelijken en nationalen band om het Xederlandsche volk gesmeed, die, door de verdere worste ling der tijden heen, de doelen voor goed tot oen geheel verbond. Itet had daardoor een bepaald cachet verkregen. Het bezat voortaan een ingekerfd religieus en vrijheidlievend karakter. Door het behoud daarvan is het groot en zelfstandig ge bleven. In dien geest wenscht de Christelijkhistorische Unie de natie dan ook steeds te zien geleid. Die richting bepaalt hare staatkundige handelingen, op welk gebied ook. Een eerste gevolg van dit standpunt is, dat deze politieke groep minder dan eenige andere rekening houdt met het begrip partij." Dit blijkt reeds hieruit, dat zij zich opzettelijk ,;TJnie" en niet party" noemt. Wel erkent zij de noodzakelijkheid van het bestaan van politieke formaties, maar haar streven is zoozeer gericht op de synthetische samenwerking der onderscheidene deelen, dat zij daarom liefst de idee partij" die aan afgesloten heid herinnert en zoo spoedig een antithetischen trek vertoont, naar den achtergrond dringt. Een tweede gevolg, van dit standpunt is, dat «ij er ware van is, de partij en dat wil zeggen: partijbealuiten en party-indeeling, een te grooten invloed pp de .staatsinrichting te geven. Vandaar dat de Christelijk-Historische unie geen program ma's van actie, maar hoogstens, naast haar program van beginselen, «??m? nadere beginsel verklaring of manifest, bevattende algenieeiie .principieele toelichtingen, tegen de algemeeiie verkiezingen het licht doet /Jen. Eenerzijds tocb moet de regeering have eigen, verantwoordelijkheid ten aanzien van de door haar te volgen gedragslijn blijvend gevoelen en zich niet verlagen tot het mandataris-zijn der volksvertegenwoordiging, an derzijds moeten de volksvertegenwoordigers hunne vrijheid behouden om, na het ..hoor" en ..weder hoor" te hebben gevolgd, hun stem naat' hunne persoonlijke overtuiging uit te brengen. Daartegen over houdt echter de Christelijk-Historischt.» Unie te .sterker aan principieele staatkunde vast en dient zij juist daarom des te meer op haar hoede te zijn tegen strevingen om het beginsel tot leuze en de tactiek tot practijk te maken. Uit het ge zegde vloeit als van zelf voort, dat het partijverband bij deze groep losser is dan bij wellicht eenige andere partij. Ken derde'jievohr van dit standpunt is. dat Zij alle kwalificaties? van ..democratisch'' of ..aris tocratisch". ..behoudend" of ..vooruitstrevend" schuwt. Xiet alleen toch zij u dit alle onbelijmle begrippen, waaraan geen'staatsman een houvast heeft voor zijn regeerinysbeleid. maar bovendien loopt hij. die er mede 'werkt, «evaar de geheel-héid. den natuurlijken samenhang tier volksdeelen uit het oog t»' verliezen en alzoo onrecht te doen. Natuurlijk dienen de in bepaalde tijden zich bijzonder op den voorgrond dringend».1 belangen het voorname voorwerp van regeeringszorg te zijn. maar dit kunnen de belangen van de meest ver schillende groepen der samenleving wezen. Voor die alle moet hét oog van den staatsman zijn geopend, vooral omdat in den regel bij de belangen van de eene groep, die van de andere ten nauwste zijn betrokken en h ij. nooit vergeten mag. dat hij aan geheel de natie recht heeft te doen. Daarom ook keert de Ohristolijk-llistoriseho Unie zich van de leer der volkssoevereiniteit af. Niet de'massa, maar het recht .moet heersenen. Een vierde gevolg van dit standpunt is, dat de Unie zich verzet tegen allen geestelijken dwang. Zij zelf vindt haar oorsprong in het streven, om de kostbare goederen, die ons op geestelijk gebied zijn overgeleverd, ongeschonden te bewaren. Daartoe behoort in de eerste plaats de vrijheid van gods dienst en godsdienstoefening. Xoch direct» noch indirect i is het' de overheid geoorloofd hierop dwang uit te oefenen. Zij dient den weg daarvoor volkomen vrij te laten. In het tegenoverge stelde geval gaat zij niet alleen, de grenzen harer bevoegdheid te buiten, maar kweekt zij hypocrieten, de grootste vijanden van godsdienst en kerk, of geestelijken cultuur-höogmoed. Het laatste was het geval, toen zij het dogma van het Christendom boven geloofsverdeeldheid aan de natie wilde op leggen, het eerste zou het geval zijn, wanneer de geest der repristinatie naar de zeventiende eeuw mocht zegevieren. Op geen dezer beide paden wandelt een goed en bezonnen ' christelijk-histo risch mensch. En een laatste gevolg van dit standpumVis, dat de Ch' risteltfk-Historische Unie zich Christelijk" noemt in proteatantschen geest, dat wil zeggen, dat zij als richtsnoer 'en toetstee» voor haar politiek denken en handelen slechts de beginselen van de Heilige Schrift aanvaardt en niet de eene DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ?10.?bij vooruitbetalingPer No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel. Postgiro 72880, Gem.-Giro G 1000. INHOUD: 1. Dr. J. Th. de Visser, De Christe'.ijk-Historische Unie. 2. Diplomatlctis, Ramsav Macdonald. 3. Mr. A. C. Josephus Jitta, De Tooneelcensuur van den Burgemeester. Joh. Braakenslek. Huwelijken worden in den hemel gesloten" ?verboden. 4. Israël Qtiertdo, Literatuur. 5. C.<rnelis Veth, Psycholngiein. L. J. Jordaan, Toenadering? 6. Otto van Tussenbroek, Toegepaste kunst. A. Defresne, Nieuwe Verzen. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Om Sint Jan. Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. E. Bakker?van Bosse, Internationaal Congres voor Vrouwen. 10 en II. Mr. H. G. Koster. Boekbespreking. 12. L. J. Jordaan, Bioscopy 13. A. Plasschaert. Schilderkunst. Herman .Midden dorp. Boekbespreking. i 15. C. A Ktaasse, Beursspiegel. 16. Mr, Henrik Scholte, Toweel. 17. Dr. van Olst, Tienmillinenmalige vergroting van feiten , . . en van fou.cn/ J. G. Sinia, BergstrMmcn 17. AHda's Zevenboom, Croquante Croquetjes, Melis Stoke, Rijm. Nessuro, Kaleid"$co<ip. 19. MelU Stoke, nieuwe schoolopgaren ... L'it het Ktadschrtft van Jantje. 20. Cel t, Telefoontje. Charivarta Omslag.. Spelproklemen. Bijvoegsel: Joh Braakenslek, De gronie stembuspyramide. _Z)e beschaafde smaak Vraagt Bonbons R/NGERS Let op den naam of andere menschelijke ordening. Zij gaat mitsdien uit van het geloof in (uid. dit> de wereld en ook ons land wil bestuurd zien door Zijn geest, en niet van het geloof in ..den mensch" als den eigenlijken wereldregeerder. En naar zijn overtuiging heeft God daartoe beginselen van godsdienst, zedelijkheid en recht gegeven, die wij pp staatkundig gebied hebben vast te houden en te ontwikkelen. Tevens is zij echter Van oordeel, dat bij de gestadige ver andering der menschelijke en maatschappelijke toestanden eene bepaalde rechtsvorming en rechts ontwikkeling hoodig is en het bestaande recht, om recht te blijven, telkens gewijzigd moet worden. Vandaar dat déUnie zich niet alleen Christelijk", maar ook historisch" noemt. Bij dit laatste moet natuurlijk niet alleen rekening gehouden worden met den nationalen geest, maar ook steeds gezorgd worden, dat in die rechtsontwikkeling geen ele menten worden opgenomen, die in strijd zyn met het primordiaal christelijk beginsel, waarvan is uitgegaan. Hier ligt voor elk chriatelijk-historisch staatsman de ernstigste, maar ook moeilijkste taak, maar hier ligt ook zijn schoonste roeping. Naarmate deze door hem beter1 wordt betracht, zal de natie in haar geheel door hem des te beter worden gediend. Te meer is dit noodig in den over gangstijd, dien wij beleven en waarin het gevaar groot is, dat, terwille van een tijdelijk succes, de beproefde beginselen van ons staatsrecht uit het het oog worden verloren, Doch ook hier staat hij het sterkst en werkt .hij het vruchtbaarst, die in het staatkundig leven, gelijk een Willem van Oranje, den eerbied voor het Hoogste Gezag met de eerbiediging van ieders vrijheid verbindt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl