De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 13 juli pagina 2

13 juli 1929 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

TK l bi ltjk t had . bU nmensi in ee ik up zoo'n op Vnaai* Melk zei h ik h Wa het c heeft en o] zijn ] heb t diézi dien op s staat petje lange Dr. proon meisj kerse bar v en ze mee, kens ze, vo het j AI van ! t roene Amsterdammer, eekblad voor- Nederland Sinds meer dan vijftig /aar aan de spits der weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mr. A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: H. BRUGMANS* L. J. JORDAAN, M. KANN EN TOP NAEFF. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333» AMSTERDAM C. Dun, toch Ijzersterk OPGERICHT IN 1877 No. 2719 ZATERDAG 13 JULI 1929 Zal de oude coalitie herleven? HET Kabinet?de Geer heeft den uitslag van den verkiezingsstrijd niet afgewacht. Nog vóór de stembus was opengegaan, hadden de zittende ministers hun portefeuilles reeds ter beschikking van de Koningin gesteld. Het kabinet heeft derhalve den onverstaudigen raad van de N.B. Ct. niet opgevolgd, om hei resultaat van de verkiezingen af te wachten en eerst daarna te overwegen, of er misschien aanleiding zou bestaan af te, treden. Dat zou een. dwaasheid geweest zijn, omdat het resultaat der verkiezingen, hoe het ook had mogen luiden, nimmer eenige aanwijzing aan de regeering had kunnen geven, om al of niet heen te gaan. De strijd heeft niet over het kabinet geloopen. Het resultaat van den strijd kon dus ook geen oordeel bevatten over het kabinet. Het zou bovendien in lijnrechten strijd geweesfc zijn met het karakter van intermezzo-kabinet, dat minister de Geer onmiddellijk bij zijn optreden aan zijn ministerie heeft gegeven. Het intermezzo zou zoo kort mogeUjk duren. Zoodra bleek, dat er weder een parlementair kabinet zou kunnen optreden, zou het Kabinet?de Geer het veld ruimen. De verkiezingen voor de Tweede Kamer, die den 3en Juli j.l. weiden gehouden, boden een ongezochte gelegenheid om te onderzoeken, of het wederom moge lijk zou zijn een parlementair ministerie te vormen. Onverschillig hoe de nieuwe Tweede Kamer er uit zou zien, diende dat onderzoek na den 3en Juli te worden ingesteld. Het was dus volkomen correct, dat het Kabinet?<ie Geer heeft zorg gedragen zijn portefeuilles op zulk een tijdstip ter beschikking van de Koningin te stellen, dat de mededeeling, dat Hare Majesteit het verzoek om ontslag in overweging had genomen, nog gepubliceerd kon worden, voordat het resultaat der verkiezingen bekend was. Moet derhalve worden aangenomen, dat het zit tende kabinet terecht een kabinetscrisis in het leven heeft geroepen, minder gemakkelijk is het vast te stellen, hoe de niéuwe regeering er uit zal zien. De meest voor de hand liggende oplossing is een nieuwe coalitie van de Roomsch-Kabholieken, de Anti-revolutionnairen en Christehjk Historischen. Geheel ten onrechte heeft de N.R.Ct. zich gehaast te verklaren, dat zulk een coalitie in strijd zou zijn met de goede trouw. Met de redactie van de N.R.Ct. zou ik het optreden van een coalitie-regeering be treuren. Maar het is iets anders een hernieuwing van - de coalitie te betreuren, dan haar ha strijd te verklaren met. de goede trouw. Reeds vóór de verkiezingen hebben de RoomschKatholieken en de Anti-revolutionnairen duidelijk uit gesproken, dat zij boven iedere andere combinatie en boven een zakenkabinet de voorkeur zouden geven aan. een herstel van de coalitie. De kiezers, die aan. deze beide partijen hun vertrouwen, hebben gegeven, wisten of behoorden althans te weten, dat zij daar mede een herstel van de coalitie bevorderden. Anders staat het met de Christelijk Historische Unie. De leiders en woordvoerders van die partij hebben zich in dit opzicht tot niete gebonden. Met opzet hebben zij dit punt in het midden gelaten. Men heeft in het bijzonder van Roomsch-Katholieke zijde den Heer Schokking kwalijk genomen, dat hij verklaard heeft, dat zijn partij geen bezwaar zou maken tegen een samenwerking met de socialisten, wanneer de Nedèrlandsche socialisten zouden optreden als" hun Engelsche partijgenooten. Braakensiek heeft de vorige week die uitlating geestig in beeld gebracht. De Heer Schokking is de laatste politicus. dien men van coquetterie zou verdenken. Toch moet in deze uitlating een coquet gebaar worden gezien, om de Roomsch-Katholiefcen aan te halen. Zoo ongeveer in den trant, waarop een aardig meisje tot een jongen man zegt: wanneer je niet met mij gaat, kon ik wel eens met een ander gaan wandelen. In den. stijl van den Heer Schokking was dat een tegenzet, tegen den zet van den heer Nolens, dat de deur voor de laatste noodzaak het samengaan van Roomsch-Katholieken en socialisten op een kiertje bleef openstaan. De Heer Nolens heeft het gebaar van den Heer Schokking zeer goed begrepen, blijkens zijn in Venlo gegeven antwoord, dat hij bereid was de Christelijk Historischen (in figuurlijken zin) te omhelzen. * * Prof. I. P. de Vboys, wiens beschouwingen omtrent den uitslag van den verkiezingstrijd wij op een der volgende bladzijden opnemen, komt tot de conclusie, dat de samenstelling van de nieuwe Tweede Kamer ten opzichte van het nieuwe kabinet niets zegt." De conclusie van prof. de Vooys is volkomen waar, maar juist hei feit, dat de uitslag van den verkiezings strijd niets zegt", beteekent, dat er een zeer groote kans bestaat, dat de coalitie weder in het l even zal worden geroepen. Wanneer de drie partijen, die indertijd de coalitie hebben gevormd, vóór de verkiezingen gepoogd zouden hebben een nieuwe basis van samenwerking te vinden, dan zou die poging ongetwijfeld op een mislukking zijn uitgeloopen. Wanneer die drie partijen, zonder een gemeen schappelijk programma te hebben opgemaakt, den verkiezingsstrijd zouden hebben aangebonden met het uitdrukkelijk uitgesproken voornemen, na afloop zoo mogelijk opnieuw een coalitie-regeer ing te vor men, dan zouden de beide Frotestantsche partijen waarschijnlijk een gevoeligen klap hebben gekregen. Zooals de Anti-revolutionnaire partij, die in dit opzicht duidelijker kleur heeft bekend dan de Christelijk Historische Unie, ditmaal weder een zetel aan den Heer Kersten heeft moeten afstaan, zou ook de Christelijke Historische Unie allicht een. zetel hebben moeten ruimen voor den Heer Lingbeek. Juist omdat men te voren geen gemeenschappelijk programma heeft opgemaakt, omdat men tijdens den verkiezingsstrijd in het midden heeft gelaten, of de oude coalitie zou worden hernieuwd en omdat de stembusuitslag niets zegt," bestaat er een groote kans, dat de oude coalitie-gcnooten elkander weder om zullen vinden. Niet licht zal er zich voor de coa litie wederom een zoo goede kans voordoen. Indien de oude coalitie nog eenige levensvatbaarheid heeft, dan zal dat in de volgende maanden .moeten blijken. ? . * * '' ??' ? . * ' ? -. Zullen de Heêren Nolens, Colijn en Schokking er in slagen de oude coalitie desnoods in den gemoderniseerdenvormeener samenwerking"?wederom in het leven terug te roepen? De onderhandelingen zullen zich achter de schermen afspelen. De 53 vrouwen en mannen, die in de nieuwe Tweede Kamer voor de Roomsch-Katholieke Staatspartij, de Antirevolutionnaire partij en de Christelijk Historische Unie zitting hebben, zullen daaromtrent binnens kamers overleg plegen. Hot Nedèrlandsche volk zal niet veel vernemen, voordat de poging gelukt of mislukt zal zijn. Misschien dat er in de dagbladen» die door leden van deze Kamerfracties geredigeerd DE GROENE AMSTERDAMMER PHjs per Jaargang ?10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. Ad verten tien ? 0.75 per regel. Postgiro 72880, Gem.-GIro G 1000. INHOUD : 1. Mr. A. C. Josephus Jitta, De coalitie. 2. J. 2. Kannegieter, Hoe Amsterdam aan haar geld trachtte te komen. 3. L. J. Jordaan, Het moderne Jericho. Prof. Is. P. de Vooya, De verkiezingen. 4. Dr. A. Perdeck; Autobiografie van een Indiaan. 5. Joh. Braakensiek, Enge land's vredeswerk in het Verre Oosten. ' 6. Dr. P. van Olst, Waterlandsche gebruiken, 7. Corn. Veth, De psychologie en het drama. Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. Ells. M. Rogge, School-tentoonstellihg. 10-11 H. D. Reiger, Oude Kunst in het Rijks-Museum 12. Paul F. Sanders, Het Duitsche toonkunstenaarsfeest. C. van Wessem, Muziek. 13. F. A. J. Portielje, Zeeleeuwengeboorte in Art is, met teekening door Felix Hess. - Wybo MeUer, Boekententoonstetling. 15. C. A. Klaasse, De Weg, Beursspiegel. 16. Otto v Tussenbroek, Toegepaste Kunst. 17. Baröarossa, De T. T. in Drente. Melis Stoke, Rijm. 18. Allda Zevenboom's, Croquanle' croquetjes. J. O. Slnla, Mangroven. Nessuno, Kaleidoscoop. 19. Uit het Kladschrift van jantje. Melis Stoke, Practisch nieuwtje. 20. Cel », Telefoontje. Charlvaria. J., Richard Tauber, Omslag: Spe lp rob lemen. BIJ egsel: Joh. Braakensiek, Zal de Coalitie herleven? b sfezcfs Bonbons op den naam worden, iets zal uitlekken van den strijd, die binnens kamers wordt gevoerd. . Dit is zeker, dat de neiging om hét onderling eens te worden bij deze Kamerleden heel wat grooter zal zijn. dan uit hun uitlatingen in. den verkiezings strijd viel af te leiden. Het stelsel der evenredige vertegenwoordiging brengt mee, dat elke partij zelfstandig optrekt en den strijd voornamelijk voert tegen de naaste geestverwanten, die immers op het zelfde jachtterrein grazen. Nu de strijd gestreden is en de kiezers hoogstwaarschijnlijk eer^t over'4 jaar wederom geroepen zullen \yordea hun oordeel uit téspreken, is er alle gelegenheid om toenadering te zoeken. Persoonlijke ambities zullen daarbij een groote n invloed doen gelden. Aangezien die persoon lijke ambities allicht juist in een coalitie-kabinet bevrediging kunnen vinden, zullen zij ook stimuleerend op de vorming v.in een coalitie werken. De formateur zal met zakelijke zoowel als met persoonHjke argumenten rekening hebben te houden. En alleen reeds met.de zakelijke overwegingen de vaststelling van een gemeenschappelijk programma zal hij de handen vol hebben. Het publiek zal het verloop van deze eerste phase van de crisis, die waarschijnlijk van langen duur zal zijn, met gepaste bescheidenheid moeten afwachten. Allicht vind ik in dien tijd nog wel de gelegenheid mijn meening-uit te spreken over de mogelijkheid om andere oplossingen te vinden, wanneer de oplossing, die ik de meest voor de hand liggende acht, niet mocht worden aanvaard. A. C. JOSEPHUS JITTA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl