De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 20 juli pagina 2

20 juli 1929 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

j». i i ? ij v L l i ocne eekblad voor Nederiand Alle Buitenlandsche Spoorwegbiljetten I. V. B. DAMRAK 46 ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mr. A. C. JOSEPHUS JOTA Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN TOP NAEFF. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. <>o* ttnd $c c I Alom verkrijgbaar OPGERICHT No. 2720 ZATERDAG 20 JULI 1929 Een Politie-vloot door Ir. K. F. Koning Oud Chef van hei Bureau-Stoonncczcn aan hei voormalige ministerie van Marine. DE overval op ('uracao heeft onder de algemeone aandacht gebracht, dat in geheel Nederlandseh West-lndjëgeen enktl marineschip ?gestationneerd is. De marechaussee en de politietroepen der land macht maken deel uit van de weermacht te land; op gelijke wijze kan marinepolitie deel uitmaken van de militaire macht ter zee. Er is reden aan een in te stellen marinepolitie een uitgebreide taak toe te wijzen. ^ndmachtonderdeelen zijn vatbaar voor split sing; schapen zijn ondeelbare eenheden; voor het gestat ionnee rd bewaken van een groot aantal havensteden en kust4trooken in Eiiropeesch en overzeesch Nederland is dus een groot aantal schepen noodig. Zich deze te verschaffen en ze op doeltreffende wijze in gebruik te houden ligt in het vermogen van Nederland, want de schepen kunnen voor politiedienst zijn klein, matig bemand, licht bewapend en van Hcht machinevermogen voorzien. De tijd ligt niet ver achter ons, dat te ('uracao gestationneerd was een fregat met U)0 opvarenden en gelijktijdig te Paramaribo een als driemastschoener getuigd ?flottieljevaartuig met DO' opva renden: deze twee vermochten tegen een of tw.eo moderne kleine oorlogsschepen feitelijk, niets, en hadden, afgezien van het voordeel, dat bij onlusten ?aan den wal een sterker bemanning biedt, voor den politiedienst te water vervangen kunnen worden-door twee vaartuigen van het type vergroote loodsstoomer, licht bewapend, en bemand met bijv. 50 a (JO opvarenden. Weinig meer dan het fregat en het flottielje vaartuig ter verdediging van West-lnrtiëtegen liet materieel van een zeemógemlheid konden uitrichten, kunnen thans de veel grooter, zwaarder bewapende, sterker bemande en veel sneller loopende pantserdekkruisers Java en Sumatra van nut zijn bij de verdediging van Nederlandsen ost-Indiëtegen een rechtstreekschcn aanval. 7AÏbehooren tot een type, in het buitenland ont worpen om secundaire diensten te verrichten als begeleiders van een slagvloot of een slageskader; ?over zulk een-zeemacht kan Nederland niet be schikken; onze tegenwoordige 4 pantserschepen zijn derderangspantserschepen, te water gelaten tusschende jaren 1002 en 1909. En indien het er op'aan mocht komen bij een ?onderstelden oorlog tusschen vreemde mogend heden, de neutraliteit van den zeer uitgestrekten Nederlandsen Oost-Indisehen Archipel te be schermen en hiertoe aan schepen der oorlogvoe renden te beletten gebruik te maken van zich .daar bevindende havens of schuilplaatsen,, van brandstoffen- en levensmiddelenvoorraden, dan zouden de twee 25-millioensschepen als strijdmacht weinig of geen beteekenis hebben. Het groote nut, dat onze thans bestaande marine schepen ' bij voortduring opleveren, berust op hunne aanwezigheid als militaire politie te water, niet op hunne gevechtswaarde. Onder den indruk van het kort geleden te ?Curacao gebeurde., uitbreiding van de Nederland.sche marine met n of twee kruisers te wenschen' .getuigt van vertrouwen in een te versterken zee macht; echter zou n uitbreiding van. deze soort niet alleen in de hoogste mate ondoeltreffend zijn, maar tevens een betet-se] om geld en personeel beschikbaar te bekomen voor een politievloot. En juist deze is noodig tot het verzekeren van orde, veiligheid en rechtszekerheid op Nederlandsen gebied, tot voorkomen \an vreemde inmenging en tot bewaken van neutraliteit. Wordt de geheele kustlijn, voorzoover noodig, in maritieme stations verdeeld, in grooter getal naarmate de behoefte /nl aangeven en het be schikbaar te stellen geld zal toelaten, dan zullen talrijke commando's te vervullen zijn, welker be lang niet afhangt van de grootte van het stationsschip. maar van het gewicht der verantwoordelijk heid; iedere stationscommandant kan tot bijkom stige taak rekenen in tijden van vrede en rust schip en opvarenden ten nutte te doen zijn voor plaatselijke n algemeene belangen. Aan hulpvaardigheid en aan zin voor weten schappelijk werk heeft het de marine nooit ont broken; het is niet in strijd niet.haar wezen, zich zooveel mogelijk te vet v« K-men tot een militaire politievloot; veelzijdig znl haar maatschappelijke taak zijn. Welken anderen imli'.i^ kunnen buitenlamlsehe deskundigen bekomen van de met 75000 paardekrachten en bijna 500 opvarenden toegeruste krui sers Java en Sumatra dan dezen van paradeschepen, in de Nederlandsche marine niet passend, dus zonder bestemming. Waardiger ware vlag vertoon zelfs met een enkel militair politieschip, onderdeel van een logisch samengestelde vloot, en dus vertegenwoordiger van Nederlandsche dege lijkheid en betrouwbaarheid. Voor de bescherming der burgerbevolking tijdens de onlusten te Hniyrna en te .Shanghai heeft een ?onzer kruisers goede diensten bewezen, doch hierbij kwam het voornamelijk aan op hét bieden van beveiligde bewoonbare dekruimte; deze kan ook een politieschip bevatten, zoowel aan dek als ten deele benedendeks, als het voorzien is van een hooge verschansing, waarop de neergehaalde tent aansluit. Waartoe dan de in aanbouw, onderhoud, en bedrijf zeer dure kruisers te behouden, sterk bevolkte oorlogsschepen, waar de opvarenden op meestentijds nuttelooze wijze moeten worden beziggehouden? liet is een gelukkige omstandig* , heid. dat in 11)19 de bouw van den derden kruiser, de t'elebes, nog tijdig is kunnen worden gestaakt. Heeds heden ten dage over te gaan tot geheel omzetten van de Nederlandsche marine in een politievloot, nu de rechtsverhouding tusschen de staten nog zeer onvolkomen is, zou zijn verzaken van een iiationalen plicht. Nederlandsche staatslieden en krijgskundigen zullen hebben uit te maken met Welke mogelijke aanvallen op jJuropeesch Nederland moet worden rekening gehouden en hoe de strijdmacht, dus ook die ter zee, daartoe kan zijn samengesteld; moge de haar toe te wijzen r*<! oen waakzaam passieve zijn l% ' Een 'reeds uitgemaakte zaak is, dat tegen aan vallen, op de overzeesche gebieden .gericht, Nederland niets vermag. Deze daadzaak ontheft de marine niet van haar plicht zich te verweren voorzoover van zich afbijten redelij ken zin heeft. De egel en de wesp vallen niet aan, maar de stekels en de angel hebben ze ter verdediging steeds gereed; ofschoon klein, worden ze door de groote dieren meestal ongemoeid gelaten. Hieruit valt te leeren. Nederland zij niet vol strekt weerloos, ook niet in Oost-Indie. Naast de DE GROENE AMSTERDAMMER Prljr. per jaargang / 10.?WJ vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. - Advertentlên ?0.75 per regel. Postgiro 72880, Oem.-Olro O 1000. INHOUD : 1. Ir. K. F. Koning, Een politie-vloot. 2. Dr. H. W. van Loon, Overpeimingtn. 3. Dr. E. van Raalte, Nederland en Belgi Johan Braakenslek, Ruys de Beerenbrouck, kabi' nitsformateur. 4 Dr. Joh. Tfelrooy, Nieuwe Fransche boeken. 5. Dr. W. van Ravesteyn, Spreekzaal. L. J. Jordaan, De Grootste! 6. A. Defresne en Herman Middendorp, Bock bespreking. 7. Dr. Jac. P. Thljsse, Uit de Natuur. Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9 E. Belinfante?Belrnfante. Het dierenbnek. 10 11. Mr. M. F. Hennus, De Kunstenaar en de Handel. 12. Top Nacff, Dramatische Kroniek. Otto van Tussenbroek, Toegepaste Kunst. 13. Constant van Wessum, Negerbal te Parijs, mei teeken, van V'. E. van Uytvanck. 14. C. A. Klaasse, Beursspiegel. 15. Dr. Jan Romein, Hoe lang nog. 16. Alida Zevenboom's Croquante croquetjes. 17. Melis Stoke, Kinderuurtje; Rijm. Nessuno, Kaleidoscoop. 18. Feuilleton: Atfredo Panzini. Ouderdom en Jeugd. 19. Uit het Klad$chrift van Jantje. 20. Ctl 2, Telefoon. Charivarla Omslag: Spelpwblerncn. Bijvoegsel: Johan Braakenslek, Rusland en China. DG beschaafde smaak Vraagt Bonbons R1NGERS Let op den naam landmacht kan de marine tot afweren van aanvallen te water bijdragen door gebruik te maken van enkele luijnenloggers. duiktorpedobooten en vlieg tuigen. ' Hoe te komen aan een uitgewerkt en zorgvuldig begroot plan voor een doeltreffende politie-vloot, versterkt (zij het noode) door afweermiddelen tegen een vijand? Hoe na eventueele bewilliging door de Staten(Jeneraal. snel doch omzichtig de marine van de tegenwoordige samenstelling in de nieuwe te doen overgaan 'i Hiertoe is onmisbaar de leiding door een Zee officier-Minister. Al mocht ditnlaal de beurt 'toegekend'worden aan een marine-officier, als Minister van Defensie op te treden, het ingewikkelde beheer, dat de zeemacht op zich zelve vordert, doet?????te meer in een tijd van te verwachten reorganisatie den wensch opkomen naar de vaste leiding van een uitnemend deskundige^ die aan de re organisatie, van materiaal en personeel zich geheel kan wijden; de marine kan als aanhangsel van het leger niet tot haar recht komen, niet tot .,efficien cy" in 's Lands belang. Het is teleurstellend, dat' Voor een deel, stel een vierde, 's Lands militaire vloot een verdedi gingsorgaan zal moeten blijven, doch 'de overgang tot drievierde politievloot is een flinke greep in goede richting. Voortaan bij internationale vlootplechtigheden Nederland niet weder te doen vertegenwoordigen door een vechtschip, maar wel door een militair politieschip of politie-eskader zal duidelijk kenbaar maken de zich voltrekkende Marine-hervorming: Nederland bant den oorlog uit! ? , 's-Gravenhage, Juli 1929.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl