De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 20 juli pagina 8

20 juli 1929 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 JULI 1929 No. 2720 Dramatische Kroniek door Top Naeff Hugo von Hofmannsthal 1874-1929 VKLEN zullen ik'ii vroegen dood van H ugo von Hofmannstiial gevoelen als een persoonlijk verlies. Ook op dit oogenblik. niet tegenstaande de jaren, waarin dit zeldzaam lyrisch talent het verrukkelijkst bloeide, als een schijnbaar overleefde periode. lang aehter ons lianen, en zijn latere arbeid hoofdzakelijk ten dienste van het tooneel meer in den engen kring van het theater, als voor de praktijk waardevol /.al zijn erkend. De afstand, de oorlog, die de jonge generaties van dien lyricus scheidt, kan aan den edelen, vollen klank van zijn dichternaam niets ontnomen hebben, en men moet al een vreemdeling '/ijn. in liet rijk der schoont» letteren om bij dit sterven niet met smart te beseffen: alweder een een der besten van de begaafde oude garde, een rijke persoon lijkheid, een begenadigde, dit» aan de gelederen ontviel. He kunste naars van zijn tijd. geboren op de grens van twee eeuwen. /uilen hem den toemuaals modernen romanticus, wiens geheele wezen naar een nieuw classicisme uit ging, wiens vei's, bij alle speelsche betoovering. nooit aan voornaamheid inboet te.*?uitteraard het diepst betreuren.eloch ook | /.ij. die wat demonstratief vijandig staan tegenover den ver moeiden, van jongsaf den goeden dood toegewendeh tijdgeest,waaraan deze vroegrijpe patriciërazoon sterk onderhevig was. zullen het hoofd buigen voor wat hier in sonnetten en balladen, in schoonen weemoed, onsterfelijk glanst. Het tooneel in Nederland heeft van don dichter von Hofmannsthal tot dusver slechts weinig genoten. De vertaling en monteering van zijn kleine drama's stellen inderdaad eischen, die door t-enige kans op populariteit hier nauwelijks worden gedekt. De zuidelijke weelderigheid, de in de zwoele sfeer der Italiaansche Renaissance ge droomde mise-en-scène, vonden in de jaren dat dit J jeugdwerk verscheen, geen. temperatuur in ons land, waar men behalve ..de kosten", ook de buitensporigheid, de donkere driften in de kunst, heimelijk vreest. Noch J zijn eerste stuk ..Gcstern", noch het daarop volgend ..Tod des Tiziau" werden hier bekend. Die Frau im Fenster" beleefde, naar ik meen, enkele opvoeringen. Voor het diepbe/onnen poëem ..Der Tor und der Tod'*, dat in Duitschland en Oostenrijk repertoire gehouden heeft, werd van de, zijde van het tooneel onze belang stelling nooit gewekt. En al evenmin voor z'n elegante blijspelen der latere jaren ..Der Abenteurer und die Sangerin" (een Casanova-avontuur) en ..Der Schwierige", een scherts met het oude Oostenrijk. Het bij uitstek prachtig duizend-enn-nachtsprook je: Die Hochzeit der Sobeide", wijs en teeder als de melodie van de Chineesehe fluit", ligt daar nog als een vergeten juweel. De Xederlandsche dichter die, al ware het maar het eerste tooneel van het eerste, in zichzelf dramatisch voldragen bedrijf, in equivalente verzen zou kunnen vertalen, zou daarmee al aan ons tooneel^ dat zoo'n. gebrek heeft aan jonge lyriek, een bijzönderen dienst bewijzen. , Von Hofmannsthal's latere tooneelbewerkingen, veelal ondernomen om Richard Strauss aan een, tekst te helpen, of Reinhardt aan een stuk van massale werking, hebben in de geleerde wereld DEBE5TEVARIflA6 de haren te berge doen rijzen. Heiligschennis en barbarisme. -Men kan tot op zekere hoogte deze gevoelens deelen, en niettemin erkennen, dat zij voor de praktijk van het theater de oude stof in een vorm hebben gegoten, die, afgescheiden van de onvergankelijke classieke. bewogen en machtig. ingang moest vinden bij een groot publiek. Wij kennen het mu/.iek-drama ..Eleetra" als een gruwelijke greep in de helsche hartstochten van een duister verleden. Wij hebben bij de openlucht voorstellingen van Koning Oedipus", in den zomer van 11)1 H op Sonsbeek, waarvoor Hofmanns thal's adoptatie tot ondergrond diende, de waarde begrepen, en de rauwe, maar rustige kracht be wonderd van dit gelegenheidswerk. waarvoor zich een groot, visionnair dichtertalent niet te goed had geacht. Zijn bewerking van ...Tedermann". die mij ten op zichte van het middeleeuwsche. onvolprezen ..101ckerlyc" altijd overbodig, en geen verbetering toe scheen, maakt met die van C'alderon's Het groot e Schouwtooneel der wereld" sinds jaren de nietuitsluitend mondaine roem van Salzbxirg's Festspiele" uit: zij heeft duizenden naar het theater gek»kt en in de ademlooze stilte van den zomer avond gelukkig gemaakt ??met de zinnelijke en picturale schoonheid der aldus uitgebuitte morali- ? teit." Hofmannsthal bezat een sterk assimilatie-ver mogen en onderging vele invloeden. Ook zijn verzen getuigen hiervan en niet altijd tot hun voordeel. Het tooneel echter, en juist het tooneel van den lat eren tijd. dat zoovelen bevredigen wil en moet om zich te handhaven, heeft van dezen trouwen, toegewijden. vlotten dramaturg, die genoeg persoonlijkheid was om te doen wat hem goed-dacht, wat ,,men" er ook tegenin mocht brengen, veel geprofiteerd. Achter de schermen zal hij niet minder dan in den kring der dichters worden betreurd en gemist. Hugo von Hofmanns thal was de zoon van vermogende ouders en groeide op in een zeer intellectuec-1 milieu. Zijn grootvader was Voorzitter van de Wiener Israelitischen Kultusgenu-inde. Hij studeerde in de Hechten en de Letteren, en nam. zonder dab hij zich in het openbare leven op den voorgrond stelde, een der eerste en invloedrijkste plaatsen in het Weensche Kunstleven in. Zijn plotselinge dood. als onmiddellijk gevolg van een groot huiselijk leed. voltrok zich in du lijn van de romantiek, waaraan zijn leven gewijd was: een dichterhart brak. Manche freilich mussen drunten sterben. Wo die schweren R mier der Schiffu streifen." TOEGEPASTE KUNST door Otto van Tussenbroek Aleu\ve aanplakbiljetten Vilnios Huvznr heeft voor de tentoonstelling van hedendaagsche kunstnijverheid, beeldhouw kunst en architectuur in het Stedelijk Museum te Amsterdam een zeer kleurig biljet ontworpen (in blauw, rood. geel en goud) dat wat verbrokkeld aandoet, ? doch waarvan men de neiging tot de nieuwe opvattingen in de reclamekunst waar deeren kan. Men kent het systeem der zich kruisende lijnen, in diagonalen gesteld, en het zich telkens wisselen, omen om, der kleuren waar deze lijnen elkander snijden. Dit heeft ook Huszar gevolgd en hij deed het met goeden smaak, hoewel men van meening kan verschillen over het wat harde geel en rood. Doch de opzet was ongetwijfeld om het biljet, dat klein van formaat is, op afstand te doen spiv ken en men kan het dan ook, juist door de kleur, niet ongezien voorbijloopen. Laat ons zeggen: er is iets feestelijks in deze prent! De V. A. X. K. viert haar vijf en twintigsten jaardag..... ? * * ' '*'??" ?? H. Th. irijdeveld is de auteur van een zeer be schaafd biljet voor de Internationale Economisch Historische Tentoonstelling, eveneens in het Stedelijk Museum-te .Amsterdam. Uitsluitend ge bruik makend van typografisch zetrnateriaal heeft hij in eenzelfde formaat als het hierboven besproken biljet, een bijzonder fijn en zuiver afgestemd geheel weten te bereiken met eene zei'r duidelijke belette ring (Wij de veld was inderhaad vroeger meermalen tot het al te puzzle-achtige geneigd!). De kleuren zijn zwart en steénrood met goud (Druk de Bussy); aan de onderzijde links componeerde de kunste naar een swastika-motief en ook hierin kan men Paviljoen Vondelpark" Tel. 24190-27595 Oroote en kleine Zalen voor Déjeuners, Diners, Soupers, Bals en Recepties Huize ZOMERDIJK BUSSINK. toetsen met welk eene virtuositeit Wijdeveld het beschikbaar zetmateriaal bezigde als middel van. uitspraak waarin hij zijn bouwmeesters-aard niet verloochent, omdat hier de vergelijking met steenen en voegen niet misplaatst zou zijn. Maar is het componeeren van een affiche dan ook eigenlijk geen bouwen ?... . w * * Martin Monnickendam bleef volkomen picturaal in eene vlotte teekening van het Rijks-Museumfront voor de Tentoonstelling van Oude Kunst, ge organiseerd door de Vereeniging van handelaren in Oude Kunst in Xederland. Mir nicht, dir nichts" liet hij dwars over de teekening heen den tekst drukken in brutaal zwarte letters en daar mede is opnieuw bewezen dat een schilder van talent nog geen begaving behoeft te hebben voor het speciale karakter van het aanplakbiljet. WTant zoo als hier met het beginsel der decoratieve oplossing is omgesprongen; zooals hier in eene haast roerende argeloosheid (?kinderlijk" zou het juiste woord kunnen wezen !....) heb ik het inderdaad nog zelden onder oogen gehad l En men krijgt wat te zien !.... De kleur waarin de schets is afgedrukt is san guine-rood. De letters zijn diepzwart zooals ik reeds zeide en het papier is crêmewit, terwijl de druk (welke inderdaad voortreffelijk is) door L.van Leer et' Co. is verzorgd. Maar.... dat kan het totaal niet redden, helaas !... . * * * Fijn en met eene neiging tot de stille mededeeling is het biljet dat het spel Antigone voor het Lustrum der Groningsche Hoogeschool aankondig de. De mij onbekende teekenaar heet .Dros/, die op een witten achtergrond een rustig, blauw ge kleurd veld plaatste, waarover een witte bliksem straal flitst. Daarboven en eronder, in strakke. eenvoudige, goed afgewogen letters, is de tekst get eekend. Geen plaat welke zeer in het oog springt, maar veeleer een werkstuk datj^aanspreekt door de rustige voordracht. De druk werd verzorgd door X. Hindriks te Groningen. Het minste der binnengekomen biljetten is dab voor de Verkeerstentoonstelling in het Jaarbeursgebouw te Utrecht. Hier was -4 nion Pieck al heel slecht op dreef, ja zelfs ziet men het wonder ge schieden dat zwart en rood op witten grond afge drukt, het decoratief werkende recept bij uit nemendheid, volkomen faalt want het resultaat is verwarrend en door een onvoldoende afwegen der waarden rammelend in hooge mate. Een heel groote, wit gehandschoende hand van een verkeersagent, slap en weinig expressief van teekening (hoe geweldig f heerschend, ja zelfs dreigend gebarend kan zulk een hand boven de wit en zwart gestreepte mouw-manchet niet zijn !) met daaronder in leelijke letters het woord Utrecht. heeft daarenboven dit vermakelijke in zich, dat deze het verk'eer naar de tentoonstelling veeleer stop zet dan wel den voorbijganger daarnaartoe verwijst". Een gewoon mensen wijst met zijn tweeden vinger, maar een politieagent heeft de slechts hem geschonken mogelijkheid in het leven meegekregen dat met den duim te doen! Hier is dus een duim-kans verloren gegaan. Maar wat veel erger is't hier is door iemand die beter kan, iets geboden dat volkomen het karakter draagt van onvoldragenheid. oppervlakkigheid en (wat overigens het zwaarst weegt:) liefdeloosheid in verband met den adel van het waarachtig kunst zinnige beginsel dat een uit kunstenaarshand en hart geboren affiche dient voor te staan!.... No. 2720 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 JULI 1929 NEGERBAL TE PARIJS DE een of andere humorist heeft beweerd, dat de Indianen, toen Columbus voor het eerst uan de kust van Amerika kwam met zijn schip, /ouden hebben uitgeroepen: ..O hemel, wij zijn ontdekt !" M| E venzoo moet het den zwarten bezoekers van het Parij sche ..Bal Colouial" vergaan zijn, toen zij, na bijna een jaar onopgemerkt hun bijeenkomsten in die dansgelegenheid in een onaanzienlijk volks buurtstraatje, de Rue Blomet, te hebben gehouden. opeens de auto's met blanken" voor hun deur z'agen stoppen en toen daaruit de Engelschen en Hollanders en andere vreemdelingen kwamen stappen, die toegelaten verlangden te worden. Men kon ze den toegang niet weigeren. Het daixszaaltje lag achter in een kroeg en de eigenaar was do verhuurder van het zaaltje. Vreemdelingen. dat beteek^nde meer klanten, meer geld en zelfs beroemdheid van het etablissement! De arme zwartjes ! Xa zoo lang veilig en onbespied met hun zwartinnetjes daar te hebben kannen rondspringen, moesten zij nu hun plaatsen deelen met de witmenschen. die het er zich breed maakten. De lust om naar een echt negerbal te gaan. is echter begrijpelijk bij hen, die in Parijs komen, tip zoek naar attracties; er is zeker attractie in. En alle taxi-chauffeurs van Parijs zijn thans al zoo goed op de hoogte, dat wanneer u op hun vraag: Ou allez-vous?" antwoordt: Bal des nègres," zij u lachend, met een blik van verstandhouding, toevoegen: All right!" Het negerbal wordt gehouden in een klein. slecht verlicht, laag zaaltje, zonder eenige aanklceding, met armelijke houten stoelen eu bankan en een rondom loopend balkon, waar men de beste plaatsen voor het gezicht heeft. Aanvankelijk was het alleen dit balkon, Waarop de blanken werden toegelaten, als toesphouwers, en niet als dansers, terwijl het plankier alleen voorde negers beschik baar bleef. Maar met deze plaatsen namen de' blanken niet lang genoegen en nu zitten zij ook beneden en dansen zelfs mee op het plankier. En er is een neger als voordanser aangesteld, met als Kunst zaal Rokin 126 van Lier Amsterdam» Oostersche & Europeesche antiquiteiten Oude en Moderne schilderijen en plastieken Negerkunst & Ethnographica door Constant van Wessem Teekeningen voor de Groene Amster dammer" door V. E. van Uytvanck vrouwelijke partner een echt blank meisje.... Het bal is mi al half een cabaret geworden, met avonden waarop speciale attractions" staan aan gekondigd. Zoo vergaat ook de glorie in de negerwereld.... Het was toch een werkelijke negerwereld, die zich hier verzamelde. Wat uit Senegal: sië. uit het 'land der Berbers, uit Martinicme. enz. in betrek king naar Parijs was g«komen. negergrooms. liftboys. portiers; kelners, keuken- en kindermeiden. van een donkere kleur, die van pikzwart tot met veel melk verdunde koffie varieerde, dat hield hier zijn uitgangsavond, ontmoette elkaar, sprak er met elkaar in de eigen taal, had er. zijn onderlinge amoureuse avonturen en, vooral, danste er. Men was er een avond thuis," men maakte er op die. dwaze en kinderlijke manier pret, die negers eigen is en stilde er wellicht een melancholie, die hun altijd in de vuilwitte, wat onderworpen oogen bleef zitten. Het is een wonderlijke sensatie om hier een. wereld binnen te komen, die nog zoozeer zijn exo tisch accent heeft behouden. Men voelt onwille keurig even een beklemming van hier indringer. dwarskijker te wezen, geduld, maar eigenlijk niet . toegelaten, met beleefdheid behandeld, maar eigen lijk verwenscht. Men voelt zich buiten gesloten, er bestaat onder deze negers en hun zwarte vrien dinnen een verstandhouding, die wij duidelijk ervaren als ons niet aangaand, en deze verstand houding maakt het zelfs den meest driesten onder ons onmogelijk de stoute schoenen aan te trekken en een der aanwezige negenneisjes onder het spelen van het vreemdsoortig orkestjo ten dans te vragen: de blanken, als zïj meedansen, dansen met hun eigen vrouwtjes. Een vermenging komt vrijwel niet voor. niettegenstaande, dat de eene helft van het voordanserspaar een Parisiennetje is. De negers geneereii zich dan ook niet, zij dansen zooals zij dansen, vaak met houdingen van, een onverbloemd erotische geaardheid en wij. de blanken, zijn het, die zich geneeren, tegenover onze blanke; vriendinnen, die wij medetoeschouwers zien bij deze wonderlijke dansen, die uit kurketrekkor-achtig wringende beenen schijnen te k mum, die gehoor/amen aan een rhytlmie. dat alleen het negeroor uit het ordeloos lawaai, dat het zwarte uïkestje van een of andere step-molodie en voguo maakt, schijnt te kunnen hooren. en waarmee zij wankelend en week voorwaarts glijden, soepel eu dierlijk balan-eerend op een vasten maat. Maar in. Parijs trekt ons nu eenmaal 'al het pi kante onweerstaanbaar, schijnt hét. Parijs is slecht" en wij, brave provincialen, willen ook ? graag er eens slecht" zijn: na de Folies Bergères" het ..Negerbaï" ! Wij dansen met.onze gezellin óp het nauwe plankier temidden van dien nauwen kring van grijnzende negergezichten, die zwarte koppen, bijna plechtig verdiept in een gedanst ritueel, welks zin en aandoening voor ons gesloten blijft, en' wanneer onder het ophitsend rhythmo van het onregelmatig stootend, slaand en blazend orkest je der zwarte muzikanten op hun verhooging; een pianist, die met aapachtige .slingerbewegingen de toetsen van een open piano klauwt, een, die ; een lange bus rammelend tüsschen de beide, handvlakken op en neer schudt, een, die den banjó slaat, verder een trombonist, een saxophooii~ blazer en een slagwerker, den charleston over ons vaardig wordt.... Dan springen ook wij rond, met zwabberende en stuiptrekkende beenen on zinnig om ons heen slaand en struikelend over de voeten van een zwaren. grooten neger, die, breed en '.opgezet als een portier, aan een tafeltje vlak voor aan zit. en die, voordat wij ons kunnen veront schuldigen, reeds met die uiterste beleefdheid, die' aan de onderdanigheid der zwarten iets princelijks geeft, zijn. excuses heeft gemaakt.... ' Boekbespreking E, ra» Lidt de Jende. Dr vrcctndc erivtt'm. Roman uit de Indische krantenwereld. Amsterdam :.)'. A. J. U. Slrenyholt. ..Roman, uit de Indische krantenwereld." De Indische krantenwereld heeft geen al te besten naam. en deze roman kan er niet toe strekken om de reputatie van de Indische pers op te halen. Dit lag blijkbaar ook niet in de bedoeling van den schrijver. Het ligt niet op mijn weg om na te gaan in hoeverre de werkelijkheid hier is uitgebeeld: het verband tüsschen leven en kunst ligt op ander terrein dan op dat van de rechtstreeksche na volging. Bovendien draagt het werk van den heer van Lidt de Jeude nergens de sporen van een tendenzronian. . ' Dit ter inleiding. En nu verder: ..De vreemde erfenis" is een prettig-leesbaar boek. ondanks de kardinale fouten. Want die heeft het ongetwijfeld. on ik zou zeggen: het pleit niét weinig voor den schrijver, dat zijn roman ondanks die fouten toch zoo leesbaar is. Op het omslag is een aanbeveling afgedrukt van Johan Koning, die den heer van Lidt de .Teudo den Xederlandschen Grootmeester van de Short Story noemt en verder over hem schrijft: ..Niemand die zoo geestig als hij oen geval weet te vertellen, en die zoo scherp en bedekt de pointe weet te'plaatsen." Deze lof is ongetwijfeld verdiend: de schrijver van ..De vreemde erfenis" heeft door een groot aantal korte vertellingen zijn talent in. de aangeduide richting bewezen. En deze heele roman is eigenlijk ook een aaneenschake ling van gevallen en ge vallet jes, alle op zichzelf raak en scherp beschreven, geestig, hier en daar doorflitst van fijnen humor, uitgebeeld met het talent van den ras-schrijver, die precies den omvang weet , te bepalen in verband met den'inhoud, kortom, leesbaar, zeer leesbaar, maar niet in onderling verband. Want dat verband is te los, de compositie van dezen roman is zwak. De typeering van vader Bonnaarts is uitmuntend, die van den zoon die hem opvolgt, als directeur van een. Indisch krantenbedrij f is minder goed. En de zoon, de zwak kere', die zich in zijn positie niet kan handhaven. .zooals de vader, gesteund door eigen ijdelheid en eerzucht dat kon, is de hoofdpersoon van den roman. Wat heeft het, laten we zeggen, verge vorderd, liefdeleven van den vader in Brussel, eigenlijk met het heele verhaal uit te staan? Dit gebrek aan eenheid komt in meer passages urt. Déverhouding van Frans Bonnaarts tot zijn, in Holland achtergebleven, vrouw gaat niet boven handig cliché-werk uit. Deze fouten zijn te meer. jammer, omdat zooals ik al zei, het boek in onderdeelén zooveel goeds heeft. Vervelend is het nergens en dat is. al een heelo boel. HERMAN MIDDENDORP ' .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl