Historisch Archief 1877-1940
i
_ -^^^A
F^e Groene
4>c_xWcd«bIad voor Nederland
Alle Buitenlandsche
Spoorwegbiljetten
I. V.
D A M RAK 46
ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mr. A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN
TOP NAEFF. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C.
0
Het meest gevraagde merk
OPGERICHT IN 1877
No. 2721
Wanneer de vernieuwing van de
coalitie mislukt
ADAT de huidige Kabinetscrisis was
ingetreden en de uitslag van de verkiezingen bekend
was geworden, heb ik in de Groene betoogd, dat de
meest voor de hand liggende oplossing was: een.
vernieuwing van de oude coalitie, desnoods in den
gematigden vorm eener samenwerking. Sindsdien
hoeft de heer Ruys de Beerenbrouck de opdracht
ontvangert een Kabinet te formeeren, met de uit
drukkelijk daaraan toegevoegde voorwaarde, dat
?dit zou zijn een Kabinet uit d e rechte
r7. ij d e. De Kabinetsformateur heeft zich schrif
telijk gewend tot de Tweede Kamerfracties van de
Roomsch-Katholieke Staatspartij, de
Anti-revolutionnaire partij en de Christelijk Historische Unie.
Die fracties hebben over den brief van den forma
teur vergaderd. En daarop heeft de heer Ruys de
Beerenbrouek met enkele dagen tu.sschenru!m,te
'tweemaal een bezoek aan de Koningin gebracht.
Van het resultaat van deze besprekingen is
niets bekend geworden. Het is dus aannemelijk.
<lat de formateur .zijn opdracht nog altijd i u
b e r a a d h o u d t. Hij heeft de opdracht niet
neergelegd, evenmin een gewijzigde opdracht
ontvangen en ook de opdracht niet aanvaard.
Immers, wanneer een dezer drie gevallen zich zou
hebben voorgedaan, ware zulks bekend gemaakt.
Vermoedelijk heeft de heer Ruys de
Beerenbrouck er zich toe bepaald Hare Majesteit met
<len stand van zaken op de hoogte te stellen.
.Aangezien hij na de opdracht te hebben ont
vangen met de fracties overleg had gepleegd.
is het zeer waarschijnlijk, dat de eerste in
druk is geweest, t dat een e o a I i t i e-K a b
in e t m o g e l ij k moet worden geacht.
Hoe het programma, dat tot grondslag zal
strekken aan de samenwerking der voormalige
coalitiegenoot en, er zal uitzien, gesteld, dat die
samenwerking slaagt zal vermoedelijk tot aan
<lcn derden Dinsdag in September, datum, waarop
de troonrede zal worden uitgesproken, onbekend
blijven. Alleen de 53 gelukkige vrouwen en mannen,
die deel uitmaken van de Tweede Kamerfracties,
die zullen samenwerken, zijn daarvan pp de hoogte.
De ruim 7 millioen andere Nederlanders zullen tot
den 17en September geduld moeten oefenen. Wie
in déze warme dagen nog belangstelling voor de poli
tiek over heeft, kan zich in afwachting van nadere
berichten, bezig houden met het maken van onder
stellingen omtrent den gang van zaken, indien de
«coalitie mocht mislukken. ,
Bestaat er kans, dat, wanneer de coalitie mocht
mislukken, de uiterste noodzaak aan
wezig zal worden geacht, waardoor een samenwer
king van Roomsch-Katholieken, Socialisten en
Vrijzinnig-Democraten mogelijk zou worden ge^
maakt?
Dat is niet waarschijnlijk, omdat de
RoomschKatholioke Staatspartij vermoedelijk nog altijd
staat op het afwijzend standpunt, dat de fractie
in de Tweede Kamer van die partij den SOsten
November 1025 als haar meening aan den heer
Marchant heeft doen kennen, toen deze als Kabi
netsformateur poogde zulk een combinatie tot
stand te brengen. Deze eenstemmige meening werd
als volgt gemotiveerd:
Tegen de door TT gewaagde medewerking be
staat o.m. het bezwaar, dat zij ons tot
samen,,werking zou brengen met de
Sociaal-Democra,,tische Arbeiderspartij, wier diepere beginselen
,,met de Katholieke beginselen lijnrecht in strijd
zijn."
De heer Marchant had, nadat, voornamelijk
door zijn toedoen, de coalitie uiteen was gevallen,
doch nog vóór hij de opdracht tot Kabinetsformatie
had ontvangen, een programma ontworpen en
gepubliceerd, dat zoow -l voor de
RoomschKatholieke Staatspartij, als voor de Sociaal
Democratische Arbeiderspartij zeer aanlokkelijk
moest wezen, omdat h»*t de mogelijkheid van
verwezenlijking van een groot aantal wenschen
bevatte, die door zeer vele Roomsch Katholieken
en Sociaal-Democraten worden gekoesterd.
Dat programma was een hoogst verdienstelijk
stuk werk. Het bevatte de beste grondslagen.
voor een politieke samenwerking. Wie na van
zulk een programma te hebben kennis genomen.
de samenwerking weigert, moet daarvoor wel
zeer gewichtige motieven hebben. .
Het voornaamste motief voor de afwijzing zij
het ook een motief, dat men n f et pleegt te noemen
is naar ik vermoed «Ie vrees, dat een groot
aantal Roomsch-Katholieke arbeiders, wanneer
hun eigen partij met de Sociaal Democratische
Arbeiderspartij zou samenwerken, er niet meer van
terug gehouden zou kunnen worden; van het R. K.
Vakverbond naar het X.V.V. over te loopen. Dat
verklaart ook. waarom zelfs de meest vooruit
strevende leden der R. K. Kamerclub, tevens
leiders van het R. K. Vakverbond, voor wie het
programma van den heer Marchant bijzonder aan
lokkelijk moest wezen, van een samenwerking rnet
de Sociaal Democratische Arbeiderspartij om dit
programma te verwezenlijken, afkcerig bleken.
Welke motieven voor de afwijzing den doorslag
hebben gegeven, moge overigens in het midden
blijven. Vast staat, dat, wie met zulk een pro
gramma voor oogen, de samenwerking afwijst, niet
licht tot andere gedachten zal worden gebracht.
*' ? *
..''*.
Wanneer een coalitie van de rechterzijde en een
democratisch georiënteerde coalitie niet mogelijk
blijken, dan is daarmede tevens onmogelijk ge
bleken, wat zich in theorie laat denken: een coalitie
van de linkerzijde en een conservatief georiënteerde
coalitie.
De linkerzijde is naar de teekenende uitdrukking
van Mr. Marchant niet meer dan een geographisch
begrip. De partijen, die niet tot de rechterzijde
behooren, zullen misschien wederom eens bij
machte blijken, een coalitie van de rechterzijde
uiteen te doen vallen. Zij zijn echter niet in staat,
te zamen een regeeringsprogram te ontwerpen,
omdat gemeenschappelijke politieke beginselen aan
die, partijen ontbreken.,
Een conservatief Kabinet is denkbaar en ook
wel eens aanbevolen. Zij het dan ook, dat het
zichzelf niet als conservatief zou aandienen, doch
als een nationaal Kabinet. Aangezien het
proZATERDAG 27 JULI 1929
Inhoudsopgave staat op pag* 20
beschaafde smaak
Vraagt Bonbons
RINGER5
Let op den naam
gramma, dat zulk een Kabinet zou ontwerpen
onaannemelijk zou zijn voor de
Roomsche-Katholieke Staatspartij, de Sociaal Democratische Ar
beiderspartij, de. Vrijzinnig Democratische Bond,
de beide communistische eenlingen, voor een aantal
Anti-revolutionnairen en ('Imstelijk-Historischen
eii misschien zelfs voor een enkelen Vrijh
idsbonder, zou zulk een Kabinet weinig levensvat
baarheid bezitten.
Zou ouder dergelijke omstandigheden de eenige
uitkomst zijn een zakenkabinet? In zekeren zin:
ja. omdat een Kabinet steunende op een parlemen
taire meerderheid onmogelijk zou zijn gebleken.
Zulk een zakenkabinet zou echter naar een
samenwerking met een zoo groot mogelijk aantal
partijen in de Tweede Kamer moeten streven. Het
zou zich niet naar de rechterzijde'moeten
orieuteeren en niet naar de linkerzijde, niet naar den
conservatieven vleugel van de Kamer en niet naar
den vooruitstrevemU»n vleugel. Het zou in de eerste
plaats zijn steun moeten Vinden in de midden
partijen. Het zou met ? andere woorden een c e
ntrumfonnatie moeten voorbereiden.
Het is zeel' goed mogelijk een programma te
ontwerpen, dat aannemelijk zou zijn voor de
Roomsch-Katholieke Staatspartij, de
Anti-revolutionnaire partij en den Vrijzinnig Demorratischen
Bond en dat in tal van opzichten den steun zou
verwerven van andere fracties, zij het ook niet
altijd van dezelfde fracties.
De heer Colijn zou in dat'ministerie vermoedelijk
niet zitting kunnen nemen. Maar de denkbeelden,
die deze bekwame staatsman de laatste jaren heeft
verkondigd over Indië, de defensie en de financiën
worden door een aantal zijner partijgenooten niet
gedeeld. Hij zelf heeft trouwens ten aanzien ,van elk
van deze problemen wel eens een ander standpunt
ingenomen. ? i i
De bezwaren, die een Kabinet, als hetgeen ik
schetste, op zijn weg zou ontmoeten, liggen zoozeer
voor de hand, dat ik ze niet behoef te noemen.
Zulk een Kabinet zou in ieder geval echter dit
voordeel hebben, dat het, zonder een Kabinet te
zijn, dat op een parlementaire meerderheid steunt,
althans h e t m e e s t aan da t i d e a<a l
z o u b e a n t w o o r d e n. In de Tweede Kamer
zou het slechts 49 leden achter zich.hebben, doch
m do Eerste Kamer zou het reeds over een
meerderheid beschikken. '
Ik heb allerminst de pretentie, dat een dergelijk
Kabinet volmaakt zou zijn. De gebreken springen
in het oog. Maar ik tart elkeen, uitgaande van de
onderstellingen, die ,ik maakte, eqn politieke
formatie te bedenken, die, meer dan deze, heb
ideaal van een parlementair Kabinet zou bena
deren.
A. C. JOSEPHUS JITTA
i<
l
!)