De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 27 juli pagina 5

27 juli 1929 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 JULI 1929 Na. 2721 Tikblaadjes door Dr. R. Feenstra IK kom uit duntu* hoogt* berglucht, uit de koelte en ik vraag mij af, waarom een menstfh eigenlijk zoo gek is uit het Zirbemvald waar het zoo kruidig geurt en zoo koel is ris in oen kelder, ook al blekkert de zon rondom op de bergniuren of van den Schönjóchl-top» waarover altijd een frissche sneeuw wind strijkt terug te keeren in zweettreinen, waarin de menschen op apegapon liggen; in ovens als Innsbruck, waar het asfalt smelt, en stinkt alsof het pas werd opgekookt. Ik zeg tegen mezelf: in jou hersens draaien de wijzertjes van het meteo rologisch instituut niet. Jij kon daar boven in de gietschcrhutten van het hoogere Oetztal niet weten, niet ver moeden hoe het hier beneden zou zijn. Maar waarom dan niet meteen den pas gekeerd? Wat bindt me? Wat let me? Ben ik geen vrij man en schrijft iemand mij de maat van mijn vacanties nog voor? JJdele redeneering ! Niets keert terug; en men keert nooit tot iets terug; tenminste niet: op zijnschreden. "De Alpenrozen zouden zijn uitge bloeid; de horzels zouden meer be ginnen te steken. Een mensch en in het bijzonder- een vacantiemensch is geen Murmele. geen mormeldier, dat iederen dag zijn algelijke steen weggetjes opwipt en langsglipt. Ne varietur staat boven zoovele veranderlijke zenuwachtige handteekeningén; maar als dit woord ergens geldt, dan zij het voor Uw reisbe sluiten. Men kan niet reizen op stem ming en contra-stemming, ingeving en gril. Men kan alleen reizen, prettig uit zijn: op een vaste lijn. een ietwat buigzame, maar zorgvuldig geprojec teerde reislinie. De koek is op. De dagen in vol strekte natuureenzaamheid'en sereetie koelte zijn genoten. Auto's, stinken weer. Menschen dringen weer om je heen. En de zon kookt als een Tiroler keukenmeid alle lichamen op tot Kaiserschmarrn. W'el bekome het t". * * * We hadden een verrukkelijken reis. Ik ben weer acht pond afgevallen van het rugzaksjouwen: maar ook zonder dat, voelde ik mij licht als een veertje. In Vorarlberg zie je nog gemzen en sneeuwhoentjes. nis de paswind' om je ooren blaast. De menschen en de vreemdelingen-industrie zijn er nog «en halve eeuw ten achter bij Zwitser land. Nooit zwelgde de plukhand zoo in de vrouwenschoen-orchideeën en de blauwgevoerde witte Pulsatilla's als in deze verlaten-stille bergen. In Tirol is de thee beter dan in Zwitserland, de sla beter, de Kchnitzel beter, Stranitzel en Nokkerl beter ? is het bed goedkooper het leven intiemer, de wög na;» r halfweg den hemel minder begaan. Momenten:, ik sta in een pastorie van een dorpje in het groote Walsertal. De Wirtin uit het hotel heeft me de boodschap overgebracht: als U in lichtingen wilt hebben over Uw weg dan zal onze Herr Pfarrer ze U graag geven. ( i n' 'jonge pastoor, even grijzend &an zijn zwarte slapen -?elastisch in zijn lange zwarte jas, met het Oosten rij ksche pastorenboordje ?om, dat van achter dichtgaat. Hij wil graag een praatje. Hij uit het hooge dal tusschen nog hoogere bergen ruikt misschien zeewind aan ons. Hij uit veertienhuizen wil wel wat hoóren uit veertigduizendhuizen verweg. Kamer, monsterverbond, onderwijs-pacificatie dat alles ,,in teresseert" hem dan Freud; breed heid, elasticiteit tegenover vreemden, paganisten, monisten. Dan de weg: daar is een stukje Drahtseil, dat is even een lastige trap; het Seil heeft geleden met de jaren erx daar ligt nog veel sneeuw, vooral hoog traverseeren. Maar hij heeft nóg wat. Ik voel het. Ik zou mékunnen." De jonge kapelaan, die in het hotel met vacantie -ut, zou me een paar dagen kunnen vervangen. Daar staat een bergliefhebber ', die een reden wil hebben, om uit zijn kleine barok keu kerkje, naar de natuurdoms op te stijgen daarboven het is niet meer de ..pastoor", die spreekt. Feeling, conventionneele beleefdheden, snel begrip: niet, wanneer U een zoo besloten gezelschap bent natuurlijk, dat zeker niet. Ja, onze dames zouden zich verplicht voelen Duitsch te spreken onze adem haling is bij het stijgen geheel noodig voor het opwaarts werken. Zou al te saai voor U wezen. tJekitst. Ich musz auf Vieles verzichten, und ich werde auch auf das verzichten nog een paar gulle alpiene raadslagen; wij gaan. Maar als ik het verslag aan de vrouwen uitbreng een kwartier onderweg in den nevelenden morgen, zegt de mijne dat zij er geen plezier meer in heeft. En een vrouwtje uit het dorp krijgt daarheen de boodschap mee: die Hollanderdamen wuerden es sehr schatzea, \veun der Herr Pfarrer mitkame. Hij haalde ons in bij een Tobel, waarin wij wat afzijds van den weg waren geraakt. I u een. poreus hemd, met open borst, parel bezweet, den piekel in de hand onherkenbaar; een jongen, nog, met moedige, vrije oogen. Hij stampte sneeuwgaten voor de dames; hij leerde ons de moeilijk heden en-'schoonheden van den weg. Hij wist precies waar we gemzen zouden zien: en de gems stond midden op een stieeuwveldje en wipte er in kalme sprongetjes af, zooals een bestelde broodkruimelmusch wipt. Hij vertelde van ee'n adelaarsnest,, dat hij had uitgehaald en hij keek daar bij feller dan een oppasser in Artis, die op dreef is. . En 's avonds zei de Ilüttenwart vol eerbied. Der Herr Pfarrer ist der beste Alpinist vom ganzen Vorarl berg. Hij was op het Hohe Licht. Hij was daar. Hij was daar. Niemand kent de bergen gelijk hij. * * Die Hüttenwart was ook: een type. Hij vertelde ons hoeveel het Murmelefett deed; veertig schelling in het dal; vyftien bij de jagers hierboven; een ongeloofelij k middel tegen de rheumatiek. Hij vertelde, dat hU wel een Wirtschaft in het dal had kunnen koopen; maar hij kon die boeren en dalmenschen niet zetten; hij had men schen noodig, die van de natuur, de KIESWIDUWE TC 005UGBEEK STEUHZOLEN ACT OPSnMNDfJt t HERSTELT O.A O.ZN* V. Meubelmagazijn Eden" MOLSTEEG - AMSTERDAM OEKENKASTEN GRAND HOTEL", ZaïoortJel. 203 Pension p. d. p. p. van af f 8.50. Speciale gelegenheid voor congressen, zalen voor 200 p. IN DEN BONQERD 'T OLDERSHEEM LANDELIJK INTERNAAT voor JONGE MEISJES ONDER PATRONAAT VAN MEVROUW BOISSEVAIN-FELTKAMP TE DIJKERHOEK (Spoorstation Deventer?Almelo), Doel: Na volbrachte schoolopleiding zorg voor gezondheid In beschaafde omgeving. Arbeid In boomgaard, moes- en bloementuln, afgewisseld met huishoudelijk werk en keukan. Aanvang nieuwe Cursus September 1929. D6NILAAN eopes a.. ROKIH W, WOWNGlNRICHTltlGeN» hoogte, de inspanning hielden. HU vertelde van tiendaagsche sneeuw stormen, waarin hij als een beer in zijn hol, n zijn hut die totaal was onder gesneeuwd, had geleefd; meest winterslapend; drie uur op in de vier en twintig uur; en de rest te bed. En dan daarna: als de sneeuw zich zette, en de zon alles overblonk en de eerste skiloopers weer boven kwamen- Zoo mooi was dan de wereld wunderschèen ; zijn oogen straalden. 4j No. 2721 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 JULI 1929 Hotel Duin en Daal" * Bloemendaal Str* koud en warm water op alle kamers PRIVÉBADKAMERS - Telefoon 22223 IN VILLATUINEN door Dr. Jac. P. Thijsse WIJ hebben de vorige week den villabewoner en den hygiënist gedeeltelijk verantwoor elijk verklaard voor den achteruitgang der zwaluwen en hen daarmee haast op n lijn gesteld met de booze Italianen en de domme Franschen. Het groote verschil is echter, dat die het met opzet doen, terwijl de brave villabewoner zich van geen kwaad is bewust. Hij staat zelfs gereed, om te betoogen, dat hij een voorbeeldig vogelvriend is, want hangt hij geen nestkastjes op en heeft hij niet den heelen winter cocosnoten gespendeerd en pinda's en zelfs het klassieke vieze spekzwoerdje ? Maar wy mogen meer van hem verwachten en dat wel in zijn eigen voordeel. De nestkastjes en de spekzwoerdjes toch komen vooral "den meezen ten goede en de roodstaartjes, maar daarmede hebben we nog lang het onheil niet vergoed, dat Een mooie ouderwetsche vlier in een nieuwen villatuin wij aanrichtten door de bosschen en hagen, de kleine boerderijen en wildernisjes weg te ruimen. Dat galmde in het voorjaar en zelfs tot in Augustus van velerlei vogelzang. De meezen hebben nu ? eind Juli weinig meer te vertellen, maar grasmusch en tuinfluiter, zwartkopje, braamsluiper, spot vogel zingen nog al hun best, terwijl ook winterkoning, heggemusch, vink, fitis en tjiftjaf zich nog laten hoóren. Is het nu mogelijk, dat ook deze vogelwereld in de villabuurt bewaard kan blijven? Wij behoeven er niet aan te wanhopen, mogen zelfs zeggen, dat wij met die vogels beter kans maken, dan met de zwaluwen. Onze villabuurt is er zelfs in geslaagd een nachtegalenpaar te verlokken, om te blijven broeden. Al eenige jaren achtereen zong bij ons de nachtegaal in het begin van Mei, maar na een dag of vier verdween hij weer en dan prevelden wij het versje van Geibel. Maar dit jaar is hij gebleven, heeft gezongen tot in Juni, ook braaf geknord en zijn angstroep laten hoóren, zoodat wij er van overtuigd waren, Kunstzaal van Lier Rokin 126 - Amsterdam* Oostersche & Europeesche antiquiteiten Oude an Moderne schilderijen en plastieken Negerkunst & Ethnographica dat hij een nest had. Wij durfden er niet naar zoeken, uit vrees het te verstoren, of den weg te wijzen aan de katten en niemand heeft het dan ook gevonden. Dat is maar goed ook, want nu meent ieder onzer, de gelukkige bezitter geweest te zijn van een broedend nachtegalenpaar en heeft daardoor nog meer lust dan vroeger, om zijn tuin geschikt te maken voor de vogels. Die nachte gaal heeft bij mij zitten zingen in de morgen schemering op de balconleuning van myn slaap kamer en hij had er natuurlijk geen erg in, dat ik naar hem lag te kijken. En waarom zou de nachte gaal zich niet even goed als merel en zanglijster kunnen aanpassen aan de omgeving der menschen? Of, laat ons de stelling omkeeren, waarom zou de mensch zjjn omgeving niet doen aanpassen aan de nachtegalen, de braamsluipers en de spotvogeltjes ? Hier is met simpele nestkastjes niets uit te richten, de heele tuin moet er aan gelooven. De nachtegaal nestelt op den grond, de fitis ook, het roodborstje meestal ook. Er moet dus een niet te klein, rustig hoekje gevonden worden, dicht begroeid en niet gemakkelijk te betreden door katten of honden. Honden hinderen ook niet zoo heel erg. Als de tuin wat klein is, en een wildernisje er niet op kan overschieten, dan gaan we overleg plegen met de buren en dan kunnen we waar drie of vier tuinen aan elkaar grenzen al licht iets moois maken met hulst en wilde rozen, eiken kreupelhout, sleedoorn, meidoorn met ondergroei van fluitekruid, koekoeksbloem, brandnetels en klimop. Voor de netheid kan je dat naar buiten afronden met lage bloemheestertjes of met fram bozen en aardbeien, via eereprijs en hoornbloem verloopend in een grasrand en daar kun je dan ook nog maagdepalm, salomonszegel, boschanemoon in verwerken. Look zonder look en Gouwe komen dan vanzelf, ook primula's en viooltjes en zoo wordt het wildernisje, dat we oorspronkelijk voor de vogels hebben bedoeld, meteen ook een juweeltje van plantengroei. De andere vogels, die ik hierboven noemde, wonen op de eerste verdieping en vinden dus ook al gelegenheid om zich te vestigen in de doorn struiken van het wildernisje. Voor hen kunnen we ook elders in den tuin nog wel woonplaatsen maken. Kneu en tjiftjaf hebben bij mij genesteld in de buksboumpjes en in de Aucuba; grftsmusch, zwartkopje en tumfluiter houden van guster en haagbeuk en allemaal zijn ze te krijgen in de vlier. tot groenvinken en schüdvinken toe. De vlier is ook het geliefkoosde toevluchtsoord voor den. spotvogel en de spotvogel is alweer een van onze allerbeste en alleraangenaamste zangers en tegelijk een, die helaas in ons land al zeldzamer en zeld zamer wordt en die toch nooit de nabijheid van tien mensch heeft geschuwd. Plant dus vlieren, niet de Amerikaansche, maar de goede ouderwet sche Hollandsche, neem maar gewoonweg takken van de stoere struiken, die overal groeien langs den binnenkant van de Zeeduinen. Met de heesters, die ik genoemd heb kunt ge volstaan. Ik zou u er nog wel een vijfentwintigtal soorten bij kunnen noemen, die ook heel goed zijn. maar er zijn toch redenen om bij voorkeur die struiken te nemen, die bij ons in het wild groeien. Met het verschaffen van gelegenheid tot nestelen, zijn we nog lang niet waar we wezen moeten. De dieren moeten ook eten* En nu komen we niet klaar met spekzwoerd of pinda's. De tuin zelve moet het voedsel leveren en in de eerste plaats het dierlijk voedsel voor de jongen. De bodem en de plantengroei moeten berekend zijn op de productie van wormen en slakken n de velerlei vormen, waaronder het insectenleven zich open baart. Daarom moeten we een veelsoortige planten groei hebben en we waardeereh het dat Ahorri en Geldersche Roos zooveel bladluizen, de eik, de meidoorn en vogelkers zooveel rupsen voort brengen. We houden den grond matig vochtig en laten er het afval van blad en bloem rustig ver gaan, brengen er paddestoelen heen en heeten de mieren en spinnen welkom. Natuurlijk moet er een waterpartijtje zijn, al is het nog zoo bescheiden en wij zorgen er voor dat het nooit verdroogt en ook plantengroei en modder bevat. Alles wat kaal heid en droogte veroorzaakt, moeten we vemujden, bij bemesting liever natuunnest nemen dan kunst mest en vooral behagen leeren vinden in rottende bladeren en molmende takken. Want, nog eens, de voorspoed van een vogelsoort hangt in de aller* eerste plaats af van de aanwezigheid van voedsel. Een waarheid als een koe. Wisten wtf nu nog maar precies,, welk voedsel de fijne" vogeltjes bij voorkeur wilden hebben. B. BENNER 6 ZOON | HANOHANDEL ^^r^z i DBN HAAG 97 NOOROEINDB I MiutmuunifUal TOEGEPASTE KUNST door Otto van Tussenbroek Twee keurige reclame-boekjen Ter verspreiding bij gelegenheid der bijeenkom sten van de Internationale Kamer van Koophandel is door de Gemeente Rotterdam een boekje uitge geven met typografische verzorging en afbeeldin gen naar teekeningen door .V. P. de Koo. Het heeft betrekking op de stad zelve en hare verbindingen met den vreemde en op de uitgestrektheid, inhoud en bewerktuiging harer havens. In hoofdzaak had de Koo dus statistische gege vens te verwerken en het is zijne verdienste deze ietwat ,,droge" kost zoo uitermate ,,sappig" te hebben opgediend ! De kleuren zijn fel-rood, blauw en groen (een enkele maal is ook geel daaraan toegevoegd) met als zwaarste noot het zWart; voor den tekst is n duidelijk bloklettertype gekozen en het totaal be antwoordt aan het overzichtelijk doel der duide lijke uiteenzetting van hoe Rotterdam in een kort bestek is uitgegroeid tot een stad van internatio nale beteekenis. Een en ander beziende blijkt dat de teekenaar zijn kracht gezocht en gevonden heeft in de syn thetiseering der vormen. Hij schematiseerde stoom schepen, hijschkranen. graanelevators, kolenbunkers, droogdokken enz. tot grillige arabesken en ook de menschelijke figuur wist hij tot een geestig siermotief te verwerken als deze bij het overzicht der bevolkings-aanwas aan de orde komt. Dit alles doet aan als een modern beeldschrift en ook de beide land- en waterkaarten welke aan het fleurige bioekje werden toegevoegd laten de ont werper op zijn best kennen van wien men zou kun nen zeggen dat hij op zijn beurt zichzelf het best leert kennen in de aantrekkelijke oplossingen van volkomen nuchtere gegevens waarin hij; zakelijk blijvend, toch iets wist te leggen van het speelsche dat deze uitgave tot een kostelijk prentenboek voor groote menschen doet zijn. De uitvoering berustte bij de Drukkerij C. C'hevalier te Rotterdam. * * t Voor de Internationale Tentoonstelling van emeentelijke Openbare werken (I. T. O. W. U.) welke iu 1930 gedurende de voorjaarsbeurs in het Jaarbeursgebouw te Utrecht zal worden gehouden heeft Anton Kurvers een uitstekend verzorgd boek je ontworpen, verschenen in de Hollandsche, Fransche, Duitsche en Engelsche taal (gedrukt door Buys & Zoon te Amsterdam). Ook hier heeft de ontwerper zich bepaald tot het bezigen van het blokletter-type, afgedrukt in blauw. De afbeeldingen, z.g. foto-montage's van diverse bekende bouwwerken werden in zwart af gedrukt met roode margelijnen en gouden onderbies. ' ?..*'?* ? * Het zij hier de plaats om uiting te geven aan het gevoel van voldoening dat meer en meer de hulp van kunstenaren wordt ingeroepen bij het samen stellen en verzorgen van uitgaven op reclamegebied, waarvoor eertijds hunne medewerking overbodig werd geacht. Dat die medewerking, integendeel, onmisbaar kan heeten, schijnt geluk kig in onze dagen vast te staan. Althans.... voor uitgaven met karakter! ? " - "'*.*-'?, .-?.*.' ' RECTIFICATIE Als vervaardiger van het aanplakbiljet voor de Veikeers tentoon steil ing te Utrecht staat in ons vorig nununir vermeld: Anton Pieck. Dit moot zijn: HENRI PIECK. %

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl