De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 27 juli pagina 7

27 juli 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

!i illiTIJL EN IEGEL IN EEN Boe k'Illustraties door Albert Hahn Jr. EUW LEE ning-bewuste socialisme en tegen den. gruwel van van den oorlog. Vooral deze laatste werd een prach tige teekening, waarbij door strakke dunne lijnen op knappe wijze het ,,zweven" der doods-gestalte is uitgedrukt. Prent 7 kan, wat karakter betreft met alle twee op n lijn staan. Uilenspiegel, die niet een ponjaard de vechtende visschen te lijf gaat, zeggende: ..Zoudt gij de Paus en de Keizer zijn, die elkander verslinden en ik het wakkere volk dat u beiden vastgrijpt?" dit is wel in optima for ma de strijd van de democratie-tegen de autocratie, welke door onderlinge twist bezig is haar eigen ondergang te bewerken. In prenten als deze, met krachtig bewogen actie is H. op z'n best, dat is zeer opmerkelijk. Zoodra het rhythine verzwakt, wordt ook het resultaat minder. Ik meen dit wel te mogen toeschrijven aan H.'s gepronceerde neiging naar en voorliefde voor de caricatuur en de groteske. In de sterkere acties kan hij aan deze neiging nóg eenigszins toegeven, in de zwakker bewogene echter moet hij ze onderdrukken en wordt dan in de figuren ietwat stijf. Temeer ben ik deze meening toegedaan, omdat prenten, die in de termen vallen voor meer of mindere styleering deze zwakten in de figuren niet vertoonen. De reeds genoemde Dood boven Vlaanderen" doet dit zien; ook in pi. l van het 2e boek komt het duidelijk uit. Chargeeren en styleeren zijn nu een maal HE lm's meest geprononceerde neigingen n zijn grootste kracht, zij doen zich onder alle om standigheden gelden. Kan H. een van beide laten spreken, dan is hij op z'n bent, moet hij ze bedwin gen, dan is hij op z'n zwakst. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan., Ergo slaagden die prenten het meest, waarin II. aan een dezer twee neigingen geheel kon toegeven, terwijl ook door de combinatie van beiden prach tige resultaten werden bereikt. Is zijn spot goedig van aard. dan wordt een teekening caricatuur van het allerbeste allooi. Zoo bijv. in pr. 9: Dit z^jn de Doorluchtige Voeten, en in pr. 5 van boek 2, In de eerste lacht hij om de slaafsche onder danigheid óan en de domme verwatenheid van het koningschap, in de andere om de gewichtig-doenerij van het geleerde onbenul." Deze 3 figuren van de geneesheeren en de chirurgijns-heelmeesters" werden voortreffelijk getypeerde charges. Zoowel psychologisch als technisch staan deze beiden prenten zeer hoog. Zij kunnen de vergelijking met de groote Simplicissimus-teekénaars (aan wier werk zij trouwens eenigszins verwant zijn) glansrijk doorstaan. Krijgt de spotternij een grimmiger ka rakter, gaat dus de opstandigheid erin sterker domineeren, dan nadert ze de groteske. Zoo bijv. in prent l van het 3e boek; door hare gestyleerdheid werd deze teekening tevens een product van de hierboven genoemde combinatie van 2 eigenschap pen. Het spottend element bestaat feitelijk alleen in de Koningskroon, die de spinnekop draagt, de gruwzaamheid van de grijpende lange, harige spinnepooten vormt deze voorstelling tot een ab solute groteske, die daarbij voortreffelijk van EEN vergelijkende beschouwing van het werk uit verschillende perioden van een jong beel dend kunstenaar, die (dus) zijn ..definitieven" vorm nog niet gevonden heeft, is altijd een in teressant en leerzaam experiment. Bij Hahn Jr. is dit in bijzondere mate het geval. "Want terwijl als regel" mag worden aangenomen dat een tijdsverloop van een jaar een verbeterd gehalte van het laatst ontstane werk meebrengt, is het bij Hthn juist andersom ! Het merkwaardigste echter is, dat dit geen achteruitgang beteekent. De oorzaak ervan ligt nml. niet in H's scheppend'Vermogen, maar in zijn ethische ontwikkeling. Zelden bleek de volle overgave van een kunstenaar aan zijn onderwerp zoo klaar als uit het verschil tusschen zijn illustraties bij Christuslegenden" 1) en die .bij dit boek ,,Uilenspiegel." De religieus-ethische geest van Christuslegen den" hoezeer ook goed vertolkt, was (nog) niet in staat om hem even sterk te bezielen als de tendeuzen die Uilenspiegel" karakteriseeren. De mentaliteit van Uilenspiegel gaat volkomen accoord met die van H's maatschappelijke en politieke overtuiging. Die van Christus-legenden" deed dat niet althans in veel geringer mate. Daarom moesten de prenten bij Uilenspiegel wel beter slagen, ook al ontstonden züeen vol jaar vroeger.1 ' '? DEBUTEVARIflA Het. feit echter, dat H's maatschappelijk in zicht revolutionair is en dat hij in zijn kunstarbeid deze overtuiging propageert, was daarom nog vol strekt geen absolute waarborg voor het slagen dezer prenten. Deze waarborg werd echter ver kregen door bijkomstigheden die h voor Hehn n voor den uitgever van Uilenspiegel een ware bof" genoemd kunnen worden ! Déopstandige aard van Uilenspiegel demon streert zich in meer dan n gedaante. En het groote geluk was H. beschoren, dat deze gedaanten stuk voor stuk gelijkvormig zijn aan de stemmingen, welke hij in zijn propagandistisch werk (voor De Notenkraker" bijv.) pleegt te leggen. Waardige ernst, felle haat, scherpe satire, gulle humor, een rotsvast vertrouwen in de rechtvaardigheid van den strijd en in een betere toekomst, al deze sen timenten welke H's werk voor en na plegen te karakteriseer en, vond hij in Uilenspiegel aan wezig. En daarnaast was er nog. zijn decoratief versierend talent dat hij kon toepassen. Hg behoefde zich dus geen oogenblik geweld aan te doen" om een juiste vertolking te bereiken. Is het wonder, dat deze arbeid dan slaagde op een wijze als geschied is? Ik herhaal: H. moet deze opdracht wel als een bof'V hebben beschouwd en toegejuicht. Reeds de 2 eerste prenten sluiten zóó volkomen aan bij het karakter van H.'s politieke prenten, dat zij, met een ander bijschrift, even goed Notenkraker"-prenten konden zijn. , De stoere jonge arbeider, de Vader van Tijl, die bij het open venster aan zijn zoon de zon toont en He dood, gaande over Vlaanderenland" zijn elk voor zich a.h.w. geknipt als propaganda vóór het overwinDE PAU§m DL T AAHBt POOR.J VATïn£.T decoratieve opvatting en uitbeelding is. H. dott (ik merkte dit bij zijn prenten voor ..Christuslegenden" al op) verstandig, wanneer hij zijn compositie eenvoudig houdt. Te veel ..en tourage" wordt hem vaak noodlottig en bederft een overigens wel geslaagde prent. In prent l van het 5e boek wordt dit bewezen. In den dikken boer, die den nog veel dikkeren pater tegen den grond bokst,omdat deze hem scheldt voor?. dikzak! vond hij gelegenheid voor een stel prachtige caricaturen. En hij maakte dan ook een dankbaar gebruik daarvan. Maar door den ach tergrond der prent te vullen met een groot zwart tralievenster en een donkergrijzen vloer, benevens nog een zwart muurvlakje bedierf h,Üalles. Een blank gehouden fond zou de figuren beter hebben doen uitkomen, en déze, prent ongetwijfeld een veel aangenamer aspect verleend hebben. Ook van die andere sterke zijde van II's talent, het zuiver decoratieve, geeft dit boek eenige uit nemende specimina. Met name in prent l en 2 van het 4e boek; Het silhouet van het zeilend fregat tegen den stralenden hemel, waarin een opge-' heven vuist hét zwaard opsteekt en de Beiaard, die de deuntjes (van den zegëvierenden Geus) uitscliatert". Zij beide werden decoratieve composities met een sterke allegorische tendenz en als zoodanig zoo schoon en goed als men slechts wenschen kan. , ? Rest mij nog de vermelding van de prachtige kop-teekeningen boven de hoofdstukken. Uit den aard dragen zij een gestyleerd-decoratieven stempel, door de kleine afmeting en de minitieuze uitwer king behoorcn zij reeds eigenlijk tot het gebied der sierkunst. Maar zij dragen er niet weinig toe bij om aan dit boek een cachet van weelde en van voornaamheid te geven. * ? '* ? ? ' ? ? . * ? ? De bespreking van een illustratief werk als cïit. waarin zoovele en verschillende eigenschappen tot uiting komen, loopt licht gevaar om van den hak op den tak" te springen. Ik vrees wel, aan dit gevaar niet geheel ontkomen te zijn. Dat zij dan zoo ! 't Is m.i. altijd nog verkieslijk boven een dorreopsomming. Liever vat ik ze daarom samen, zooals ook dit boek zelf in al zijn verschillende sentimenten tot een sterk saamgevat geheel werd, Geweld en zacht moedigheid, haat en liefde, rust en rumoer, geluk en angst, hoop en vrees, berusting en opstandigheid» goedhartige spot en grimmige satire, al deze ge voelens komen zich melden. Dit alles te vertolken in illustratie moest wel voeren tot groote verschei denheid, verscheidenheid die, ook dat kan wel niet anders, niet steeds even gelukkig werd in hare uitbeelding. Maar als geheel dan saamgevat vor men deze prenten een in hooge mate interessant stuk kunst-arbeid. Hierom, en omdat zij verre in de minderheid zijn, vergeven wij het gaarne zijn zwakheden. WYBO MEYER 1) De Legende en de heldhaftige vroolijke en roenirijke daden van Uilenspiegel" en LammeGoedzak in Vlaandeirenland, door Charles de Cöster, Met platen ran Albéri Hahn Jr. 4e druk, Uitgat'e: H. J. W. Becht. Amsterdam. CHAKEL ' Kleermakerij Bij on»verkrijgbaar N.R.V.JUÖNTASCHOENEN f i i .i .» l l 'A ?J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl