De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 3 augustus pagina 10

3 augustus 1929 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

.?.Si: i i 16 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 AUGUSTUS 1929 No. 2J22 TUYNENBUPG MUYS Boekbespreking door J. Hessing Ir, B. Wigersma. De Vrijheid" van de natuur en de onvrijheid" van de weten schap. Tjeenk Willink en Zn. Haarlem. Dat boeken van de strekking als het bovenge noemde, nog geschreven en uitgegeven kunnen worden, is reeds verheugend als teeken, dat de in onze dagen meer en meer regel wordende nivelleering, eene beweging naar beneden", niet zonder hare tegenbeweging blijft en, bij wijze van uitzondering, door verheffing gebroken wordt. Maar meer dan dit, is dit boek van bet eekenis door de voorbeeldelijke wijze, waarop Ir. Wigersnvi den in zekeren zin gegeven inhoud, d.w.z. de na tuur" als physisch bepaalde voorstelling, want zoo slechts is de natuur, als opgaaf om te begrijpen, aan het wijsgeerige denken gegeven, doordenkt en zóó tot begrip weet te vormen, dat dit niet, als een resultaat van «a-denken over die voorstelling daar, als het ware van buiten af," aan toe wordt gedacht, maar dat dit ala het eigen wezen van dien inhoud tot bewustzijn komt, d.i. verschijnt, en deze inhoud dus wezenlijk als de verschijnings vorm van zijn begrip in zijn noodzakelijk zoo moeten-zijn denkbaar, d.i. begrijpbaar wordt. En, het niet doordachte te doordenken, opdat het onHOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID begrepen gedachte tot zijn begrip kome, dat is de eenige opgaaf van de philosophie, maar waardoor het wijsgeerige denken zich juist onderscheidt van het niet wijsgeerig wetenschappelijke denken, dat, in zooverre icetenschappelijk, het begrip ook reeds voortbrengt, zoo is de natuur" van de physica niet slechts voorstelling, maai* op die wijze die physisch" heet, gedachte, tot wetenschappelijk object gemaakte, voorstelling, om, voor zoover nog niet philosophisch, niet te weten, dat het wezenlijk reeds het begrip produceert, en dus niet te weten, wat het eigenlijk doet. Hegel heeft wel eens gespro ken, van het begrip, dat reeds aan de schaal pikt", doelende op het begrip, zooals dit, in en als het bewustzijn, op het punt staat geboren te worden, maar door de onmacht van het van alles, behalve van zichzelf verstand hebbende verstand, het vermogen mist, zichzelf te verlossen. Ik noemde dit boek voorbeeldelijk" en dit niet bij wijze van zeggen, want voor een ieder, die, behalve voor zijn vak, nog wat belangstelling over heeft voor de hoogste en zuiverste aangele genheid des geestes.kan dit boek een voorbeeld zij n, om te beginnen om na te denken en zoo zich te oefenen in die wijze van denken, die leidt tot het inzicht, dat wij, bezig zijnde de natuur" te be grijpen, wezenlijk bezig zijn onszelven" te be grijpen. En Wigersma weet het wel zeer duidelijk te maken, dat de ,. geest" in de natuur" met zichzelven samensluit, wat niet beduidt, zooals dit allicht misverstaan wordt, dat we dus te doen zouden hebben met een slechts subjectieve" opvatting, want de natuur", die het wijsgeerige denken doordenkt, is de door het natuurkundige, d.w.z. op deze wijze denkende, objectiveerende verstand gevormde natuur, die, als door dit ver stand doorloopend anders gevormd gegeven" (Wigersma, hoofdst. III, IV), zoo zuiver" ob jectief is, als het resultaat van vereeHSijdigende vereenzelving van de subjectieve, scheppende (zij het ook onzelfbewuste) werkzaamheid met het, als object, geschapene, maar uitsluitend objectief kan zijn. Déze zuivere" onjectiviteit der natuur kunde is wezenlijk het zichzelf vergetende, slechts Nederlandsche Munt HolUuufs beste 10 eeatt van dat andere verstand hebbende, verstand, onderscheiden van, maar toch leidende tot het wijsgeerige denken, als het zichzelf her-innerende, in het andere met zichzelf sainensluitende verstand, dat, als het verstand van het verstand n van dat, wat voor het verstand als het andere geldt, meer en beter is dan verstand alleen. Daarom is de wijs geerige doordenking van die natuur" ook niet op de wijze van de natuurkunde objectief, wat niet wil zeggen, dat zij dus" slechts en daarom slecht" subjectief is. Zij is evenmin en evenzeer subjectief als het verstand, dat meer en beter is ian verstand alleen: zij is subjectief, zooals zij, als objectiveering van het begrip, redelijk is. Daarom, wanneer empirisch-verstandelijke na tuurwetenschap" en natuurphilosophie" meer zullen zijn dan verschillende klanken met eeno zelfde beteekenis, dan moet het zelfs voor iemand, die niets is dan physicus wel reeds duidelijk zijn, dat n&tuur-phüosophie met (alsnog omvijsgeerige) na tuur- wetenschap niet kan en ook niet mag overeen stemmen. Hierbij bedenke men, dat wijsgeerigp belangstelling niet meer doet vragen, of het tcuar is. wat de natuurwetenschap leert, maar, u-at fut ware daarvan is. De lezers, die van hunne lectuur ernst willen maken, zullen \vel doen deze opmerkingen ter harte te nemen, om door een vóór-oordeelend wanbegrip het zich niet onmogelijk te maken, de door Wigersma op zoo'n voortreffelijke wijze voorgedachte begiips-ontwikkeling na te denken. wat toch de voorwaarde is, om haar verder te kunnen doordenken en zoo zich reeds voor t*' bereiden op hetgeen Wigersma, naar wij verwach ten, ons nog geven zal, en niet te. vervallen tot wat wel cvitiek" heet, maar wezenlijk beteekent: bekrompen vakkundigheid, die, door haar onbe zonnen en lichtzinnige beoordeeling van een gedachtegang, die zij niet in staat is te herdenken, zichzelve veroordeelt. eenvoudig verrukkelijk! Steeds meer gasten verlangen Koflie Hag en willen beslist niets andershebben. Hag i» rieden Nummer Eén voor eiken iijnbroever. Het is een melange uit de fijnste kpffiesoorten, die 'Java en Arabic, Centraal- en Z.-Amerika voortbrengen i bovendien nog coffeïne vrij, dus volkomen onschadelijk. Koffie Hag beteekent meer genot en toetere gezondheid voor allen, die coffe ncbevattende dranken (koffie en thee) «leekt Runnen verdragen. U kunt heden in elk groot Restaurant, Hotel of Pension koffie Hag krijgen. ^ OVERHEMDEN NAAR MAAT Ru SINEMUS 20 LcidachcBtraat 22 - Amsterdam ADBESSEEB ALLEEN: ' IN DEN SILVEREN MOLENBEECKER KALVERSTRAAT AMSTERDAM HOOG S T R AA T DEN H A A G *+ m O l KAASSCHAAF met zilver handvat. Verkrijgbaar in 6 verschillende uitvoeringen, .GLAD, F ILÉ.PARELRAND, PUNTFILË, PUNT-OROEF (1028) EN PISTOOLHEFT Prijs ff 6.6O Met IMIT. ANTIEK Handvat Priis ff 7.60 Toezending door Nederland met ,30 cent verhooging. ? MET RECHT VAN TERUGGAVE' ALS DEZE NIET AAN DE EISCHEN VOLDOET. Onmisbaar in het Huishouden. No. 2722 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 AUGUSTUS 1929 Ljalja's belangen door Vera Inber DE lift was oud en hing eenzaam in haar kooi. Door het bestendig op en neer gaan langs de verdiepingen begon zij met haar deur te piepen en terwijl zij naar beneden gleed, huilde ze zachtjes, als een gewonde wolvin. Dikwijls zelfs werd ze heelemaal ongehoorzaam, bleef tusschen twee verdiepingen hangen en keek somber neer op de menschen, die langs de trap naar boven kropen. Liftjongen was Jacob Mitrochen, elf jaar oud, wiens ouders onbekend waren. Hij was van de straat afge komen, beviel den nachtwakers en bleef bij de lift. Volgens de voor schriften, die hij van het huis-commitee had gekregen, liet Jacob ' Mitrochen niemand alleen do lift binnen, steeg persoonlijk met ieder mee e.n vorderde van hem, ook over eenkomstig de voorschriften, vijf ko peken. Gedurende de lange winteravonden, wanneer buiten het onweer huilde, bruischte, raasde, en Jacob Mitrochen wachtte op de bewonei-s, die op visi tes of naar den schouwburg gegaan waren, pleegde hij over het leven na te denken. Daarover, dat zijne viltschoenen reeds versleten waren, en dat de nachtwaker, Mitrofan Avdeeitz, die hem als zoon aangenomen had. hem mot zijne slagen veel pijn deed, en dat deze vooral zeel' onverdiend waren. En hoe prachtig het zou zijn een potlood te vindon en zich bezig te houden met de wetenschap. Opnieuw bekeek hij de constructie van de lift, de binnenruimte, de divan, de drukknopjes. Vooral het eene, roode. Wanneer men daarop drukt, blijft de lift in vollen gang staan. Heel interessant! Op avonden, wanneer de grooten naar den schouwburg gingen, of rustig thuis zaten en hunne gasten tracteerden op thee, kwamen verschil lende mutsjes en schapenpelsjes uit de buurt naar Jacob Mitrochen toegeloopen voor een onderhoud. Menig; maal verdwaalde zelfs een flüweelen kapje, zes jaar oud, dat Ljalja heette, daartusschen. Ljalja's moeder, eene weelderige dame, die op eene ronde commode geleek, was over deze kennismaking zeer gekrenkt en zeide: ..Dat is toch een daklooze in den rechten zin van het woord. Veeg af je neus. Hij kan moorden en stelen, zuig niet op je duim. Heb je zoo weinig andere vriendjes?" Toen Jacob Mitrochen deze woorden hoorde,snoof hij met zijn neus en keek haar verwijtend aan, maar zweeg. Ljalja's kindermeid, oen eerbied waardig oudje, treurde nog meer daarover: Ljalitzka houd daar toch mee op. Kijk hem toch niet aan. Dat is toch geen vriendje voor je. Hij is een doodgewone liftjongen en bij jouw vader is de heele schrijftafel met leder bekleed on jijzelf drinkt lederen dag cacao. Bah l Zoo'n jongen. Dat is toch geen omgang Voor je." Maar de blonde, ronde Ljalja, die net een knopje was, probeerde altijd zoo dicht mogelijk langs Jacob Mi trochen voorbij te loopen en glinlachte tegen hem. '' * * * ' ':?: ? Op zekeren dag, vlak bij de lift, waar altijd de aankondigingen voor de bewoners ' hingen, werd nog het volgende aangeplakt: Alle kinderen van dit huis worden morgen om zes ujir 's middags voor eene vergadering in het kamertje ónder de trap» waar de schapenpels ligt, uitgenoodigd. Er zullen zeer belangrijke voorstellen worden gedaan. Toegang voor bewo ners vrij, maar kinderen uit de buurt moeten ieder twee pepermunt-ontbijtkoekjes voor toegang betalen." Het eerst bemerkte Ljalja's moeder dit. Zij las de aankondiging eerst met pince-nez, daarna zonder en belde direct aan bij het huiscommite op de tweede verdieping. De onder bestuurder van het commite kwam voor: Waar zijn Uw oogen, kameraad Poljaitis?" zeide Ljalja's moeder. ,,Hoe kunt zooiets veroorlooven?" en zij sloeg met de tasch tegen de aankondiging. ,,Onze kinderen worden in het verderf gestooten en IJ doet er het zwijgen toe, waarom, zwijgt U ? Natuurlijk zal mijne Ljalja daar niet heengaan, daarover gaat het niet. Maar uifc principe." De kameraad Poljaitis keek op merkzamer, snoot zijn neus en zeide: Ik vind daar niets bijzonders in. De kinderen hebben het recht zich te organiseeren om hunne professioneele belangen te verdedigen." Ljalja's moeder verslikte zich van toorn en knarste met de tanden. ,,Welke belangen kunnen zij hebben, wanneer zij nog niet droog achter de ooren zijn ? Ik ben overtuigd, dat Jurka uit de achttiende woning het ge schreven heeft en hij is nog wel de zoon van een Eersten secretaris." De Eerste secretaris Seleznjow, een somber niensch met een nierkwaal, keek schuin naar het aanplakbiljet en dacht: ,,Ik herken de hand van mijn Juri. Wat er van hem groeien moet, weet ik niet. Zeker een avon turier van het soort van Pilsudski." Do kinderen gedragen zich, alsof zij deze aankondiging heelema&l niet bemerken. Alleen de trap is van de sporen van kleine voetjes heel vuil geworden. En in de coöperatieve winkel in deze buurt overtrof de vraag naar pepermuntontbijtkoekjes zoo het aanbod, dat men uit het hoofdmagazijn een nieuwe voorraad van deze waar moest laten aanrukken. ? * 1 « De nacht verliep kalm, maar de morgen was onrustig. Eerst kwam de melkvrouw en vertelde, dat buiten een sneeuwstorm woedde en dat het zoo duister was, dat zij bijna het paard niet de staart naar voren had ingespannen en dat daarom de melk een kopeken duurder was geworden. Dit gevoel van onwel zijn der natuurkrachten drukte zwaar op het huis. Toch ging Seleznjow met zijn . dieet-ontbyt in de actentasch naar het kantoor. Ljalja's moeder ging naar Lapin om de verwikkelingen met de melkgeschiedenis te controleeren. De kinderenbevolking zat rustig in hare kamers en gedroeg zich verdacht stil. Om zes uur, toen het meerendeel der ouders, moe van werk, sneeuw storm en eten een beetje gingen uit rusten en de kranten, Prawda" en ' Izwestia" uit hunne slapgeworden handen lieten glippen, gleden kleine schaduwen bliksemsnel de trappen af. Het was duidelijk, zij begaven zich naar waar de schapenpels lag. Ljalja's moeder, nadat zij een heel uur in de rij bij Lapin gestaan had, en vastgesteld had, dat de melk werkelijk duurder was geworden en dat witte kaas heelemaal niet t krijgen was, ging op de divan te midden van een berg kussens, die meerendeels rond waren, sommige zoo groot als een rad van een auto, andere zoo klein als een theeschoteltje, een weinig rusten. De kindermeid debateerde met de waschvrouw over het bestaan van God. De centrale verwarming siste zachtjes. Plotseling hoorde men de deur dichtslaan. Ljalja's moeder sprong op en overtuigde zich, dat haar doch ter Helena Egorowna Antonowa, verdwenen was. Ljalja's moeder wierp zich op de eerste de beste en liep als een wervelwind naar de tegenover liggende deur. De deur werd geopend, de eerste secretaris zelf met een heetwaterkruik verschijnt. . Mijn Ljalja is weg. Uw zoon denk ik ook. Zij hebben daar onder de trap een bijeenkomst, professioneele be langen, in n woord de angina is klaar." De eerste secretaris Seleznjow ant woordde humeurig: ,,Mijn Juri is niet thuis. Hij is zeker .daar. Ik geloof zelfs, dat het zijn werk is. Ik pak even mijn overjas." Zij gingen samen de deur uit en daalden de trap af. In dezen tijd steunde de lift als een oude vrouw, die van de zevende verdieping naar be neden hinkt. Toen Jacob Mitrochen deze twefc bemerkte, hield hij de machine stil, sloeg met de deur en zeide droog: Alsjeblieft." Op dezen tijd hadden zich in het kamertje, waar de schapenpels lag en waar de slang, die gebruikt werd om de straat te besproeien, zich in winterslaap bevond, zoovele kinderen verzameld, dat het ademen moeilijk viel. Het rook er naar pepermunt als in een apotheek. Juri Seleznjow stond op een stoel en maakte zich gereed om t,e presideeren. Ieder oogenblik liep zijn adjunct Victor, bij geen partij aangesloten, twaalf jaren oud, naar hem toe om instructies te halen. Juri, daar is een meisje uit hét huis hiernaast gekomen met een baker kind op den arm. Kan het haar zijn stem overdragen of niet? Maar op dit oogenblik droeg het bakerkind zijn stem zelf en zoo, dat allen bijna doof werden. Kameraden," probeerde Juri het te overschreeuwen. Kameraden, ik breng ter algemeene kennis, dat alleen zij die zelf kunnen loopen, het recht tot stemmen hebben. De anderen onthouden zich van te stemmen. De stemmen kunnen niet worden over gedragen. ? Ik verzoek de sprekers zich hier te ? laten inschrijven. Wtf hebben weinig tijd. Wij beginnen met de vraag over ? de herkiezing der ouders." Ljalja, heel bleek, met glanzende oogen, sprong naar Juri toe en zeide zachtjes: Schrijf mij ook in, alsjeblieft. Ik wil spreken. Schrijf alleen Ljalja van de vijfde verdieping." Over welke vraag wiltU.kameraad, spreken?" Over de vraag van de wollen broek. Men moet die niet dragen, omdat zij kriebelen. En ook over verschillende dingen."' Juri klopte met zijn ontbijtkoekje op de vensterbank en begon: Kame raden, ik wil een paar woorden zeggen. Alle menschen, de metaalarbeidèr, de verkoopster, zelfs de schoenpoetser hebben hun eigen vereeniging, welke hen tegen exploitatie .verdedigt.- Al leen wjj kinderen zqn machteloos. Ieder ouder, hetzij vader of moeder, in het bijzonder, wanneer hij een nierkwaal heeft, kan ' ons hoonen, zooveel hij wil. Ik proponeer een lijst van vorderingen te stellen en uit te LINCOLN de meest volmaakte wagen JAN LIMBACH- Haarlem werken, die overeekomstig dezen tijd zijn. Wie is voor, wie tegen, wie ont houdt zich?" Hier is Jacob Mitrochen ingeschre ven," deelde Victor mede, over de vraag, mag men om de ooren slaan? Maar hij is er niet." Scherpzinnig rimpelde Juri zijn voorhoofd en zeide: Hij is zeker bezig. Hij zal niet voor niets wegblij ven. Een dringende zaak heeft hem zeker opgehouden. Wij zullen zijn beurt voor hem openhouden." * * * Do zitting was stormachtig. Er kwamen vele vragen en alle zulke pijnlijke, dat het onmogelijk was <>m te zwijgen. Men -sprak er over, dat de ouders te zeer ingebeeld zijn en de kinderen zelfs niet veroorloofden in de gangen van de communaalwoningen te spelen, wat van de ouders ongepermitteerd was. Men sprak er ook over. dat het noodzakelijk is in de plassen schoenen' schoon te maken en nog over verschillende andere onderwer pen. De verdediging der kinderen was voor het eerst op een professioneel fundament gesteld. Anderhalf uur bleef de lift tusschen de vierde en derde verdieping hangen. Vergeefs klopte Ljalja's moeder en liep heen en weer. Vergeefs drukte de eerste secretaris tegen zijn. pijnlijke nier streek. Jacob Mitrochen antwoordde op alles, dat de lift een innerlijke ziek te had. Dat daartegen niets te doen was. Hij zou wel een beetje blijven hangen en dan vanzelf weer verder gaan. Toen Ljalja's moeder, half dood van opwinding en zenuwachtige af wachting tot haar ronde kussens te rugkeerde, zag zij, dat Ljalja bij vaders schijftafel rustig zat. Met een groot blauw potlood op een groot blad papier teekende zij een leuze, die zeker op de vergadering was uit gewerkt: ..Kinderen weest voorzichtig met de keuze van uwe ouders." Ljalja's moeder werd van schrik witgroen. Den anderen dag kreeg zij door de kindermeid een briefje. Zy was ver wonderd, dat zij in eene vuile enve loppe iets ronds voelde. Zij maakte ze open. Daar was eene groote vijfkopekenmunt in, op het briefje stond geschreven; Burgerês, ik zend U de vijf kopeken voor den rit met de lift terug. Uit rechtvaardigheid. Ik heb u met opzet in de lift opgehouden, opdat uwe dochter Ljalja zich over hare aangelegenheden zou kunnen uit* spreken. Voor den analphabeet Jacob Mitrochen, Juri Seleznjow" AAN DE INZENDERS Allévoor het redaetioneele gedeelte bestemde i n * e n d i n g e n moeten worden getdreiteerd REDACTIE VAN DE GROENE AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM, ?onder vermelding T«n perioooinamen. '91 i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl