Historisch Archief 1877-1940
i6
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 AUGUSTUS 1929
No. 2723
MUZIEK
door Constant van Wessem
K ie bard Tanber
DAT Richard Tauber van de opera
naar de operette ging hoort inen
wel aan zijn stem, die een muzi
kale cultuur en een geacheveerdheid
bezit ais gewoonlgk by de zangers
van de lichtere muze uiet wordt aan
getroffen, wior kunnen met de enkele
steeds herhaalde trucs al is uitgeput.
Ken echte operette-zanger is Richard
Tauber dan ook niet, en ook met zijn
actie ia hij in de operette op vreemd
terrein. Maar des te beter, zou ik willen
zeggen. Wij komen om naat de stem
van Tauber te luisteren en hoe deze
zingt: de operette was ditmaal een
gelegenheid om hem te kunnen hooren,
Kn van deze stem willen wij dan ook
liefst zoo min mogelijk afgeleid worden.
Er is over de operette zelf, waarin
Tauber optrad, nml. Fruulerike"
van den Oostenrijkschen componist
Lehar, niet veel te zeggen. Het
srntimenteelc, aan Alt-Heidelberg her
innerende geval van het verliefde
domineesdochtertje, dat edelaardig
Ooethe, haar minnaar, aan zijn car
rière" afstaat, aan het slot met
pathos verklarend, dat Uoethe aan
de geheelc uienschheid behoort, dus
ook aan haai*", kan zelfs om de
muziek niet boeieu: deze verloochent
haar Oostenrij ksche hart in zooverre,
dat zq niet voortdurend walst, hoewel
do memietten ook niet onvervalscht in
stijl blijven en er, wanneer het ernsti
ger moet klinken, veel wordt
ge-Wagnerd. Men wacht echter met spanning
op een enkele melodie, waarin de
renommee Tauber reeds beroemd heeft
gemaakt, het O, M&dchen, mein
Madchen, wie Heb' ich dich".... een
melodie, die overigens zonder Tauber
ook niet beroemd zou zyn geworden !
Maar als Tauber dan met zijn be
roemde melodie begint, als hij op een
verlaten tooneel voor het voetlicht
treedt et\ alles gaat zich concentreeren
I
l l
TENTOONSTELLI
OUDE KUNS
RIJKSMUSEUM
VAN
AMSTERDAM
1929,
VEREENIGING VAN HANDEIAREN
IN OUDE KUNST IN NEDERLAND.
TOEGANGSPRIJS f 1.?, ZATERDAGS EN ZONDAGS f 0.50
DOORLOOPENDE TOEGANGSKAARTEN VOOR DEN GEHEELEN DUUR T 3.?,
ALLES INCLUSIEF TOEGANG RIJKSMUSEUM.
CATALOGUS (2e DRUK) MET 190 PLATEN f l
(Naar builen na ontvangst van f 1.28)
op zij» stem. op zijn zingen, dan
kunnen wij tevreden zijn: zijn warm,
week, nooit al te week, geluid, met
een soepelheid, die. in staat is het
uiterste van t eederheid zoowel als
het uiterste van geweld te treffen,
wordt een verrukking voor het oor.
Ik zei al: hier hooren wij een stem,
die het geheele gebied van den zang
reeds heeft bestreken, die een
bt»schaving bezit, welke/.ich niet aan
»enmenteele trucs hoeft te wagen om
succes te hebben, en met d«; muziek
weet te spelen, zooals die vier ver
schillende gedaanten, waarin hij, vier
maal gebisseerd, de O.
Madchen"melodie kon laten hooren.
Friedel Dotza stond hem als een
charmante Priederike terzijde. Haar
frisch, gevoelig geluid sloot zich in
den samenzang goed bij dat vau
Tauber aan, en Mej. Dotza is boven
dien een verschijning, die al bij voor
baat het hart verovert. Den jongen
Ooelhe btellen wy ons wat lichtzin
nige r voor. Maar, zooals gezegd,
voor Tauber komen wy om zy'n stem.
Aan de voorstelling was veel zorg
besteed, decors en aankleeding konden
met landelijke jakjes, loofdaken en
tuintjes wel een idylle suggereeven,
en de dirigent Donath liet het orkest
meegaand en geacheveerd spelen.
SPREEKZAAL
Fatsoen.
BIJ zijn afscheid heeft Jan ter
Haar Jr. aan allen, die tleel
hebben aan het Bestuur van Rijk of
Gemeente, een voorbeeld gegeven van
de mentaliteit, die een bewindsman
behoort te hebben.
Het allereerste1, wat een regeerder
dient te beseffen is, dat hij zijn ver
plichtingen dient na te komen.
Bij de vorige begrooting was een
belofte afgelegd en de nu afge
treden wethouder van P.W. stond er
op,,dat deze bij de nu ingediende be
grooting zou worden gehouden. Slechts
dan, wanneer de bestuurder
scrupuleus zijn woord houdt, kan de bevol
king zich veilig voelen en liever dan
de burgers te dupeeren, legt hij het
bijltje er by~ neer en laat de leiding
aan anderen over.
Zjjn houding dwingt het grootste
respect af in deze tijden, nu een groot
deel van hen, die de leiding in handen
hebben het zoo nauw niet meer nemen
met het eens gegeven woord en er
zoodoende'toe meewerken, dat bij het
publiek de opinie veld wint, dat de
politicus is een man, die uitnemend de
kunst verstaat om met zijn eigen
concientie allerlei compromissen te sluiten.
zonder rekening te houden niet de
verwachtingen, die door zijn beloften
zijn opgewekt.
De klassieke opvatting: ik sta
voor mijn eens gegeven woord in.
ook al sta ik geheel alleen, ook al
koste het me mijn mij lief geworden
werk vindt men maar al te zelden.
Het moeten al heel buitengewone
omstandigheden zyn, die den bewinds
man aanleiding kunnen geven om,
na een beroep op de burgers, .hiervan
af te wy'kën
Jan ter Haar heeft dit zoo gevoeld
en zich zonder aarzelen hiernaar ge
dragen. Hoe ongaarne men hem ziet
heengaan, in dit geval heeft men in
te zien, dat hem geen keus werd
gelaten. .
Mét zijn heengaan is hij een levend
voorbeeld van den man van karakter,
die niet transigeert, wanneer het
geldt het nakomen van de verplich
tingen, die hij op zich nam. ?
PLORIS VOS.
No. 2723
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 AUGUSTUS 1929
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
/«' ,«l , i- '( n' '
ft
Gevleugelde Woorden
door Melis Stoke
J K vraag mij wel . eens met. be
zorgdheid, bij het vorderen der
jaren af, waar toch de dag blijft,
waarop men mijne uitingen als zgu.
gevleugelde woorden lanceeren zal.
Niet vanwege het feit, dat ik zulke
bijzondere dingen ,zeg, maar alleen
y.oo-maar, net als men het doet van
andere groote mannen.
Ik beweer namelijk, dat mijne uitin
gen in geen enkel opzicht onder doen
voor die welke, van anderen
afkom'stig, vervolgens van mond tot mond
gaan, als motto boven artikelen inde
pers verschijnen en door redenaars
worden gebruikt als uitgangspunten
voor beschouwingen.
Wanneer ik morgen met verheffing
van stem uitroep dat Nederland's
zuidgrens Belgie's Noordgrens"is,'dan
zal daarvan vermoedelijk niemand no
titie nemen, en toch is het een feit,.
dat, wanneer b.v. een Poplsch staats
man verklaard heeft dat Polen'»
Westgrens Duitschland's Oostgrens is,
dit gezegde de ronde doet door de
geheele pers.
Wanneer Mr. John Applepie, direc
teur generaal van de Amalgamated
Motors tegen een journalist, of des
noods gewoon tegen zijn pedicure
zegt dat een jongmensch, dat altijd
zuinig geleefd heeft het nooit tot een
machtige positie brengen zal, dan
vallen dozijnen schrijvers op dit ge
zegde aan om er artikelen over te
schrijven met het portret van Mr.
Applepie er naast en diens
handteekening er onder.
De geschiedenis kent nog sterker
voorbeelden, zelfs van mannen wier
onbehoorlykste uitingen voor immer
aan hunne namen verbonden zijn.
En wat mij nu zoo bedroefd maakt
is, dat, wanneer ik mocht komen te
vallen, nooit iemand, bij het noemen
van mijn naam, onmiddellijk zal
kunnen zeggen: Liever vorst dan
die eeuwige regen....", of
Die beroerde belastingpapieren.."
De menscheh schijnen nu eenmaal
een voorkeur te hebben voor het
citeeren van een gelimiteerd aantal
personen, en het ergste is nog dat ze
hun geheugen bijna uitsluitend scher
pen op onbenulligheden.
Het spreekt vanzelf, dat het be
langrijk is, wanneer een multi-
millionair verklaart dat een man'mét n
"ostuum per jaar toe kan, of wanneer
een berooide kunstenaar verklaart
dat men,"om zijn geest frisch te houden
minstens eens in de twee jaar een reis
om de wereld moet maken. Maar dan
is het vooral het leugenachtige in de
uitingen dat opgeld doet.
Als het echter gaat om iets dat je
werkelijk meent, dan luistert niemand
naar je.
Zoo zullen dezer dagen de
telegraafagentschappen wel de heele we
reld rond seinen, dat Briand of
Henderson gezegd heeft:
Den Haag is een aardige, rustige
stad, met een heerlijke badplaats in de
naaste omgeving...."
Ik heb daar niets tegen. Maar als
ik bedenk hoeveel malen ik dat nu
reeds heb gezegd zonder dat iemand
er notitie van heeft genomen, dan
is het toch om des duivels te worden,
dat men gewacht heeft tot Briand
Poincaréhad afgelost om naar den
Haag te komen teneinde dat ook eens
te zeggen.
Het is alsof de menschen geen
waarde aan je oordeel hechten, voor
dat je een zekere positie bereikt hebt.
En nu is het volstrekt niet mijne
bedoeling hier iets onaangenaams
voor Briand op te schrijven, vooral
nu hij hier als gast verkeert,
maar ik maak me toch sterk, dat ik
den Haag beter ken dan hij, en dat
mijn oordeel over dat speciale onder
werp nu eens meer waard is dan het
zijne.
Maar weet u wat de menschen nu
weer zullen zeggen? Dat Briand den
Haag heeft ontdekt.... Ze zullen de
uitspraak van E -iand in
propagandaboekjes voor het
-reemdelingenverHOLLAND'S TAAK
bij de Haagsche Conferentie
De spoorweg voert van Oost en Zuid
een stoet van groote mannen mee,
en in een oogwenk is de lucht
van 's-Gravenhage vol gerucht....
La Conférence \ La Conférence !!
La Conférence de la Haye!!!
Regeering, Post, Hotelbedrijf,
en 't gilde dat de port'tnonnaie
aan ieder buitenkansje spekt
zijn uit den dommel opgewekt....
La Conférence \ La Conférence ! l
La Conférence de la Haye !!!
Tot zelfs de stille weduwvrouw
die van Europa's wel en wee
onkundig bleef tot 't huidig uur.
iftélt slaapvertrek en bad te huur
voor journalist n délégu
ter Conférence de la Haye..
En in oud-Halland18 weiden graast
onwetend Tiet geduldig vee
dat straks, als nig Hollandsch feil,
ter tafel komt bij't volkenpïeitt
en wel uitsluitend bij't diner
der Conférence de la Haye....
En Holland'» fruit en Holland'» viech
wacht in de boomgaard en de zte
op de unieke eeretaak
om, zelfopofferend, de zaak
te dienen van den wereldvree
ter Conférence de la Haye....
1 MELIS STOK. K
PATRIA3
PATRIA/- PRH
keer zetten.... Ze zullen elkander
glunder het gunstige oordeel o
ververtellen. . . . en ze zullen, en dat is
nog het ergste in den Haag hun stad
door geheel andere oogen gaan bekij
ken : de oogen van Briand....
Het verschijnsel is niet nieuw..
Wanneer men een half- uur zonder
adem te halen in een aquarium hoeft
gezeten, of wanneer men als ver
stekeling een luchtreis over den
Oceaan heeft gemaakt, zullen fabri
kanten van zeep en vulpenhouders het
oordeel van dengene, die de prestatie
heeft volbracht in dure advertenties
in de couranten zetten.... d.w.z. zijn
oordeel over zeep en vulpenhouders.
En daarom is het akelig dat bijv.
ik, die mijn adem maar enkele tellen
lang kan inhouden en nooit een kabi
net omvergegooid of een gebouw
van zestig verdiepingen langs den
buitenkant heb beklommen of een
dozijn tienduizenden aandeelhouders
heb gedupeerd, een zeer gezond en op
diepe ervaring berustend oordeel om
trent een speciale soort toiletzeep of
omtrent de voordeelen van den Haag
als woonstad kan hebben gevormd
zonder dat het iemand zal invallen
de vrucht van die studiën te besten
digen in een gevleugeld woord.
Maar aangezien de menschen nu
eenmaal zoo zijn, en ik ze niet ver
anderen "kan, zou ik toch tenminste
het oordeel van,hen die hun vader
land van dienst willen zijn, willen
vestigen op de door de
menschenkennende fabrikanten van zeep en vulpen
houders geadopteerde methode, na
melijk het verzamelen van certifi
caten onder in het oog vallende per
soonlijkheden.
Ik heb het thans meer speciaal
tot de officieele en officieuse
regeeringsbureaux, die, goed zullen doen
door naast het oordeel van Briand ook
dat in te winnen van allen die door
daden van stoutmoedigheid, behendig»
beid en lichaamskracht in het volle
lïcnt der openbaarheid getreden zijn.
\
1