Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN zo AUGUSTUS 1929
No. 2723
AMSTERDAMSCHE MARKTEN
|VSB de oude markten van
. ^ Amsterdam beeft Wagenaar het
nageslacht omstandig ingelicht, terwijl
Btêdero in zijn M oortje de
eigenaardiglieden en het pittoreske volksleven op
fije markten voorstelde.
E* Vas daarvan in de 17de eeuw eene
grootere verscheidenheid dan heden
ten dage, en velen, zoo niet de meesten,
zou men thans vergeefs zoeken, zooals
Pijpen-, Manden-, Hoepen-, Kuipers-,
Garnalen-, Koren-, Boom-, Hennip-,
Hooi-, Zand-, Beschuitmarkt, e.a.
Zelfs werd het aantal in den loop des
?tijds dermate beperkt, dat sommige
inwoners welke men als Ur-Amster
dammers zou kunnen aanduiden, die
inkrimping meenden te moeten be
treuren.
Van sommige dier oude markten
bleef de naam nog lang na hunne op
heffing in het geheugen des volks
hangen, zooals de Boter-, Turf-,
Appel-, Erwten-, Hooi-, Bloem-,
Stroomarkt, enz. Voor deze laatste was in
Wagenaars tijd aangewezen de Lange
Houtgracht voor de groote, en de
Prinsengracht bij de Noordermarkt
voor de kleine vaartuigen, 't .Was daar
een bekende buurt voor den verkoop
van volksmedicijnen, o.a. van de ge
renommeerde Beerenburger kruiden,
wellicht omdat men daar zoo dicht
bij de Haringpakkerij was, van ouds
het hoofdkwartier der
Noordhollandsche boeren. Naar de drie hoofd
grachten waren genoemd de
Prinsenmarkt (Noordermarkt),
Keizersmarkt (Westermarkt) en Heerenmarkt
welke laatste geruimen tijd tot
varkensmarkt diende. Met dien naam
duidde VorfÜel het plein aan in zijn
vers ,,Op het ontzet van Piet Heins
buit," waar hij doelde op den aanslag
van het gepeupel op het Westindisch
Huis, waar die buit bewaard werd, en
op de aanwezigheid van lichte Giert
?die stong met smart,
En gleurde bij de Varkcnsmart,
Andere veemarkten waren ingericht
voor ossen, kalveren, schapen, paar
den, enz. Bij deze laatste was een
paardenvilder aangesteld, die het
privilege bezat om ook krengen te
villen. Er was te Amsterdam zelfs een
Krengenmarkt, doch die dagteekende
eerst uit een lateren tijd. Evenals de
door Bredere vermelde Luysemarckt,
waarmee de voddenmarkt op een
gedeelte van de Nieuwmarkt bedoeld
werd, was de Krengenmarkt een
naam, die niet op het stadhuis, maar
alleen in den volksmond voorkwam.
. Justus van Maurik verhaalt in zijn
hoofdstuk over hannekemaaiers, dat
'die markt gehouden werd op 't
Water (Damrak) bij de Korenbeurs.
Levensmiddelen van eene minder
verdachte kwaliteit werden verkocht
op de Groenmarkt, in plat- Jordaansch
Groemert" geheeten, de Korenmarkt,
Botermarkt, Erwtenmarkt,
Wortelmarkt, Kaasmarkt en Garnalenmarkt,
deze laatste op 't Singel vóór de
Handboogs- of Garnalendoelen, in
later tijd ingericht voor het Athenaeum
Illustre. Op de Appehnarkt werd men
echter wel eens indachtig gemaakt aan
het oude spreekwoord: n rotte
appel in de mande maeckt oock het
gave fruyt te schande," en op de
Melkmarkt waren
verwateringspraktijken in zwang, die onder het geboorte
nog lang beklijven zouden. Voor
sommige artikelen bestonden ' zelfs
twee markten, zooals voor de visch
een Groote en een Kleine Vischmarkt.
De puickpoeet" Joost van den
Vondel herdacht die in zijne
Inwijdinge van het Stadhuis''met de
regels:
door S. KALFF
De Nieuwmarkt
De Viscbmerkt woelt vooruit, en leeft van
spartel vlstchen;
Schaft stroom- en zeevitch, en bezorgt de
burgtrdisscrten
Met allerhande teelt van 't vochtige element.
Eni.
Voorts was er een Aardappelnaarkt
op de Prinsengracht bij de Noorder
markt. Het verwerken van de aard
appelen uit de schuit naar het pakhuis
noemde men verbruggen". De Be
schuitmarkt was gelegen op den O. Z.
Voorburgwal. Wagenaar vermeldde
twee aanzienlijke beschuitmarkten,
waar de bakkers van Wormer en
Jisp > geheele schuitladingen-tweebak,
in tonnen verpakt, ter markt brachten,
en waar tevens Deventer en
Kamperkoek werd verkocht. Doch de
Amsterdamscbe bakkers lieten zich niet
onder hun duiven schieten; zij bakten
even goede, welhaast betere beschuit,
waardoor zij de Zaankanters van de
markt drongen. Zij hadden een repu
tatie op te houden in 't bakken van
korstjes, heiligmaker, bollebuisjes en
evenveeltjes; zij verwierven zich een
nieuwe reputatie in 't bakken van
beschuit en brachten het zoo ver dat
die twee beschuitmarkten, waarvan
er een op den Fluweelen Burgwal
gehouden werd, in Wagenaars tijd
reeds tot het verleden behoorden. In
Moortje liet Bredero door Geertruy
de minnemoêr den tijd herdenken,
toen de levensmiddelen te Amsterdam
bijna te geef waren, met name brood,
boter en beschuitjes, welke laatsten
onder den naam misschuitjes uit de
Wormer kwamen, waar zich ook ge
renommeerde bakkerijen van
acheepsbeschuit bevonden. De oude Geertruy
vertelde haren toehoorders, dat men
in hare jonge jaren twintig eieren
kocht voor een stuiver.
En om een oortje n atmen «en bulck vol
metck en wlttebroot,
En men koft een hlelle schoot nuwbakken
Wormer Mlsschuyijes
Om len blaeuwe 2) elllf pennlngh en men
kreeg om negen duvtjes
Twle kopjes botter, heer kyn« lek hebt je vaar
1 v ? «o «lick 3) vertelt,
Ja komt nou en reys op de beicnuytmarct,
men besteel een hangt vol geit.
Evenals die Beschuitmarkten gin
gen ook te niet de Spinnewielmarkt en
' de Glazen- en Kannenmarkt. De Boter
markt daarentegen, nadat die in 1660
van den Dam naar het Reguliersplein
was, overgebracht, werd tot het voor
naamste marktveld van Amsterdam,
waar 32 plaateen voor de Kuinder
boterkoopers waren aangewezen, bij
de herberg De Valk. Tevens tot het
voornaamste kennisterrein, gedurende
de weken waarin de kermis de halve
stad aan de rol bracht. Voor de kaas
werd later bestemd het Kaaspleintje,
op een gedeelte van de gedempte
Reguliersgracht. Op de Gaermarkt in
de Nes naast de Vleeschhal werd gare
kost" verkocht, waarvoor de grondstof
zich dichtbij bevond, en evenzoo aan
de brug van de Egelantiersgracht op
de Pensmarkt, waar pens, koevoet,
nieren, lever, middelrif, beuling, enz.
te koop waren. De naam
Pansemertbrug beteekende dan ook
Pensmarktbrug.
Gelijk de levensmiddelen hadden
Ook de materialen hun eigen
verkoopplaats. Er was een Hoepen (hoepels)-,
Manden-, Hennip-, IJzer-, Turf-,
Hout-,. Boom-, Stroo-, Zand- en
'Kalkmarkt; op de laatste brachten
de Priesche kalk- en steenschippers
hunne ladingen aan, en die markt
bleef tot het eind van de 18de eeuw
in stand. Er stond daar een huisje, het
Kalkhuisje genaamd, waar de Vader
van de kalkmeters en dragers zijn
kantoor hield; en de nabijgelegen sluis
heette de Kalkmarktsluis, maar vroe
ger de Kikkerbilsluis. Waarschijnlijk
was die naam ontleend aan een hout
kooperij >»I>e Kikkerbil", en die
nering had zich aldus genoemd naar
een stuk hout bij den scheepsbouw in
gebruik.
De Noordermarkt ontleende haren
naam aan de Noorderkerk. Ze was btf
stedelijke keur van het jaar 1627
bestemd tot Lappen- ofte,VoddenT
marckt", en die bestemming bleef
in den loop des tjjds trouw gehand
haafd. Het was er een vergaarbak
van allerlei uit- en overschot, waar
zulk eene verscheidenheid van koop
waar gevonden werd dat het aanlei
ding gaf tot een locaal spreekwoord.
Van eene kamer, waar alles dooreen
over den vloer was geworpen, placht
men te zeggen: 'tLtfkter wel de
Noordermart l" Ofschoon hier zooveel
verschillende kramerijen uitgestald
waren, zoo bleven de katoentjes toch
de voornaamste plaats inmmen. De
markt werd de geliefkoosde
Maandagsche wa'ndelplaats voor 'de burger
vrouwen, die er gingen lapjes keeren",
eene bijzonderheid welke de maire van
Amsterdam, baron van Brienen, be
langrijk genoeg achtte om ze te ver
melden in het geheim rapport over de
levenswijze der Amsterdammers, dat
hij in den Franschen ttfd naar het
ministerie te Parijs zond. Het vrou
welijk publiek was hier steeds in de
meerderheid, en 't waren niet alleen
de vrouwen van het klootjesvolck"
welke men hier zag, maar ook die van
een deftiger stand. In een tijd, toen
men gezeten burgers met de
vischmand aan den arm op de Vischmarkt
zag bieden, zag men ook hunne
vrouwen op de Noordermarkt, in den
trant van Anna van Gelder, de derde
vrouw van admiraal de Ruyter, van
wie Constantijn Huygens aan prins
Willem III schreef:
Vostre Altesse peut juger quelle
sorte de duchesse douarière ce peut
estre, qui encor depuis la mort de son
mary a tousiours continue sa
coustume d'aller au marchéIe panier
au bras."
't Kon niet anders, of al die
neringen lieten bij 't scheiden van de
markt heel wat vuilnis liggen-,
ook daarvoor was deze plaats be
kend. Wanneer in den roman Willem
Leevend de scheepskapitein in ruste,
Prerik de Harde, zich tegenover
zijn nichtje Daatje beklaagt over
de schoonmaakwoede van zijn vrouw,
tante Martha, dan riposteert deze op
die aanklacht:
Ja, juffrouw, nicht meen ik, je
weet hoe de manlui zijn. Al lag het
vuil hier als op de Noordermarkt, zij
zouden het niet laten schoonmaken,
ja, al hingen de spinragen je in deu
mond."
Er kwamen op die voddenmarkt
ook wel eens dingen te voorschijn, die
eigenlijk het licht niet konden ver
dragen, omdat ze tot de gesmokkelde
of de gestolen waar behoorden. Echter
kwamen die clandestiene voorwerpen
hier niet zóó veelvuldig voor, dat men
op deze markt de plattekitten (win
kels van gestolen goed) moest zoeken,
of dat ze de reputatie van de heele
markt zouden bederven. Vuilnis was
-: er genoeg, maar 't was daarom nog
' geen Gauwdiefsmarkt zöoals in het
oude Batavia, welke ook bij de over
heid onder dien naam bekend was.
Daar stalen de dieven trouwens niet
alleen wat los, maar ook wat vast was;
eenmaal zelfs de pijpen van het orgel
in de Portugeesche Kerk.
De Noordermarkt had ook hare
bekende tiypen; vermoedelijk strekte
een daarvan tot model voor de hoofd
persoon van de operette Truytgen van
de Noordermarckt, welke indertijd in
den schouwburg Frascati werd op
gevoerd, j
De Westermarkt was een van de
minst rumoerige van de hoofdstad,
behalve in de kennisweken, welke ook
hier de kramen en tenten deden ver
rijzen. Bij den uitleg der stad van het
jaar 1612, die aan Amsterdam den
concentrischen vorm en drievoudigen
gordel van grachten schonk, werd in
het plan van aanleg tusschen
Keizersen Prinsengracht een ruim plein
ontworpen, bestemd voor een kerk.
Die Westerkerk werd tusschen de
jaren 1620 en 1631 voltooid, en tevens
werd op dat plein een van de wacht
huizen der schutterij gebouwd, welke
de vroedschap op eenige punten der
stad nóodig oordeelde tot verzekering
van de rust en orde. Deze Westerhal,
waarvan de benedenverdieping tot
een vleeschhal, en de bovenverdieping
tot een wachthuis werd ingericht, was
een hecht en fraai gebouw, dat twee
eeuwen lang het plein tot sieraad
strekte.
No. 272)
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 AUGUSTUS 1929
Croquante Groquetjes
door Alida Zevenboom
DAT is eens maar nooit weer. En
dat noemen ze vacantie !....
Vacantie!
Hoe durf je een mensch zoo te
behandelen en dat nog wel voor
zeven gulden per dag, alles inbegre
pen, tot de.... insecten", zal ik ze
maar noemen toe, die het bed met
je deelden.
De eerste minuut, dat ik er een
voet over den drempel gezet had,
had ik al onaangenaamheden want
ze moeten Aal niets wijs maken.
Wat heb ik aan smoesjes en lieve
lachjes en mevrouw" voor en
mevrouwtje" na als ik in de gaten heb,
dat de lakens op mijn bed al beslapen
waren, en ze ze eenvoudig clad ge
mangeld hadden!
En het eten !.... Ik moest in mijn
huis, mijn menschen zoo iets durven
voor te zetten ! Ik zou me mijn oogen
uit mijn hoofd schamen. En het kan
zijn dat ik me vergis maar als het
geen paardenvleesch geweest is«...
en dan je gasten een heele week laten
eten van n rollade ! Niets dan
zeen en houtjes en touw....
Gelukkig dat het gezelschap alles
vergoedde, want wie had kunnen
denken dat ik mijn vacantie in
Zandvoort zou hebben doorgebracht met
niemand minder dan de Kroonprins
en Prins Eitel Frits! En aardige
jongens, dat moet ik zeggen en als u
mij vraagt, geloof ik, dat de Duitscliers
nog eenmaal spijt als haren op hun
hoofd zullen hebben dat ze zoo'n
vroolijk stel hebben weggejaagd. Voor
al de Kleine Willy", zooals ik hem
noemde, is zijn gezelschap in champag
ne waard.
En zoo ongezocht, als je met de
grootheid in aanraking komt op
zoo'n badplaats. Ik was met juffrouw
Molly dat was de dochter van de
dame, die me zeven gulden per dag
afzette aan het wandelen langs
het strand toen wij twee heeren in
het zand zagen, liggen met hun kousen
en schoenen uit. Molly zei iets zoo in
de lucht, dat voor de twee bestemd
was en dat ze allebei hoorden en met
een was de langste en de magerste
van de twee op de been en voor ik het
goed wist, zaten we naast ze in het
zand en u hadt eens moeten hooren,
wat een conversatie, Ze hadden er
niets' dan aardigheden en galanteriën
over de mooie bèenen van Molly
en haar kleine voetjes. En die Eitel
Fritz Was ook een schat, want hij
vroeg of ik Molly's zuster was en hij
vond dat mijn figuur, van achteren
gezien en uit de verte, sprekend leek
op dat van zijn tan{« uit Bonn,
mevrouw Zbepkof, en het eind was
dat Willy -?zoo moesten we hém
maar noemen Molly in zijn auto
meenam en Eitel Frits een ezeltje
voor me huurde. Dacht u dat een
van die republikeinen die in
Duitschland nu de lakens uitdeelen, zoo iets
zouden gedaan hebben? En wat een
gevoelige jongen is die Willy ! En zoo
iemand zou hu Verdun een half
millioen menschen hebhen laten slach
ten? Wat een laster! Hij kan geen
vlieg pijn doen en zoo zacht van
hand als hij is....
* *
Ach, Aal, zei hij 's avonds in
Riche" tegen me, waar hij Molly en
mij geinviteerd had, ach, Aal, neem
nog een plombière. Ik heb niets tegen
een republiek maar er moest een
Keizer aan het hoofd staan. Dan wa
ren de republikeinen tevreden en
ook onze aanhangers en als u mij
\Taagt, zie ik dat den een of anderen
dag nog wel eens bij ons gebeuren.
Maar Pipa in Doorn moet er zich niet
mee bemoeien, want die bederft de
? boel altijd.
Ala ik u daarvan zou vertellen....
Neemt u nog een plombière, en jij ook
Molly. Ach, Molly !.... Wat zijn de
menschen hier toch aardig voor me
en dan de kranten. en zoo onder
danig, net of ik zoo op den troon zal
gaan zitten. Dat begon al toen ik
net mijn neus over de grens had ge
stoken en eiken dag wordt het nog
liever. Als de stugge en stijve Hol
landers zoo zijn, hoeft u niet te vragen
hoe het bij ons thuis is. De menschen
willen nu eenmaal geregeerd worden
door mannen" en niet door lede
poppen en ben ik een ledepop, Molly?
Ach, Molly ! Ach, Aal!....
Hij werd waarachtig sentimenteel,
maar 'dat kwam misschien ook wel
doordat de maan scheen en de cham
pagne erg lekker was, al zeg ik het
zelf en al ga ik me niet te buiten aan
sterken drank, behalve dan een enkel
glas rum als het 's winters erg koud is.
Maar ik zeg u dat het toch een gezicht
was mij zoo maar met een Kroonprins
te zien zitten in een cafévol met bad
gasten en het is niet om er trotsch op
te zijn, want een mensch is maar een
mensch, ook al wordt hij op een troon
geboren, maar ik had toch wat moois
gegeven als meneer Stanislafski me
zoo had kunnen zien zitten. Niet om
het een of ander, maar ik kan nu
best de kamers vijf gulden per maand
opslaan.
* ' * ?
En zoo attent als hij is ! Toen we
naar huis gingen, was hij als maar
bezorgd dat ik door de zeelucht
rheumatiek zou krijgen en hij vond het
heelemaal niet goed, dat ik met hem
en Molly nog een duintje om zou
gaan. Gaat u nu naar bed, Aal, zei
hij, anders heeft u morgen scheuten
in uw bovenbeen," zoo bezorgd was hij
voor mijn gezondheid. Hij is alleen
met Molly het duintje omgegaan,
zoo'n lieve jongen is het. Wat die
geschiedschrijvers een mensch toch
verkeerd beoordeelen en dat wordt op
school de kinderen toch maar geleerd.
Ach. Aal i... ik hoor het hem
nog zeggen. Het is om er tranen in je
oogen Van te krijgen....
Milaan
Parkeeren
Amsterdam
TELEFOON
door Cel 2
Een tikje zuur?
Met de directie van
Scheveningen-Bad?
Oh, ben jij daar, Nelis? Jou
moest ik juist hebben.
Ja, jongen. Wie kent nu beter
de menschen dan de badman?
Natuurlijk. Nelis. Jij ziet de
menschen zooals ze zijn, zooals onze
. Lieve Heer ze op de wereld gebracht
heeft, zonder verf, en zonder schmink ,
en zonder hun glimlachjes.
. *? Of ik daar gelijk aan heb,
Nelis ! En nu kom ik jou eens inter
viewen.
Nee. dat doet geen pijn. Nelis.
Maar een praatje met je maken.
Iedereen in den Haag is nu
freinterviewd alleen jij nog niet en dat
acht ik een onvergeeflijke journali
stieke fout* want. zooals ik daar net zei
jij weet bett-r dan iemand anders
hoe Herr Stresemann er uitziet en
hoe monsieur Briand en hoe mister
Hendersoii en hoe al die andere heeren.
Zoo, dus je hebt -ze all-maal al
onder handen gehad ?
Vallen ze je niet mee? Hoe
zoo;
Zoo. zoo? Kijkt die net of hij
zijn gebit heeft ingeslikt ?
En duikt die altijd net op naast
een aardig vrouwspersoon ?
Ja, Nelis, zoo zijn nu eenmaal
die Franschen.
En nog eens iets, Nelis. Is er
veel vreemd vrouwvolk iu zee?
Ah. de typistjes?
Aardig goedje, wat?
? Dus die vallen wel mee, Neus?
Allemaal jong geweest, Nelis?
Ja. maar je weet niet wat er
van af hangt. Met een knap typistje
om je heen. vlotten de moeilijkste
onderhandelingen veel beter dan als
je het uitzicht hebt op een leelijkert.
Een diplomaat is ook maar een man.
Nelis!
En behalve de typist jes, Nelis
ook nog andere klantjes, die er op af
zijn gekomen?
Is de zee er van geverfd?
Ja. Nelis, zonder liefde geen
diplomatie en geen liefde zonder
diplomatie., Zoo is het nu eenmaal in
de wereld. En je eind-iiidruk van de
conferentie, Nelis, is dus....
Niet al te dik in hun spieren?
Hm. En nog al wat .overtollig
vet- ook? Vooral de heeren uit Berlijn:1
Dat de fooien best bennen?
Ja, dat zie je altijd van lui die dik
onder de schulden zitten. Hoe meer
in débeer hoe royaler!
En op de verkeerde plaatsen?
Maar Nelis, als je ze in zee
hebt, kijken ze dan ook zoo vriendelijk
en lachen ze zoo lief net als tegen ons
als wij ze aanspreken?
Ga je gang. Nelis en'houd hem
niet te lang onder. Zijn hoofd kon
eens vol loopen. Morgen, Nelis, en
de groeten aan dat kleine zwarte
typistje van monsieur Briand !....
Kunstzaal van Lier
Rokin 126 -~ Amsterdam»
Oostersche & Europeetche antiquiteiten
Oude en Moderne schilderijen en plastieken
Negerfcunet & Ethnographlce
toUl-Pension 'T VELT-HUYS"
HATTEM.
Eigen dennenbosch van 5 H.A. Ten
nisbaan. Garage. ' Kamers met
stroomend water. Centrale verwar
ming. Prosp. op aanvrage. Tel. 17.
Paviljoen Vondelpark"
Tel. 24190-27595
Groote en kleine Zalen voor Déjeuners,
Diner», Souper», B$ds en Recepties
Huize ZOMERDIJK BÜSSINK*
\\
l
i'