Historisch Archief 1877-1940
X
'? -l
:1
? l
f!
l?
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 AUGUSTUS 1929
No. 2723
Tikblaadj es
door Dr. R. Feenstra
Hier is de Kachel Hl
een vulkachel,
De tramvonducteur
EGENWOORDIQ kan niet
1. iemand vijftig, zestig of zeven
tig jaar worden of het spektrum
Europas, om met Keyserling te
spreken zet een kleurentrans
om hem heen, waaruit hij zien kan,
hoe eerlang de bloemcntoren rondom
zyn graf zal worden opgebouwd.
Het ligt aan de pers; de legers,
die haar dienen de concurrentie.
Wanneer een Pan-Europeaan van
eenige beteekenis een ronden jaardag
telt, gaan duizend pennehouders en
vijfduizend schrijfmachines in bewe
ging. De grooten modelleeren, kneden;
de kleinen kalken na.
En zoo is het geen wonder dat wij
op den zeventigsten verjaardag van
Knut Hamsun overvoerd worden
met beschouwingen over des dichters
leven, zyn werk; en heelewaschlystjes
krijgen van zijn oeuvre. De dichter
zelf heeft hem op dezen drukken
verjaardag stilletjes gesmeerd. De
dichter zelf heeft voor de larmoyante
huldiging door deNoorsche letterwereld
gepast zooals een man mét een
normaal geestelijk verteringstract past
voor eiken lepel zoetgemaakten mos
terd na den maaltijd.
Maar van Hermaan Bahr tot
Hermann Hesse, van Edmond Se e
tot Benoit, van Shaw tot Querido
misschien, waren ze in de afgeloopen
week aan het Hamsunnen"
zoodat iemand, die vijftig wereldbladen
leest er compleet gek van kan worden.
Wij hooren dan van alle kanten,
dat Hamsun een groot
.menschenbegrijper ? is, die aesculteert tot op
den. laatsten druppel hartebloed
dat hij sober is als de Noovsche
grond en het Noorsche landschap;
dat hij in zijn stijl slechts tipt en
ieder naar zijn eigen psychische golf
lengte laat interpreteeren; dat hij
niettemin vol poëtische klaarheid is
als een Noordernacht; en een
kunstenaar met een plastisch ver
mogen als weinigen. Dat 'hij de natuur
begrijpt, liefheeft en toch haar
harde strengheid niet alleen als grond
wet, maar ook als strafwet boven al
het menschelijk dwalen gesteld ziet; hij
de grootste conservatief" van Europa;
het minst los van de oerkrachten,
direct verankerd aan ons plasma.
* *
* .
Allright. Is die knappe oude heer
al zeventig? Passie houdt jong;
binnengloed staalt; zag men het niet
aan de Bouwmeesters?
En dan: na zoo'n leven; want
dat is ten slotte het eenige nuttig
rendement van tonnen papier en vaten
inkt men, krijgt een silhouetfilm
uit zyn moeilijk leven".
Daarin zijn hoogten en laagten.
Hét leven is een roetsjbaan zegt
Frank Wedekind, die het ook kon
weten. Er z|jn hoogten en laagten in
van productiviteit, van strijd om
den boteram, van erkenning en "ver
guizing. De zoon van den /kleermaker
Peder '? Pedersen Skultbakken had
misschien beter kleermaker kunnen
blijven, als hij alleen het stille
wrochten en het groote Uefdevoelen
had willen kennen, dat hij zoo gewel
dig hl de pen en dusfin het hart
? ^MMf
LWT LEYEDT
WDON-INDKHTINGCN
FB&NCO HUIS NfDERUNC
heeft. Maar hij was nieuwsgierig;
dat zijn de menschen in zyn boeken
minder en trok er tusschen uit.
Herdersjongen met veertien;
marskrainert je met zestien; winkelbediende
schoenmaker en dan reeds: dichter,
Björger" van Knut Pederson Ham
sun" verschijnt in 1878; dus als hij
negentien is 124 bladzijden dik.
Eigen uitgave.
Hoewel goed : genegeerd. Op
zijn 21ste wegwerker promoveert
tot opzichter.
Dan komt Amerika; de moeder
van den wegenbouw-ingenieur helpt
hem aan de vier honderd kronen, die
hij noodig heeft om over te steken.
Farmknecht; winkelbediende; in den
houthandel dan een jaar lang bij
Christoffer Janson, den predikant van
. een vrij-religieuze gemeenschap, als
secretaris; veel lectuur; longaandoe
ning; huis toe.
Struggle for life als zgn. vrijen" au
teur, broodschrijver; het armzaligste
beroep dat er is. Daarnaast helpt hij
in het postkoetsbedrijf in het
Valdresdal.Nutsvoorlezingen. In zyn schit
terende schets: Op tournee" vertelt
hij hoe hij zijn vuur uitgeeft voor elf
en een halven toehoorder.
Dan: als 26-jarige wér naar Ameri
ka bootsman op een vischkotter;
en in '80 staat hij met glimmende
knoopen op de Chicagoër tram .
. En' dit is nu achteraf iets wat
ons moet pakken. De geerde groote
Europeesche litterator die: Hoe
het groeide" haast al in de pen had
die thans op zijn buitenplaats
Nörholm niet thuis kan geven aan
dozijnen journalisten, die hem daar
komen interviewen die al allerlei
kranten en uitgeversrelaties destijds
bezat en uit wiens woord de vonk
reeds zichtbaar" was opgezwerveld
moest voor zijn boterham: kaartjes
afscheuren, en Yes en No sir zeggen,
en oude dames een zetje geven. Hij
moest zijn hand ophouden voor den
fooi van n dollarcent of de sigaar,
die mister Unknown uit de 234ste
straat hem met een beschermers air
gaf -?en had iederen avond koper b ij
koper, nikkel by nikkel, de duiten in
zakjes te sorteeren, en af te dragen.
Maakt U plaats asjeblieft -?uit
stappen 278ste straat. Hier me-,
vrouw. Riengg erger schommelen
dan op den Newfoundlandschen visch-'
kotter; dat was het leven" van een
onzer geestelijk grootsten.
.'?*'*'
. ' ' .? *-. ' ? ' '
Zit daarom in iederen jongen tram
conducteur de mogelijkheid een groot
litterator te worden? Het is voor
de redacties te hopen, dat een der
gelijke meening geen ingang zal vinden.
Maar wel is ieder,jong leven als een
fotofilm; en het hangt van de
knipen kans-momenten af; en
vandeontwikkelings-en fixeerbaden.waardoorjzij
gaan?wat daaruit.zal reéulteereu.
'"Uit vele gevoelige papieren wordt
niets; uit vele bloesems wordt niets.
Uit de meeste gevoelige papieren
wordt niets. Zij krijgen knippen op
de^verkeerde momenten. Zij komen
In '4 het verkeerde ontwikkelbad. De
meeste tramconducteurs blijven op de
tram, tot zy hun pensioen krijgen.
Knut Hamsun werd er voor zijn
tijd uitgeknikkerd; en dat was zijn
geluk; want daarna ontstond Honger
(Hoe het groeide) waaruit wij allen,
( van tramconducteur tot directeur nog
zoo heel veel kunnen leeren; meevoe
len, navoelen; waaraan wij ons kunnen
oprichten tot het groote panacee:
arbeid.
U kent toch het nieuwe systeem
CENTRALE VERWARMING,
Zoo niet, vraagt nog heden onze brochure:
IN DEN WINTER.... DE ZOMER IN UW HUIS
HERINGA & WUTHRICH, HAARLEM. Tel. 11966
Voor den Haag: C. OLDEhjBURO Jr., Rl.|«wijk. Tel. Den Haag 18970
Voor Amsterdam J. BROODMAN, Tel. 23DD2.
«CV OPSTAAN OCM BufUMIlANO
HERSTELT DE/PLATVOET U
O.A.MA86ING. -V
O.Z.VOQR1BÜR6WAL 334. A
tt MtTBlNfl IN6ASTMU IS l
Spoor's
Mosterd
W. A. Spoor )t.t Culemborcf.
GEOPEND:
Maandag v. 12?23 u.
Donderd,v.l3?22.30u,
Ij Vrijdag v. 7 ^22.30 u,
15 Cts.
p. B AD
Dinsdag v. 12?20 u.
ensd. v. 13-22,30 u,
Zaterdag v. - 22.30 u,
25 Cts.
p. B AD
Dinsdags, Woensdags en Zaterdags
INÖANülVONDELSTPMT 8. s"cM' ?*?'*?
-. VRAAGT PROSPECTUS.
GRAND HOTEL", ZandvoortJel. M
Pension p. d. p. p. van af f 8.50.
Speciale gelegenheid voor congressen, zalen voor 200 p.
N.V. Meubelmagazijn Eden"
MOLSTEEG - AMSTERDAM
BOEKENKASTEN
No. 2723
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 AUGUSTUS
In de Rotterdamsche Diergaarde
door Dr. J. Kuiper
XI.
HET wil nog wel eens voorkomen
dat menschen die in Hamburg
waren en bij die gelegenheid
Hagenbeck's Dierenpark te Stellingen be
zochten, je naderhand verzekeren dat
dit hun zoo is tegengevallen. Die zoo
geprezen natuurlijke omgeving der
dieren maakte op hen den indruk van
tooneelcoulissen en het park als
zoodanig werkte er slechts toe mee de
illusie van een natuurnabootsing te
versterken. Heelemaal ongelijk hebben
zulke critische bezoekers niet. Wan
neer men, na kennis genomen te
hebben van wat er alzoo over Carl
Hagcnbeck's schepping geschreven
wordt, voor de werkelijkheid staat,
wordt men hier en daar wel wat
ontnuchterd. Een andere kwestie is
het echter of men zijn verwachtingen
niet wat onredelijk hoog gespannen
had. Nooit toch kan des ontwerpers
bedoeling geweest zijn in 't klem
bestek van zijn terrein een soort
compendium der landschapsbeelden
van onze aarde te geven, liefst nog
geleidelijk van het eene in het andere
overvloeiend. Wel degelijk moet men
de verschillende diergroepen in hun
omgeving afzonderlijk beschouwen als
een soort tableaus vivants; dat de
entre-acte muziek, tusschen deze le
vende beelden de parkaanleg
niet sterk imponeert is grootendeels
een gevolg van de jeugd van dit
plantsoen, waardoor boemen van
respectabele afmetingen ontbreken.
Het beste van die tafereelen is
voor mij altijd weer het zooge
naamde Zuidpoolpanorama en m het
bijzonder wend ik dan gaarne mijn
schreden naar het sprookjesachtige
hoekje: de pinguinvijver. Dank zij de
onvermoeide pogingen van hun mede
werkers zooals Johannes Pallenberg
en Essler, kan Hagenbeck ,daar in de
laatste jaren steeds een groot aantal
van deze allermerkwaardigste vogels
Vertoonen, die er zich ten deele al heel
gauw zoo thuis voelen, dat ze zich.
voortplanten en hun kroost groot
brengen ook. Dit mag men gerust als
een groot succes beschouwen, want
op een enkele soort na, zijn pinguïns
niet heel makkelijk to acclimatiseeren
en verreweg de moeste dierentuinen
tenminste op onze breedte en
?/.uideüjker gelegen -r- hebbon bij
aankoop van deze dieren uit de voor
raden van het StelUuger dierenpark,
bittere ontgoochelingen gehad.
>atuudijk weet men nooit met zekerheid
ten koste van hoeveel verliezen
Ilagenbeck tenslotte zijn stock" op peil
houdt, maar ik meen toch te mogen
aannemen dat die verliezen, zooals in
de meeste gevallen, voornamelijk in
den eersten tijd geleden worden.
Het is verbazend jammer dat deze
vogels niet beter aarden in dit klimaat,
want er zijn er maar weinig die voor
het leven in gevangenschap geschikter
lijken. Ten eerste behoeft men ze het
wegvliegen niet te beletten door het
inkorten van een der vleugels om
de eenvoudige reden dat de Natuur
dit al voor goed en aan beide zijden
gedaan heeft. Iri de tweede plaats
kan men ze in een flink bassin met
een stevigen liefst rotsigen oever een
verblijf geven, dat aan hun behoeften
voldoet. Tenslotte zijn ze wat hun
voedseleischen betreft zoo gemakkelijk.
ik *
*
Ze vragen geen kunstig samengesteld
mengsel van allerlei plantaardige en
dierlijke producten, zooals de insecten
vogels hun universeel" voer eischen,
en de diverse zaadetende zangvogels
hun eigenaardige smaken hebben, die
je moet kennen of ontdekken op
straffe des doods van de vogels.
Neen ze nemen genoegen met goede
versche visch maar eten die dan
ook in onbescheiden hoeveelheden.
Er is maar een factor in ons klimaat
naar het schijnt, die den pinguïns niet
goed aanstaat, dat is de warmte. Be
woners als ze zijn van het
Zuidpoolgebied, waar ze den winter door
brengen aan den rand van het pakijs,
om in den zomer in het hooge"
Zuiden op de kusten van het poolland
te broeden, zijn ze niet vaak in de
gelegenheid kennis te maken met echte
zomersche, laat staan tropische tem
peraturen, en het blijkt wel dat ze
daar net zoo min tegen bestand zijn
als sommige tropendieren tegen
winterkoude. Daarom is ^bij het over
brengen van pinguïns uit de Antarctis
naar hier het passeeren van de
keerkringzeeën steeds de hachelijkste tijd.
Toen Essler hier voor enkele jaren
met een groot aantal Koningspinguins
en Goudkuifpinguïns mitsgaders
twee zeeolifanten aan boord van
een traanboot, die een lading
walvischtraan uit de buurt van
ZuidGeorgiënaar Vlaardingen bracht, voor
den wal lag, heeft hij mij op eenvou
dige, onopgesmukte manier de moei
lijkheden aan zoo'n transport ver
bonden verhaald. De vangst is niet
meer zoo eenvoudig als ze door de
eerste Zuidpoolvaarders werd voor
gesteld. Blijkbaar is de mensch, vooral
in de mm-gunstige gedaante van thans de Koningspinguins en
Ezelsrobben jagers er schuld aan dat de pinguïns niet meer in leven. Vooral de
pinguïns op sommige plaatsen waar koningspinguins zijn interessante
dieze voor weinige jaren nog bij dui- ren. Met hun lange levendig gekleurde
zenden te vinden waren, thans ver- snavel, zwarte kop met oranje vlek
achdwenen zijn, terwijl ze verderop waar ter het oor.donkergrijze rug en
smetteze nog wel voorkomen een schuwheid loos witte borst en buik, staan ze op hun
tegenover den mensch aan den dag korte stevige pooten als soldaten in
leggen die duidelijk hun slechte het gelid, de vinvormige vleugels slap
ervaring bewijst. Met het vangen zijn neerhangend langs de zijden. Heele
de moeilijkheden echter nog pas tijden kunnen ze zoo staan, om dan
begonnen want een pinguïn is een omzichtig stappend over den
ongegeduchte waterroofvogel, die met lijken rotsbodem zich te water te
bliksemsnelle bewegingen onder water begeven. Opeens is het of ze een heele
zwemmend en wendend een groot metamorphose hebben doorgemaakt.
aantal visschen verschalkt, maar als Hun deftige gezapigheid hebben ze
hij deze visschen dood voor zich op afgelegd, ze zwemmen en duiken dat
den grond ziet liggen, dan neemt hij er het een aard heeft, zonder zich in het
weinig of geen notitie van, hij herkent minst te storen aan hun groote
medeze niet als prooi en zou dus den honger- bewoners, de zeeleeuwen. Af en toe
dood sterven als zijn verzorger hem geven ze staande op den oever uiting
niet tweemaal per dag er 'mee vol- aan hun overkropt gemoed door een
stopte. Gelukkig is de bouw van snavel schetterend gezang. Een sterk
tremoen keel dezer dieren voor zoo'n kunst- leerend, nasaal geluid, een meermalen
matige voeding geschikt en is het dus op verschillende toonhoogten herhaald
voornamelijk een kwestie van tijd en Moerrrr" laten zij hooren, steeds den
materiaal. Ook in de Diergaarde snavel wijd geopend schuin omhoog
hebben wij langen tijd onze pinguins houdend. Is het liedje uit dan zinkt
moeten stoppen, zoowel de kleine de snavel, als een knipmes dat dicht
Zuid-Afrikaansche Zwartvoetpinguins gedaan wordt plotseling op de borst.
(Spheniscus demersus) die met de Eenigszins anders klinkt weer het
Zuid-Amerikaansche vertegenwoor- gezang van de Goudkuif- en
Zwartdigers van dit geslacht de meest naar voetpinguins, die nu al jaren vaste
de warmte vooruitgeschoven voor- bewoners zijn van ons
zeeleeuwenposten van de pinguinfamilie vormen, bassin. Ik ben helaas geen musicus en
als de echte antactische Konings- heb dus geen kans gezien hun strophen
pinguins (Aptenodytes patachpnica) in notenschrift vast te leggen, wat
en Goudkuifpinguins (Catarrhactes niet belet dat een artikeltje van dr.
chrypolophus). Terwijl wij onze visch Hans Stadier in het tijdschrift der
bijna dagelijks kunnen aanvoeren, firma Carl Hagenbeck waarin dit wel
moesten mannen als Essler en Pallen- gedaan is me zeer veel belang
inberg voor de heele reis voorraad voor- boezemde. Speciaal aan de
Goudkuifuit visschen. Wat dat beteekent voor- pinguins naar wiens musicale uitingen
een tachtig van deze vogels zal ieder " .*-«««
begrijpen die het voeden wel eens
heeft. gadegeslagen. Op het dek van
de traanboot was nog een sport bassin
voor de vogels ingericht, waardoor ze
tenminste konden ploeteren en plassen
terwijl dit tijdens de vaart onder de
helsche tropenzon met tentdoek was
overdekt. ' ? ,
Met zoo'n groote dosis ervaring
en dierenliefde gewapend, kan iemand
er in slagen deze interessante
vogels naar Europa ? over te
brengen. Dan komt echter het accli- balletjes het levensiicnt en ou^ uy
matiseeren nog en daarbij kunnen de Hagenbeck zijn sedert kort zooWel de
zomermaanden nog^ernstige^ teleur- Zwartvoet. als de Magelhaen-pinguins
stelling geven. Ik heb er dan ook ^ SMOrps cebroed> In Edinburgh is
nooit toe kunnen besluiten deze
dieren voor duur geld uit Stellingen
te betrekken, wat begrijpelijk is
vooral als men weet dat dan geadvi
seerd wordt de pinguins 's zomers
gedurende de warmste uren, van 10
tot 4 (dus juist tijdens druk bezoek)
in een koele ruimte te houden. Dat
neemt niet weg dat de
RotterdamscheDiergaarde, wanneer zich een bijzon
dere gelegenheid voordeed
om pinguins te krijgen,
die natuurlijk benut heeft,
en zoodoende een tijd
lang drie of vier soorten
in haar zeeleeuwenbassin
herbergde. Daarvan' zijn
ptuguuia UCKLJ. >. *^UA> _
ik dezer dagen weer eens geruimen
tijd had staan luisteren, wijdt hij veel
aandacht. Stadler's aardige studie zij
uan de ornithologen ter lezing aan
bevolen.
De Zuid-Afrikaansche .Zwartvoet
pinguïns, veel kleinere maar even
dominéachtig-deftige potentaatjes als
de Koningspinguins hebben op ver
schillende plaatsen in gevangenschap
al gebroed. Zoo zien al sedert jaren in
Londen telkens van die leuke dons
balletjes het levenslicht en ook bij
Hagenbeck zijn sedert kort zooWel de
Zwartvoet- als de Magelhaen-pinguins
met succes gebroed. In Edinburgh is
het klimaat of de omgeving (of beide)
den Koningspinguins gunstig zoodat
daar meermalen de donsjongen dezer
vogels een aantrekkelijkheid van den
dierentuin vormden., Onze pinguïns
hebben het nog niet verder gebracht
dan tot nestelen, leggen en broeden.
Tastbaar resultaat gaf dit schoone
pogen tot dusverre, nog niet.
!t