De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 17 augustus pagina 5

17 augustus 1929 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

f DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 17 AUGUSTUS 1929 No. 2724 Fransche boeken door Johannes Tielrooy Bla'ise Cendrars. £'or, 7 fr. 50. Idem, Moravagine* roman 12 f r. Heide bij (irasset, Pnrijs. (leen zichtbaar lyrisme: niets dan de harde wil om de heele wereld te leeren kennen. Geen opsomming ech ter van noties: een keus. die doet zien en doet gevoelen. Cendrars begreep, toen hij L'or schreef, Duitsch Zwit serland even goed als ('alifornië, en beide in de diepte. Hij begrijpt vele landen op de wereld, zooals ze nu zyn en zooals ze vroeger waren; die hy nog niet kent, zal hij leeren kennen. En htf blyft er altijd zichzelf by: een snelle, sterke geest, een vroolijk. moedig, ernstig man; n die meer aan de objecten denkt dan aan zichzelf. uit bescheidenheid zeer zeker, inaar ook omdat zijn innerlyk leven wer kelijk zóó bijzonder niet is (althans het blijkt niet). Een en al aandacht sinds jaren voor het ongekend ..doorelkander'' van de tegenwoordige we reld, heeft 'hij het teruggegeven in zijn verzen, die dan ook wel ..kubis tisch'' geheeten zijn en later in zijn verhalen. L'or is hier n van. Men' vindt er een groot karakter in beschreven, dat van den pionier Suter: een heerlijk land, Californië; een belangwekkenden tijd, de eerste helft van de 19e eeuw; en het is of men een zeer gevarieerde film ziet. Cendrars is dicht, zeer dicht bij het leven; hij is or vermengd mee: en toch bevindt hij zich er juist nog even boven, of nog even erbuiten. Geheel in het leven geplaatst, zou Cendrars een gewoon journalist zijn; ver van het leven verwijderd, ware deze flinke, maar niet zeer ongewone mensen ook een flink, maar vrij gewoon artiest, Zeldzaam dicht bij het leven te blijven en er zich toch. door instinctmatige keus van kenschetsende, soms ook roerende gegevens, juist even boven te verheffen: daarin ligt. naar het mij toeschijnt, het betrekkelijk-uitzonderlijke van Cendrars-als schrijver. Eenzelfden indruk, in hoofdzaak. laat het boek Moravnyine na, zijn laatste. Ook hier een diepgaande kennis van de hedendaagsche wereld: eind 19e en begin 20e eeuw. De hoofd persoon nl., is het slachtoffer van Oostenrij ksche hof intriges (ge kent die, veertig- en vijftigjarig courantenlezer) en van een modern" medicuscharlatan; hij leeft in het Di tschland van .Wilhelm, in het revolutionaire Rusland van 1907, in Noord-Amerika, in Frankrijk; hij maakt den oorlog mee en den byna even afschuwelijken na-oorlogstijd. Een rijke verzameling notities, dit boek. Heel onze wereld staat erin, ZA! ei1 wellicht door latere geschiedschrijvers in teruggevonden worden. Slechts zal het hen treffen dat Cendrars onze litteratuur .en ons denken zoo onvol1 komen kent, en er ook niet in gelooft (bldz. 318?9). Maar verwonderen zal dat hen nietr Want uit alles blijkt dat Cendrars een vrijwel eenzijdig georiënteerde geest is, een man, die bijna alleen op het Leven", het Leven met een hoofdletter, het stoffelijke, het gevoels-, het politieke leven let en déstillere wereld der denkers en schrij vers, misschien ietwat veronacht zaamt. Ook uit zijn taai bijv. blijkt dat. Ze is rijk, overrijk, er zit vaart in; maar ze is onzuiver. Drukfouten, de tallooze ongewoon-gespelde woorden? ' Mogelijk, maar toch vermoedelijk. niet altijd. Vitterij, betweterij als ik op grammaticale zonden, op het verkeerd gebruik van Latijnsche woor den wijs («on libido, Ie plus optime)? Neen. Dat zijn symptomen. Er is iets van den gezonden barbaar in dezen schrijver. Het slechtste en het beste mengt hij'achteloos dooreen: in dit opzicht is Moravayine wel veel minder dan Z'Or. Onzinnig melodramatische toöneelen (het lijk van Mascha in den trein) staan in n boek tezamen met veelzeggende, diepgaande passage» (de aan R'mbaud herinnerende jeugdpsyche van Moravagine; zijn verblijf in de gevangenis, dat aan het leven zelf, aan ons verblijf op aarde doet denken; de tropennatuur in Venezuela; de ..Amerikaansche" schoonheid, iden tiek aan algeheele doeltreffendheid; de krankzinnige soldaten van den grooten oorlog). Jongensachtige uit weidingen over ..de" vrouw, blijk baar met instemming van den schrij ver aan den gefingeerden verteller in de pen gegeven, wisselen af met prachtige evocaties van landen en tijden. De liefde zou altijd ..masochis tisch" zijn, en ..de" vrouw altijd werk tuig ter vernietiging van den man. Zoo iets heeft zelfs de verdienste van het nieuwe niet meer. Maar de beschrij ving van Rusland in het begin van onze eeuw is dan weer uitstekend. Een karakter, deze Cendrars. een observator, een kenner. Een epicus? Neen, toch niet altijd. L'Or kon mij dat doen denken: Moravayhte valt, als episch werk, wel erg tegen. Er is toch te weinig orde in dezen geest. HJN GOEDONPWttNENAf &TEUN20UH ?irr HERSTELT O O. A. O.Z.VO OVERHEMDEN NAAR MAAT FR. SINEMUS R* 20 Leid lat 22 ' OEGROENB AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 2.70 per kwartaal of 10.?per |aar bi) vooruitbetaling N. V. Meubelmagazijn Eden" MOLSTEEG - AMSTERDAM BOEKENKASTEN \VORDT I TIJD dat je iel» doel te$on dozen toetttnnti van overspanning. Je m n a Is l je net leven zelf veel moeilijljer dan net i*.. Zenuwen zijn nu eenmaal $ecn kabeltouwen en wanneer je na ROnie en tnce «leed» zooveel '-laat nel)t van nervositeit en »la|">eloosncid. drink dan maar Koffie I la£. Bezwaren le^cn r la$ lumnen niet nefttaan.' Het ia de hccrliJKste (ilantaóeIjoflie, die ili ooit geproefd nel). Daaroij coneincvrij. dua volkomen'' omcnadeliJR. De coneme necft mei smaal? of aroma vim de Icoflie niet» uit te «taan. Je mi*t dus-niets, maar nent «leem* voordeden. ..Meer £enot en netere oesondneid door Koflie l la£ , dat zal ooi? voor om vanaf lieden de leuze VICTORIA-WATER Uitstekend te vermengen OBCRLAHNSTEiM met wjjn of vruchtensappen VERZOEKE 'ALLE STUKKEN VOOR DE REDACTIE IK TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE GROENE AMSTERDAMMER", KEIZERS GRACHT 333, AMSTERDAM. No. 2724 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 17 AUGUSTUS 1929 Foto J. J. Hof Korenbloemen door Dr. Jac. P. Thijsse IK herinner mij nog heel goed, dat een halve eeuw geleden menig graanveld meer rood en blauw vertoonde van klaprozen en korenbloemen, dan geel van graan. Tegenwoordig kun je mijlen door de akkers gaan zonder een enkele korenbloem te zien en de mooie bolderik is nog zeldzamer. Wanneer de methoden om het zaad te zuiveren nog wat meer geperfectionneerd worden, ver dwijnt de korenbloem geheel uit het landschap. (Selukkig vindt zy dan nog een veilig onderkomen in den bloementuin, want hot is een gemakkelijke plant, die overvloedig bloemen blijft geven tut laat in het najaar en onvermoeid weer nieuwe 7/ijtakken maakt, als we de slordig geworden uitKebloeido takken afsnijden. Als het gaat vriezen sterft de plant af; een enkele slaagt er in, om den winter door te komen en maakt het volgend jaar weer nieuwe bloeitwijgen. Intusschèn zijn ook ecu menigte zaden op den grond terecht gekomen. die zijn volkomen winterhard, kunnen in alle maanden van het jaar ontkiemen; het best en het meest in Maart. Evenals de meeste akkeronkruiden is de koren bloem in ons land niet inheemsch. doch afkomstig uit het Oosten, de landen langs het Oostelijk bekken van de Middellandsche Zee. Met het graan mee heeft zij de reis over de heele wereld gemaakt en is overal welkom, mits niet in de akkers. Ieder schoolkind weet tegenwoordig, dat de korenbloem een composiet" is, evenals madelief en paardebloem. Wat n bloem lijkt, zijn er eigen lijk een stuk of veertig en in den regel kunt ge die in drie groepen onderscheiden: de buitenste groote bloemen, die noch stamper, noch meel draden hebben, dan daarbinnen een kring van bloempjes die pas open zijn en daarbinnen weer een aantal donkerblauwe korte, die nog moeten uitgroeien. Daar gaat nog een week mee heen en inmiddels zijn dan de bloempjes, die heden open zijn, weer uitgebloeid en half verdord. Eindelijk is alles uitgebloeid, ook de buitenste lotebloemen" verwelken en het geheel lijkt weer op een knop. Daar binnen rijpen dan de vruchten en als die klaar zijn, duwen ze de omwindselschubben buitenwaarts en rollen er uit of worden weg geblazen. , De wind heeft op deze vruchten echter lang zoo'n vat niet als op die van de paardebloem, want hun vruchtpluis is zeer kort, maar vormt toch een fraai kroontje. Ook heeft het een alleraardigste beteekenis. Leg eens een aantal van die vruchtjes op een rijtje op een niet te glad stuk papier, een krant by voorbeeld, en op een rustige plaats, bin nenshuis, , waar de zon kan komen. Nu willen we hopen, dat we ook een afwisseling krijgen van mooi weer en regen en dan zult ge zien, dat na eenigen tijd die vruchtjes door hun haat-kroontje» een heel eind over het papier zün voortgeduwd. Die haren zijn namelijk hygroskopisch, ze nemen aan n kant gemakkelijk vochtigheid op en geven die weer af, bewegen daardoor uit en in, en doordat ze bezet zijn met topwaarts gerichte stekeltjes schuiven zij over het ruwe papier in een richting voort. Buiten op de velden kuieren dus ook zoo de korenbloemvruchtjes over geschikte plaatsen. Er is nog iets. Aan den voet van het vrucht je. 'ziet ge een plooi met een kriobbeltje. Dit is vettig ; de mieren knabbelen er graag aan en versleepen zoo ook de vruchten. Nog meer is de korenbloem beroemd om zijn prikkelbare meeldraden. Ge ziet op onze zeer verdienstelijke f uto op de voorste bloem heel duidelijk allemaal zwarte streepjes die eindigen in een wit puntje. Elk zoo'n streepje is een kokertje van vijf helmknoppen en het witte puntje is het stuifmeel dat er uit puilt. Toen de bloem pas open ging was er van dat stuifmeel niets te zien, het kokertje was gesloten .»en het stuifmeel zat er binnen in. Maar toen heeft een insect de meel draden aangeraakt, die hebben zich saamgetrokken, het kokertje werd omlaag gehaald en de «t ijl. die onder dat stuifmeel binnenin het kokertje zat heeft de witte prop naar buiten geduwd. Je kunt dat ook te zien krijgen door met een gras sprietje of zoo iets in de bloem te peuteren en het is waarlijk verrassend om te zien hoe dan bovenop het donkerblauwe kokertje ineens die witte plek te voorschijn komt. Er groeit langs onze wegen een verwant van de korenbloem, dat is het Knoopkruid of Wammesknuop, een stugge plant met roodachtig paarse bloemen, die heeft nog gevoe liger meeldraden dan de korenbloem, maar niet zulke aardige vruchtjes. Die hebben in het geheel geen pluisharen en moeten dus alleen door de mieren worden verspreid. Toch groeien langs de wegen meer Wammesknoopen dan Korenbloemen. In dit geval moet de uitheemsche plant ondanks zijn bewonderenswaardige eigenschappen het af leggen tegen den inboorling. BOEKBESPREKING VAN DER HELST SIQAREN GOEDE SIQABBH IH EBH BESCHAAFDE VBHPAKKWQ Dr. I', /f. Jfittcr. De kritische rei*. Urn/isrhf, (ni»terken\nycn run I'. H. Muller. AniHlfrdHm 102.S. L'. M. Jfnllnnd. Het lijkt mij, in het algemeen gesproken, niet wenschelijk, critiek tu leveren op critiek. Men kan op deze manier wel aan den gang blijven. Want het is mijn vaste overtuiging, dat kunstci-itiek. hoc onbevooroordeeld do criticus zich tegenover het kunstwerk mag plaatsen, toch altijd in zekeren zin subjectief blijft, en dat de criticus ftaar nooit aan ontkomt, ook al laat hij zich niet bewust leiden door de ontroering, die het kunstwerk in hem opwekt. Dat subjectieve element laat voor iedereen de gelegenheid open. met den criticus van meening te verschillen," .d. w.z. er zijn eigen subjectief inzicht voor in de plaats te stellen. En zoo kan men inderdaad aan den gang blijven. Is critiek dan, in wezen, waardeloos? In 't geheel niet. Wie die stelling poneert, gaat het feit voorbij, dat menschenzielen zóó niet gelijk, dan toch ver want besnaard zijn. Die verwantschap is de eenige basis voor den criticus, even goed als zij de eenige waarborg is voor den scheppenden kunstenaar om te worden verstaan. Maar er zullen op dit terrein altijd gevallen blijven van meeningsverschil, ook zonder dat men gradueele verscheiden heid van gevoel, van begrip, van vermogen om te waardeeren, hoeft aan te nemen. Nu geeft de schrijver in dit boek al vèrsch.uieiul0 malen critiek op critiek. Hij critiseert de critiek .van Busken Hviet op Bïlderdijk, hij critiseert de critiek van A. M, de Jong op Jan Greshoff. En hoewel hij zich daarbij niet bewust en opzettelijk op een aesthctisch standpunt plaatst, men zal na het bovenstaande toch wel begrijpen, dat ik het leveren van critiek op deze critiek op critiek" een tamelijk steriele bezigheid acht. Ik ga dus de plaatsen voorbij, op welke ik een andere meening ben toegedaan dan de heer Ritter. Het zijn er verscheidene ; speciaal in den verwil derden tuin .van onze jongste letterkunde kan de schrijver meer schoonheid ontdekken dan ik. Dat de heer Ritter een prettig en elegant causeur . is, bewees hij reeds in meer dan n geschrift. Hij is het ook in deze bladzyden.. Maar die keurige vor melijkheid belet hem niet, iemand leelijk de waar heid te zeggen. Hij lijkt hierin op Busken Huet. HERMAN MIDDENDORP CHAKEL ILIGEM^eS 11-17 «AMST6POAM rtiemden naar maat Bi) oos verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN KRONIEK Krant e n bederf , Of hot ligt aan een toenemende oppervlakkig heid van geest, die coüte que coiite sensatie noodig heeft, of aan de hevige concurrentie, die al maar meer moet geven, of blootelijk aan het Amerikaansche voorbeeld, of aan dit alles te zamen, zeker is, dat langzaam aan onze couranten verAmerikaniseeren. De degelijkheid verdwijnt uit de kolommen, de losse, luchte afwisseling neemt haar plaats in, hartelijk verbonden met brutaliteit en indiscretie. Sensatie en nog eens en nog meer sensatie, en niets van langen adem, niets diepzinnigs of zwaar ernstigs, dat volle aandacht en rustig beginnen vereischt. De hoofdjes boven de artikelen, worden, net als in Amerika, eigenlijk belangrijker dan die artikelen zelf, welke laatste dan, als zij wat langer zijn, tenminste met vet gedrukte regels moeten onderbroken worden. En het .is vooral de reportage, die van alle typo grafische hulpmiddelen gebruik maakt om haar toch al op de spits gedreven, hevig opgewerkte schandaal-histories nog meer sensatie-luister bij te zetten. Cursief, regels wit, gedachtestreepjes, spatieeririK, alles moet meehelpen om de luie ver beelding van den onverschilligen lezer te prikkelen en hem een oogenblik te doen gelooven, dat er iets pleizierig-ergs ergens gebeurd is. Een moord uf brand of aardbeving of schipbreuk, al zulke akeligheden en vervaarlijkheden. waarmee men, vooral indien'zij ver af zijn. het eentonige leven kan kruiden. Zoo leeft «Ie buitenlandselu» pers, de Ameriknansche en Kngelsche vooral, on'zoo wordt al meer de inhoud van de eertijds 7.00 gematigde en be scheiden lïollandsche bladen, die er toch blijkbaar geen belang bij hadden anders dan gematigd en bescheiden te zijn. Maar thans is het anders en do plaatjes?«>p zichzelf ook al een bewijs van demo ralisatie hebben den genadestoot aan het fat soen toegebracht. Want er moet ook hier eiken dag iets nieuws en sensationeel» zijn en dat is lastig, omdat op dit terrein de fantaisie niet helpen kan. Dus zoeken .,de nijvere bijen" van de fotoafdeeling waar zij maar de zoete honing van het schokkende, of treffende kunnen puren, en vinden er vaak die alsem-bitter is. Of wat zegt men van ' de in hun droefheid aan het graf gekiekte weduwen en moeders en vaders, wier beeltenis men telkens niet gulzige interesse aanschouwen kan, tusschen het wrak van een verongelukt stoomschip en de nieuwe giraffen in eenigen dierentuin? Het ideaal is natuurlijk bijv. de gelaatsuitdrukking van den zelfmoordenaar vast te leggen op het moment, dat -hij losbrandt, of die der ouders, wanneer hun zoon wegens fraude wordt gearresteerd, of die van de moeder, die haar kind ziet verdrinken.... Ik geloof, dat wij, met levendige hulp van Amerika, bezig zijn in ons openbare leven naar heb barbarcndom terug te koeren, en dat wij, dien staat dan cuphemistisch democratie noemen. . . - . ' ?'.'?. ?:' ? . ". ' ' F. c. Kunstzaal van Lier Rokin 126 Amsterdam» Oostersche & Europeesche antiquiteiten Oude * B Moderne ichilderljen «n plastieken Negerkunst ft Ethnographlca

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl