De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 24 augustus pagina 10

24 augustus 1929 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

16 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 AUGUSTUS 1929 No. 272$ Wetenschappelijke Varia Booten met staarten door Dr. P. van Olst SOMS doet de menschheid een belangrijke ontdekking en merkt achteraf at de natuur haar het nieuwe procédéreeds ettelijke t ienduizende jaren heeft voorgedaan zonder dat de mensih er erg in had. Hoe lang hebben reeds de vlugste visschen . in het water 011 snelste vogels in de lucht het be kende stroomlijnmodel (stomp van voren en naar achteren geleidelijk spits toeloopend), waardoor de weerstand van water en lucht zoo belangrijk verminderen, aan menschenoogen voorgehouden eer de ingenieurs het uitvonden.Hoe lang hebbon meeu wen en ooievaars langdurige zweefvluchten uitgevoerd zon der vleugelslag, eer de nionsch merkte dat men ook wel zonder motor kon vliegen, on hoelang hebben vogels met hun vleugelspits gemanoeuvreerd eer do gebroeders Wright hun bewege lijke vlougoluitoinden maakten ? En nu: hoe lang hebben viss?hen zich .vooi-tbewogon met hun staart vin. die zij links en Fig. l naar achteren naar de schroef toestroomt om op zijn beurt in de snel voortbewogen watemül opgenomen te wordeu kan niet vlug genoeg toestroomen, zoodat aan den toestroomingskant van de schroef een leege ruimte ontstaat, die het nuttig effect van de schroef belangrijk doet.verminderen. Deze schadelijke invloed neemt toe als de schroef sneller draait en de schroef bladen schuiner staan; zij neemt echter af als de schroef middellij n grooter is. Dit bezwaar is bijna niet aanwezig bij de voort beweging door staart-siingeriiigen, Avaarbij betrekkelijk weinig beweging wordt veroorzaakt in het om ringende water, dat voldoende tijd heeft om toe te stroomen over de geringe afstand, waar over de staart zich verplaatst. Dat de slingei-beweging ge rust kan wedijveren niet du schroef beweging blijkt uit het feit dat verschillende visschen (bijv. haaien) de groote zee schepen dagen lang begeleiden, rechts uitsloegen, eer nu een Duitsch ingenieur heeft geprobeerd een boot op dezelfde wijze voort te be wegen in plaats van met een scheepsschroef. Welis waar is er nog geen sprake van een revolutie op scheepsbouwgebiod, zooals een paar jaar geleden toen Flottner's rotor-schepen de antieke- stoombootende schrik om het hart deden slaan, welke schrik inmiddels weer aardig geluwd is. Maar de zaak staat nog in zijn aanvang en misschien groeit er iets bruikbaars uit. ** De manier waarop een schroef een stoomboot vooruit brengt in hot water (of een vliegmachine in de lucht) is volstrekt niet de natuurlijkste wijzo van voortbeweging, want s'chroéfbewegingen bij waterdieren zijn lang zoo veelvuldig niet als voortbeweging door middel van lichaamskronke lingen, waarbij ook wel een gedeelte van het lichaam speciaal voor deze bewegingssoort is inge richt. Een visch kan met het heele lichaam zijdelingsche, kronkels maken, vooral bij snel en krachtig zwemmen, maar ook wel deze zijdeling sche bewegingen beperken tot het staartgedeelte. In fig l is dit verschil aangegeven bij een visch van gewoon model, en bij een paling; de bovenste twee afbeeldingen geven deze dieren weer (van de rugzijde gezien) bij zeer snel zwemmen, de onderste twee echter bij een langzame verplaatsing,. waarbij alleen de staart gebruikt wordt. Als balie kluiver over een brugleuning of als beschaafd Fig. 2 bezoeker van het Aquarium kan men deze bewogegingen verif ioeren. Slechts zelden, en alleen eigenlijk bij waterbewoners die geen echte visschen zijn, zooals walvisscheh e.d. komt men een staartvin?'beweging tegen, die eenige elementen vaneen schroef beweging in zich heeft, maar de grooto meerderheid der waterbewoners maakt niet de, krachtige zijspieren de bekende heen en weer gaan de trilbeweging met lichaam óf staart, inplaats van de roteerende beweging onzer scheepsschroeven. Toch heeft de trilbeweging veel'voor.-.De'snel roteereridèschroef doet een waterzuil ontstaan met flinke snelheid, maar het water dat 'van voren H. RAHR MUZ1EKHANDEL Violen © Snaren Achter St. Pieter 4 Utrecht-'®TeL 443 PIANO'S zonder teekeuen'van vermoeidheid. De bovenvermelde Duitsche ingenieur Huns Sch m »? m heeft proeven genomen met voortbeweging van booten door slingeringen. Fig. 2 geeft daarvan eenig idee. De bovenste afbeelding in deze figuur is een bootje dat machinaal voortbewogen wordt. Aan den achtersteven ziet men (van boven gezien) een soort van staart S, die uit ecu veerkrachtige stalen plaat bestaat, en die er direct onder nog eens geteekend is van terzijde gezien. Deze plaat draagt een dwars uitsteeksel A d%t verbonden is met een roteerende schijf W, die door de machine bewogen wordt, die voor in de boot is aangegeven. Met eenig inzicht in machinebeweging zal men hieruit gemakkelijk afleiden dat het uitsteeksel A voor en achteruit wordt getrokken, waardoor de veer krachtige staavt"-plaat zijdelingsche bewegingen gaat maken, zooals de stippellijn aangeeft, bewegin gen, die overeenkomen met de vischstaartbewegingen uit fig. l, met gruot.en uitslag dichtbij de boot en verminderden uitslag meer naar het vrije uiteinde toe. De boot schiet dan als een visch door het water, rechtuit naar voren, en niet met een neiging tot zijdelingsche afwijking uit dengoéden koers, zooals een scheepsschroef steeds min of meer veroorzaakt, gecombineerd met de voorwaartsche beweging. Op bescheiden schaal kan men hetzelfde ver krijgen zonder machine, met eigen spierkracht. Ook dit staat in fig. 2 aangegeven, maar nu in de onderste helft. Dit is een bootje, waarin een zit plaats is, maar zoo dat men niet als bij roeien naar den achtersteven kijkt, maar juist Vooruit. Vóór deze zitplaats is een houten draaistuk D, waar tegen men de voeten kan zetten. Dit draaistuk is door stevige strengen verbonden met de draaibare dwarse hefboom H aan den achtersteven, welke hefboom onwrikbaar zit aan dezelfde soort veer krachtige stalen Staart als bij het bootje erboven. Door de beenen beurtelings te strekken zal men dus de hefboom II doen draaien over een hoek van negentig graden, waardoor de staart" weer dezelfde vischstaartbewegingen maakt, die eerder beschreven zijn en ook hier nog even zijn aangege ven. Met dit bootje (roeiboot je mag ik niet zeggen, maar laten wij het een slingerstaart-boot je noemen), heeft de uitvinder een snelheid van een twaalftal kilometers per uur bereikt, dus een zeer fatsoenlijke snelheid, die een roeier nog niet spoedig haalt. Misschien maakt een of ander knutselaar, die de Groene leest, in dezen Vacant ietijd nog wel mens een dergelijke. staart aan zijn lichte catio; heel veel materiaal is er niet voor noodig. ?'?? . fig. 1. Zwemmende vissrlien. van boven gezien. De bovenste ticee afbeeldingen geven de beiceging aan bij groote snelheid, de ondernte ticëe bij een matig vaart je. (Sc. Am.) fig 2. Booten met vischstaarten. De bovenste voor machine-beweging, de onderste voor spierbeweging. (S.c. Am.) 'n Straattooneel door Henrik Scholte VereenigüToonecl ; VOOR de huurkost 121 in de New-Yorksthe Pijp, die er uitziet en functioneert als een slagklaar ovchestrion met poppetjes, is het knapjes Hartjesdag geweest. Een man, in een vlaag van waanzin, doodde zijn vrouw, en haar minnaar, en verstak zich in het sousterraiu. Als dan achter de coulissen de revolvers geladen wor den voor de tweede drie-om-een-dubbeltjes rel. komen twee mirses op, twee sjieke, twee tweelingmirses ach wisten de moeders slechts door welk een wijk hun bloedjes gekruid worden! en, n oog op de viei-uurs-editie (waarin reeds een lap cliché), best'aren zij het huis waar het ge beurde". Dat kleine scènetje verraadt geest en bedoeling. Een man, die een brand heeft gezien, kan nu eenmaal tegen den ander zeggen: ,.je hebt wat gemist." Een man, die voor een moord nét te laat kwam. kan zeggen: ik ben er toch bijna bij ge weest." Nu het publiek beu is van tooneel" en om feiten, feiten roept in plaats van om den auteur, nu gewoon zijn" een modewoord is en het kran tenbericht kunst, nu maken de heeren verslag gevers een gulden tijd door. Een greep uit het algemeene. een schot, wat schvijnemls, een beetje van ..zoo is het leven" en dan maar vol gas Werke lijkheid. .. .Was het oude realisme niet zijn sociale tendenz niet nog beter;' Tien pagina's van hoe een man zijn tanden poetst of zijn asperge eet.... daar lachen wij nu om. Maar wij geven grif een dure loge voor zooveel mogelijk ..thrill", bebloede lakens en vrouwengegil, en alle détails, die we net nooit zien, maar in de krant gretig lezen. I k dacht eerst, dat ,.Im Westen Nichts Neues" een goed, nobel boek was en Remarque een waarachtig kunstenaarMaar hij maakte S 100.000, kwam met Laemmleop een plaatje, lachend , en de talkie volgt. Hij verlaagde zijn boek daarmee tot hetzelfde peil, waar'Amerika hem met stukken als dit tege moet komt. Kun je nog rillen, ril dan mee. Maak headlines waar en ga entrees tellen. "Uit de Hemawinkel: Spotgoedkoop en Alles moet weg! Het Vereenigd Tooneel houdt van deze gefoto grafeerde sensatie-stukken, de regie heeft er een kluif aan en het is een dankbare show voor het gezelschap tevens. Als zoodanig is deze Streetscène" dan ook zeker niet de minst geslaagde en van de opvoering heeft Mevrouw Ranucci alle eer. Wel lag het er wat dik op: allereerst de wijze, waarop Huf, laten wei maar zeggen zich uitleefde,'r zoodat men zich verwonderde, dat niet werkelijk elk. schot raak was en de tooneelknechts voor mirakel uit de coulissen vielen. Ook werd er op de= toch reeds overduidelijk geprepareerde effecten. niets bespaard, terwijl anderzijds op het Pleasure Garden"-gebazel hoe poove'r blijkt dit tekstje op het alsdan onnatuurlijk stil geworden tooneel! wol wat besnoeid had kunnen worden. Maar dan waren er toch momenten, groepeeringen, vooral in de eerste, verreweg de beste acte, die het stuk . over hét gevaar van een dilettanten-revue heen hielpen. Het was zeer zeker een opgav*;, met zooveel losse scerietjes, niet zooveel vogels van diverse pluimage een ensemble te scheppen, dat, puur van speloogpunt uit, goede kansen bood en vooral ook figuren van het tweede plan R?e Beyer in een klein, vaal type, Dom de Gruyter vooral in een driedubbele n Wensing in een bijna, pantomime rol het volle recht deed wedervaren. Fiits van Dijk had het niet makkelijk met iets. wat in Amerika blijkbaar een dichter moet voor-, stellen. Kaart jongleerde op een nieuw prachttype, dat jammer genoeg bij alle luidkeelsche narig heid naderhand in geen velden of wegen te bespeuren . was, hoewel dat toch, juist een kolf je naar zijn Italiaansche hand geweest moot. zijn. Vera Bondam trachtte een roos van Jericho te doen ontbloeien aan dezen New-Yorkschen Jordaan en , had zeker geen schuld aan het wat rare i slot. Gusta Chrispyn gaf een mooie, wat zware toon aan haar goedkoope rol. En Paul Huf, die kennelijk van Dalsum gaat vervangen, was dreigend, ex pressief in zijn ik ruik menschenvle sch"houding, met het vergeeflijk teveel van een speler, die te consciëntieus had nagedacht over een rol, die het niet waard was. Bij alle bewondering ver wekte zijn verschijnen consternatie tevens. En zoo deed het stuk. No. 2725 *3ftfft|Mtfc&* ?$*? GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 AUGUSTUS 1929 Amsterdamsche markten door S. KALFF ii Aan de Westermarkt en hare naaste omgeving was de herinnering aan beroemde personen verbonden. In de Westerkerk werd Rembrandt be graven en een gedenkplaat gehecht aan den pilaar bij zijn graf. In een dichtbij gelegen huis werd Bilderdijk geboren; in het huis No. O, op de markt zelve, woonde in 1634 Descartes, blijkens den gedenksteen die in den gevel van het perceel werd aange bracht. En op den hoek van Wester markt en Keizersgracht woonde een maal de bekende kunstliefhebber Lucas van Uffelen, die een prachtig schilderijenkabinet bezat, meest van Italiaansche meesters. In den loop des tij ds handhaafde deze markt het stil en rustig aspect, dat haar van ouds eigen was; een tijdgenoot, die de dagen zijner jeugd herdacht, Jan Musch, schreef er van: De Westermarkt had altijd iets plechtigs en stils, zoo dicht bij 't geroezemoes uit den Jordaan, in de luwte, in de schaduw, in den wat bleeken ernst van die oud-indruk wekkende kerk, waar naast-aan de keien in al maar wijdere kringen om elkaar heen lagen, met n heel groote, platte in 't midden, 't Was er rustig als op het kerkeplein van eenoud provinciestadje en fijn om te tollen, kuiltje te schieten, te punteren en kiepers te spelen, of haasje-over te springen over de paaltjes. Tot daar tegen de lente vast en stellig met dat hard kille weer 't bont en klaterend, 't orgelketsend en poffertjes en wafels en plaatkoeken walmende rosse wonder ontstond van de voorjaarsmarkt." Veel drukker dan op die Wester markt was 'top het Amstelveld, vooral sedert dit wegens gebrek aan ruimte op de Nieuwmarkt van een week- in een dagmarkt was veranderd. Daar bruiste het volksleven in al z'n volheid, somtijds in al z'n dolheid wanneer er Voorjaarsmarkt en Sinterklaasmarkt werd gehouden of de kermis gelegenheid gaf om uit den band te springen. Hier werd de meest verscheiden waar verkocht, van zooileer af tot oude boeken toe, met nog twee specifiek-Amsterdamsche arti kelen t duiven en geintjes. De duiven niet alleen voor de kerk, maar ook voor het omringende kerkhof. Van die vier kwam er slechts n tot stand, doch in den vorm Vftn een groot houten gebouw, dat op 9 Maart 1670 werd ingewijd met een preek van ds. Ruiaeus. De kroniekschrij ver C. v. d. Vijver drukte zijne verwondering uit dat de giften voordeze kerk niet grooter waren vooral uit de Jordaan, waar de duivenmelkerij eene liefhebberij en ook eeue bijver dienste was; de geintjes werden eigenlijk niet verkocht, maar op den koop toe gegeven. Er was een tijd, waarin deze markt met den onder gang bedreigd werd, n.l. toen de stedelijke regeering het plan had opgevat om vier gereformeerde ker ken te bouwen en voor een daarvan het geheele Amstelveld in beslag te nemen. No. l werd herbouwd, omdat» gelijk hij schreef, ,,deze het meest van alle kerken wordt bezocht, en den armen door de collecte ruime aalmoezen oplevert." Het duurde nog tot het jaar 1840 alvorens de kerk geheel, vertimmerd werd, maar het plein er vóór werd niet voor de dooden bestemd, het bleef aan de levenden. Niet alleen voor de nering, maar ook voor het handwerk, want in de 18de eeuw werden hier steenhouwerijen en steenzagerijen gevestigd waarover J. ter Gouw in 1890 schreef: Wij hebben die nog in vollen bloei gekend en er de muziek gehoord van 't schor en slepend gekras der steenzagers, doormengd met het dof en eentonig geklop der steenhouwers; een muziek waar aan vóór omtrent een twintigtal jaren een eind is gemaakt, om ze te vervangen door den nagalm van de oude Botermarktsche maandagspret." Er werdon hier bedrijven uitge oefend, die men niet zoo licht óp andere markten zou aantreffen. Justus van Maurik zag er den artist in 't doorrooken van pijpekoppen, van welke hij eene geheele rij in verschil lende trappen van bewerking vóór zich had uitgestald, en waarbij hij den voorbijganger in zuiver Jordaansch op de voordeelen van zijn procédéop merkzaam maakte. Een andere proeve van dat dialect werd geleverd dooi den jongen, die van een waaiervormig gevouwen stuk papier allerlei voor werpen maakte en ze aankondigde als: een korrenet gelaik de dienstmaaissies drage,een Parijsse strooie pet, een Engels zoutvat, een stallantaren zon der licht, en as je wat geeft heb ik ook wat." De Kippenhoek" van het Amstelveld, waar allerlei levend ge vogelte, ook honden en katten ver kocht werden, had gemeenlijk druk bezoek, en er waren enkele klanten die en gros kc chten. Aldus de juffrouw, die men een kooi vol vogeltjes zag koopen, alleen om de voldoening te De Noordermarkt Amsterdamsche Markttypen kunnen hebben het deurtje open te zetten en de kleine gevangenen over hot Amstelveld te laten dwarrelen. rt Was een uiting van dierenliefde, die de straatjeugd verblufte, en hun verschillende opmerkingen ontlokte. ..Ze is van de Sophia-vereeniging!" Xee, 't is 'n madam van de Keizers gracht; ze heit al wat vinkies losgclate" ..Je kunt geld aiv d'r verdieue, 't is 'n beschermster van de beeste" ..Ja, en 'n beest voor d'r meide !" vulde een vrouw aan, die 't scheen te weten. Het «mdroest werd hier niet op tafels of banken, maar op de straatsteeiien tentoongesteld: van daar dat men die uitstallingen bleekjes" noem de. De kleerkoop had er mede zijn vaste plaats, en tevens zijne vaste methoden om de buiteiilui zijne waar aan te praten, 't Gebeurde, dat, hij hun een chambereloak voor een over jas verkocht. Tot de bekende typen behoorde Jaapie met zijn Groningen koek, die eeuwig ..vars" bleef, de zuuvkoopuian met z'n .,lekker zuur van 'n cent een pik!" de kiezentrekker genaamd de Zwarte, diézijn bewerking als volkomen pijnloos aan kondigde, en daarbij liegen kon als ? een kiezentrekker; de man met de ravekiek, die van zijne schokkende tafreelen tekst en uitleg gaf als spelrecornmandeerdei'"; de liedjeszanger, die zijne ncents^elegiën verkocht, en bovenal de koning der marktschreeuwers Kokadorus met zijn getrouwe Cheffie. Een ander aspect vertoonde de St. Anthonies- of Nieuwmarkt, die ge durende zekeren tijd den officieelen naam van Oóstérmarkt droeg, als tegenhanger voor Noorder- en Wester markt. Doch de goêgemeente liet zich dde nieuwe benaming niet opdringenjNiemvmarkt was nieuw genoeg. Het plein was in verscheidene bij zondere markten af gedeeld, en een groote plaats werd ingenomen door de kleerenkoopers, de z.g. lapduyvels. De naam was in overeenstemming met laphel, de bewaarplaats die in iederen kleermakerswinkel te vinden was voor het bezuinigde". Bij de Keizersstraat stonden de Noordhollandscho boeren met hun kaas en eieren, en bij de Barndesteeg de Noordwijker hove niers met hunne boom-en ', ; veld vruchten, en ook niet ~ 'i?* de Noordwijker kruiden. In later tijd werden mode artikelen, galanteriewaren en ongeregelde goederen hier hoofdzaak; het voor naamste looppad tusschen de rijen kramen werd «chertsenderwijs Kalverstraat genoemd. De markt 'werd beheorscht'dooi- de St. Authunieswaag, een der oude stadspoorten uit de 15de eeuw, die na. vele lotwisselingen tot een oudheid kundig museum werd ingericht. Er kleefden ook sombere herinne ringen, aan die St. Anthomes- "f Geldersche Waajw', want daarvóór stond vroeger het schavot opgeslagen. en voor het markt publiek waren de exe cuties altijd ceu gewaardeerd kijkspel. Behalve eene Maandagsmarkt was er ook eene Zondagsmarkt, die te vinden was in de Jodenbuurt, Markensteetr. Valkenburgerstraat. Oude Schans en Joden-Houttuinen. Daar werd in de morgenuren allerlei koop waar geveild, die in de Wc-ek op Nieuwmarkt en Waterloopleiu te vinden was. Men zag er handwagens met zuur, vruchten, visch, vooral schelvisch bij kruiwagens» vol. Voorts oudroest, glas- en aardewerk, petten, parapluies. schoenen, knoopen. koperwerk, oude kleeren. enz.: de straat zag er uit alsof er >kermiégehouden Werd. Het publiek bestond meest uit. boeren en schippers uit den omtrek, handwerkslieden, militairen, zeelieden. dienst- eu fabrieksmeidem aangelokt door het marktgeschreeuw van de Joodsche koopvrouw: What 'n rommer, mense. what 'n ronimer ! Alles foor 'n beet je !'' De meeste bezoekers waren in hun Zondagspak. en, schroef mr. v. Someren Brand. ..iets zóó ploertigs als een Hollandsche werkman in zijn Zpndagspak is er, geloof ik. 'op heel de waereld niet te vinden." Na het middaguur begon dit nuirktbeeld echter snel te vervagen'en vóór 2 ure waren al die duizende todden en vodden opgeborgen; de kraampjes ' afgebroken, de handkarren wegge reden, en herkreeg deze wijk weer eenigszins hare alledaagsche phy.si< >nomie: al heerschto er in de Jodenbuurt ook nimmer de diepe rust, welke de vreemdeling gehouden was om op den sabbath binnen de-muren' van. Jeruzalem in acht te nemen. De 'markten van Amsterdam vorm den van ouds een sprekende trek in het stadsbeeld, en doen het ,'iiog. 't Waren kermissen in 't klein, plaat sen waar het volk niet alleen kwam om te koopen, maar ook om zich te verinaken. Kunstzaal van Lier Rokin 126 Amsterdam* Oostersche & Europeesche antiquiteiten Oude en Moderne schilderijen en plastieken ' Negerkunst & Ethnographica

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl