De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 24 augustus pagina 4

24 augustus 1929 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 AUGUSTUS 1929 No. 2725 O VERPEINZINGEN in de Trekschuit tusschen Middelburg en Veere door Dr. Hendrik Willem van Loon EINDELIJK komt het geestige torentje van den ouden Antonie Keldermans weer boven de dijken te voorschijn. Ik ben weer thuis en te vreden en weet eigenlijk niet precies waarom. Misschien omdat er daar ginds een bed staat, waarin een eerzaam reiziger van de vermoeienissen van een Europeesche pelgrimage uit kan rusten. Want met alle schoone reden over Pan-Europa en de Vereenigde Staten van Europa heeft men het nog niet zoo ver kunnen brengen, dat een slaap wagen werkelijk een slaapwagen is. Vroeger waren er twee landen waar &ien gemakkelijk en genoegelijk reizen kon. Het eene was Amerika en het andere was Rusland. In Amerika wordt de Pullman thans verontreinigd door het gespuis.dat zich met den smokkelhandel dn drank rijk gestolen heeft en nu als heer vermomd met vrouw en kroost het land doortrekt. In Rusland ben ik sedert vele jaren niet meer geweest en zal er wel voor passen er ooit te konien. Te oordeelen naar hetgeen men zoo van tijd tot tijd van de geliefde Discipelen van den thans geheiligden Nikolas Oelianof in het binnen- en buitenland ziet, doet een verstandig man er goed aan. de beschaafde wereld bij Memel op te laten houden. Ik blijf dus binnen het kleine cirkeltje waar de mensch nog niet in den naam van de Proletarische Vrijheid tot lastdier verlaagd is en dan verwonder ik er mij steeds over waarom die paar volken, die nog overgebleven zijn na de groote kastastrophe van het Individu, het mekaar zoo lastig maken. Als het schip gezonken is en men zit met zijn allen in een reddingbootje dicht op mekaar gepakt en weet nog niet eens of men wel ooit in veilige haven aan zal komen, dan heeft men toch wel wat anders te doen dan mekaar te gaan vragen wie of mekaar's grootvaders en grootmoeders waren en of men eigenlijk wel met elkander om kan gaan. En toch gebeurt dat nog telken dage en ik beklaag de zakenmenschen die onder die omstandigheden moeten werken. De doorsneedsche burger heeft nu eenmaal acht uur ongestoorde slaap noodig om zijn arbeid met succes te verrichten. Probeer het eens in een slaaprijtuig. Ja, er staat buitenop geschreven dat het een Slaaprijtuig is. En de prijs die men u doet betalen doet vermoeden dat de direkteuren J van deze maatschappij bij Hollandsche hotelhouders in de leer zijn geweest. Maar het is geen'slaap-rijtuig. Het is een gezel schapslokaal. Het is een Binnenhof op wieletjes. Men recipieert er en geeft er audiëntie. Maar slapen doet men er niet. De paspoorten-zaak is nu iets minder moeilijk. De conducteur belast zich met de administratie van dit gewichtige dokument. Maar daar blijft de douane. En zoo .wordt nien tegen zes uur wakker gemaakt (net als men zich aan het gedreun van den wagen genoegzaam gewend heeft om in te dommelen) en een vriendelijk man met blauwe pet kijkt door uw deurtje en vraagt of u iets aan te geven hebt. Ge zegt van neen hetgeen de waarheid is, want waar is er nog een moderne stad waar men iets koopen kan dat minder leelijk is dan al hetgeen men overal elders in moderne steden aantreft? De beminnelijke meneer gelooft u op uw ver slapen gezicht en verdwijnt. De slaap verdwijnt ook. Tenminste bij mij. Eenmaal wakker blijf ik wakker en het zal velen anderen ook zoo gaan. Men zoekt een horloge en het is zes, uur. Waar men is weet men niet. Want het beruchte spoorboekje met de zoogenaamde Buitenlandsche verbindingen geeft slechts zoodanige buitenlandsche verbindingen als het den Heeren in Utrecht aangenaam is. Vlissingen bijv.' bestaat voor deze buitenlandsche verbin dingen niet. Ik heb ? er al eens over gedacht om mijn vijftien1 centen terug te verlangen of er een proces over te beginnen. Maar steeds werd mij verteld, dat zooiets niet mocht, dat de Hollandsche ' spoorwegen de schoonste en de beste spoorwegen 1 van dit heelal waren en dat men de directie slechts mocht benaderen op zegel en met een strop om denhals. ... Ik beschuldig de heeren er nog eens van (op de naeest onderdanige maar pertinente manier) dat het opschrift Buitenlandsche Verbindingen een? ? , ? i voudig Boerenbedrog is (een eenigszins euphemistische uitdrukking voor gewoon huis-, tuin- of keuken-bedrog) dat de stad Vlissingen een aantal direkte buitenlandsche verbindingen heeft die in dit boekje niet vermeld worden, dat het boekje Vlissingen officieel maar n keer vermeld op bladzijde twee waar men er in kan lezen hoe men van Zutphen en Boxtel naar Londen kan konten, maar dat alle onmiddellijke verbindingen van Vlissingen met het buitenland zorgvuldig geheim gehouden worden, alsof %men er op wilde passen dat toch vooral geen mensch iets van het bestaan van de Hollandsche maatschappij Zeeland zou hooren. * * Dezen keer was het Oldenzaal. Dit meende ik tenminste te kunnen besluiten uit het feit dat vlak voor mij een gebouw de opwekkende titel van Slachthuis van Oldenzaal" droeg. Toen ik nu merkte dat er op de deur ook nog stond Verboden Toegang" wist ik dat ik in het land mijner vaderen was aangekomen. Toen mij op mijn vraag of er soms koffie te krijgen was geantwoord werd ..eventjes wachten" had ik volkomen zekerheid den geboortegrond van duizenden Van vrijheidshelden en kordate verove raars bereikt te hebben. Ik heb eens een heelen avond met buitenlandsche collega's meegemaakt, die er in allen ernst over debatteerden of ..Je Maintiendrai" vertaald moest worden door het is verboden" of ..eventjes wachten." Ik was de eenige die het hun kon zeggen maar weigerde dit geheim te verklappen en sindsdien bestaan er twee scholen die elkaar met bitterheid bevechten en die in alle hoofdsteden van de wereld aanhangers vinden. Een Hongaar wilde er zelfs een comedie over schrijven. Als hij dit doet zal men stuk het stuk over dertig jaar zelf op het Leidsche Plein kunnen zien en beoordeelen in hoeverre hij de nationale ziel begrepen heeft. * * * Maar om tot dit Oldenzaalsche slachthuis terug te keeren. Ik keek op dat aanvallig gebouw van zes tot acht. Toen kwam er van ergens vandaan nog een trein en toen nog een en toen een restauratierijtuig en na twee uur hangen en geeuwen en onnoodig cigarettengerook waren wij al weer op weg. Dat viel nog mee. Ten slotte kom ik toch in het zicht van het geestige toreritje van den ouden Antonie Keldermans en ik vraag mij af, waarom ik in dit verloren dorpje een rust gevonden heb, die ik tevergeefs overal elders ter wereld gezocht heb. En plotseling schiet het mij tébinnen: het is het tij. Natuurlijk heeft men elders ook eb en vloed. Maar daar heeft men strandgedoè, of havens vol schepen en dan gaat zooiets verloren. Hier is het rnstig. Eb is eb en vloed is vloed en het eenige oogenblik ziet men slechts de mast van.de Arnemuider scheepjes en het andere oogenblik komen zij, zoo te spreken, de voordeur binnen zeilen en twee keer per dag merkt men nu is het eb" of ,,nu is het weer hoog water". En daar zit een düsv danige rust in, dat ik het den heer Krishnamurti aan durf te bevelen. Mocht Zed. te eeniger tijdeen werkelijk origineele idee willen voortbrengen (iets waarvan zijn hevigste tegenstanders hem tot nu toe zeer zeker nie^ zulleri hebben beschuldigd) dan raid ik hem aan naar de oevers van de Zandkreek te reizen en te luisteren naar het zacht-kabbelende tij dat alsmaar naar binnen vloeit en alsmaar naar buiten vloeit, dat tien duizend en honderd duizend jaar geleden ook rustigjes naar buiten vloeide en naar binnen vloeide en dat dit over een millioen 'jaren hoogstwaarschijnlijk' ook nog zal doen.... dat tij loopt de haven binnen en dat tij loopt de haven weer uit en daar zit een berusting, in en een troost die men in déze dagen nog mér noodig heeft dan het dagelijksche oudbakken kadetje, de hoogste triumph van de na-oorlogsche sociale wetten. * * ; . ... , * ' . ? ' . ' Ge zult mij zeggen dat dit te pessimistisch is. Maar mijn hemel verwacht men nog optimisme na en gedurende die ongelukzalige voorstelling in den Haag? Ik heb het gewone driehoekje afgereisd en wel met dit eene doel: te weten te kouten wat zoo de gewone man van den Haag dacht. Niet van de eet-en-drink-gelegenhedtn, die men voor de gedelegeerden in mekaar getimmerd heeft,. maar van het eigenlijke zoogenaamde werk van. de Conferentie. En dan kan ik slechts tot de weinig; flateerende slotsom komen, dat Europa zich van. deze conferentie ongeveer net zooveel aantrekt als van de jaarlijksche vergadering van de, DuitscheTeckel Club.... heel interessant voor een paar menschen, maar wat gaat het ons aan of de mode' nu kromme beenen voorschrijft of minder krommebeenen en n spitsere kop? De kranten in Parijs en Berlijn en Londen bren gen eindelooze artikelen die even origineel zijn alshet nieuws dat gedurende den oorlog door de staven van de verschillende landen werd verspreid en er is niemand, maar dan ook hoegenaamd niemand,. die nu de moeite neemt den rommel te lezen. Want het Groote Lastdier, het algemeen publiek dat de belastingen moet betalen en eindeloos in, vervelende garnizoenen het nuttelooze leger-gedriK mee moet maken, geeft er de brui aan. De goegemeente heeft nu al heel wat meege maakt en de goegemeente is moe van al het geklets. over den geest van .Locarno en van Genua en van Parijs. De goegemeente begrijpt beter dan deHeeren die mekaar met ultimatums-die-nietsbeteekenen te lijf gaan en deze ultimatums-dieniets-beteekenen beantwoorden met verottwaardigingen die-nog-minder-beteekenen, dat de nor male ontwikkeling van de geschiedenis met dezeofficieele en niet-officieele eetpartijtjes niets uit staande heeft, dat er van deze betaling op den duurtoch niets terecht zal komen, omdat hetgeen Versailles in mekaar haspelde het werk was van oude en zieke menschen, die van alle menschelijke harts tochten er geen ne meer over hadden dan de haat en dat iets dat op haat gebaseerd is^toch nooit succes kan hebben; dat binnen de tien of twintig: jaar de nakomelingen van degenen die deze onge rijmde finantieele wraakneming in mekaar zetten. er eenvoudig de brui aan zullen geven en geen cent meer zullen betalen, of zullen ontvangen. De goegemeente begrijpt dit en indien de lezeiv dit dit betwijfelt, het reisje na wil doen en met Jan. en Alleman eens een praatje wil maken zal hij tot. dezelfde conclusie komen, dat men beu is van al het geconfereer, dat men terug wil tot normaaV. werken en normaal leven en dat men van deze congressen, die al sedert tien jaren beloven clenormaliteit terug te brengen, niets maar dan ook. hoegenaamd niets verwacht. De eenige die er spek van snijdt is Jan deBolsjeviek. Deze ijverige fanaticus gebruikt alles; wat er gebeurt om het vermoeide menschdom er van te overtuigen dat de regeeringen van westelijk. Europa niet te goeder trouw zijn, dat zij de boel op de lange baan schuiven en treuzelen om het eigen vuige leven te redden, maar geenszins trach ten Europa ervoor te behoeden dat het ekonomisch, een vasal-staat van Amerika wordt. Het zwaartepunt van de moderne wereld ligt al reeds, lang niet meer waar men het nog steeds. zoekt. Dat schijnt men hier en daar onder het volk te beginnen in te zien, maar de diverse Excellenties. spreken nog steeds een taal die men in de dagen. van Katharina de Groote kon begrijpen, die thans even onverstaanbaar is als het officieele Fransch.. Het groote publiek, tenzij ik mij zeer hevig vergis, wordt door dit allerlaatste congres tot een. dergelijk punt van onverschilligheid gebracht, dat het aan niets óf niemand meer gelooft; . |'. v J&^ Willens en wetens 'begaat Europa zelfmoord.. Het is alles zoo absurd, zoo ' grotesk (in den Snowdeniaanschen zin van het woord) het is alles. zóó ongerijmd dat het slechts met een debacle eindigen kan. Ondqrtusschen loopt het tij voor mijn deur naar binnen en loopt het tij voor mijn deur naar buiten., Dat heeft het eeuwig gedaan en zal het eeuwigdoen. Het is een schrale troost, maar déeenige troost, die mij op het oogenblik te binnen valt* BRANDBLUSSCHER HOLLANDIA SPANJAARD&C? FABRIEK ESPAK1A UTRECHT No. DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 AUGUSTUS 1929 Onderzoek naar het Vaderschap door Dr. J. Salomonson UIT de voorloopige verslagen der, van 22 tot 25 Meij te Leipzig gehouden ,,Tagung der Deutschen Gesellschaft für Gynakologie" zijn, ook voor niet-gynaecologen, tal van merkwaardige bijzonder heden te putten. Zoo mogen wij niet nalaten, nu juist hier te lande allerwegen belangstelling gevraagd wordt, voor de wankele positie van de ongehuwde moeder, gewag te maken van de verrassende mededeelingen en eenigszins sensationeele demonstraties van Prof*? Zangemeister uit Königsberg, betreffende zijn serologische reactie op het vaderschap. Met behulp van een tamelijk ingewikkeld optisch apparaat, vervaardigd in de fabrieken van Zeiss, en onder een bijzondere verlichting met Tydallicht, beziet hij het mengsel van bloedwel van kind en veronderstelden vader eventueel ook van de moeder en kan, vergelijkenderwijs, met mengsels van kinderlijk serum en dat van willekeurige perso nen, tot bepaalde conclusies omtrent ht-t vader schap komen. Alhoewel deze mededeelingen. uit den mond van Zangemeister.onmiddellijk als van onverdacht allooi werden geoordeeld, bleken toch eerst de demonstra ties bij machte, bij de vergadering het lichte gevoel van twijfel omtrent de bruikbaarheid van de metho de weg te nemen. Immers het gelukte hem, zonder fouten, van een aantal pasgeborenen de bijbehoorende vaders aan te wijzen, terwijl hem hiertoe slechts het bloedserum van deze mannen, onder nummer natuurlijk en vergezeld van een groot aantal, eveneens genummerde sera van aitdetv, willekeurige individuen, ter beschikking was gesteld. v Zonder nu te blijven stilstaan bij de ongetwijfeld groote wetenschappelijke waarde van genoemd experiment, is het wel de moeite waard eens na te gaan, welke wijde perspectieven deze vaderschapsreactie opent. Wanneer men tenminste zijn beschou wingen van een theoretisch, allerminst juridisch standpunt dus, maakt. Allereerst zou men dan meenen. dat de oplos sing Van het probleem van de ongehuwde moeder en haar natuurlijk kind, door elimineering van n onbekende in dit geval de identiteit van den verwekker van het kind ??een schrede nader was gebracht in de meest logische en directe richting. Op grond van een volstrekt betrouwbaar weten schappelijk onderzoek toch ware nu de natuurlijke vader te achterhalen en konden de zw.are lasten van onderhoud en opvoeding van het kind op de daar voor bestemde schouders gelegd worden. De Nederlandsche jurist zal waarschijnlijk glimlachen om zóó verregaande naïveteit. Want er moet vél gebeuren, zoowel buiten als binnen de rechtszaal, alvorens men tot het doen .van de re actie van Zangemeister zal kunnen overgaan, afge zien nog van de waarschijnlijkheid, dat. op dit be slissende moment, de delinquent zich niet aan de noodige manipulaties zal wenschen te onderwerpen, zonder dat men daar veel tegen zal kunnen doen. De bijzondere vertegenwoordiger van de moe der, die ten onzent de vaderschapsactie instelt, zou het recht moeten hebben, ook wanneer niet n, doch meerdere onvrijwillige canelidaten voor den alimentatiepost zouden bestaan, al deze naar het forensische laboratorium en de,rechtszaal te mogen geleiden. Na gedaan en bevredigend onderzoek, zou de rechter den natuurlijken vader ook verder 7ijn natuuurlijke bestemming kunnen geven in den vorm van onderhouder van zijn nakomelingschap, zoolang het zelf hiertoe niét in staat w. Den zooeven nog glinilachenden jurist zal thans stellig een rilling door déleden varen. Immers de exceptio plurium concubcntiuni< deze aloude en Iiem ongetwijfeld heilige instelling, die zeker wel overal ter wereld aanvaard zal worden en meedoogenloos leiden moet tot afwijzing van iedere verdere rechtsvervolging, zou hiermede met voeten getreden worden.... Onnoodig zouden ook voortaan de onvrucht bare, z.g. wetenschappelijke 'debatten worden, die zich, speciaal in Duitschland, onder de te hulp geroepen deskundigen ontwikkelen en gemeenlijk Het nieuwe Ministerie Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek Koor van Nederlandsche Ministers: Hoe komt het toch dat niemand ons ziet'?" niet handelen over anthropologische kenmerken, als schedel vorm, stand en vorm van oogcn en ooren e.d. ter bevestiging van het Vermoeden op vaderschap, doch, naar de besprekingen der Duitsche gynaeco logen leeren. bijna uitsluitend bestaan uit betwisting der conceptiemogelijkheid in den wettelijk vastgestelden termijn, door middel van spitsvondige berekeningen, \iit veelal uiterst onbetrouwbare gegevens, ofwel in verband met den rijpheidsgraad van het kind en den gemiddelden, overigens, individueel enorm wisselenden draagtijd Van den mensch. Wanneer»men nu voor oogen houdt, dat een kind, dat de uiterlijke kenteekenen heeft van voldragen te zijn, geboren kan worden van 230 tot 302, volgens sommigen zelfs van 220 tot 302 dagen na de conceptie, terwijl de levensvatbaarheid van het niet voldragen kind misschien ook de onderste wettelijke grens van 179 dagen nog wel eens tot een virtueele kan maken, dan wordt het wel duidelijk dat de expert en de contraexpert bijna steeds in ?staat zullen zijn den meest evenwichtigen rechter danig van de wijs te brengen. Dan is hef ook duide lijk waarom de Nederlandsche verloskundigen feite lijk nooit als deskundigen in alimentatieprocessen gehoord worden en raakt men verzoend met het feit dat de rechter, in gemocde" mag beslissen, wat wetenschappelijk niet is uit te maken. On-Hollandsch is dan ook de bittere noodzaak waaruit deze reactie geboren werd. Niet omdat in Duitschland zooveel meer alimentatieprocessen ge voord zouden Avorden.'Dit achten wij niet waar schijnlijk, al kan het zijn, dat de Duitsche vrouw in deze een grimmiger aard toont. Maar omdat de verloskundigen ten onzent van deze processen nauwelijks kennis nemen en dus ook niet lijden en doen lijden ouder het gebrek aan eenstemmigheid, dat hun Duitsche collegae te Leipzig zoo duidelijk aan den dag legden. De serologischo reactie van Zangemeister werd dan ook opgeworpen als een welkome hulp uit den nood. Zonder nu den genoemden jurist tot het ui terste te willen drijven, zoti nog do mogelijkheid kunnen geopperd wórden, om onze nieuwe foren sische aanwinst te gebruiken in diégevallen, waarin de wettigheid van een tijdens huwelijk geboren kind ontkend wordt. Ook dan, wanneer de afwezigheid van den vader ten tijde van de con ceptie, of eenig toeval", niet kan worden aange voerd als bewijs, van het illegitieme van de plaats gehad hebbende geboorte. * ' , Er zouden nog vele voorbeelden te noemen zijn. De meeste zullen voor juridisch geschoolde ooren zeer onwerkelijk en misschien wel absurd klinken en de eigenaars dezer ooren zullen zich gelukkig prijzen, dat de verloskundigen met meeigemak hun denkbeelden, dan den tekst der hen aangaande wettelijke bepalingen kunnen herzien. Maar op n punt zouden wij nog eens terug willen komen. Wij spraken van het probleem van de onge huwde moeder, dat nader tot zijn oplossing zou. zijn gekomen. Opnieuw zal de jurist glimlachen. Want voor de ongehuwde moeder behoeft wettelijk niets mér te worden gedaan dan de vergoeding der bevallingskosten en kosten van onderhoud gedurende zes weken. Overigens is zij zélf, op zijn meest, getui ge in de haar betreffende zaak en eischt zij zelf niets. {Slechts voor het kind. dat door middel van een geldelijke toelage van zijn verwekker, groot kan ge bracht worden, ijvert men en ten hoogste zal de moeder hierdoor, indirect, eenige verlichting van haar moeilijke taak ondervinden. Hier is echter allerminst reden tot glimlachen. Het ware toch wenschelijk, dat er wél iets ge daan kon worden voor de ongehuwde moeder zélf en in de allereerste plaats voor haar, die niet lang* wettelijken weg den voort vluchtigen verwekker van haar kind .wenschen te achterhalen. Want veleti onder haar zal het, door onoverwinnelijke discretie of liefde-ondanks-alles onmogelijk zijn de aan-dekaak-stelling van den verwekker van haar kind te bewerkstelligen. Zij zullen het fiere standpunt willen innemen, dat afgedwongen hulp, doet af * wijzen en den eigen weg doet verkiezen boven den. wettelijk mogelijke. *> Dezulken verdienen een beter lot dan onze huidige maatschappij vagelijk voor haar beschoren heeft. En nu, zooals onlangs gebleken is, bij de behan deling van de Ziektewet; onder de strijdvaardige aanvoering van n aantal kordate Nederlandsche vrouwen, het ..instituut" der ongehuwde moeder in een zakelijker, bijna georganiseerden staat belooft te komen, moge hier de hoop worden uitgesproken, dat deze vrouwen in hun' goede bedoelingen volledig zullen slagen. SCHAKEL 1 HEILIGEWEG 11-1?» AMSTERDAM Kleermakerij Bij ons verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl