Historisch Archief 1877-1940
il.
;??
Giorgio de- Chirico. Composition romantique 1928
L'lmitation des apparences de la
nature est trangére a l'art, ptiisque
la plus profonde exigence de cehii-ci
est que l'oeuvre manifeste non une
autre chose déja faite, mais l'esprit
luiméme, d'ou elle procéd
JAQLES MARITAIN
Hoe abstracter f n ideeeier de kunst
is, hoe meer zij den geest van den
tijd onthult.
OSCAR WILDE
IJ
nemen.
cubism
tioii«,èele
geven.
de nev'kliiKHi<-!nfcn laten zich
verschillende intenties waar
De schilders die van het
profiteerden, doch de
tradivormen niet wilden prijs
legden tien nadruk op het
element : anderen daar
entegen op het inehi(ihysiHflie. Déze
laat sten .. definieerden '' ongeveer als
volgt hun intenties: het kunstwerk
moest een ..réprésentation poétique
de l 'image plastique" zijn. Deze de
finitie. van italiaanschen herkomst.
raakt reeds het beeldende beginsel der
surrealisten en het is dan ook niet te
verwonderen dat de neo-klassieke
schilder (?'iortjio de Chirico zich tot
de surrealisten 'aangetrokken voelde
en zich bij hen aansloot. Campigli,
Monteiro,
Despujols be.
hooren tot
de andere
tak der
iieoklassicistcn,
ondanks de
zeer
uiteenloopendo be
handeling
van onder
werp en ma
terie. Keeds
omstreeks
1918 hadden
de Italianen
Carlo Carra,
Chirico en
diens broe
der Savinio
in Italiëeen
reactie op
het futuris
me in het le
ven geroepen
en deze reac
tie, uitmun
tend gefor
muleerd door
den
phylosofisch
georionteerden Savinio. werd toentertijd
..nietaphysieisme" genoemd. De eigen
lijke initiator dezer richting was
Curlo C'arra. wiens schilderij«-n een
V>u'itenjïewoiio suggestie uitoefenden.
Ook Carra'was. evenals Severini. een
afvallige van het Futurisme, waar
tegen hij met (Üorgio de Chirict» in
lüm tijdschrift Valori Plastici" te
velde trok. liij gén dezer, schilders
was sprake van een ..art" of
..teclinique pure". \\'at lieii bezig liield
was de suggestie van het onwaar
schijnlijke, het dichterlijke onderwerp:
liet samenbrengen op het doek van
dingen, die geen ? enkel logisch of
natuurlijk verband met elkaar hadden.
Zoo vinden wij bij Chirico bijv. het
menschelijk lichaam vervangen door
ledepoppen een tegen rialle wetten
indruischende proportie van het figuur,
in de natuur nooit voorkomende slag
schaduwen en perspectieven, kortom
een nieuwe wereld der verbeelding,
welke slechts met die van den droom
te vergelijken zou zijn. Hoe ver deze
kunst waarin het scheppende initia
tief van den schilder zich door niets
*
P Cuperd. Composition avec pipe
ANSCHE
ILDERKUNST
De Nieuwe Richtingen in Schilderkunst en Plastiek
laat bindon, ouk afstaat van het
beginsel eener zuivere, elementaire
schilderkunst, is zij toch zuivere
scheppitty, product eener artistieke
gevoelscultuur.
W In Parijs onderging Chirico den
invlued van den kortstondigen terug
val der cubisten in het archaïsme en
wel voornamelijk van Picasso's
puinpeïaansche" manier. Het scherp be
paalde in den bouw zijner suggestieve
figuren en voorwerpen, gaat verloren
en maakt plaats voor een weeke
contour. Ook de innerlijke kracht
van het romantische coloriet (grijs.
diep groen, blauw en bruin) verdwijnt
meer en meer, het coloriet wordt
zoetelijk en vloeiend, tnat en week.
doch met deze werken veroverde
Chivico de internationale kunst
markt. Deze behoefte naar de uit
drukking van liet bovenzinnelijke
door middel van het .,onwaarschijn
lijke" onderwerp, kwam uit Italië.
Duitscliland en Kusland. Hoewel zeer
verschillend in uitdrukkingswijze, wer
den de Duitsche expressionisten (Paul
K let», Otto Diz, C'ampendonk. enz.)
door nzelfde intentie geleid. Den
franschen is dit
accent vreemd.
Het Frnusche
ii"o-klassicismt'
raakt eerder het
convent
ioneela c a dein is c h
dan het met
aphysische of ver»
droomde, aan
gezien ze geen
phylosofische
denkbeelden op
den voorgrond
stellen. Hun
neoklassieisme gaat
veeleer van het
mét ier uit. Even
als de, richting
die het verst
van. het
neoklassicisme ver
wijderd is.' het
neo-plasticisme,
ligt bij de
neoklassicisten son~ ?
der metaphysische intenties, het accent
? op een constante schilderkunst.
Post-Cublsme en neo-fttüvisme.
Het toenemende individualisme, deed
voortdurend nieuwe richtingen ont
staan, reacties, die echter steeds, zij
het dan met andere middelen, het
zelfde willen, de verwezenlijking nml.
van' een reine schilderkunst op con
stante basis. Dit wil natuurlijk niet
zeggen n en dezelfde uitdrukkings
wijze. Niets is vijandiger aan het
latijnsche levensgevoel van de her
haling en het dogmatische
inzichzelfvoltopide. De Franschen, die de
esthetische gevoelens buitengewoon
gecultiveerd hebben stellen slechts
vertrouwen in de spontane uitingen
van het beeldende temperament. Hier
aan dankt Picasso, de meest veran
derlijke der cubisten, zijn populari
teit. De ongebreidelde, wilde schilder
wijze die men Fauvisme noemt en
met Matisse, van Dongen, Derain en
de Vlaminck begon, is daarom wel
het meest Fransch te noemen. Niet
tegenstaande het spontane karakter
der fractuur is er toch structuur,
kleurstructuur, terwijl het onderwerp
geheel bijkomstig en van geen wezen
lijk belang is. M*w<> 4
, Voor de cubisten was het onderwerp
e veneens geheel ondergeschikt aan
y> et conipositorische overleg, het moest
zoo banaal mogelijk zijn (flesch, krant,
gitaar, boek), opdat het zich niet
door THEO VAN DOESBURG
opdrong en ge
makkelijk voegde
in de schilder
kunstige struc
tuur. Het thea
trale of psycholo
gische onderwerp
had tot aan de
Hoinantiek (CJ
ricault, Delacroix,
enz.) geduurd,
doch met
,,Fauves" was er geen
spoor meer van
t e herkennen. Men
onderscheidde nu
duidelijk twee
dingen: ..Iesujet''
en ..l'objet". Na
dat, door de im
pressionisten, het
..sujet", het be
schrijvende, ver
halende als een
vergissing Averd
ingezien, behield
sche schilder
kunst.
1/ Gleizes
Peintiirc murale 1926
* *
De 'schilder
kunst, zooals wij
haar thans ken
nen, nml. als zelf
standige uiting
van het beeldend
initiatief is feite
lijk nog zeer jong.
Zij dateert van
18H3 en is met
de naam Edouard
Manet
onomstootelijk verbonden.
Sinds dien heeft
een evolutie plaat s
gehad, die slechts
ten doel had een
,.peinture pure"
terealiseeren. Het
doel is dus in elke
periode duidelijk
omlijnd, t'-rwijl.
vast aaneengesloten groep, grooten
deels uit Spanjaarden bestaande. Zij
exposeerden groepswijze op de verschil
lende Indépendants" en poogden zoo
doende een reactie, zoowel op het
neoklassicisme als op alle constructieve
richtingen (als: constructivisme,
neoplasticisme, elementarisme, enz.) in
het leven te roepen. Het populaire,
door den kunsthandel ondersteunde
kunsttijdschrift ..Cahiers d' Art", pro
pageerde hun streven en proclameerde
zelfs ,.de behoefte aan een nieuw
Fauvisme" (Tériade). Dit nieuwe
Fauvisme of Spontaneïsme, wordt
voornamelijk door de schilders Borès,
Cosio, Ismaël de Serna en Vinès
vertegenwoordigd. Modiglian en
Soutine vormen den schakel tusschen het
Fauvisme van Matisse en dat
deijongeren.
* *
*
Het spreekt wel vanzelf dat deze
nieuwe spontaneïteit van principes
uitging die lijnrecht in tegenspraak
zijn met die der cubisten en
neoplasticisten. De ..ovganiseering" der
uitdrukkingsmiddelen, door laatstge
noemde i-ichtinj
in uiterste con
sequentie
doori>evoerd. lag hen
verre. Zij
wilden de synthese
hunner schilder
kunstige visie.
direct. in#lin<'~
t ie f. doch
zeelFernandi Leges. Composition
Ghikd Chevalet. Avec toiles 1928
men nog slechts
het objet".
Doch ook dit
laatste werd
voor de jongeren
'n ..banalit
insupportable."
Zoo overwon
men geleidelijk,
met horten en
stooten,alle con
servatieve ele
menten, en stel
de er nieuwe
zuiver schilder
kunstige voor
in de plaats.
Mag het toe
nemende indivi^
dualisme in de
schilderkunst
ook al zeer vele
nieuwe richtin
gen geschapen
hebben, twee
daarvan * laten
zich scherp van
elkaar onder
scheiden: d'i
spontaan-lyrische, en de con
structieve. Deze
?beide vormen
steeds actie en
reactie in de
moderne
Fran'N>:-K
*#<?£
>;V^'i .,4+fFi
'"?w- v-i-*:-:]
"."f.*- --Ï4'-, 1
^f**1
^?b*-;:ï--lM
G. Brague. O
tnposition 1927
althbhs in
Frankrijk. de
ontwikkelings
lijn a priori be
paald is. Ik her
inner hier aan
den uitlating
van Henri Ma
tisse voor een
der eerste
cubistische werken
van Picasso in
1909: Ca c'est
du cubisme, je
yeux dire par
la un pas im
mense vers la
technique pu
re.. .. nous y
viendrons tous."
Deze uitspraak
was beslissend
voor de richting
waarin zich de
schilderkunst
via het
cubisme ontwikkelen
zou. De voor
standers der
spontane rich
ting onderwier
pen zich even
eens aan het
Matisse-principe
en vormden om
streeks 1925 n
het linnen bren
gen: spontaan,
plotseling,
zondei- constructief
overleg of
berekening. Deze
lyrische sponta
neïteit komt
overeen met die
der eerste
Fanves: . Matisse;
Vlaminck, D
rain en Dufy.
De post'CubÏ8~
ten daarentegen
huldigen het beginsel der eerste cubis
ten der geconstrueerde compositie en
komen door compositorisch overleg tot
de gewenschte beknoptheid. Zij hebben
een nieuw uitdrukkingsaccent ont
dekt, in de afzonderlijke behandeling
van kleur en teekening. De composi
tie wordt eerst in groote vlakken aan
gelegd, terwijl eerst later, over deze
,,fond" heen de teekening wordt aan
gebracht. ..Inscrire l'object," noemt
men dit. Deze vrije inscriptie der
voorwerpen op een, in vlakken
gecomponeerden ondergrond, brengt een
zekere doorschijnendheid teweeg, die
de voorstelling aan het .,banale"
onttrekt.
* *
In de uitdrukkingswijze der
postcubisten vinden wij elementen terug,
welke indirect aan het neo-plasticisme
van de hollandsche schilders ontleend
zijn. De fransche kunstkritiek heeft
hen met de naam pianisten" be
titeld, wijl hunne werken zich door
een zeer .geprononceerde vlakheid van
die der cubisten onderscheiden. Ohika,
AndréMasson, Cupera en Torrès
Uar.cia worden tot deze groep gerekend;
zij vormen een overgang naar de
abstracten en elementaristen.
Parijs 15-9-'29.
(Slot vo'yt)
Inliet Ste
delijk Mu
seum te
AmsterJam zal
binnen kor
ten tijd eeii'j
tentoonstel
ling worden
geopend van
in o d e r n e
Fransche
schilder s,
waar de le
zers in de
geit geilheid
7Aillen zijn,
aan de hand
van de-
geexposeerde
werken, Ju.-t
groeien van,
de n'.euwe,
richtingen in
S c h i l d e
rk u n s t < n
Plastiek
in Frankrijk
na te gaan.
Giorgio de Chirico. Le vaticinateur 1925
Xt'derlamlsohe Schilderkunst:
W. H. van der Xat. te Lelden
Tot de schildere, die ik de groote
..Provincialen"' noemde, en waarmee
ik hen trachtte te karakteriseeren,
die in een een/.aamheid vol toewijding
een innigheid wonnen, waarmee nog.
na eeuwen, ons hart en onze uogen
worden gebet, behoort Van der Nat
zeker niet. Hij zal daartoe nooit
behooren. want in zijn zwakste wer
ken vertoont hij tekortkomingen, die
hem buiten dien kring dier stille
onsterfelijke 'stellen! Ik begrijp dan
ook niet-, waarom sommigen in een
geestdrift zonder rede of in de partij
digheid om zich te handhaven, dezen
schilder zóó hoog -willen stoot en. dat
hij wel vallen moet. Het ware beter
geweest hem daar te houden waar hij
hoort en dat is op een tweede plaats.
niet op een eerste. Voor wie dat niet
wist is deze tentoonstelling een gele
genheid zulks te ervaren, en voor wie
het wel wist is deze zelfde tentoonstel
ling een bevestiging. Van daaruit is
dan te zeggen, dat Van der Nat als
schilder van een landschap met dieren
hier het minste is. maar als een schilder
van stillevens (sterk beïnvloed door
Floris Verster) in zijn soort is te pi-ij
zen: dat hij ten tweede soms' een
schaapskooi vul beesten kon' schil
deren, waai' het licht in leeft, en
d«massa der dieven als een aadmend
groot lijf is gegeven: dat hij p-estiu
en in een open bouw grot-pen vo-ii'een
den en kippen ken weergeven, n dat
in stillevens van dnotlo vogeltjes hij
op zijn best kon zijn: terwijl koppen
van schapen het grootst van allure
hem lukken. Daarmee kan de ken
schetsing van dezen schilder volstaan:
er zijn toch een aantal werken, die
een zwakkeren Van der Nat ons 'doen'
zien. dan hier bepaald is. Van der Nat
is daarenboven niet altijd de colorist.
dien zij ons willen opdringen: ik her
inner mij schilderijen van hem, die
deze voorstelling weerspreken, noch
is hij dikwijls de dierenpsycholoog
als hoedanig zij hem willen laten.
gelden.
Hij is soms een stillevenschilder
met iets milds (zie -43) dat als een.
afzondei-lijkheid kan gelden tegenover
de 'Vuriger- coloraties van Verster en hij
is, in drie définieerende woorden een
niet onverdienstelijk provinciaal."
A. PLASSCHAEKT
Torrès Garcia. Composition 1928
l
Il\\
lp
U l