Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 5 OCTOBER 1929
No. 2731
No. 2731
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 5 OCTOBER 1929
W
JEen nieuw boek van
Upton Sinclair
door Dr. A. Perdeck
l'pton Sinrluir, The Millennium. Londen.
T. Werner Lnuric Ltd. 1929.
EEN paar dagen nadat mijn artikel over dezen
schry ver in dit blad werd gepubliceerd kwam dit
nieuwe boek uit. In den strikten zin van het woord
is het eigenlijk niet nieuw, want .Sinclair vertelt
«ms. d »t het verhaal door hem. ze vent ien jaar geleden,
oorspronkelijk in den vorm van een blijspel werd
.geschreven. Hij kon het nooit gespeeld krijgen.
en zoo bleef hot al dien tijd liggen, totdat hij het
uu tot een soort roman heeft omgewerkt. Boven
dien krijgen we de ietwat zotiderlijke mededeeling.
dat de idee. die dit verhaal ten grondslag ligt,
niet van hem zelf is. maar door hem van een zekeren
heer Warren gekocht werd. Na deze ongewone
inleiding volgt dan het betrekkelijk korte verhaal.
dat de uitgevers toch nog door een wijden druk
en dik papier den vorm van een roman van zeven
shillings en zes stuivers hebbeu weten te geven.
Een familie van multt-millionaires heeft midden
in het Central-Park van New-York een imposant
gebouw van honderd verdiepingen laten zetten.
dat geheel aan vermaak en verpoozing gewijd zal
zijn. In de tuinen van het platte dak zal juist de
opening gevierd worden. Het hoofd van deze
familie is een achter-achter-achterkleinzoon van
?den tegenwoordigen petroleum-koning. Rockefeller.
Hij en zijn heele familietroep zijn mannen en
vrouwen, die slechts n doel kennen: de macht.
die hun familie bezit, en die ze tot de feitelijke
heerschers over de helft der Vereenigde Staten en
tot de toonaangevers van de beschaving over de
-heele wereld maakt, ongerept te bewaren. Maar met
?dit doel voor oogen wordt hun leven natuurlijk
vergald door de voortdurende vrees voor anarchis
ten en andere revolutionair aangelegde menschen.
Zelfs daarboven in die daktuinen zijn ze. trots een
leger van detectieven en vertrouwde bedienden,
niet geheel veilig. Het blijkt namelijk al heel gauw.
?dat een paar van de meest intieme leden der familie
zelf niet vrij van oproerige denkbeelden zijn. En
dan komt midden in de voorbereidingen voor het
feest een vreeselij k bericht. Een professor heeft
...den sleutel tot de atomische energie" gevonden.
een soort gas. en tegelijkertijd heeft hij laten weten.
dat indien hij het t'leschje. dat dit gas bevat, laat
vallen al het dierlijke leven op aarde vernietigd
zou worden. Een geweldige angst bevangt het
gezelschap. Maar gelukkig voor de millionaires
Is er nog uitkomst. Ergens op het dak bevindt zich
een schitterend vliegtuig, waarmee ze, als onder
deel van de feestelijkheden, straks een reisje om de
aard.e zouden maken. De piloot brengt allen veilig
de lucht in, en als ze na korten tijd weer op
hetaelfde dak landen, U werkelijk alles uitgestor
ven, terwijl zij alleen er het leven hebben afge
bracht. Spoedig blijkt echter, dat er geen reden
tot juichen is. Nooit in hun leven hebben zij ooit
zelf iets nuttigs gedaan: ze kennen niets, zijn on
handig en dom. De ramp begint al dadelijk, als
het blijkt, dat ook de lif tjongens dood zijn. Niemand
weet, hoe deze liften te bedienen en tenslotte is er
maar n uitweg: zij moeten de. eindelooze marme
ren trap afloopen. In de grootste ellende, uitgeput
en met gescheurde kleeren bereikt het troepje de
benedenverdieping. Dan volgt een leven vol nooit
gekende moeite in een der luxe-hotels van
NewYork, nog wel vol met levensmiddelen, maar zonder
«énige menschelijke hulp. Alles moeten ze zelf
klaar maken. Tenslotte komen ze onder 4e heer
schappij van den eeriigen ondergeschikte, die mede
Zeist als Woonplaats/
BOUWTERREIN TE KOOP in liet centrum
van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht?.
Arnhem, In de onmiddellijke nabijheid van
het Raadhuis, de Hotels Hermitage en Flgi
en het Slot van Zeist. Prachtig opgaand
geboomte, stofvrije wegen, voorzien van
rioleerlng, gas, water en electrlciteit.
Nadere gegevens worden verstrekt door de
K.V. PARK KER8BERGEN,
Montaubanstraat 4, Zeist. ,
gered is. don arrogant en butler, die op de moest
tyraniekt» wijze misbruik van zyn macht en
kennis maakt. Aau het oinde van het- boek komen
allen in opstand: ze stichten et>u soort communis
tische gemeenschap, dat teven** het begin van een
nieuw en gelukkig menschcnceslacht op aarde
wordt.
Er komen wel eenige aardige beschrijvingen in
het verhaal voor. en als een satyre van een derge
lijk troepje menschcn is het niet geheel zonder
verdienste. Maar er is niets in. dat onze aandacht
gaande kan houden, zoodat het als blijspel een
volslagen mislukking zou zijn geworden; hetgeen
dan ook de weigering der theaterdirecties verklaart.
Ook in den vóór ons liggenden vorm zal het voor
alle lezers van Upton JSinclair's meestal toch wel
spannende boeken een teleurstelling zijn. De
ergste,onzin begint im de catastrophe. De schrijver
doet niet de minste moeite om ons deze ook maar
eenigszins aannemelijk te maken, waardoor de
grap al zijn waarde verliest en ontaardt in
kinderachtigheid. Is er. om maar eenige punten
te noemen, iets mallers denkbaar dan dat heen
gaan van Billy. Helen en Sarita, of de manier.
waarop zoo'n man als de butler Tuttle door ,,Ba
ron" Granvüle weer getemd wordt? Kortom, het
is alles bij elkaar een dwaas verhaal, vlot genoeg
geschreven om als lichte reislectuur dienst te doen.
Bovendien kan het als een soort
anti-kapitalistische propaganda voor Sinclair's geestverwanten
eenige waarde hebben. Maar daarvoor zal het den
meesten wel wat te hoog in prijs zijn !
Fransche boeken
door Joh. Tielrooy
lfi Lefcvre, Les matinees c/«/ hêtre
rouge. Parijs. Flmninfirion. 12 fr.
Ziehier een verhandeling over een gedeelte
der litteraire aesthetica. Schrijver geeft aan,
waarin kunst-emotie zich van andere emoties
onderscheidt; wanneer wij zeker kunnen zijn met
geïnspireerde kunst te doen te' hebben; onder
welke voorwaarden de intuïtie, eerste begin van
het scheppen, het zuiverst en het sterkst zal optre
den. Hij omschrijft het begrip ..litterair genie"
en prijst de kracht, die er de voornaamste factor
van is.
Het i.s niet noodig deze verhandeling in bijzon
derheden te beoordeelen. Hoe waar het ook is dat
positieve eigenschappen, met name oprechtheid.
liefde voor de werkelijkheid, persoonlijkheid, po
tische vormkracht den kunstenaar uitmaken en
hoe zeer Lefèvre gelijk heeft daarop telkens den
nadruk te leggen, men kan toclt-niet zeggen dat 't
veel nieuws is. Letten wij op onderdeelen van zijn
betoog, dan treffen ons onbewezen beweringen.
weinig ter zake dienende opmerkingen en citaten
en een zeldzame willekeur in de rangschikking
van de stof. Tot discussie lokt dat alles niet uit.
Men doet beter tot de leermeesters, die hijzelf
noemt terug te gaan: Croce. Bergson. Freud,
Maine de Biran of een volledig, diepgaand werk
als La littératufe van Baldensperger te bestudeeren.
Het hoofdstuk over aesthetica in Bierens de Haan's
Mensche'ngeest geeft veel dieper inzicht dan Lef vres
pretentieuze proza-coupletten (in. werkelijkheid
zoo heel alledaagsch van proza). En zelfs een een
voudig, voor beginners bestemd werk als Inleiding
tot de studie der litteratuurgeschiedenis van wijlen
prof G. Kalff is nog te verkiezen.
Maar wel is het nuttig, er zich rekenschap van
te geven, dat dit dan nu het oeuvre van den mach
tigen Frédéric Lefèvre is. bijgenaamd
Uneuravec". Over de heele wereld,is hy vermaard als een
der scheppers van de ?'Nouvelle* Litteraires, als de
interviewer van al wie in hét litteraire Frankryk
meetelt (Une ieure avec...., 4, deelen). Begaafd
met flair voor hetgeen op ieder moment gewild is,
met yver, met studie-zin, heeft hy de Nouvelles
Litteraires tot een zeer invloedrijk, daardoor zeer
gevreesd orgaan van publiciteit gemaakt. En nu
ziet hij ook zichzelf als groot man. Nu twijfelt hij
niét of de wereld interesseert zich voor den Hooden
Beuk, waaronder hij werkt; nu voert hij zichzelf
ten tooneele, zóoals hij, van vrienden omringd en
door Patriciènne, zijn iriuse, onderricht, zit te
scheppen. Nu verzoekt hij den lezer, acht te slaan
op de stijlten, die er in zijn proza zullen vallen.
omdat die zijn'emotie vertolken zullen; nu kondigt.
hij aan dat hij voortaan schepper van romans en
GALERIJ VAN MODERNE KUNST
W. H. HOFSTEE DEELMAN
Vondelstraat 10 Amsterdam
WERKEN VAN A. J. G. COLNOT
5?31 OCTOBER
van aesthetische beschouwingen, dat hij onbewust
en bewust litterair werker tegelijk zal zyn.
Al wat zijn boek van dien aard bevat, schaadt
de behandeling van het eigenlyke onderwerp,
en hemzelf doet het geen goed. Het toont hem als
een machteloos-ambitieuze. een leerzame zonder
gratie, een zware die zou willen zweven. Het toont
bijna tragisch zijn grenzen. Ik heb het altijd ge
voeld, maar weet 't nu zeker: Frédéric Lefèvre is
een handig journalist, dat ten volle, maar dat ook
alleen.
AndréBreton. Nadja, Parijs, N.R.F.
Om de bewegelijke, warme, volle massa heen,
die het leven is, sluit de rede haar netten van staal.
Er zijn er, die alleen die netten willen kennen, er
zijn er die het leven verkiezen. Toen de wereld
door den oorlog ontsteld was, weten een aantal
jonge mannen dit aan het stalen netwerk en zeiden
luid en herhaaldelijk dat er niets, niets, niet» was."
Dadaïsten werden ze genoemd; maar ze bleven
niet- bij hun radicale ontkenning, ze wenschten
tenminste het leven te hervinden en ze veranderden
van naam. Diep in' onszelf is de waarheid, in lagen
veel dieper dan die waar 't verstand zijn regelend
werk doet, verkondigden zy en noemden zich
bovenrealisten: wegens die diepe ligging ware
onderrealisten mogelijk even goed geweest.
Ze gaven voorbeelden van hetgeen ze zoo diep
in zichzelf dan vonden en het was volkomen onbe
grijpelijk. Lezers van deze kronieken kunnen weten
dat ik althans er zoo over denk. l) Thans heeft een
van hun voormannen (weer dezelfde) een verhaal
geschreven, dat over 't geheel wel degelijk te begrij
pen is. Maar het is een zeer middelmatig voort
brengsel. Ware het niet van een bovenrealist, 't zou
geen bespreking verdienen. Wat in het 'verhaal
een verstaanbaren zin heeft, is alledaagsch en in
onfijne taal bovendien nog gegeven. Wat naar
schijnbare toevallen verwijst en het betoog ten
doel heeft dat ongerijmdheid" zin kan hebben,
is boeiend in Nadja, maar onthoudt ons bevredi
ging, tenslotte, omdat wij altijd weer vragen
welke zin 't dan is. Men mag ons dan tweeërlei
ten antwoord geven: dat het gansche
buitenaardsche tevens in het aardsche te vinden is, en dat 't
dooi- Nadja wordt aangeduid het eerste is
mogelijk en zelfs: ik geloof het; maar het tweede
lijkt een willekeurige bewering.
In de diepte van al wat ons reeds nu is gegeven
zoeken naar de waarste waarheid, geen beter
streven. Maar wie dat deed, wie toen meende
gevonden te hebben, maar tevens besloot alle
redelijke duiding na te laten, moet zwijgen. Hij
zal nooit iets anders produceeren dan een curio
siteit. En als hij tendeele toch weer redelijk gaat
verhalen, is hij. zichzelven ontrouw en levert iets
wat als-kunst niet voldoen kan.
1) Dit blad van 28> Februari 1925. Van het daar
besproken werk, Manifeste du surrealisme, verscheen
zooeven een tweede druk\(Kra). Tegelijk kwam uit:
De nos oiseaux van Tristan Tzara, met teekeningeu
van Arp (zelfde uitg.). De teekeningen suggereer en
met zeer ongewone middelen menschelijke karakters
en stemmingen; wat de verzen van den opperdada
Tzara aangaat, ik begrijp ze niet en voel er niets bij
icaarmee ik geen oordeel bedoel.
H.M. J. S. M
Qrootvts keuze.
U WSEN*S
. . STETSONfl
Een Nederlandsch studie-centrum
te Parijs
door H. G. Cannegieter
DE naam van Eiuilo Deutsch de la Mem-the zal
in de geschiedenis van het Parijsche
studentenwezen met gulden letteren gegrift bly ven staan.
Deze weldoener van de studeei-ende jeugd wilde
haar onttrekken aan het ongerieflijke kamerleven
der nauwe straten en ze overbrengen naar een
f risch en ruim oord, waar ze in hygiënisch en
aesthetiach zoo gunstig mogelijke omstandigheden in
onderlinge kameraadschap haar thuis zou kunnen
vinden.
Het Quartier Latin was reeds bezig, zich gaande
weg meer naar het zuiden te verplaatsen, waar het
óéne nieuwe laboratorium na het andere verrees.
Er was sprake van de vestingwallen'te sloopen en de
grond, die bij deze gelegenheid vrij kwam, ver
schafte gelegenheid tot het stichten van een
studentenwijk in grootschen styl. Tegenover het weidsche
park van Montsouris, waar in het Bar do, nage
maakt naar het paleis van den bey van Tunis
het Meterologisch observatorium is geïnstalleerd,
zou, te midden van tuinen en sport velden het
Tehuis moeten komen voor Fr ankrij k's studeerende
jeugd.
Deutsch de la Meurthe bood voor dit doel de
Universiteit van Parijs tien millioen francs aan en
zijn vriend Apell, rector van de Universiteit, wist
den Minister van Onderwijs te overtuigen van het
belang, dat dergelijk initiatief voor de betrokkenen
kon hebben. Het plan-Deutsch de la Meurthe werd
uitgangspunt voor een volledig program om het
moreele en materieele bestaan van de studeerende
jeugd te verbeteren.
Bij de wet van 27 Juni 1921 kocht de Fransche
&taat van de stad Parijs 28 hectares van het terrein
der bolwerken en vestingwallen terug en stond hij
dit terrein kosteloos af aan de Universiteit, om. zoo
als artikel l van genoemde wet het uitdrukt, de stu
denten ..in de beste materieele en morcele levens
voorwaarden" te huisvesten en om voorts dit terrein
in te richten ter bevordering van sport en spel.
Erkentelijkheid komt toe aan den toenmaligen
minister van onderwijs, AndréHonoi-at voor de
buitengemeene vlotheid, waarmee hij de stichting
van deze nieuwe instelling wist te bevorderen.
Op 9 Juli 1925 had het hoofd van den Franschen
Htaat het voorrecht de stichting Deutsch de la
Meurthe te openen, en hiermee 340 kamers ter
beschikking te stellen van de studeerende jeugd.
* *
Een tweede weldoener ontfermde zich over de
te Parijs studeerende Belgen. Het echtpaar Bier
mans?L'apótre stond uit vriendschap voor Frank
rijk en de Fransche cultuur maar tevens ten bate
van hun jeugdige landgenooten een gift van vijf
millioen francs aan de Universiteit te Parijs af
voor een gebouw, dat huisvesting zou verleenen
aantweehonderiBelgische studenten.Ookstudenten
uit Nederlandsch Limburg kunnen van deze
stichting profijt trekken, omdat de heer of me
vrouw Biermans (wie van beiden het is, ben ik
vergeten) uit Nederlandsch Limburg afkomstig is.
Voordat echter het Belgische gebouw, dat 220
kamers bevat, zou verrijzen, hadden de
Canadeesche studenten reeds hun home", dank zij
een vorstelijke gift van senator Wilson. In Juni '28
volgden de Argentijnen (75 kamers).
Zoo ontstond allengs in het tevoren eenzame
oord op de heuveleti, welke de hoofdstad aan het
zuiden begrenzen, de citéuniversitaire". Achter
eenvolgens kregen de Japanners (00), Amerikanen
(275), Engelschen (300), Zweden (40), Spanjaarden
<150), Armeniërs (58) en Indo-Chineezen (100) er
hun verblijf. Het cijfer achter iederen naam duidt
op het aantal kamers, dat de onderscheiden
tehuizen bevatten.
Met de Nederlanders mee, over wie straks nader,
beschikt de geheele kolonie in wording thans over
1913 kamers, waarvan 490 voor studenten uit
Frankrijk, 100 voor studenten uit de Fransche ??
,koloniën en 1323 voor buitenlandsche studenten.
Maar het complex breidt zich onbegrensd uit;
reeds zijn plannen in voorbereiding ten opzichte van
Denemarken, Griekenland, Noorwegen, Polen,
^Zwitserland, Czechoslowakije, Brazilië, Columbia,
<.'uba en Venezuela. Bovendien heeft ook vorst
Peter van Monaco een fundatie gesticht.
Bleven al deze nederzettingen' onderling afge.
sloten, de Cïtó Universitair*? do Paris zou nit-t
die cultureele en ideèele beteekenis hebben, welke
men haai- thans mag toeschrijven. Het universeele
belang van dit werk ligt in de internationale
gedachte, welke zich hier belichaamt. Want opzette
lijk heeft men aan die verschillende nationale
tehuizen de gelegenheid onthouden om elk voor
zichzelf te voorzien in hetgeen de studenten aan
voedsel, beweging en ontspanning behoeven.
Hiervoor dient een gemeenschappelijke instelling.
welke dus een internationaal karakter draagt, de
vertegenwoordiger* van de verschillende volken
behoedt voor eenzelvigheid en ze dwingt tot
verbroedering.
Door een gift van twee millioen dollars heeft
John D. Rockefeller Junior de Citéin staat gesteld
aan het gebouwencomplex een paviljoen toe te
voegen, dat bestemd zal zijn voor gemeenschappe
lijk restaurant. Dit restaurant wordt zoo groot,
dat het op n oogenblik duizend maaltijden tege
lijk afleveren kan. Vergader-, feest-, muziek- en
gymnastiekzalen. badhuis, bibliotheek, medische
kliniek, een hospitaaltje en een algemeen admi
nistratie-gebouw flankeeren dit internationale
eethuis. Ook de wandelparken en sportvelden zijn
gemeenschappelijk domein. Voor de bibliotheek
van de Citéheeft de familie Eugène Manheim
bereids een jaarlijksche rente van 9000 francs ter
beschikking gesteld.
Met behulp van particulieren en van den Staat
heeft de Citéthans zijn terrein allengs kunnen
uitbreiden tot een oppervlakte van 4(1 hectaren.
Dit geheele gebied heeft een eigen regeering ge
kregen, doordat noch de Staat, noch de universiteit
dp aangewezen lichamen zijn. om met de'vereischte
vlotheid zulk een nieuwe, in voortdurenden groei
verkeerende schepping te beheeren. Beiden hebben
hun gezag en belangen overgedragen aan de
Fondation nationale pour Ie développement de
la Citéuniversitaire, welke bij decreet van O Juni
1925 als van openbaar belang zijnde instelling
is gesticht. Aan dit lichaam blijft de bouw, de
inrichting en de exploitatie van de gemeenschappe
lijke diensten alsmede van de Fransche gebouwen
toevertrouwd. Bovendien verleent het zijn mede
werking bij het beheer van al het overige werk.
deze studentengemeenschap betreffend.
Nadrukkelijk heeft de Fondation ten plicht.
alles voor haar bevolking zoo goed en zoo goedkoop
mogelijk te maken. Aantrekkelijk is de geschapen
gelegenheid, om in dit phalanstère ook kostelooze
kamers ter beschikking te stellen, zooals men in een
ziekenhuis kostelooze bedden heeft. Tegen be
taling van een inkoopsom van 50000 francs ver
krijgt men het recht een student naar zijn verkiezing
met een dergelijke kamer te begiftigen. Verschillen
de openbare en particulier»» instellingen hebben'zich
dit recht verzekerd, zoodat er in totaal reeds 27
vrije kamers bestaan. Bovendien hebben ver
schillende instellingen als de Landbouwhoogeschool
en de Technische hoogeschool er hun eigen studen
tenverblijf laten bouwen.
Men kan niet genoeg de aandacht vestigen op
den volkenverbroederenden invloed, teweegge
bracht door het samenwonen in internationale
kameraadschap van zooveten. die straks elk in
hun eigen vaderland een leidende positie zullen
innemen.
? * * '
* ? ?
Hetgeen de Fransèhe studenten aan Deutsch
de la Meurthe en de Belgen aan het echtpaar
Biermans verplicht zy n, hebben onze landge
nooten te danken aan wijlen den heer Preyer, die
aan de Parysche universiteit een bedrag van zes
tig duizend gulden heeft geschonken voor n
Nederlandsch studententehuis. Onder leiding van
onzen gezant, Jhr. dr. J. Loudon, heeft zich een
comitévan actie gevormd, dat nogmaals zestig
duizend gulden bijeen heeft gebracht en zich bij
voortduring aanbevolen houdt voor de nog steeds
noodzakelijke aanvulling van het voor de stichting
vereischte fonds (adres: Nederlandsoh gezant
schap, Parijs. 85 Hue de Grenelte).
Aan het hoofd van den voorbereidenden arbeid
als directeur van het Nederlandsche studie-centrum
is de heer F. Vreede werkzaam, die, bijgestaan
door Jhr. W. F. A. Köoll, als secretaris met geest
drift en volharding do box waren liet hoofd biedt,
welke elke grootschc onderneming te overwinnen
krijgt.
Dit voorjaar is men met het bouwwerk kunnen
beginnen.
!)<> bouw van het Nederlandscho
studententehuis is opgedragen aan Ir. W. M. Dudok, den
directeur van Openbare ^'erken te Hilversum.
Het is «lezen voortreffelijken kunstenaar gelukt,
voor minimalen prijs een monumentaal
gebouwte ontwerpen, dat niet alleen volkomen aan de
gestelde eischen van gerief en hygiëne voldoet.
V;maar bovendien in zijn praktischen eenvoud
har^monisch is uitgegroeid tot een om zijn architec
tonische schoonheid en zuiverheid in het oog
loopend gedenkteeken. Van te grooter gewicht
is dit architectonisch welslagen, omdat juist het
Nederlandsche collegium" als 't ware de hoek
steen zal worden van de geheele studentenstad.
Een paar mededeelingen slechts óver de in
richting. Ons" gebouw, zooals wij, Nederlanders,
straks met voldoening zullen mogen zeggen, zal
aan studenten huisvesting verleenen. De honderd
mannelijke en vrouwelijke collegianten zijn onder
gebracht in twee afzonderlijke afdeelingen. die
beide op de centrale hal uitkomen. Deze hal, de
aangrenzende groote gezelschapszaal met
boekengalerij en podium voor lezingen en uitvoeringen.
de muziekzaal en de theegalery omsluiten een
stillen vijverhof, waarop tevens de boven de groote
zaal gelegen studievertrekken en een ruim
gemeenschappely'k atelier voor beoefenaars van de
beeldende kunsten uitzien.
Want onder studenten" verstaat men in de
Citéuniversitaire iets meer dan wat men er destijds
onder verstond, toen de studeerende wereld nog
slechts tot de traditioneele vijf faculteiten beperkt
was. Het samenleven van het intellectueele. het
technische en het artistieke element moet wel
cultureel bevruchtend werken in allerlei richting.
Het inwendige van het Fransche studententehuis
is een doorloopende tentoonstelling van moderne
kunst, waarvan ik noode kon scheiden. Schilder
en boetseerwerk van de inwonende jeugdige
artisten zelf versiert hier de vertrekken, hallen en
trappen, welker architectonische verzorgdheid
een kostelijke omlijsting verschaft. En welk een
heerlijk uitzicht geniet men door de intiem ingei»
bouwde venstets over de ruime omgeving mét haar
bosschen en heuvels !
Deze harmonische omgeving van schoonheid,
studie en rust, ook in het Nederlandsche gebouw,
waarin de gezinnen van directeur en secretaris een
sfeer van huiselijkheid zullen scheppen, zal als
contrast met de vermoeiende drukte van het
Parijsche stadsleven een weldadigen invloed uit
oefenen.
Hét Nederlandsche studie-centrum neemt ook
Nederlanders als huisgenoot op, die zich voor
verdere studie of voor wetenschappelijk onderzoek
te Parijs ophouden en eveneens Franschen. die
inzonderheid de geschiedenis en beschaving van
ons land en zijn koloniën bestudeeren
Ten slotte dit ter geruststelling van de tegen
standers, die nieenen dat men op deze wijze den
student alle bevrediging van de hem kenmer
kende bohemien-achtige neigingen zal ontnemen
en hem in zijn landelijke afzondering zal maken tot
den gerusten landman," wiens leven daar zoo
genoeglijk" heenrolt. De Citéuniversitaire krijgt
binnenkort een eigen spoorwegstation met
rechtstreeksche snelle verbindingen naar de hoofd
punten van Parijs. En zelfs op het oogenblik is
men in weinig minuten in de buurt van de Sorbonne
n het Quartier des Ecoles, of wil men: in de
buurt van de Rotonde en het Bal Bullier. Neen,
ook door zijn geografische ligging behoeft de Cit
student geen eenzelvig wezen te worden.
Zoo zie ik uitsluitend voordeelen en geen enkel
nadeel voor onze jonge landgenooten van beider
lei kunne, die straks door de stichting van dit
studie-centrum hun verblijf in Parijs zooveel
profijtelijker kunnen maken.
BRANDBLUSSCHER
,HOLLANDIA
SPANJAARD&C2
FABRIEK ESPANA
UTRECHT
i!
'S?
i H
i!'
: l
'i .'i
'i? '
!r
a p,
l