Historisch Archief 1877-1940
?'f;
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 OCTOBER 1929
No. 2732
DRAMA TISCHE KRONIEK
door Top Naeff
Het Xe«lerland»ch-Indl«ch Tooneel.
Wrootr jongen*, door Paul Oéraldy
HET lijkt een goede gewoonte t<- worden van
Oor Ruys om ons aan het begin van het
seizoen te onthalen op een voorstelling, die wegens
haar aard en qualiteit, ten opzichte van het
verdere repertoire min of meer hors d'oeuvre
blijft. En het goede ligt daarbij niet alleen in
de keuze van het stuk, maar in de erkenning dat
het gezelschap, ingesteld op een geheel ander
genre van tooneelspel, ook tot de intieme sfeer van
dit novellistisch-dramatisch werk vermag door te
dringen, terwijl de regie zich onderscheidt door een
allengs zeldzaam geworden bezonkenheid.
Verleden jaar was het Young * Woodley"
(Puberteit), deze herfst brengt ons een van die
mooie kleine stukken, waaraan het Fransche
repertoire rijk is: Les grands gare.ons," van
Géraldy. Het telt slechts n bedrijf en bewijst
daarmede nog eens, dat een tooneelstuk feitelijk
nooit langer behoeft te zijn om, naar den eisch
van al wat dramatisch wil werken, tot de kern te
stijgen en op te lossen.
Aan de traditioneele lengte van den tooneel
avond werd ditmaal gelukkig voldaan door het
oogenschijnlijk banaler voor zoover men de
dramatiek van het eeuwige echtbreukgeval op het
'tooneel een beetje moe is geworden maar in de
uitwerking van het gegeven niettemin
gedistingueerd en treffend dramaatje van Pierre Wolf f:
De verscheurde sluier," waaraan twee van onze
knapste actrices: Tilly Lus en Mien van Kerckhoven
-Kling, de eerste haar diep, de tweede haar
gracieus talent gaven.
Oéraldy is wel de Fransche schrijver, die ons
Hollanders in het bijzonder na staat. Zijn werk,
ouderwetsch naar den vorm en eigenaardig
omslachtig van. woorden hetgeen er een
persoonlijk en, als uitzondering op. den regel,
bekoorlijk cachet aan geeft raakt aan de
raadselen in den mensch. Het geeft gestalte aan
wat een ieder, op de oogenblikken dat hij uit den
levensroes ontwaakt, scherp of vaag in zich voelt
knagen als een onoplosbare puzzle: waarom de
menschelijke verhoudingen, juist tusschen
degenen,-die het zoo goed met elkaar vóór hebben
in liefde, vriendschap, huwelijk en gezin
als overgeleverd aan duivelsche machten, zoo
dikwijls leiden tot het tegenovergestelde van watv
men wederzijds beoogt en behoeft?
Géraldy kent misschien als geen ander schrijver
van zijn tijd, de grenzen van het gebied der innigste
gevoelens* en de natuurlijke, maar funeste reacties
zoodra deze grenzen in de stilte meer nog
dan door woorden - worden overschreden, zoodra
de een den andere ,,te na" dreigt te komen. Hij
kent den schroom hooghartig en armzalig tege
lijkertijd als den aartsvijand der
fynst-besnaarden. HU kent al de mysterieuse beklemmingen
van het genadig oogenblik, waarop wij slagboomen
laten vallen en de beste bedoelingen van het leven
om van onze eigene niet te spreken moed
willig vertroebelen; al die bijna caricaturale po
gingen van de ziel om zich in een andere houding
te doen gelden dan de eenvoudig-ware, waartoe
het geheel e wezen n seconde drong.... Om het
dan op te geven en zich ijlings te verschansen in
watPaulhan noemt: Lesmensonges du caractère."
Een karakter, dat deze leugens niet aan kan, trekt
zich terug, zwijgt en bokt, en hjdt zelf dubbel in
het bewustzijn van wat hij een ander, dien hij
toch liefheeft, lijden doet.
Zulk een verhouding tusschen twee elkaar
nabestaanden heeft Géraldy meermalen benaderd,
maar meestal stelde hij het conflict scherper en
; meer gecompliceerd, nml. tusschen man en vrouw,
?waarbij de sexueele driften het sterkst inwerken.
?In Groote jongens' gaat het tusschen vader en
: zoon, waarbij een vriend van den laatste als be
middelaar optreedt. Slechts drie mannen dragen
dit werkje, waarin wij bijna een uur bevangen
blijven, als ging het om ons eigen levenslot. Omdat
er een hart in klopt. Omdat hier, het mag dan
, een verouderd procédéheeten, de kunst der nu
anceering, der onnaspeurbaar fijne en diepe ver
deeling van licht en schaduw, de atmosfeer weef t,
waarin een eenvoudig, maar wijd om zich heen
grijpend geval, verstaanbare taal tot ons spreekt.
Naverteld, behelst het nauwelijks feiten: Een
weduwnaar, vereenzaamd in zijn werk en zijn
zorgen, die in zijn zoon zijn besten vriend zou
kunnen hebben, die voor Jacques niets liever dan
zulk een vriend zou willen zijn, doch den jongen
man geworden niet kan, niet durft naderen,
omdat hij geen denkbeeld heeft van wat'er in dien
gesloten mensch naast hem omgaat. En de zoon,
die den vader, een respectabel architect, op een
af stand schuw bewondert, maar zich in zijn gevoel
van kleinheid bokkig verschuilt, wijl hu, het mis
verstand van den wederzydschen schroom niet
vattend, den in zijn werk verdoken ouden heer
gebrek aan liefde verwijt. Zoo leven die twee
onder n dak, elk in zijn eigen kamer, schichtig
langs elkaar heenpratend bij een onvermijdelijke
ontmoeting, by' de minste aanleiding ia drift
tegen elkaar uitvallend, omdat het smeulend
vuur der wederkeerig opgekropte verwijten en
miskenningen nu en dan in een uitlaaiing, als van
den haat, lucht zoekt. De vader durft het domein
van zijn zoon niet meer te betreden zonder een
voorwendsel: Even de krant halen". En als de
oude man een oogenblik besluiteloos, als verwachtte
hij iets, blijft dralen, zegt de zoon in z'n verlegen
heid: Gaat u niet een eindje wandelen vandaag?"
' In dezen put zijn ze gedraaid, en er zou aan het
stuk vermoedelijk geen eind zijn gekomen, ware
daar niet de vriend geweest, een frissche, lieve
jonge mensch, om het verlossend woord te spreken,
dat een groote genegenheid voor beiden hem doet
vinden. Na vele mislukte pogingen, spreekt hij van
zijn eigen vader, die stierf toen hij vijftien jaar oud
was. Van den dood, die het leven, afgebakend,
minder gecompliceerd maakt. Na tien jaar praat
hij in zijn gedachten nog altijd met dien vader,
vertelt hij hem nog alles, van zijn vreugden en
nooden, waarin vader als geen ander belang zou
hebben gesteld.... En dit eenvoudig beroep op
de ondoorgrondelijke diepte der waarachtige,
onsterfelijke genegenheden, mist op Jacques zijn
uitwerking niet. Hij ziet in een flits zijn vader in
de plaats van den vader van zijn vriend, onbe
reikbaar voor altijd. En dan is er de wil, die het
zoeken naar den kortsten weg verlicht. Het liefste
wat hem vervult, het kostbaar geheim, dat sinds
jaren op zijn hart brandt: Yvonne 1.... nu kan
' hij het zijn vader toevertrouwen ! De vader wist het
heimelijk al.. Hij heeft nog maar zijn armen uit
te breiden en Jacques te zeggen hoe gelukkig het
hem maakt, dat het Yvonne zal zijn....
Deelgenooten in een groot geluk, eindelijk kameraden.
Blijdschap op het tooneel, echte blijdschap,
geboren uit druk, is aangrijpender dan smartelijk
heid. En zoo deelden ook wij-?ietwat met ons
zelf verlegen in dit tooneel-geluk van Cor Ruys
en Jan C. de Vos Jr.
Warm hartelijk spel van beiden. Men kan de
figuren een weinig anders opvatten dan zij deden,
de vader iets minder onderworpen, de zoon, vooral
in den aanvang, een graadje minder cru.... De
schrijver is in zijn opzet zelf aarzelend geweest,
hij forceerde eenigszins de middelen om tot zijn
doel te geraken; tot hij op gang was. Hier lagen
voor de spelers de voetangels en klemmen. Maat
niettemin wonnen zij volkomen het pleit.
Een buitengewone "plaats neemt in het oeuvre
van Géraldy dévriendschap in. Men moet tot
Shakespeare gaan om een voorbeeld van dergelijke
mooie, zuivere mannen-vriendschappen te vinden.
En dan komt er by Géraldy nog die beminnelijke
inslag van mannelijke beschroomdheid in
gevoelszaken bij. In een van zijn beste werken: Robert
et Marianne," zegt de eette vriend tot den anderen:
Ik zal het ja vértellen maar draai je dan om..
tot ik uitgesproken heb'."
Gaven de tooneelaanwy zingen ook voor de
vertooning van Groote jongens" iets dergelijks
aan, of wendde Louis Borel in het uur der vriend
schap intuïtief zich af van Jacques, om hem,
toen hij eindelijk begon te ontdooien, het
zichuitspreken gemakkelijker te maken? Ik ben
geneigd 'het laatste te gelooven, op grond van de
geheele opmerkelijk fijngevoelige vertolking van
deze jonge vriendenrol.
Fransche boeken
door Joh. Tielrooy
M. Constantin?Weyer, Un homme se penche
sur son passé. Parijs. Rieder, 12 f r.
Menigmaal is de prix Goncourt om minder
goede redenen toegekend, dan in!928. Un homme
se penche uur son passéis niet persoonlijk, maar wel
evocatief geschreven. De gegevens waaruit dr
intrige is opgebouwd, minnenijd en ouderliefde,
missen nooit hun werking; ook hier niet. Bijzonder
heden over het leven van farmers, van
paardenen huidenkooplui in een ongerept en ruim land
als Canada verneemt men altijd met genoegen.
Men leest over lange tochten in de sneeuw, over
den dood van een der tochtgenooten, niet zonder 't
zelf koud te krijgen en aan de broosheid des levens
te denken, en men gevoelt er zich ontroerd, maar
tevens aangenaam veilig bij. Bij het relaas van
zooveel kranige prestaties, niet door ruwe kerels
verricht, maar door mannen van de daad, die
tevens lettré's zijn, vermoedt de rustige lezer dat
mj meer zou kunnen dan hij somtijds wel denkt,
als 't er op aan kwam, als hij eens op uitgestrekte
velden door wolven vervolgd werd. En al die ver
schillende spreekwijzen, die Canadeesch-Fransche
gewesttaai, geven hem een heel genoeglijk vermaak.
Het oorspronkelijkste van dit boekje, datgene
wat het langst in ons geheugen resoneert, is echter
het telkens terugkeerend motief: Natuur is even
wreed als weldadig, Natuur is liefde, maar ook
strijd, moord, vernietiging. Welbeschouwd is de
overtuigende verwoording van dit motief de eenig«
reden waarom men dezen keer met de keuze der
jury eens van harte kan instemmen.
AndréMalraux, Les conquérants, roman,
Parijs, Grasset, 12 f r.
Een machtig boek.
Revolutionair China onder leiding van de
Bolsjewisten, nu eenige jaren her.... Het ongetelde gele
volk krioelt en spartelt, stelt zich woedend te
weer tegen het als een enorme schaduw oprijzend
Engeland, dat Hongkong in zijn greep heeft, en
een klein getal Russen wil het bijstaan ten bate
weliswaar van Rusland's eigen nieuwe geloof en
Rusland's eigen grootheid. Enkele figuren maken
zich los uit de mierenmassa om en by Canton:
Hong de terrorist, die zooeven van Europa geleerd
heeft dat hij bestaat als individu; Tcheng-Dai, de
oude idealist, die geweld schuwt, in recht gelooft
en die altijd beleefd is. En Hongkong wordt stil
gelegd; in Canton wordt gemoord, geëxecuteerd,
gevochten; auto's met soldaten op de treeplank
voeren haastig leiders door de stad. Om allen en
alles heen is stof en hitte; helle schittering, geen
kleur; nooit stilte. De mannen zweeten, ventilators
gonzen.... We zijn in een tropische stad.
De Rus Borodine ziet zich als man van actie,
denkt zich van het oude, Europeesche individualis
me te kunnen bevrijden; de hoofdleider Garine,
half Rus, half Zwitser, meent beter te weten, ge
looft, dat de Europeaan tot individualisme zonder
appèl gedoemd is. Wat hij wil is macht, succes in
het ageeren, maar hij kent geen redenen die buitea
hemzelf zouden liggen voor dit ageeren, dat hem
spel is. Actie zonder geloof.
Een machtig boek: door de psychologie van dezen
Garine en door de epiek der driehoeksverhouding
China?Rusland?Engeland. Een belangwekkend
boek voorts: door de andere mensenfiguren, de
tafereelen, ,de atmosfeer. Malraux schreef tevoren
het subtiele, diepgaande, meer abstracte boek over
China: La Tentation de VOccicentl). Thans is het
werk dat hij gaf sterk-beeldend.
Het eenige wat ik betreur is, dat het
historischgebeurde in dit werk niet gemakkelijk van het
fictieve te onderscheiden is.
1) Zie dit blad, 23 April 1Q21.
:-~- BRANDBLUSSCHER
HOLLANDIA
fet SPANJAARD&Ce
TAHRIEK ESPAMA
UTRECHT
No. 2732
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 OCTOBER 1929
Wetenschappelijke Varia
Blauwgas, helium en
waterstofgas
door Dr. P. van Olst
VROEG uf laat krijgt een mensch altijd berouw.
Zoo heb ik ook berouw gekregen, dat ik mg u
correspondenten zoo onbeleefd behandel en hun
belangstellende, soms streng afkeurende brieven
zoo lang laat slingeren op mijn werktafel, eer ik
er op reageer. Een enkele keer wordt deze ondeugd
beloond, zooals ik ondervond toen ik een belang
stellend lezer, die mij op een fout attent maakte
niet dadelijk antwoordde en daardoor een tweede
brief kon ontvangen waarin hij mij meedeelde dat
hijzelf zich vergist had. Maar dat gebeurt niet
dikwijls. Daarom heb ik thans berouw. Berouw
komt steeds te laat, maar ik geloof, dat hierop
uitzonderingen zijn toegestaan door den hemel.
De abonnéA. T« uit G., die mij 8 Sept. 1.1. schreef,
zal deze hemelsche rol wel willen spelen.
Hij deed my eenige vragen over Zeppelin
details, en ik beantwoord deze vragen hier in deze
rubriek, omdat er ongetwijfeld meer menschen
belang in stellen. De inrichting van een Zeppelin
te beschrijven, dat eischt te veel plaats. Het grond
idee is wel aan te geven. Een bestuurbare ballon
mag geen plooien of deuken hebben, zooals een
gewone ballon door gasverlies spoedig ve toont.
n glad oppervlak, dat ook glad blijft is op ver
schillende manieren te bereiken; bij een Zeppelin
is het verkregen door de ballon op een peul te
doen Ujken. Dit wil zeggen: net als de doperwten
in een gezamenlijk hulsel, de peul, zitten, bevinden
zich bij een Zeppelin de eigenlijke ballons, die met
waterstof gevuld zijn, zich in een grooter, langer
ballonhulsel, dat gemaakt is van een licht metalen
geraamte, overtrokken door ballonstof. Uit den
aard der zaak is dit buitenhulsel steeds glad en
gaaf, zelfs al verliezen de er binnenliggende bal
lons een deel van hun gas-vulling, zoodat zij plooien
vertoonen.
De vulling der ballons geschiedt met waterstof
gas, dat in iedere gewenschte hoeveelheid gemak
kelijk te bereiden is door electrische ontleding
van water, waarbij uit n liter water ruim twaalf
honderd liter waterstofgas verkregen wordt, dus
een en een kwart kubieke meter. Waterstofgas
heeft de onaangename eigenschap om zeer brand
baar te zijn en met lucht gemengd heel gemakkelijk
ernstige ontploffingen te geven. Vandaar dat
aan boord van een Zeppelin rooken nog strenger
verboden is dan aan de leerlingen op school.
In den grooten oorlog hadden de Zeppelins veel
last van hun lichte ontvlambaarheid. Men kwam
toen op het idee om wel de binnenbalons met
waterstofgas te vullen, maar de ruimte tusschen
deze ballons en het buitenhulsel met een ander
gas, dat niet brandbaar was en zelfs brandende
voorwerpen uitdoofde, bij v. stikstof gas of
koolzuurgas (kooldioxyde), wat echter het nadeel had den
Zeppelin zwaarder te maken, zoodat bij eenzelfde
Zeppelin-inhoud het draagvermogen afnam. Beter
zou het daarom zy°n als het waterstofgas geheel
uitgeschakeld werd en vervangen door een andere
ballonvulling. Deze is dadelijk te vinden in het
helium, een gas dat werkelijk geknipt is voor
ballonvulling.
Immers: helium is een zoo verwaand en zelf
genoegzaam element dat het met geen ander
element zich scheikundig vereenigen wil. Dit wil
dus zeggen, dat het zich pok niet met zuurstof
verhulden wil, m.a.w. onbrandbaar is. Bovendien
is het soortgelijk gewicht van helium ook zeer
gering. Het gas is weliswaar niet'zóó licht als water
stofgas, waarvan een liter slechts 0.0806 gram
weegt (een liter lucht weegt ongeveer 1.3 gram)
maar toch veel lichter dan lucht, Want een liter
helium weegt 0.1782 gram. Het is dus twee maal
zwaarder dan waterstofgas, maar toch nog zeven
maal lichter dan lucht. Als men nu rekent dat
gewoon lichtgas gaarne als ballon vulling gebruikt
VLOSSEN
OCecsrcVARinAS
Nederland, land der Vrijheid
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
La Liberté'. . . . . c'est Moi
is, hoewel het slechts twee a twee en een half maal
lichter is dan lucht, dan blijkt helium toch een
pracht-ballonvulling te zijn. Waarom gebruikt
men het dan niet? Eenvoudig omdat het veel te
duur is. Hoewel dit gas eerst op de zon ontdekt is,
dus op 150.000.000 K.M. van ons af, heeft men
het later op aarde (dus onder onze neus !) ontdekt
niet alleen in den dampkring, maar eigenlijk
overal en in alles, maar helaas in zeer geringe
hoeveelheden. In de lucht om ons heen zit slechts
n tweeduizendste percent helium. Toch heeft
men het uit de lucht afgezonderd, gebruik makend
van de uiterst lage temperatuur waarbij dit gas
vloeibaar wordt. Alle andere bestanddeelen der
lucht worden veel eerder vloeibaar, zoodat na
verwijdering hiervan, vanzelf helium overblijft,
helaas echter nog gemengd met andere zeldzame
gassen, waarvan het pas door ingewikkelde be
werkingen te scheiden is. Praktischer is het om
helium te bereiden uit verschillende mineralen,
waarin het voorkomt, maar vooral uit verschil
lende brongassen, bijv. by Aken, Wiesbaden en
Nauheim; in Amerika (Kansas) komen vindplaat
sen voor waar de brongassen nog veel meer helium
bevatten dan in Duitschland, nml. een derde
percent! Dit uitroepteeken beteekent niet alleen
hoeveel!", maar ook hoe weinig toch nog eigen
lijk !" De bereiding is daardoor nog zoo duur dat
een met helium gevulde ballon wel gebruikt is
door het Amerikaansche leger op het einde van
den grooten oorlog, maar niet in vredestijd.
Immers voor Mars is niets téduur, maar
voor Mercurius is alles haast te duur, evenals
vóór Minerva. Er zijn genoeg belangrijke projecten,
die niet uitgevoerd worden, omdat zij te duur zijn,
nml. juist zoo duur als ten slotte n dag
oorlogvoeren kostte I
Vandaar dus dat we met waterstof-Zeppelins
blijven reizen en ik vóorloopig niet meega omdat
ik niet zoo lang buiten mijn pijp kan leven.
Het blauwgas, dat de Zeppelin meevoert, is geen.
vullinggas, maar brandstof voor de motoren in
plaats van benzine. Blauwgas is een soort olie-gas.
Evengoed als men door droge destillatie (verhitten,
bij afsluiting van de lucht) in een gasfabriek uit
steenkool. lichtgas maakt, kan men door droge
destillatie ? van verschillende oliesoorten ook gas
mengsels krijgen; men noemt deze mengselsoliegaa.
Past men dit procédétoe bij relatief lage tempe
ratuur, dan krijgt,men het blauwgas, dat gezuiverd
wordt en vloeibaar wordt gemaakt onder n druk
van honderd atmosfeer. Het is dan een vloeistof
EJJMEUI
MEI
MEUBELEN
KER
II
i
l f\ P ARKSTRA AT
HJDEN MAAG
die uiterlijk op water lijkt. In stalen c vlinders
wordt het meegevoerd. Het is een brandbaar gas,
met lucht gemengd ook explosief, dus geschikt
voor motoren. De hitte, die het oplevert is zeer
groot (15000 warmte eenheden perkub. cM.), wat
belangrijk meer is dan by' benzine. Bovendien
behoeft het niet eerst versproeid te worden zooals
benzine, eer het verdampt; zet men de cylinder
open dan ontsnapt het blauwgas dadelijk als gas
en behoeft alleen met lucht gemengd te worden
om ontplofbaar te zijn in den motor.
Hiermee is tenminste n abonnévan mijn
geweten af, naar ik hoop.
i.
. i
:1
H. RAHR
MUZIEKHANDEL
Violen © Snaren
Achter S t. Pi e t er 4
Utrecht TeL 443
PIANO'S
Nieuwe Uitgaven
Daer Slae Gheluck Toe1', een verhaal uit den
tachtig jarigen oorlog, door Lettice, M. Cooper. Van
Holkema en Warendorf, Amsterdam.
Palle Jarmer, uit het Deensch door E. Koefoed
Pennings, van Holkema en Warendorf, Am
sterdam.
Voor den Stroom en op de Klippen, door J. C.
Mollema. Haarlem. Tjeenk Willink en Zn.
Fondsen-Administratieboek, samengesteld door
J. Mendes da Costa, Amsterdam, J. H. de Bussy.
De Ramp van Heikamp, door L. Boer Hz. met
een woord vooraf van Prof. Mr. M. W. F. Treub.
Haarlem, Tjeenk Willink en Zn.
TUYNENBURG MUVS