Historisch Archief 1877-1940
<;;
J i
i
DE DRIE STUIVERS OPERA
Anna Sdblairottes
Oost Xederlandsrh Tooneel
C'entraal Theater
DAT er een achttiende-eeuwsch stuk bestaan
heeft van een zekeren heer John Gay, voor
en door bedelaars gespeeld, doet niets ter zake.
(Jij moet U voorstellen, dat het schorum van
..Nachtasyl" eens een vroolijken dronk heeft en
een
niet om
een moord voor een bruiloft, dat schildert waan en
werkelijkheid tesamen tot een primitieve fantasie
iler zinnen: een vloek hier en een lied daar. en heel
démoord van Raamsdonk tegen dien ongewilden.
vurig-triesten achtergrond van menschelijke ellende.
Dit werk is het intellectueele gewrocht van den
Duitscher Brecht en den Nederlaudschen regisseur
Defresne. Maar beiden?de Duitscher vooral
zijn er' voortreffelijk in geslaagd om de
improvisatorische-411usio voor en door bedelaars" te
behouden. Met alle fouten is dit een opstandig
stuk: de echo van de straat weerklinkt erin.
De historie is wonderbaarlijk, omvangrijk en
afwisselend. Kwaad wordt met kwaad vergolden
en beurtelings heeft de koning der bedelaars en de
koning der moordenaars de overhand. Dat wordt
ons telkens op een onhandig op een doek gekalkt
zinnetje voorgehouden, opdat wij het duidelijk
zullen weten. Dit is prachtig, dit is een botsing
en een samengaan tegelijk met tooneel en natuur,
een anarchie van vele stijlen met duizend mogelijk
heden tot dat eene noodige: tooneel. Dat de her
haling van de kerkerscène met Maccie den Steker,
zijn vrouwen en zijn vriend-vijand den Sheriff
een fnuikende misvatting is, dat de tafereelen in
den bedelwinkel te vaak gebruikt worden om de
aandacht te boeien, dat er in de hecle middenmoot
een vlaag van inzinking over deze kermis der
miserabelen trekt, dat alles is zelfs niet in staat
om de illusie te doöden: kapitale fouten worden
hier overschaduwd door kapitale deugden. Het stuk
leeft op zijn dievenpraat en op zijn prachtige
balladen, parodieën, speechen tot hét publiek,
waaronder er zijn de n plaats van"
song, de zeemansballade, het soldatenlied, de
ballade der gehangenen die men met goud
stukken op het tooneel zou willen onthalen.
. . '' ; * * ?. ? ?
' -?',???' ?..?*,. ' '.'..?
Eén voorstelling als deze stelt aan leiders en
spelers bijna onmogelijke eischeh. Ik heb dit stuk
tweemaal gezien: in een onvoldoende voorbereide
en gerekte'première en in een zeer belangrijk ver
beterde en verkorte achtste voorstelling. Er zijn
momenten die onvergetelijk blijven: het lied van
het echip met acht zeilen en tachtig kanonnen"
dat Willy Haak op naar bruiloft zingt: zoo zuiver,
zoo blank, zoo vlijmend, dat men stil is daarna*
VAN DER HELST SIGAREN
GOEDE SIQABBR IH BEH BESCHAAFDE VERPAKKIIO
Opgevoerd door het Oost-Nederl. Tooneel
onder regie van A. Defresne
Teekeningen voor de Groene Amster
dammer" door V. E. van Uytvanck
Kr zijn typen als kostbare («uignol-prenten: Jules
Verstraete, Anna Sablairolles vooral, Polkert
Kramer als een groot en somber varken", Marie
van Warmelo..Er is, minder doordringend maar bij
wijlen zeer knap spel geleverd do.or den clownesken
souteneur van Dick van Veen, de Jenny uit de
Steeg van Charlotte Kohier en .den Sheriff van
Albert van Dalsum. Er zijn mislukkingen daar
naast, er zijn liederen, die niet inslaan, intellec
tueele reminiscenzen in de regie waar men eer een
soort barbaarsch Volkstooneel zou verwachten.
Het is een voortdurend dooreen van hoog en laag,
van schitterende vondsten en doode plekken. Maar
het is nutteloos te dótailleeren, omdat de
hoofdindruk zich niet verdringen laat t deze
Driestuiversopera is een bloeiend brok tooneel in text, lied,
regie en spel, een veelal gelukkig mengsel Van
pret zonder reden en triestheid zonder sentimen
taliteit, wettenloos, lawaaiig en ongaaf. Maar op
ons duf tooneel een daad, die gezien mag, en moet
worden.
HENRIK SCHOLTE.
,.Bedelaartt"-nuiKi<>k
JOHN Gay en Dr. Johann Christoph Pepush
maakten samen in 1727 een libretto met muziek
dat zij ..The Beggar's Opera" noemden. De titel
bewees reeds de charge, den parodistischen opzet:
een opera van bedelaars voor bedelaars. De tekst
hekelde van allerlei en Pepush zocht de populaire
wijsjes bij elkaar voor de coupletten: het geheel
voorzag hij van een ouverture van eigen makelij.
Voor de Duitsche bewerking schreef Kurt Weill
k.. En het geval werd nu de
..Dreigroschen)perv 'ge^b1^d,^^^^e^^uiysBiS^iipera'', zjaoaU^
het ten onzent heet n de opvoering," die- het
Oost Nederlandsch Tooneel er in het
C'entraaltheater van gaf.
Over de muziek van Weill wil ik het hier hebben.
Het is een ..jazz'''-muziek, d.w.z. de muziek stamt
rythmisch uit den ..deun" (dreun !) van onzen tijd.
Dit rythme, dat al gemeengoed voor onze ooren is
geworden, had bovendien het voordeel, dat het een
gemakkelijker houvast bood voor het zingen door
acteurs, die met de opera over het algemeen al heel
weinig te maken hadden en die opeens tot zangers
en zangeressen moesten worden omgetooverd.
Maar ,,dans"-muziek, die kan het meerendeel van
de menschheid meevoelen en het rythme desnoods
met schommelende heupen en knieën onder het
zingen vasthouden. Dat was psychologisch juist
gezien. En aldus deed Kurt Weill, toen hij do
muziek bij de coupletten ging schrijven, zuiver
blijvend in den oorspronkelijken opzet, die geen
opera beoogt, maar een tooneelstuk met liedjes,
alleen of in koor gezongen. Zijn muziek behield ook
het juiste niveau, dat de muziek bij een dergelijke
gelegenheid moet hebben: de wijsjes bleven in het
karakter van deuntjes, die door ieder gezongen
konden worden zooals hy gebekt was. En dat is
muzikaal een veel knappere prestatie dan zij willen
inzien, die de muziek niet erg belangrijk" vonden.
Slechts een enkele maal waagt Weill zich, om een
bepaald effect, aan een fuga (aan het slot) of aan
een choraal. Verder blijft wat gezongen wordt
eenstemmig. Ik kan deze deuntjes"-idee van
Weill niet anders dan zeer juist vinden en vind
die verre van banaal, te meer waar zij het bij dit stuk
atmosferisch voortreffelijk doet n haar jazzvorm
suggestief de triestheid van het leven der laagste
klasse" met haar kroeg-, achterbuurt- en
danslokalenstemming oproept.
Er zjjn in de muziek uitstekende nummers.
Al dadelijk dat liedje, waarmee de liereman in het
eerste bedrijf inzet en dat later nog eenige malen
terugkeert, met zijn melancholieke a tegen g, een a,
die men in de herinnering niet meer kwijt raakt!
Andere voortreffelijke nummers zijn Polly's liedje
van de zeerooversbruid" (fascineerend door Willy
Haak voorgedragen, en een opmerkelijk staal van
Weill's talent om een banaal aandoend refrein
net nog tot muziek te maken), de tango-ballade van
Polly en Maccie de Steker, het kanonnenlied. En
door alles heen, die pijnujk-schrille toon, die een
vermenging is van tonaliteit met atonaliteit. Neen,
hoe meer ik over die muziek nadenk, hoe meer
waardeering ik er voor heb als een zeer geslaagde
Jules Verstraete
schepping zoowel in rythmisch als melodisch
opzicht uit de elementen van onze hedendaagsche
populaire muziek. Bijna symbolisch werkt die op
stelling van twee saxophonen tegen een bordpa
pieren ajshtejgrond van orgelpijpen !
«iWeill' scïu^e^zj^^uZtek-;**^
een sobere samenstelling: kléfe flirtten", all-, tenor
en sopraan-saxophoon en andere blazers, banjo,
slagwerk, klavier, en harmonium: twaalf man^
Vooral de klank van sommige instrumenten werkt
op bepaalde momenten zeer suggestief.
Voor het muzikale gedeelte bij de Hollandscho
opvoering kan men niet anders dan ^aardeering
hebben, gezien de zware taak, die hierbij zoowel
aan het orkest als aan de muzikale leiding ten deel
viel.
Richard CrookM
Amsterdam heeft den grooten Amerikaanschen
tenor gehoord en het heeft hem een triomf bereid.
Ik voor mij kan dien triomf echter alleen aan zij n
stem, niet aan zijn grootheid als kunstenaar toe
schrijven. Deze stem beschikt over klankmiddelen
en effecten, die bij een allereerste hooren stil van
gespannen luisteren maken: die teederheid van
den klank hoort men niet vaak. Met zijn stem
werkt Crooks op een verbluffende wijze, die aan
vankelijk zelfs weet te ontroeren. Maar wanneer
men hem langer hoort, wanneer men ervaart
hoe die stem feitelijk buiten het innerlijk om
zijn treffende effecten bereikt, wordt men wafc
spijtig en men luistert alleen naar den klank van
zijn geluid, niet meer naar zijn voordracht:
Stradella, Strauss, Rachmaninoff, het blijft allemaal
hetzelfde. Daarom, Crooks deed er wijs aan ons
maar een heel kort concert voor te zingen: niet
ieder laat zich blijvend door een stemgeluid alleen
in verrukking brengen, zelfs wanneer er met het
grovere pathos van den operazanger gezongen
wordt; welk pathos Crooks feitelijk een plaats op
het tooneel, niet op het concertpodium aanwijst.
En met de opera-aria besloot hij: Zoo behield
Crooks. den triomfalen aftocht voor zich.
CONSTANT VAN WESSEM
Smalfilm Amateur-Kinematografie onder
Kino-teohnivohe leiding van Joris Ivens
FOTO., PROJECTIE--EN KINO.HANDEL"
CAPI
115 KALVERSTRAAT AMSTERDAM
QENERAAL FILMO AOENTSCHAP
BU QAPI vakkundig» raad en voortlohtlno.
No. 2732
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 OCTOBER 1929
BIOSGOPY
door L. J. Jordaan
Fox* Movletone Folllea 1920.
Lieve Papa,
O, wat vind ik 't dolktjes, dat ik
maar een Eenvoudig Klein Meisje ben !
En U en Ma en Oom Dorus en Tante
Pietje allemaal Eenvoudige
Burgermenschen ? Die-Geen - Verstand ? Van-Kunst
-Hebben. Ik schrijf dit, zooals U ziet
met hoofdletters, want ik weet sinds
cenigen tijd, dat 't een eeretitel is.
Vroeger dacht ik wel eens, als U twaalf
maal op een avond Yes, we have no
banana's" op de phonola speelde en
tante Pietje bij de Vijfde Symphonie
zoo hard snurkte, wat de menschen om
ons heen wel moesten denken. Maar
gelukkig, daar ben ik overheen; heel
knappe heeren, die in de kranten
schrijven, hebben me gerustgesteld. Zij
zeggen, dat 't een eer is om geen verstand
van kunst te hebben! want dat je anders
een snob" bent. Wat een snob" is,
weel ik niet precies ik denk iemand,
die bij Beethoven wakker blij ft en niet van
een electrische piano houdt in ieder
geval iets heel ergs l Ik vind 't heel flink
van die krantenmeneeren, om dat zoo
maar ronduit te zeggen en ik denk, dat ze
er veel abonné's door zulten krijgen, al is
het daarom natuurlijk niet begonnen.
En als die muzikant beneden weer
tegen 't plafond stompt, omdat de radio
den heelen dag aan staat, dan moet U
..Snob !" tegen 'm roepen. Lekker l
Vandaag was ik bij Tuschinsky i n,
kwam toevallig naast neef Timotheus
te zitten, U weet wel, die engert, die
«tjgn^k&ititHunist js* ymdgt-ie van
?titsche films houdt en Jannitiffs riiefuit:
kan staan. Misschien w-ie wel een snob
- je kunt tegenwoordig niemand meer
vertrouwen. We zagen dan een filmrevue
en neef Thimotheus hield gelukkig zijn
mond. Hij was geicoonweg snoezig
de revue meen ik: allemaal bloote
meisjesbeenen en een droom van toiletjes.
Er wa# een erg komieke neger, waar we
allemaal erg om lachen moesten, omdat
je 'm heelemaal niet verstaan kon en
een schat van een jongen, zoo
echt-eenvoudig en zoo gewoon, dat je niet begrijpt
hoe er zulke menschen kunnen bestaan.
Ze zongen allerlei snoezige liedjes ?
soms erg aandoenlijk, over een baby en
zoo, waarbij de zangers op z'n
Amerikaanscfi, almaar van nee-schudden
soms vreeseltfk grappig, verbeel-je:
Cookey-Pookey" en?Toos8ey-Poossey"
.... om je 'n ongeluk te lachen l
En mooi dat 't was \ Een heel ballet
onder zee, in kleuren: zacht blauw en
rose en violet ik kreeg er gewoonweg
trek van in een stukje norico.
Toen we zestien 'liedjes gehoord had'
den, stond neef Thimotheus op en zei,
dat-ie 't niet langer kon uithouden en of
ik soms meeging. Maar ik gaf 'e»n flink
de volle laag en zei 'em vierkant in z'n
gezicht, dat ik bleef, want dat ik maar
een Eenvoudig Meisje was, Dat Geen
Verstand Van Kunst Heeft. Hij keek
me even verbaasd aan en zei, dat ie nooit
't tegendeel beweerd had. Tóen heb ik
Stik l" tegen 'm gezegd, dat erg fijntjes
en erg moedig was, vind U niet? Want
tegen een snob mag je alles zeggen. Hij
lachte en nam z'n hoed af wat weet
zoo'n man van een snedige repliek.
Hij was subliem de film meen ik.
U moet 'em vast gaan z\en en Ma en
Oom Dorus en Tante Piftje meenemen.
Wedden, dat ze wakker blijft?
Dag ouwe paps \ Een pakkert van.
je Miep
....Be film gaf uitstekend
«pel te zien.''
't Komt er misschien niet 'zoo heel
erg op aan, wat we over films schrijven
we worden er voor on» plezier
waarachtig niet heen gestuurd en de
krant moet toch vol, niet waar?
Maar ik ben 't gloeiend met in'n
collega's eens, dat 't gezeur over
die ruige, barbaarsche Russische
films" om maar iets te noemen, einde
lijk eens uit moet wezen. Niet dat 't
per se on-waar behoeft te zijn weten
we veel ? maar Russische films zijn
in de eerste plaats niet netjes en in de
is de deftige verzekering, dat ,,... .de
film uitstekend spel te zien geeft," of
volgens sommigen, horribile dictu,
,.puik" dito. Dit is met uw verlof
verdoemde nonsens. Noch de
uitmuntendste speler, noch het ,,puik"ste spel
maken filmkunst maken zelfs de
film. Dat doet de filmmaker, d.w.z.
de cineast, of als u niet goed tegen
dat woord kunt: de regisseur".
Van hem en van hem alleen hangt
tweede plaats schrijft'menig goed vak
man toch liever een elegante onjuist
heid, dan een platgetreden waarheid.
En we zijn, als 't er op aan komt, mis
schien nog afkeeriger van een ge
meenplaats dan van Pudowkin. Dus
weg met de ruige en wat dies meer
zij, Russische film !
Er zijn intusschen nog zpo'n paar
kranten-schrijfsels,
die eigenlijk ook
noodig opgeruimd
moesten worden, om
dat ze niet alleen
bleek van verveling
zien. maar daarbij
pertinente onjuist
heden bevatten. Ik
wil 't hier niet heb
ben over de devote
vereering voor den
imbeciel - die -
zich
niet-met-filmkunstophoudt en de luid
ruchtige verklaring
dat men er zelf niets
van weet. Dat kan
allebei waar zijn
arme kerels! Maar
je hebt van die f
razes, die zóó kennelijk
leege, zwaarwichtige
vulselözijn, als
valsche kuiten of opge
vulde schouders, dat
we ze niet snel genoeg
bij de ruige Russi
sche film kunnen
deponeeren. Een van
de geliefdste en daar
bij een van de ergste
het af, wat er van de film terecht
komt. De griezeligste
oogverdraaiingen, d^e liefelijkste glimlach, het meest
gevoelvolle gebarenspel missen, hun
effect ten eenenmale, wanneer de film
maker ze niet op de juiste plaats in
de beeldopvolging weet aan te bren
gen. Want de intensiteit, ja zelfs de
aard van iedere expressie wordt in de
eerste plaats be
paald, door den sa
menhang met het
voorgaande en vol
gende beeld. Dit is
het eerste, eenvou
digste, maar alles
' o verheerschende
grondbeginsel van de
filmkunst?ach nee,
pardon, van de
film-taal! Dit is de
beruchte, te dezer
plaatse uit den treur e
naar voren gebrach
te, montage. Mocht
het, wat de hemel
verhoede, nu nog ge
leerd of Filmliga
achtig klinken, dan
heb ik hier ^_
een paar "?. ~
aardige en
sprekende
voorbeel
den in en
kele prent*
jes. .
Om te
beschow in zijn eenvoud een geni
ale vondst, om de betrekkelijkheid
en ondergeschiktheid van het ..spel
element in de film te demonstreeren.
U ziet hier een meneer, een onbekende,
maar U kunt hem mijnentwege gerust
vervangen door Jannings of Torn
Mix of een anderen titan van het
witte doek" een filmspeler alzoo,
die in gedachten verzonken naar een
bepaald object staart. In het eerste
beeld, is dit object een bord ryst
in het tweede het lijk van een ver
moorden man in het derde een half
naakte, schoone jongedame. Opge
past nu: bedek de twee onderste
beeldreeksen en kijk eens aandachtig
naar den rijst-filosoof. Wat ziet ge?
Een doodgewone jonge man, wiens
gelaatsexpressie niets anders uit
drukt, dan de nuchtere vraag, of hij
't bordje rijst nog bergen kan. ja dan
neen. Dek nu de bovenste en onder
ste reeks af en verdiep u in het middel
ste drama. De nuchtere jonge man van
zooeven is een diep geschokt peinzer
geworden, verpletterd door de eeuwige
vraagstukken: dood en misdaad. Nu
de onderste reeks. Ziet ge wel, hoe
achter dit broeiende voorhoofd thans
wulpsche gedachten woelen in heftigen.
verbeten strijd met een beter ik?"
In alle drie de gevallen geeft
de film uitmuntend spel te zien." In
werkelijkheid keek de uitmuntende
speler wellicht naar een partijtje do
mino of naar heelemaal niets....
* * *
Het volgende voorbeeld is misschien
niet zoo eenvoudig, maar zeker even
treffend voor hem, die er gevoelig
voor is. Het geeft een aantal
..spelmomenten" van den virtuoos Emil
Jannings. Het zal u opgevallen zijn
hoe overtuigend en ongedwongen
baar exLexpressie van den
voorgaann^met-spelen^eTra^bnyrthl^r^v|*Men"
dank zij de compositie, d.w.z. dank zij"
den . filmmaker. Vergelijk daarmee
nu eens de contorsionnistische
gelaatsacrobatiek van den grootten film
acteur ter wereld: het is
gelaatsverwringing, grimas, pose \ Voor hem
bestaat noch een bord rijst, noch een
lijk, noch een vrouw voor hem
bestaat slechts.... de lens d.i. zijn
eigen dierbaar, belangrijk Ik. N n
krijgen we eerst recht ......uitmun
tend spel" te zien. Maar geen ryth
misch, logisch en expressief geordend
geheel geen film alzoo !
* : *
*
Tot slot een beeldstrook, die waar
schijnlijk tot geen enkel perscommen
taar aanleiding zou geven, nademoal
het traditioneele ..uitmuntende spel"
ten eenenmale ontbreekt en die
niettemin, of juist daardoor tot de
geniaalste stukken film behoort. .Het
is de menigte uit ..De laatste dagen
van St. Petersburg" bij het vernemen
van de oorlogsverklaring. Let eens op.
hoe het apparaat, zonder aan belang
rijke filmspelers te denken, zich
tusschen die menigte werpt door wis
selende camera-instelling in niet meer
dan drie beelden reeds de woelende, gis
tende, rédelooze driften der béte kudde
in suggestieve kracht realiseert. Dat
is nu film-, ziet ge, waarvan het zoo'n
onderscheiding is, niets af te weten.
En nu moet u eens opletten, hoeveel,
films nog,,,, .uitmuntend spel te zien
geven.... !"
gmnen een
grapje van
Leo
KuleGENEBAJLL AGENTEN TOOB
AMATECB-KrüO-UITKÜSTING
FOTO-SCHAAP & Co.
SPUI 8
AMSTERDAM
ff
'
jS
is
K
l:
n
?i