De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 19 oktober pagina 11

19 oktober 1929 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

?-' -i n * i ? * .* \f: ? f-T* ?W K< r ai i.a Ht ?pi1' F Irl 'fDE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 OCTOBER 1929 No. 2733 Speurders onder elkaar door Melis Stoke JA meneer, sprak de bekende heer X. maitvo d'hotel van het Charleston-hot el, men maakt heel wat mede in een werkkring als de mijne.... Dezer dagen nog was ik getuige van een buitengewoon belang rijke ontmoeting in ons tablisse ment. Tk behoorde w eigenlijk niet over te spreken, maar ach. nmaal Kullen de feiten toch door mijne m moires bekend worden, en waarom KOU mon dan wachten totdat misverstand en sagen zijn ontstaan.... ? Daarmede zou de geheele wereldoorlog voorkomen zijn.... De mémoires komen in het algemeen te lang na de gebeurtenissen... . om kort te gaan. van de week had mijnheer Ivans een rustig hoektafeltje besproken. Hij /ou slechts een enkelen gast ver wachten, zeide hij. en in afwachting had hij zich achter eenige palmen opgesteld in de hall van het hotel. Het kwam mij voor. dat hij eenigszins opgewonden was. (Jeen oogenblik zat hij stil. Telkens raadpleegde hij zijn horloge, en tot driemaal toe zag ik hem, tóen de draaideuren bewogen. een beweging maken alsof hij wilde opspringen. Wij zijn die houding wel gewend van gasten die tenslotte met een verheugd gezicht op een dame toestappen, maar mijnheer l vans is een zeer serieus man. en uit de wijnen, die hij besteld had begreep ik dat hij niet een dame maar ren mijn heer te gast verwachtte... . Eindelijk kwam de gast, en het was waarlijk de merkwaardigste ontmoeting die ik ooit in mijn loopbaan heb meegemaakt. De gast kwam niet gewoon naar binnen, maar kroop op handen en voeten, snuffelend langs den grond en met een buitengewoon groote lonpe gewapend, over onze tapijten. alsof hij een voetspoor volgde. De heer Ivans had een reusachtige Zei^skijker ter hand genomen en bespiedde van achter de pahnen elke beweging van den bezoeker. Toen maakte hij haastig eenige notities, raadpleegde een portret dat hij in de hand hield en wisselde toen een blik van ver standhouding met de juffrouw in de garderobe met wie hij van tevoren een lang gesprek had gevoerd op fluisterenden toon. Intusschen was de vreemdeling. al kruipend en snuffelend, tot op enkele meters van de palmen waar achter de heer Ivans verscholen zat. genaderd. Hij zou dezen ook, ont dekt hebben indien op dat oogenblik niet een chasseur toegeschoten ware. die hem verzocht had jas en .hoed te willen afgeven. Wat toen geschiedde duurde een fractie 'van een seconde. De chasseur bracht de kleedingstukken aan. de juffrouw van de garderobe. Deze consulteerde haastig het mono gram in de jas en de lettertjes in de hoed en wenkte met haar zakdoek naar den heer Ivans. Deze sprak..: Hallo.... waarde collega..!" Maar de bezoeker had zich reeds opgericht en zeide, bijna tegelijk: Mr. Ivans glad to meet you !" Het was duidelijk dat de beide heeren elkander nimmer tevoren ont moet hadden, en ik twijfelde een oogenblik aan hunne goede gezind heid jegens elkander, want nimmer zag ik twee mannen elkander zoo scherp, osberveeren als die twee. Zij deden ook anders dan ik heeren onder die omstandigheden ooit heb zien doen. De bezoeker greep den heer Ivans bij het been, bekeek die-ns schoenzool en prevelde: Uaha.... dus toch goed geraden.... de linkerhak is srheefgeloopen...." Toen , wendde hij zich tot zijn gastheer, en zeide: ..I* hebt hier elf minuten en zestien seconden op mij zitten wach ten.... het spijt mij..!" Mijnheer Ivans glimlachte een bee tje minachtend: Oude truc, zeide hij, ik zag u ondanks die valsche baard wel bij de ingang wachten zooeven.. Neen. neen, verstop maar niet die stopwatch in uw achterzak.... Zij is van voortreffelijk fabrikaat, maar leefdheidsfrasen te wisselen, maar plotseling sprak de gast met een tinteling van leedvermaak in het oog: Ivans gij moest er toch eens toe besluiten uwen ouden fox-terriër met drie pooten te laten afmaken. Het dier bezorgt u weinig vreugde en uwe oude huishoudster heeft het toch reeds erg druk.... !" Ik zag den heer Ivans een automa tische beweging maken naar zijn been, waarop inderdaad de afdruk van drie hondenpooten en eenige grijze haren zichtbaar waren. Hij bedekte die met. een servet en lachte. .,Ach ja.... ge herinnert u dat portret dat ik u onlangs zond.... De oude dame was echter mijne zuster die met haar ouden trouwen Bello op bezoek was.... Het Kleiderverwertungsgesellschaftsskandal. . . . Bt'rlijn heef l een KleidervertcertungsgeseUscha/t. . Men houdt daar van korte en kracMige taal, zoodat t/een vergissing of twijfel kan rijzen unitrent het bestaansrecht, het doel en de irijze, «len inkoup en verkoop. de irinst en* . '/ schandaal, . Men kleedt daar de machtigen aan roor een koopje, en aldus belastingbetalende»! uit; Men komt door de maehtigen matig te nieten de maal run moraal en volume te weten zoolang met het pak de begroot ing maar Men Huijdt en eoiijieert er en levert ei- staalt /es run groote behendigheid o w en tceer. Men stopt er onzichtbaar de scheuren en gaten, en la fit en verstelt financieel*- hiaten, en maakt naar den eiseh mei de Meeren den heer, , Men ireet er ook Itont voor de dames te maken .... zóó bont, dat tenslotte geen prijs ons verbaast. Maar hef gaat meestal soo bij bediening van dainrs, dat door mot en door sehadevergoedingsreelunies de >not het proces der ontbinding verhaast.,,, Jacquetten, coupletten en sniokings en rokken, roordeeliger dan de i'oordeeligste zaak voor goede en tromre relaties kan maken, lil ijken plots bij de mode ten achter te raken. Kr !# niet de coupe iets niet in den haak, ... Er ii'ringt u-at. Er knell icat. Er schijnt trut Ie spannen.. Kr kraakt wat, . Men vroeg u'at de fout toch n-eïwan. , En tnt blijkt inderdaad aan die kleurige Meeren ran dames en heeren een boel te mankeeren, ... En die massa mankeert in. . de stedelijke kas. . . . Daar staan nu de hoogsten en kostelijkst gekleeden, aan verdenkingen., bloot., en tot schande en spot. Hoe gekleed het ook is om een ambt te bekleeden, het staat minder gekleed om den tveg te betreden van de kleerenkast uit naar. .de kast-achter-slot . . . , Daar gaat nu de glorie der Tadellos Feinen" »s'o billig gekleidet, Tip Top und Feudal., De Ober- en Untere Gents, Kavaliere. . . . niet niets dan hun hemd om zich mee te versieren, in het Kleider-renceriungs-geseltscha/ts-skandul. . .. MELIS STOKE iets te groot oin te verbergen.... Tusschen haakjes, waarom hebt u mij geschreven dat u rechtstreeks van het station hiei'heen zoudt komen, terwijl u. blijkens het feit dat er een apennootje uit uw zak is gevallen eerst Artis bent gaan bezichtigen.. ?" Waarde Ivans lachte de gast met iets valsch in zijn oogen geen grappen onder collegas. Ik verwijt u toch immers ook niet dat ge* vanmorgen vermomd als kruier mijn koffertje naar het hotel hebt ge bracht.... ?" Deze mannen waren tegen elkander opgewassen. Hun korte gesprek boeide mij zoozeer, dat ik besloot eigenhandig de bediening van hun tafeltje ter hand te nemen. ' 55e begonnen de gebruikelijke beTusschen haakjes, waafom hebt ge dat grijze reiskostuum met het lichte vischgraatmotief niet aangedaan.. ? Wij zijn geheel onder elkander., l". De gast nam. een pluisje van de halskraag van den heer I vans, ont leedde het met zijn vischcouvert en sprak achteloos, als tot zichzelf i De bladen hebben mgn portret bij aankomst bevat.... Daarop droeg ik dat costuum inderdaad. Ik liet het chemisch reinigen om niet bloot te staan aan je flauwe opmerkingen over mijn reisgenooten. ...? en om niet, zooals ik thans zoo vrij ben van jou te constateeren, tot de erkenning gedrongen te worden dat ik des morgens kamergymriastiek op zolder doe om mijn buikje kwijt te raken.... Apropos, Ivans, hoe weet je dat ik meer van oesters dan van een uitgebreide Hors d'oeuvre houd?" Bliksemsnel zag ik de blikken van den heer Ivans naar het menu gaan, waarop de Hors d'oeuvre waren doorgestreept, en vandaar naar de deuropening, waarin de garderobe juffrouw, achter den rug van den gast en met een zakdoek in elke hand, seinteekenen stond te maken zooals die bij de Infanterie gebruikelijk zijn. Och, zeide mj, menschen die des morgens bij hun ontbijt slechts toast en ijswater gebruiken, om vervolgens niet met een auto dool» per tram naar den trein te gaan om in den trein mineraalwater te drinken en na aan komst te voet een nieuwe stad be zichtigen zijn in het algemeen niet gesteld op veel en zwaar voedsel.. Apropos, ge beleeft zeker veel genoe gen aan uw kleinzoontje dat een acht voor Chemie op zijn laatste rapport heeft, en hoe jammer dat ze uw huur in Bakerstreet willen opslaan. In tusschen is het een geluk dat ge u intijds hebt teruggetrokken uit de Margarine Unie...." Terwijl hij dit zeide keek hij inge spannen naar de gebaren der garde robe-juffrouw, maar intusschen keek de gast spelenderwijs in de holte van zyn lepel, en een fijn glimiachje speelde om zijn lippen terwijl hij sprak: .,..lk ben u zeer dankbaar voor uwe belangstelling, te meer waar ik van al die feiten geen geheim maak door mijn slordigheid om correspon dentie, tekeningen en tramkaartjes in mijn overjas te laten zitten.. Zeg Ivans. ik hoop dat die juffrouw daar achter mij bescheidener is dan jouw barbier, die blijkens dat nog natte zeepplekje achter je rechteroor ver raden heeft dat je je speciaal voor deze lunch hebt lat;en scheren, omdat je er vanochtend geen gelegenheid voor hebt gehad daar je gisteravond een hazendiner in Centraal hebt ge had, getuige die bourgogne vlekken op je revers en je keuze van licht* wijnen bij deze lunch...." Mijnheer Ivans keek peinzend voor zich: ..hebt u wel eens opgemerkt, vroeg hij, hoe onbescheiden?? kelner» zijn, wanneer ze worden uitgehoord. zooals bijvoorbeeld de ober van Central, vanmorgen door dien vent die beweerde reporter te zijn van het Politieblad.... Het is alleen maar jammer dat de reporter zijn valsche pruik achterste voren had opgezet..!" Aangezien het gesprek een voor mijn gilde belèedigende wending nam, wendde ik mij af. Het gesprek werd op fluisterenden toon voortgezet. l^aten we d'r mee ophouden," hoorde ik de heeren zeggen, en toen lachten .ze luid, en de gast riep: Mijnheer wil betalen want hij zoekt -zijn portemonnaie.... Nou, Ivans, wat zeg je van die laatste.... ?" Mijnheer Ivans brak los in een bulderend gelach. Mispoes, riep hij, een morphinespuit te voorschijn ha lend.... ik wou je alleen maar een pousse-caféaanbieden.... Ik zelf neem een cógnac-fine,. J" En terwijl de gast de naald in zijn benedenarm drukte, mopperde hij spijtig: Net of ik niet gemerkt had dat je geen geld bij je hebt..'.' En hij haalde een portefeuille te voorschijn met de letters van mijnheer Ivans er op. Je moet beter op je geld passen" zeide hjj droogjes en verzonk, door de werking van het gif aanstonds in een droomtoestand, waaruit hij pas scheen te ontwaken toen zijn gastheer eenige valsche neuzen ert snorren tv voorschijn halend, hem voorstelde gezamenlijk onherkenbaar vermomd ' en streng incognito een bezoek- te brengen aan het curieuse gebouwtje der firma Wijnand Focking.... No. 2733 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 OCTOBER 1929 UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Croquante Groquetjes door Alida Zevenboom J K had van de week op het Damrak bijna een paal boven op mijn hoofd gehad en toen een: vriende lijk heer me nefc op tijd er onder uifc had gehaald, zei een jongen achter me: nou, als die raak geweest was, had u meer sterretjes en lichtjes gezien dan er de volgende week branden zullen." Och, och, dat zal wat worden. En de een zegt dat meneer Philips het betaalt en de , ander dat meneer Wibaut een greep er voor in de gemeentekas zal doen en dan vertellen ze ook dat meneer van Aalst 50.000 gulden heeft beschikbaar gesteld en meneer Vissering niet veel minder en zoo navenant. Dat doet je hart als Amsterdammer, van ouder tot ouder, goed en dan moet je nog den tijd hebben meegemaakt dat ze vetkaarsen verkochten in de Sinter klaasstraat ik zie het winkeltje nog voor me en het winkeliertje dat' zelf net zoo vet en vies was als Mr AM, Jtx CRACKERS per blik,geheel gevuld met nostuksFl.35 een vetkaars, en dan heeft u ook zeker niet meegemaakt dat ze nog snot neuzen" brandden en heeft u wel eens gezien hoe mooi en rustig een patentolielamp brandt? Ik weet nog wel dat mijn moeder een slaper" op 't huis had, op het boven-insteek je, en die zei altijd als hij mij onder het licht van de patentolielamp zag ? zitten : juffrouw Zevenboom, uw dochter is net een fee, zoo mooi goud blond". Nu zit ik [onder het electrische licht van meneer Lulofs maar er zal niemand komen om. me te zeggen dat ik nog zoo prachtig goudblond ben en een fee ben of het moest een reiziger in haarverf zijn die me een dozijn flesschen Aureool" zou willen aansmeren. * * Och, och, waar bbjft de tijd en wat is n menschenleven toch rijk. Ik hoor nog de nachtwacht als hij bij ons, langs de gracht, kwam met zijn: elf heit déklok! Doe uit je vuur en licht." En' nu brandt het licht den heelen nacht of, het geen geld kost. Ik zie in de Vijzelstraat nog de lantaarns die aan een touw dwars over de straat werden opgeheschen en nu draait er een meneer aan een knop je in de Centrale" en gaat overal in, de stad het licht aan. Ik zeg wel eens tegen dat brutale kind van mijn nicht uit de Cotnmelinstraat, dat naar me genoemd is een heele eer voor tante, maar zy zullen er geen vet van soppen dat het niet weet in wat voor we reld het geboren is en als de jeugd van tegenwoordig zoo onopgevoed is en onhebbelijk tegen groote menschen, dan is' dat nergens anders door dan dat zij veel te verwend leven in een veel te verwende wereld. De heelèwereld is tegenwoordig niet anders dan draaien aan een knop je of een kraan. Heb je water noodig een kraan. Heb je licht noodig een knop, heb je warmte noodig een kraan, heb je muziek noodig een knop en stel daar nu eens onze jeugd tegenover, toen wij vuur moes ten halen in een test bij de water-envuur-juffrouw, toen mijn moeder water moest halen uit de schuit, die van de Vecht was gekomen en waarin soms een doode kat of een rat dreef, toen wij bij een kaarsje zaten of, als er visite was, bij de lamp en als wij muziek noodig hadden, nou-daar zorgde vader wel voor als hij Uit zijn humeur was of Zaterdags wat laat thuis kwam met zijn loon en moeder hem opwachtte. Wat heeft dat opgroeiend geslacht het dan goed en als ik Zondags zoo'n troep Jonge Zaaiers" of Roode Valken" zie, dan heb ik wel eens lust om ei' tusschen te springen en te zeggen dat zij niet zoo parmantig moesten doen en een toontje lager dieuden te zingen, want dat zij allang aan de kroep of aan de pokken of de roodvonk' zouden zijn overleden als ons geslacht niet zoo goed gezorgd 'had dat de wereld voor hen be- , woonbaarder was geworden.Maav u zou eens zien hoe ze me zouden uitlachen. ? *' ? * ' ? En nu heeft meneer Theo den mi nister gevraagd om onze lucht Zon dags gesloten te houden' voor Zeppe lins en ander luchttuig. Zie je daar herken je meneer Theo toch maar weer aan l Nog altijd even frisch en fel, ondanks zijn zeven en zeventig jaar l De kerk wordt toch al zoo belaagd door allerlei ondergrondsch gewurm dat wy dat' bovenluchtsch gedoe hier heelemaal niet noodig hebben. Zonder al die luchtschepen en vliegmachines is de mensen al hoovaardig genoeg en hij behoort op den grond,?? want anders had hij wel vleugels. Bjj het kruipend gedierte" zei het acteurtje van hét Plein, maar die is uit zijn humeur, omdat hij geen hoofdrol gekregen heeft. Dus die kun je niet tellen. Ik heb meneer Theo een briefje geschreven. Pat zal hem goed doen.. Schilderkunst Csac. Stedelijk Museum, Amsterdam Deze tentoonstelling komt te laat. Dat ligt niet daaraan, dat deze op zijn fransch-geintroduceerde verzame ling zoo weinig fransche namen draagt; zoo iets is voor ons kosmopolitisme geen beletsel, en voor onze onver vaarde lust het goede te kiezen geen bezwaar. Het ligt aan twee dingen, waardoor zij te laat komt. Het eerste is, en dat geldt het meeste, dat wij in Holland in een periode leven, waar het gevoel machtig is, dat de tijd der experimenten voorbij ging; dat wij, wat we in anderen konden vinden ons te helpen, gevonden hebben; dat het revolutionnaire dus voorbij-ging en dat wij in een tijdperk thans verkeeren, waarin alleen de persoonlijk heden in zich zeïven en door zich zelf verder groeien; wij zijn in het tijdperk der vruchten, en niet in dat der lentestormen. Daar is niets aan te doen. Dat tijdperk moet er ook wezen, dat wjj ons zelf bezitten in bezinning, al zou het hart, altijd onstuimigheid zoekend, zoo 'n tijdperk verkeerdelijk smaden; oogsten is een nobel werk, en wij oogsten. Dat niet allen op wie wij hoopten zoo vruchterijk blijken als wij hoopten of verwachten wanneer komt dat niet voor? En 1 daarenboven, .dit zij gezegd voor 't onrustig hart, er is in Holland geen stilstand; nieuwe persoonlijkheden met andere schakeeringen, met andersgeaard kunnen, verschijnen aan de kim, en bewijzen, dat er groei is, al. is er geen rumoer van, 't bij poozen noodzakelijk, oproer. Het tweede, waardoor deze tentoon stelling te laat komt, is, dat er daar niets is van zóó groote persoonlijkheid of vondst, dat wij opgeschrikt, onge rust zouden kunnen worden, en in den pluktijd, waarin wij zijn, zouden vergeten te plukken; dat vrij het zekere verlieten voor het lokkend onzeekre; dat voor een ver phantoom wij den boomgaard lieten zoo als hij is, en op den nieuwen akker gekomen, vergeten wat wij verlieten. Het is daarom ook, dat ik geen namen hier zal noemen, van wie in Esac ten toonstellen. A. PLASSCHAEKT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl