De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 19 oktober pagina 3

19 oktober 1929 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

?>. £? DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 OCTOBER 1929 No. 2733 V-i l Wereldstaatslieden STANLEY BALDWIN door Diplomaticus DE verpletterende nederlaag der conservatieven, tegenover Labour in Engeland bij de jongste verkiezingen geleden, heeft zeer de aandacht ge trokken en in menig land hetzij hoop, hetzij vrees levendig doen worden. Men vergete nooit dat Labour in Engeland niet is en nooit geweest is een eigenlijk gezegd so cialistische party." Het Marxisme heeft in Engeland nooit ingang gevonden; the Fabians" waren van ' den beginne af, ook in hun revolutionnaire dagen, een hervormingspartij, meer niet. Daarbij komt dat men nu het vrij langdurig conservatief bewind van 1924 af moede was en, met den zin voor sport diéonze buren aan de overzijde van de ? Noordzee kenmerkt, a fair chance wilde geven aan de andere partij. Welke zou dat anders zijn dan Labour? De liberalen waren allengs te zeer verzwakt om hun nog eenige kans toe te kennen op een stembusoverwinning, welke hen voor over neming van het Gouvernement in aanmerking zou doen komen. Een zoo wisselvallig en willekeurig man als Lloyd George is ook niet degene die een partij bij elkander en in onderlinge eendracht kan houden. Daarbij heeft hij door zijn hardnekkige weigering om rekening en verantwoording af te leggen van het millioenen-verkiezingsfonds der .; liberale partij menigeen van zich vervreemd. De flappers" een paar millioen jonge meisjes die voor het eerst aan de verkiezingen deelnamen ?".?< « maakten den uitslag van te voren reeds onzeker: men mag wel aannemen dat haar groote meerder heid op Labour heeft gestemd en stemmen zal, totdat ook de kans van Labour zal zyn gekeerd en evenveel harer op hun beurt den conserva tieven opnieuw fair play zullen willen geven. The pendulum" slingert nu eenmaal altijd heen en weer. Het conservatieve bewind had uitgediend. Sinds Baldwin de leiding der partij van den doodzieken Bonar Law had overgenomen, is haar aanzien, na een aanvankelijke stijging, steeds gedaald. Vooral de algemeene staking heeft, een paar jaren geleden, haar een grooten klap gegeven. Oorspronkelijk meende men dat er nu een man aan het hoofd der Regering stond, die haar wel de baas zou worden, vooral toen uit het regeeringshoofdkwartier de bemoedigende oproep weerklonk: Houd u flink, vrede op aarde komt voor menschen van goeden wille. Maar vervolgens viel degene van wien deze woorden uitgingen, tegen. Hij bleek geen man te zijn met een vooruitzienden blik; hy leed de nederlaag met zijn kblensubsidie. Dit middel kwam op uitstel neer en deed een milli oen loyale onderdanen van Z.M. bezwijken onder harde economische feiten. Er is een sterk gevoel in Engeland dat de mijn werker niet voldoend betaald wordt en het loodje legt tegenover de groote mijnmagnaten. De Prins van Wales heeft daaraan nog onlangs uiting gegeven in zijn tocht door de armste mijndistricten en zijn oproep om een hulpfonds voor de mijn werkers te stichten. In zoover heeft hij medegewerkt tot de conservatieve nederlaag een ongewone gebeurtenis. ..'?.-.? * * . ? Stanley Baldwin is een man van middelbaren' leeftijd, reeds ietwat daarover, die vierkant op zijn beenen staat en met zijn gewoon Engelsen gezicht, met de eeuwige pijp in den mond en de handen in de zakken, den indruk maakt van een solieden, country gentleman", wat hij dan ook is. Hu is van middelmatige lengte, kijkt vriendelijk uit zijn oogen en is vol van conunon sense." Zijn welsprekendheid is van een goede soort, niet al te laag bij den grond, maar zich nergens vandaar verheffend, met feiten en cijfers u dwin gend met hem mee te gaan, slachtoffer van plain f acts". Een droge humor siert zijn rede voeringen en brengt zijn hoorders in een goed humeur. Hij is een evenwichtig type, altyd zich zelf meester, die nimmer uitvallen doét en zich onderscheidt door - een gemakkelijken, familiaren omgang met zijn ondergeschikten. Een hoogst Aangenaam beminnelijk mensch. ?; Men zegt van hem dat hij zijn ministers te veel losgelaten heeft, hen ieder heeft doen schatten und walten in zijn eigen departement, zonder ooit in te grijpen. Dat kan wel waar wezen en ligt ook geheel in dit geenszins dominante karakter, dat gaarne overlaat en zich zoo weinig mogelijk bemoeit met wat niet direct zijn zaken zijn. Zoo is de slappe en volgzame politiek, waaraan zijn minister van Buitenlandsche Zaken zich in de laatste jaren, na Locarno, zijn hoogtepunt, zich bezondigd heeft (en waardoor hij zich tot een volgeling van Frank rijk gemaakt heeft, dat zijn heengaan sterk be treurt), voor een deel het werk van Baldwins laten. En voor een deel ook de oorzaak van zijn stembus nederlaag. Men kan de zaken wel overlaten, mits men eerste mannen op de verantwoordelijke posten heeft, bijv. een Lord Curzon.^die voor mij altijd een voorbeeld blijft van den man die in alle dingen wist wat de hoogste belangen van het Vereenigde Koninkrijk eischten. Met Baldwin's administratie was dat niet altijd het geval: behalve Winston Churchill, den uiterst bekwamen Neville Chamberlain en misschien Joyson Hicks, telde zijn minis terie geen mannen van bijzonder talent of bui engewone bekwaamheden. Daarom heeft Baldwin's hand, door niet straf genoeg te zijn, het Gouver nement des Konings, dat carried on" moest worden, een beetje verwaarloosd. Baldwin is vroeger in industrieele zaken geweest totdat hij zich daaruit op eenigszins bruuske wijze heeft losgemaakt en zich geheel aan de politiek gewijd. Men verhaalt van hem dat hij belangrijke sommen vrijwillig heeft opgeofferd, toen hij gewaar werd, tijdens den oorlog, dat die niet konden ver kregen worden dan ten koste van den Staat. Dit strekt hem grootelijks tot eer en bewijst voor het minst dat het hem in zijn carrière niet om persoon lijk voordeel te doen geweest is. Het is zonder ophef geschied, wat tevens een zeer goede noot is voor zijn karakter. Niemand draagt Baldwin een kwaad hart toe en weinige eerste ministers genoten het persoonlijk aan zien dat aan Baldwin is toegekomen. Niettemin heeft in het laatst van zijn ambtsperiode dat aanzien een weinig geleden, al kan niemand zeggen waarom dat eigenlijk is geschied. Ik lees in een beschrijving van Baldwins persoon en karakter, dat zijn edelaardige gevoelens en verklaringen niet door overeen komstige daden en zelfs nu en dan door tegenstrij dige daden gevolgd zijn, maar dat niemand dat aan kwade trouw toeschreef, veeleer aan een zekere onmacht om goede denkbeelden in de praktijk te verwezenlijken. Wat beduidt evenwel een der gelijke uitspraak? Zonder toelichting met feiten komt zij mij waardeloos voor en is zeker niet door een van Baldwins vrienden geschreven. Er wordt een smet door op Baldwins persoonlijkheid gewor pen, als zou hij eigenlijk een onbetrouwbaar man zyn. Hij heeft een uiterst moeilijken politieken tijd doorgemaakt. Hij was persoonlijk in zeer gunstige omstandigheden en men verwijt hem nu dat hjj daarvan niet genoeg gebruik heeft weten te maken n met name, gedurende de staking, niet krachtig genoeg is opgetreden. De herziening der wetgeving op de vakvereenigingen is hem verweten, maar vergeten degenen die hém deze voor de voeten werpen niet, dat het hier wegens de starre houding der arbeiderspartij een der moeilijkste onderwerpen gold, die ooit een Engelsch staatsman te regelen heeft gehad en dat ook bijna alle andere premiers, die hem voorafgingen, in die taak tekort zijn ge schoten? Men bedenke toch dat alle die-hards" op hun achterste beenen gingen staan en dat bovendien verreweg het grootste deel zijner eigen party, met name de jongere conservatieven, zich verzette tegen elke regeling die de werklieden teveel bevoordeelde. Zou Baldwin dan hebben moéten, regelen tegen zijn eigen party in? Dat is een al t krasse eisch, die zeker niet gerechtvaardigd wordt door de populariteit, die hij .daardoor bij Labour en een deel der liberalen zou verworven hebhen, maar die hem hoogstwaarschijnlijk zijn zetel als rste minister zou hebben gekost. No. 2733 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 OCTOBER 1929 De voornaamste wetgevende maatregelen welkeop Baldwins credit komen, zijn Locarno hoewel de resultaten daarvan achteraf zeer zyn tegengevallen , het Kelloggpact, dat misschien iets zal doen om den vrede in de wereld te bewaren, de uitbreiding der ouderdomspensioenen en wafedaarmee samenhangt, de uitbreiding der bescher ming, zeer langzaam en zeer voorzichtig, want ook onder de Tories bevindt zich nog menig vrijhandelaar en ten slotte de wetgeving tot tegengaan van. de werkloosheid diéin Engeland zulke onrust barende afmetingen aannam. Deze laatste zal evenwel slechts verafliggende gevolgen hebben en het is waarschijnlijk dat zij door veel drastischer maatregelen van de Labourregeering zal worden gevolgd. Het is dus niet veel wat de conservatieve regeering, die met een overweldigende meerderheid gedurende vijf jaren aan het bewind was, heeft tot stand gebracht. Het volk was van oordeel dat een ander bewind het licht beter kon doenStanley Baldwin trekt zich niet terug. Men zegt, dat de Tory-partij zich geducht heeft georganiseerd, dat zij een bestendig bureau heeft gevormd, waarvan Baldwin het hoofd is en. dat zij wederom een schaduwregeering" heeft ingesteld (gelijk zij gedurende Macdonalds vorig, kortstondig bewind deed), waarvan natuurlijk geen macht uitgaat, maar dat uitnemend geschikt maakt om de regeering op elk gegeven moment over te nemen. De zaken worden aldus nauw keurig gevolgd, en voor iedere gebeurtenis wordt de te volgen gedragslijn bepaald; men is dus voort durend bij." Dit lijkt mij een uitstekend middel. om leven in een party te houden en te zorgen dat zij steeds paraat is. Zullen wij Baldwin aan het hoofd der Regeering. terugzien? Of zal het eenmaal Winston Churchill zijn? Deze heeft oneindig meer vijanden, maar is veel genialer en bezielender. Wie weet? Veel zal afhangen van hoe het Macdonald-gouvernement zich ontwikkelt, als een bezadigd hervormings lichaam of als een partijregeering, die met experi menten werkt, Uit het laatste zal als opvolger een Churchill voorkomen. Uit het eerste een, Baldwin. .Want de kans voor Lloyd George lijkt mij voorgoed verkeken. Kon* Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER & Co. es? esa e« oo eva DEN HAAG AMSTERDAM ~ ARNHEM Internationale Transporten EDISON EN DE SCHEEPVAART door J. Oderwald HET ongerief van de duisternis wordt aan boord van een schip nog veel meer gevoeld dan aan den wal en de behoefte aan kunstlicht is er grooter, ook al omdat men een schip niet van glas kan bouwen, zooals dat in den tegenwoordigen tijd bijna geheel geschiedt bij fabrieken. Weliswaar worden op onze moderne schepen in de passagiersverblijven groote vensters aangebracht, maar er büjven nog vele vertrekken over, waar het dag licht slechts spaarzaam kan doordringen, om niet te spreken van laad- en kolenruimen, waar al hél veel met kunstlicht moet worden gewerkt. Dank zij het feit, dat slechts een klein percen tage verbruikt wordt van de energie, die voor de voortbeweging noodig is, wordt ieder stoomschip thans electrisch verlicht. Zy, die in den tegenwoor digen tijd de zee beginnen te bevaren kunnen zich dan ook geen voorstelling vormen van den toestand, toen dat niet zoo was, en het bekende knopje van (hans. de schakelaar, niet bestond, of althans nit-t bekend was aan boord. En dat is nu eens niet honderd jaar golfden, maar slechts veertig i»r dertig jaar. Velen onzer herinneren zich dan ook nog zeer goed de haïfduistere olielampen, die geen teeken van leven meer gaven, als ze ongeveer anderhalf uur gebrand hadden. Een vetkaars kwam er dan voor in de plaats, maar wanneer er in het matrozenverhlijf meer dan n kaars in de week gevraagd werd, begon men aan verkwisting te denken en werd Janmaat sterk verdacht het nuttige illuminatievoonverp gebruikt te hebben om er zijn zeelaarzeu mede in te smeren. Een deel vau de zeilvaart ontstak in die dagen. buiten het Engelsche Kanaal gekomen, zuinigheidshalve zelfs de seinlichten niet en deze schepen dreven als zoovele spoken der duisternis rond, hetgeen aan de veiligheid geen goed deed. Ook binnenslands liet de veiligheid téwenschen 11 ver. eigenlijk werd in sommige gevallen met de toenmalige verlichting der laadruimen misschien wel het tegenovergestelde van veiligheid bereikt. Ik meen mij te herinneren in een der laatste boeken van Joseph Conrad daar zelfs nog iets over gelezen te hebben. In de passagiersverblijven was het al niet veel beter. De eigenaardige verlichting der hutten door middel van een kaars in het tusschenschot was juist voldoende om de kooi te vinden. Bovendien ging die kaars te 11 uur uit, tegelijk met de tranige olie lampen in de salons, op een of twee na, die den passagier in de gelegenheid stelden eenigszins te zien, waar hij over gestruikeld was. Zij die het niet hebben meegemaakt kunnen zich moeilijk een voorstelling maken van de capriolen en kunstgrepen, die de wachthebbénde stuurman moest toepassen, als hij op de brug onder stroomende regen of overkomend water op zijn horloge wilde kyken bij den somberen schijn van een kom paslichtje. In de negentiger jaren van de vorige eeuw waren er zelfs nog kustlichten, die met-groot e moeite ontdekt konden worden' in die omstandig heden van gure Novembernachten. En als het gelukt was van zoo'n veiligheidsmiddel een eenigsAMSTERDAM ROTTERDAM LEIDSCHE WOLLEN DEKENS zins betrouwbare peiling te krijgen, dan restte nog de listige manoeuvre om met het druipnatte goed de kaartkamer in te komen om daar bij het licht van een reeds meer genoemd brandbaar olieof vetproduct de peiling in kaart te brengen. BU deze overdenkingen wordt het ons duidelijk dat het vorig geslacht nog tooneelen gezien en aandoeningen gekend heeft, waarvan de jongelui van heden zich geen voorstelling kunnen maken. Die tooneelen behooren thans tot de romantiek en niet lang duurt het meer of ze behooren tot de overlevering, die door weinigen wordt geloofd en door niemand meer begrepen. Het moderne schip raag uithoofde van zijn verlichting dan ook zeer zeker op dien naam aan spraak maken. Olie was de lichtbron bij de veiligheidslichten en liet kostte, juist wanneer ze 't meest noodig waren, groote moeite ze te verfrissehen of opnieuw te ontsteken, als ze gedoofd waren door wind of zeewater. Dat deze lichten door electrische zijn vervangen was al een groote verbetering, maar thans is de toestand zoo, dat er automatisch een waarschuwingssignaal klinkt, wanneer een gebrek aan een der lichten ontstaat, terwijl tegelijkertijd door een lampje wordt aangeduid welk licht voorzie ning behoeft. De officier van de wacht heeft dan slechts een schakelaar om te draaien, waardoor een roservelicht ontstoken wordt. Kolenbunkers, ruimen en andere plaatsen, waar het daglicht slechts schaarsch kan toetreden, zijn nu altijd goed verlicht en in de passagiershutten treft men niet alleen o.m. leeslampjes in de couchetten aan. maar er is zelfs te vél licht, waarom men het zoo heeft ingericht, dat een deel der lampen door ver minderde spanning minder kan gloeien, als de passagier dat wenschelijk acht. Bovendien komt de hedendaagsche verlichting niet alleen het gemak, maar ook de versiering ten goede. In vele gevallen toch wordt door het aanbrengen van schemerlampen, van indirect lioht, of in het algemeen van de wisselende verlichting, de schoonheid van de betimmering en overige ver siering der passagiersverblijven in niet geringe mate verhoogd. Hetgeen de electrische verlichting voor de veilig heid ter zee heeft gedaan wordt niet altijd naar waarde geschat. Behalve de verbeterde seinlichten is alles in en om de kaartkamer, h£t middelpunt van de bestu ring van het schip, goed verlicht en in de laatste dagen heeft men weer van een nieuwe toepassing kunnen lezen door het geven van uitwijkseinen. volgens een systeem. Uitgedacht door den Xederlandschen gezagvoerder Vreugdenhil. Zoeklichten van groote sterkte worden' aangebracht en de zgn. morselamp stelt ons in staat des nachts op een makkelijke wijze van gedachten te wisselen. Voorts zijn daar de verschillende noodlichten en tenslotte het belangrijke feit, dat wij niet meer afhankelijk zijn van een krachtbron op den bodem 'van het schip, maar hulpdynamo of accumulatoren op het bovendek zorgen er voor dat ook in t ij den van schip verlaten de verlichting voldoende blijft. Wonderlijk mag de verbetering der kust ver lichting genoemd worden. Al moet hierbij worden opgemerkt, dat deze verlichting niet uitsluitend electrisch is dat hangt van omstandigheden af kan gezegd worden, dat de elctriciteit van buiten- . gewonen invloed is geweest. Den atmosferischen toestand buiten rekening latende, werpt het bliksemlicht van heden zijn felle stralen met korte tusschenpoozen door de lucht en stelt daardoor den zeeman in staat reeds op grooten afstand zijn plaats te bepalen. Zooals gebruikelijk was en wel zal blijven, had ook Edison te lijden van schampere en ongeloovige opmerkingen over zijn vinding. Vooral van de zijde van gasfabrikanteri in Amerika. Zijn phonograaf werd speelgoed genoemd' en zijn elec trische lamp zou wel niet veel beter worden. De kooldraad, die Edison voor zijn verlichting wenschte te gebruiken, zou immers spoedig ver vluchtigen door den electrischen stroom, die er voortdurend door moest en doordat de lampen nooit luchtledig zouden blijven. Het is hier niet de plaats om aan te toonen, dat de geniale ont dekker dit wel eventjes anders heeft ,laten zien, maar de verlichting bij de Scheepvaart bewijst dat misschien wel in de' eerste plaats. Zeer zeker zal niemand van de zeevaarders in de laatste 10 jaren der vorige eeuw verwacht hebben, dat de scheepsverlichting zulk een enorme vlucht zou nemen. Niet alleen met het oog op het gemak, maar vooral op het gebied der veiligheid is de scheepvaart'aan Edison gr,ooten dank' verschul digd. den Radio-zendtijd Teekening voor de Groene Amsterdammer") door Joh. Braakensiek Minister Reymer: Ik word gek van die lange en korte golf" Nieuwe Uitgaven r Kornecl Goossen*. Marionet speelt self, Amsterdam 1929. ..De Spieghel." De armen aan geest zijn. van Keesje het Dia kenhuismannetje af. in de litteratuur altijd ge zochte modellen geweest. De moderne Vlamingen doen er ook nog al aan. Antoon Thiry heeft er al pen heele serie afgewerkt. Koraeel Goossens probeert het met Desireeke. een mannetje uit den ..hof van Olioeten", een dwerg die vroeger danste op kermissen en tooneel speelde en nu vereenzaamd woont te midden van de andere ..peekens" op het hofje. Dan wordt hij verliefd. niet op een gewone vrouw, maar op een reuzenpop, een van die wanstaltige gedrochten, zooals ze met carnaval in het Zuiden worden rondgedragen. Deze groteske juffrouw wordt een soort madonna voor hem; hij draagt zijn innigste vereermg aan haar op en vertejt haar zijn heele verleden. Ik moet bekennen, dat het mij moeite kostte, mij den gemoedstoestand van Desireeken in te denken: dat is nog heel wat andei's, dan de liefhebberij van het diakenhuismannetje, om zijn eigen begrafe nis te bekostigen. Het is vopr mijn gevoel dan ook een wazige en onwaarschijnlijke historie gebleven, waar ik niet erg mee Wegloopen kan. En als ik naga hoe dat precies komt. dan kan ik het op de volgende wijze definieeren: Een liefde" als die, welke ons hier wordt beschreven, ligt zoozeer op het terrein van het pathologische, dat wij haar niet accepteeren bij een min of meer geborneerd manne tje, gelijk Desireeke zich aan ons voordoet. Ook al .is hij iemand met een sterke kinderlijke ver beeldingskracht. Buiten de onwezenlijke liefdes geschiedenis om komen in de vertelling wel fijne opmerkingen Voor, notities die bewijzen dat de schrijver niet de eerste de beste-is. HERMAN MIDDENDORP POLROGER&Ci LE CHAMPAGNE EN VOGUE JAGER GERLINGS HAARLEM ( j i i 4 f !! l ?U

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl