De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 19 oktober pagina 7

19 oktober 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

f l* l v, ' l I' DE T ENS VAN AMST De \erlichte Wester- en "Munttoren Wester «n Munttoren IN het even rimpelende water van de oude gracht, dat donker en traag voortvloeit tusschen de hooge, onbe wogen steenen wanden, spiegelt zich, zonderling verminkt door het stuwende water, het simpele leven van alledag. Als beelden uit een nachtmerrie zoo schijnen ons de vreemd-kronkelende huizen; grillig-vervormd, worden de boomen gewiegd door het peillooze, zwarte water, waarover bleeke lichtglanzen als zoekend heengljjden als een vreemd gedrocht uit de oer-tijd ver schijnt een handkar, moeizaam opge dreven tegen de hooge brug, een auto glijdt voorbij, als een schim uit een ver verleden.... een vaag zuchten gaat dooi de ijler wordende boomen, waarachter zich de statige huizen, de eeuwen ver droomend, nog maar nauw verber gen.... Amsterdainsche gracht.... in den herfst; vreemde melancholie! vreemde, onwezenlijke sfeer van ernstige gepein zen, van in zichzelf gekeerde rust. Hoe harmonisch sluit zich hierbij aan het geweldige, massieve bouwwerk van de Westerkerk het ranke silhouet van de Westertoren! Gelegen op slechts weinige meters van het woelige, steeds voortjagende groote stads-verkeer?en toch, welk een stemming van rustige ingetogenheid hangt nog om en in dit eeuwenoude, groot sche gebouw ! En wij, menschen van het daverende moderne verkeer, wij bewonderen onze torens om het relief dat zij geven aan ons stads beeld maar wij geven ons geen rekenschap van het feit, dat deze torens eens eenvoudige ,.ge bruiksvoorwerpen" waren en ten opzichte van het verkeer dezelfde plaats innamen als thans onze verkeersagenten onze handwijzers, onze landkaarten ! Weliswaar deden sommige van onze hooge torens .in de 13o eeuw dienst als uitkijktorens in tijden van oorlog en burgertwisten, maar ook, en hoofd zakelijk, als bakens" voor de schippers en zee vaarders. De Westerkerk echter is van lateren Oorsprong; op 7 Januari 1015 werd besloten tot den bouw, echter werd de rste steen pas gelegd in 1620, 8 maanden voor den dood van haar ontwerper, de beroemde bouwkundige Hendrick de Keyser, die in 1621 . aan een aanval van moeraskoorts stierf. Tijdens zijn leven werd hij trouw terzyde gestaan door den stads-metselaar Mr. Cornelis Danckerts, welk feit een dichter, die zich ,,Recte Agendu" noemt, tot de volgende ontboezeming, bracht: Doch soo langh de Amstel-daken, In het I Je schitt'rend blaken. En de Wester-Kerck van verr' Opgaet als een Morgen-ster;' Sal men noch van Keyser roemen, En de naam van Danckerts noemen Die hetgeen dat Hendrick schetst ,'.'.' Konstigh met zijn hant op-metst" door PIET VINCENT ?v Zuldcrkcrk De Westertoren kwam eerst klaar in 1638, echter in afwijking van het plan van de Keyser. Wanneer men aan den voet van het 86 M. hooge gevaarte staat en naar bo ven ziet, krijgt men wel een overweldigenden indruk van deze zich in hoogere regionen" verheffende steen massa doch, wie niet tegen wat vermoeienis opziet en , zich aan een beklimming 4 waagt, zal zeker geen spijt hebben van zijn onderneming. .* Misschien zal het eerste be gin velen afschrikken, wanneer wij ons over een stikdonker wenteltrapje met als eenig richtsnoer, een touw om ons aan vast te klemmen,- naar boven moeten werken en . cenigszins licht van hoofd" op de eerste verdieping aan komen. We kunnen echter uitrusten op een oude houten bank, die vermoedelijk tot rustplaats diende voor de vroegere torenwachters een, zooals men weet, zeer gewichtig ambt, daar van het snelle en juiste optreden van den torenwachter, ook wel stadsti'ompetter genaamd, soms bij brand of overstrooining, het wel en wee van de stadsbewoners afhing. Zoo moest de torenwachter 's nachts na ieder slaan van de klok, blazen, en sommigen vertoonden hierbij soms zeer veel muzikalen aanleg. Bij brand moest hij twee lantarens zetten naar den kant van den brand en een derde ..daar regt agter," waarvoor hem kaarsen dooi- de. algemeene Brandwachters gegeven wer den. -Dit ..sein" werd dadelijk over genomen door de..,ratelwachts" van het bedreigde kwartier, die al ratelend en ..brand" roepende de aandacht moesten opwekken van diegenen die bij de bïussching moesten meewerken. Bovendien begon onheilspellend de groote torenklok te luiden, wat ook weer onmiddellijk overging 'op ' de gildeklokken langs de grachten. Als men zich nu indenkt, dat A'dam indelTdt eeuw 7 torens had, die om 't hardst hun gelui en trompetgeschal over de uit hun rust opgeschrikt' stadsbewoners uitstortten, waarbij dan nog kwant het luiden van de gilde-klokken, het ratelen ei v brand" roepen van de honderden ?ratelwacmV het gehol en geschreeuw van de onthutste menschen menigte, dan is het gemakkelijk te begrijpen, da een brand van eenige eeuwen geleden een zeerlu guber en onheilspellend schouwspel was Dit overpeinsd hebbende en uitgerust /ajnd<' ? op de toren wachtersbank, verlaten wij dit ongf twijfeld nuttige instrument, om onzen tocht voor: M \ Montt'bai te zetten voorloopig nog over wel steile en smalle, maar begaanbare trapjes. Het eerste wat we dan op onzen weg ontmoetten, zijn de luiklokken", drie omvangrijke klokken, waarvan de twee kleinsten het jaartal 1655 dragen. Deze drie klokken wegen te/amen 8642 pond en de gieter onving bij de aflevering op 11 Maart 1659: / 6040Hooger stijgende, komen we aan de zgn. speel t on. Dit is een groote liggende ijzeren (soms koperen cylinder van pl.m. 1.5 M. middellijn, waarin zich een groot aantal gaatjes be vinden, waarin stalen pennen worden gestoken, die, geheel volgens het systeem van de bekende kinder-muziekdoosjes, stiften in beweging bren gen die door 15 of 20 M. lange draden zijn verbonden met buiten tegen de klokken slaande hamers en zoodoende de alom bekende wijsjes van het heele, halve en kwart uur ten gehoore brengen. (Dit in tegenstelling met het handbespeelde klavier. dat correspondeert met de aan de binnenzijde van de klokken bevestigde klepels van de klokken). , De melodieën op de speelton worden eenige malen per jaar verwisseld, het zgn. versteken, een nauwkeurig en veel geduld-eisehend werk. Wanneer we de ton bezichtigen, houren we vlak bij ons een luguber geknars en gerammel, afkomstig van het uurwerk, dat de wijzers in beweging brengt. Het oudste uurwerk, dat bekend is, dateert uit 1611 en is gemaakt door Leeghwater. is chter sindsdien ver nieuwd. Intusseheu zijn we' de ecr«tc trans gepasseerd we zetten echter onzen tocht in steeds onherbergzamer wor dende contreien voort en beklimmen een aantal uitermate steile en .soms hijnbaar in een duister luchtledig" zwevende i'klertjes, een ijzige tocht waait om ons heeu. i?;nar na een paar maal flink ons hoofd te hebben -??stooten aan een onzichtbaar luik, arriveeren we 'n «.'en bewoonbaar- der oord, een soort torenkamer. '.?;ir zich hetspeelklavier bevindt en waar de beiii?« i-dier zyn dikwijls vermoeienden arbeid verricht. i l et drie eeuwen oude klavier ziet er, met. zijn ' ??' »'e rijen er als spichtige vingers uitstekende ? '??kjës verweerd en onaanzienlijk uit. ' 'nderaan is een pedaal bevestigd net als 'i een orgel?dat correspondeert met de basklokken ' «elijk met het handklavier kan wórden bespeeld. Van hier uit is het, dat de vroolijke of droevige v '.Mes over de stad uitklinken. Oude kerk 'ren Het kost moeite om het doel van onzen tocht, de 2de trans te bereiken, daar wij ons door het dichte netwerk van draden, dat de klokken met het speelklavier verbindt, moeten wringen. wat gewoonlijk niet lukt zonder een luidruchtig" protest van de zijde deiklokken; zijn wij echter eenmaal aan gekomen op onze verheven" plaats van bestemming, dan is het een verade ming eenige oogenblikken te verwijlen in deze atmosfeer van frischheid en zuiverheid, waar het roet en stof van de stad nog niet kon doordringen, waar het lawaai en rumoer van beneden" slechts tot ons komt als een vaag gemurmel, bij vlage.n aanzwellend en weer wegst ervend.... Wie eenmaal, in den laten herfst, de stad heeft zien opbloeien uit haar om lijsting van eindelooze, zilverwitte nevels, waarin zij dreef als een eiland in een onbegrensde oceaan, wanneer de eerste zonnestralen neer komen vallen uit de bleekblauwe lucht, vergeet dit niet meer. Maar wij kunnen nog hooger; langs een zeer steil en smal laddertje komen wij in de ..kroon", de verre van fraai geschilderde bol met haar 750 zil veren" parels, elk zoo groot als een zér voorspoedige appel, die herinnert aan het privilege, dat Maximiliaan van Oostenrijk op 11 Februari 11SH aan A'dam schonk. Vlak hieronder hangt <le reusachtige klok, die het héle uur slaat, /ij is ge goten door Assuerus Koster (naar men zegt de eenige door hem gegoten klok in A'dam) en draagt tot opschrift ..Verbum Domini uianet in aeternum. A. Koster me fecit Amstelodami 1636. Wanneer wij afdalen begint juist het carillon te spelen, en het is een wonderlijke emotie te worden opgenomen door deze weelde van daverende klankt-n. Hoe anders is de sfeer en de stemming op het punt waar de Munt t oren. staat, midden in de. branding van een van Amsterdamsen drukste verkeers..knoopen." Genadig laat het eigenwijze miniatuur-torentje zijn dartele wijsjes los over de haastig voortspoe dende menschenmenigte aan zijn voet. De Regulier»- of Munttoren. gebouwd in 1H20. dankt zijn naam aan het feit. dat het edele metaal, dat men in 1672 niet naar Gelderland, l'trecht en Holland durfde sturen, in verband met de inval van de Franschen. hier gemunt" werd. De spits van de toren was oorspronkelijk een ossenkop (later vervangen door een haan), in verband met de ossenmarkten, die aan zijn voet werden gehouden. Misschien in verband met dit feit, verwisselde de Munt haar edele metalen inhoud voor een minder edele"' en werd een her berg." De eeuwen zijn Voorbijgegaan, en de herberg .onder de Munttoren is gesloten, de gemoedelijke rust 'van het vroegere stadsbeeld is verdwenen, de Munttoren staat in 't brandpunt van het moderne verkeer en laat onverstoorbaar, jaar in jaar uit, eeuw in eeuw uit. zijn wijsjes uitklinken. l M ?i! , r

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl