De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 19 oktober pagina 8

19 oktober 1929 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

V ?! t ? d to f V' i'?; s il t' Kunstzaal van Lier Rokin 126 Amsterdam* Oottersche & Europeesche antiquiteiten Oude en Modarne schilderijen en plastieken Negerkunst & Ethnographlca BOEKBESPREKING door Prof. Dr. J. Prinsen J.Lz. Aiithonii' Donker. De cftimtih' 'i'ttn dr wronsvr poëzie (18HO 180-1), De l't recht, 1929. De 18-eeuwers stolden Ossian en Klopstock ver boven Homerus. Vondel eu Hooft. Huygens en Van Baerle stonden in extase voor het wildbarokke speetakelstuk van Jan Vos. A van eu Titus. Het is nu eenmaal niet mogelijk het werk onzer onmiddellijke tijdgenoot en in zijn zuivere waarde en in zijn historisch verband te overzien. De Bewe ging van Tachtig echter,, de vernieuwing van ons proza eix van onze poëzie in de jaren van '80 tot '04 ligt nu wel zoo ver achter ons. meer dan een mensehengeslacht , dat we langzamerhand kunnen beginnen om na te gaan. hoe dit alles aansluit aan de voorafgaande periode, past in de West-Euro. peesche omgeving, ons rekenschap te geven van de krachten, die er in hebben gewerkt, de lijnen waarlangs het zich heeft ontwikkeld, af te wegen de resultaten die zijn bereikt. Een deel van die geschiedenis heeft Antlumiu Donker trachten te schrijven, de vernieuwing onzer poëzie. Aangezien in deze periode minder dan ooit poëzie en proza van elkaar te scheiden zijn. heeft hij natuurlijk het ontstaan der beweging in haar geheel, haar karakter in het algemeen in groote trekken moeten aangeven. Hij zelf. kunste naar en tegelijk als wetenschappelijk gevormd man in staat met strenge kritiek en juiste methode de historie op te bouwen, was voor zulk een werk tle aangewezen auteur, l^aten we hopen, dat hij de geschiedenis der Beweging in haar geheel, ook van het vernieuwde proza, nog eens zal voltooien. Veel van wat hij thans reeds tot stand bracht, zal hij daarbij kunnen gebruiken, maar sommige voorname punten zal hij toch wel dienen om en bij te werken. Elders wees ik er reeds op, dat hij onze Beweging te zeer onmiddellijk laat aansluiten bij de Roman tiek, die in het begin der 19e eeiiw haar hoogte punt bereikt, niet voldoende rekening houdt met de. nieuwe invloeden die in de halve eeuw van '30 tot '80 ook hier hebben gewerkt, met de frissche nieuwe krachten, die zich ook hier op velerlei gebied in die periode hebben geopenbaard. Ook ver, waarloosde hij bij zijn beschouwingen volkomen het nieuwe begrip der klassieke Oudheid en wat daaruit groeit gedurende heel de 18e en 19e eeuw hier en elders. Om nu nog eens op een ander punt de aandacht te vestigen : de invloed van de Fransche symbolisten op de Beweging is' hier absoluut niet nagegaan, die van het naturalisme eigenlijk evenmin, maar dit geldt meer in 't bijzonder het proza: Men heeft zich wat de symbolisten betreft steeds tevreden gesteld met het vermoeden, dat die invloed wel niet zoo bijster groot zal zijn geweest (pag. 47). Van mijn kant heb ik echter een sterk vermoeden, dat bij een nauwkeurig, grondig onderzoek wel eens het tegendeel kon blijken. Wat zijn Verlaine, Baudelaire, Mallarmé, Barrès voor de Tachtigers geweest "r1 Zou niet kunnen blijken, dat de laatste in zekere poses van Van Deyssel zit, zelf s in sommige trances van Kloos? Wat Mallermébetreft, Ijanson zegt het misschien wat schoolmeesterlijk, maar toch kort en duidelijk genoeg om mij yan lange uiteenzetting te . ontslaan: II crut qu'on pouvait faire de la poésie AM TABAK K^NX/AJJ pure, réduire les mots a'n'ètre quo'des sonsnui icaux, producteursd'émotions, vocateurs d'images, et les dépouiller de leur sens intelligible, banal a ses yeux, parce qu'il tait usuel. 11 s'imagina pouvoir se passer aussi de la strueture qu'imposent a la phrase la logique et la grammaire, et assembler les mots uniquement selon Ie rythme qui chantait en hu et les associations qu'ils forma?ent spontanement." En dan Verlaine, we kennen het allen; De la musique avant toute chose, Kt pour cela préférél'Impair Plus vague et plus soluble dans l'air, Sans rien en lui qui pèse ou qui pose. 11 faut aussi que tu n'ailles point Choisir tos mots sans quelque méprise: Kien de plus .cher que la chanson grise Ou l'Indécis au Précis se joint, etc. Hebben de pogingen van Gorter, Van Deyssel, Ary Prins, Delaug en anderen los gestaan naast het Franscho zoeken? Ik betwijfel het meen ik met alle recht. De heeren van de Beweging zelf spreken zelden over Mallarmé, maar het was toch de plicht geweest van hun geschiedschrijver een grondig systematisch onderzoek naar dit verband in te stellen; hij kan er zich niet met een praatje over Verlaine's Quinze jours en Hollande af maken. Ik heb hier den inhoud van het nuttige, leerzame boek niet na te vertellen; ik neem liever nog een ander enkel punt er uit; ,,Het fatale onderscheid tusschen artist en mensen heeft den tachtigers ernstig parten gespeeld. Zij hebben niet ingezien, dat niet de dichter, een ander hooger soort mensch is, maar alleen de poëzie een andere aggregatietoestand van leven, en haar schepper, de dichter, een fel en sterk levend mensch, met de toevallige begaafdheid dien anderen aggregatietoestand te veroorzaken door een geheimzinnige, grootendeels subconsciente handgreep met de taal. De tachtigers hebbenden artist op bekrompen wijze verheerlijkt, en hem de glorie toegekend, die in de eerst e plaats het leven toekomt en in de tweede plaats het vrijgevig lot, dat dezen en genen het geschenk van het talent verleent" (pag. 133 en men leze daarbij pag. 43, die ik hier tot mijn spijt niet geheel kan citeeren). Als we de zaken koel en nuchter beschouwen als een Dr. Cijfer uit den Kleine Johannes, dan is er misschien wel eenige waarheid in een dergelijke uitspraak. .De schitterende orchidee heeft geen enkel recht om zich te verhoovaardigen op haar schoonheid tegenover het simpele meizoentje. Het zijn alles maar dezelfde celletjes met gelijksoortige schei kundige werkingen. Tusschen den kunstenaar en den bekenden putjesschepper, die nu eenmaal tot de minst aanzienlijke categorie der menschelijke samenleving schijnt te behooren, is in werkelijk heid maar velschil in aggregatie en handgreep, terwijl de handgreep van den laatste zeer wel bewust en berekend is en die van den dichter vol gens Donker nog altijd slechts grootendeels subconscient. Voor mij blijft die lutndyreei) in de taal (of in de verf, of in den klank) echter tuch wel een voornaam ding, waar een persoonlijke kracht achter zit. de werker, de persoonlijke schepper. Absoluut onjuist acht ik het, dat het een bij zondere fatale vergissing bij de Nieuwc-Gids-groep zou zijn geweest, niet te hebben ingezien, dat niet de dichter een ander hooger soort mensch is, maar alleen de poëzie een andere aggregatietoestand van het leven, dat de dichter eigenlijk slechts de toevallige speelbal zou zijn van allerlei machten buiten hem. Als het een vergissing is, is het er een van alle tijden; steeds heeft de groote kunstenaar geleefd in een glorierijk zelfgevoel, een verhevenheid boven de schare, een goddclijkën hybris, waaraan we door alle eeuwen heen schatten van overwel digende schoonheid danken. Verwey heeft gezegd Donker citeert hem met wantrouwen -r Weet ge dat n mooi boek meer is dan honderdduizend kantoorboeken, en n man, die zoo'n boek maken kan, mér, in zijn eentje, dan gy met uw heelèfamilie en uw heéle personeel en uw heelen vervloekten rompslomp van maat schappelijke gewichtigheid." Dat is een beetje hard en onvriendelijk uitgedrukt. Het is ook al weer n van die Fransche-romantiek-invloedjes Uit- de sfeer van Théophile Gautier, waar men in het l'épater Ie bourgeois bijzonder vermaak schepte. Jiaar wat de kern betreft aanvaard ik het gaarne inet geheel mijn hart als een opperste waarheid, al eru.cn ik als practisch wereldburger daar naast, _^_ Zeist als Woonplaats. BOUWTERREIN TE KOOP in het centrum van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht Arnhem, in de onmiddellijke nabijheid van het Raad hul*, de Hotels Hermitage en FIgl en het Slot van Zeist. Prachtig opgaand geboomte, stofvrije wegen, voorsien van rlolecrlng, gas, water en electrtclteit. Nadere gegevens worden verstrekt door de N.V. PARK KERSBERGEN, Montaubaustraat 4« Zeist. dat er buiten de heilige schoonheid nog een massa uiterst nuttige en aangename dingen op de wereld bestaan, die we noode zouden missen, die we waardeeren en. waarvoor we den bewerkers gaarne den . verdienden lof geven. i De kunstenaar heeft zich bijna steeds zoo gevoeld als Verwey het uitdrukt en die eerbiedig tot de schoonheid komen, hebben hem zoo te begrijpen. Voelde Plato de verhevenheid der ziel. waarin de schoonheid heerscht, anders, al drukte hij zich niet zoo bruut uit als Verwey? Wie denkt niet aan het Odi profanum vulgus van Horatius, dat geheel de litteratuur door gaat. Heel de Renaissance wordt beheerscht door het gevoel w.u superioriteit bij den Kunstenaar. Hoor reeds bij Petrarca zijn droomen over roem en onsterfelijk heid, zijn drang om het onbeschaafde gepeupel buiten zijn geestelijk leven en werken te sluiten. Regel na regel, uitspraak na uitspraak zou ik kunnen citeeren. Hoe stonden Michel Angel». Benvenuto Cellini en zoo vele anderen niet vast in hun overtuiging van meerderheid tegenover vorsten en prelaten; zij voelen zich in hun eigen machtige persoonlijkheid heerschend en gebiedend tegenover allen. Welk recht heeft Donker om onze Tachtigers alle aanspraken op dit hooge zelfgevoel te ont zeggen? Dat zij het hadden is niet de fout; het fatale is. dat ze als laatste uitloopers der groote West-Europeesche Romantiek, die geheel op den cultus der persoon is gebouwd geweest, hun per soonlijkheid niet mild en ruim hebben kunnen handhaven, machtig en vrij staande tegenover natuur, leven en maatschappij, groot in hun haat en hun liefde, maar vooral in hun liefde. Hun noodlot is dat na een schoone opvlamming, bij de meesten hun persoonlijkheid is verpierd en_verzuurd in het zoeken naar het zeer bijzonder en ejcquize in eigen zelf, dat geen waarde meer had voor het leven. WEiUGEVEG 11-17* AMSTERDAM Kleermakerij Bi) onsveLjgbaar KR. V. MONTA SCHOENEN Nieuwe Uitgaven Bij J. B. Wolters, Uitgever, Den Ha'.g Groningen zijn verschenen: J. Brummelkamp, Vreemde landen en land streken, voor examen- en zelfstudie. No. 3 Sociale Geografie van Afrika I: Noord-Afrikat niet 11 kaartjes en 10 buitentekstplaten. G. J. A. Mulder. Overzicht der Aardrijkskunde. I: Nederland in en buiten Europa. Algem. Aardrijkskunde. L. Dorsman Czn. en Jac. van der Klei, P/an/eni/roei en bloei. Leesboek voor de hooyste klaasen der lagere school. Eerste deeltje: Inheemm-he planttn, yeïlluatreerd mét 41 zwarte en 3 gekleurde plaatjes door Joh. Briedé. STËTSÖM N.V. J. S. M Qrootste keuze EUWSEN'S . . ITITSONS No. 2733 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 OCTOBER 1929 n SCHILDERKUNSTKRONIEK: RODOLPHE BRESDIN door Mr. M. F. Hennus TVekeningcn van Koilolplir Bresrtln hij D. G. Sttntéo Land weer, Hrorenjsracht 301'» Als de heer Hantée Landweer geen andere tentoonstelling had gehouden dan deze. zou hij daarmede zijn bestaansrecht als kunsthandelaar behoorlijk hebben bewezen en de kunstlievenden voldoende aan zich hebben verplicht. In zijn uitnoodiging spreekt hij van een merkwaardige collectie. Die kwalificatie kon niet met meer recht worden gebruikt. Voor zoover ik weet zijn er in den Amsterdamschen kunsthandel nimmer teekeningen van Bresdin vertoond. Kwamen ze op veilingen voor dan moeten ze niet op den naam van hun maker hebben geparaisseerd. Hier zijn er eensklaps drie en vijftig bijeen. Slechts n daarvan is gesigneerd. Maar de andere dragen menigmaal zoo sterk het karakter van Bresdins graphisch werk, dat elke twijfel is uitgesloten; soms vertoonen ze daarmee verwantschap door het gebruik van een eigendommelij k .motief; dikwijls wijken n de behandeling n de voorstelling van den gangbaren Bresdin af. Maar zelfs dan behoeft de echtheid dezer blaadjes nog niet te steunen op hun rechtstreeksche herkomst van den zoon van den kunstenaar. Wie anders ware in staat geweest binnen hét bestek van een grooten postzegel zooveel ruimte en zooveel grootheid samen te brengen? Het kleine formaat is typisch voor Bresdin. Zijn phantaisie is geweldig en strekt zich over werelden uit, maar hij vertolkt haar binnen centimeters om de controle erover niet te verliezen en zijn onuitputtelijke invallen gevangen te houden binnen een overzichtelijk verband. Op ee'n teekening van, 25 by 20 c.M. tot grootef afmetingen brengt hij het niet is genoeg te zien en te beleven om de buitensporigste verlangens te bevredigen. De omvangrijke prent met den barmhartigen Samari taan weerlegt deze bewering niet. Zij is technisch een wonderwerk, maar de uitdrukkingskracht is niet evenredig aan het formaat. Er zijn dus teekeningen waarop Bresdin een eigen berglandschap formeert, rotsblokken op stapelt, spelonken suggereert, een rivier laat stroomen naar raadselachtige verten, boomen laat D. G. SANTÉE LANDWEER KUNSTHANDEL Heerengracht 396, AMSTERDAM BBESDIN TENTOONSTELLING uiterlijk tot 26 October ontspruiten die, in hun verwrongen gedaante de moeizaamheid van hun groei accentueeren en een flora en fauna verbergt naar welks rijkdom hij den beschouwer niet een hem alleen eigen kinderlijk genoegen laat zoeken. Dat is de Bresdin dien wij uit zijn graphisch werk kennen. Alleen spreekt de verbeelding zich hier vrijer uit; de opzet is minder bedacht; de lijn, sierlijk,als altijd, speelscher; de verscheidenheid dervaleuis (hou kan dat anders?) rijker; de hewegelijkheid intenser. Men moet tot Her cules Seghers teruggaan om zooveel menschelijks te vinden in een wereld van steen en verlatenheid. Doch het merkwaardige is en hieraan zal de heer Santée l^andweer gedacht hebben, toen hij zijn collectie aldus omschreef, dat er teekeningen zijn waarin deze ,,onontwarbare" heel zijn war winkel van strepen en plans overboord wierp en zijn verbeeldingen met groote stelligheid in enkele lijnen sober en klaar omschreef. Zijn aan de romantiek verknochte ziel zoozeer was hij een kind van zijn tijd vermeldde zich dan in burcht achtige stadjes, spiegelend in een stroom en hij hanteerde de pen met den zwier van een schoonschrijver tuk op de sierlijkheid der arabeske. Maar bij dit offer aan de hem aangeboren behoefte aan gratie, liet hij het, vermijdende alle mysterie en verstopperij om de hoofdzaak trouw1 te blijven. Wel vindt ge op deze fascineerende blaadjes ruiters en paarden zooals op Bauer's vroege kleine oostersche etsen en soms op den voorgrond ba dende vrouwen wier vormen Kubens zich niet weelderiger kon hebben gedacht. Deze figuurtjes zijn in hun klein bestek met een verrassende lenig heid en vastheid gemodelleerd. Ook die verrassing wordt hier verklaard. Er «ij n bladen geheel gevuld mét figuurtjes in velerlei houdingen, die in elkaar passen als een legkaart en die menigmaal tot een bijbelsche scène vereenigd. opgeschreven zijn met de onopgesmukte stelligheid waarmee een Tisanello zijn hertjes teekende. Als geheel hebben deze blaadjes ??waar mensch en dier tezamen komen een aparte decoratieve schoonheid. Daartoe werkt mee de vergeelde kleur van het papier, tot een tonigen ondergrond' geprepareerd. Ten slotte leeren deze teekeningeh iets omtrent zijn verhouding tot zijn tijdgenoot en. Men weet dat hij de leermeester was van Redon en men kan zich Gustave Dórémoeilijk zonder hem denken; een studieblad met paarden en cavaliers toont dat hij Constantin Guys bedenkelijk nabij kon komen; een ander kon de voorstudie zijn voor een vignet van Toriny Johannot. Maar in den grond was Bresdin een afzonderlijke die aan zich zelf genoeg had, een vreemde toegift op het rijke programma der negentiende-eeuwsche fransche kunst, nauwelijks opgemerkt en door weinigen erkend. Een spoor liet hij niet na; zijn uitvoerige soms getourmenteerde .prenten^ meer naar het verleden dan naar de toekomst georiën teerd, bevatten weinig, waarmee lat er en hun, voor deel konden doen. Wat hij te zeggen had heeft h U daarin zoo volledig verteld en metzulk een rijkdom van details, dat hij zijn genre* heeft uitgeput. Doch zijn teekeningen laten zien, dat deze bizarre phantast de werkelijkheid nader stond dan men gedacht zou hebben en dat zijn talent machtig genoeg was om de realiteit door de intensiteit van zijn visie en de expressieviteit van zijn lijn tot iets ongewoons te verheffen. Een klein vrouwen profiel uit deze collectie toont dat wel zér over tuigend aan. Niet alle kanten van zijn genie heeft hij in zijn prenten geopenbaard: die leemte vullen zijn teekeningen aan. Ook zonder zijn kracht te zoeken in het tot zelfkwellens toe materialiseeren van alle schuilhoeken zijner verbeelding, kou hij groot en^welspi-ekend zijn. Tentoonstellingen Kunsthandel D. G. Santée I^ndweer, Heeren gracht 390, Amsterdam,. Teekeningen en grafisch werk door Rodolphe Bresdin. Tot 2»i October. Kunstzaal Willeni Brok. Hilversum. Tentoon stelling van schilderijen, aquarellen, teekeningen en houtsneden door Peter v. d. Brake. Tot 30 Oct. Kunsthandel W. H. Hofstee Deelman. Vondelstraat 10, Amsterdam. Werken van A. J. G. Colnot. Tot 31 October. Stedelijk Museum, Amsterdam. Tentoonstelling de Brug". Tot l November. Albert Loots, Spoorstraat 2d, Nijmegen, houdt een atelier-tentoonstelling. Tot l November. ,,De Bron", 's Gravenhage. Werken van V. E. Uytvanck. Tot l. Xov.i mber. Stedelijk Museum. Amsterdam. Tentoonstelling weef werk van Rie Knapper. Tot l November. Hotterdamsche Kunstkring, Witte de Withstraat 8.5, Hotterdam. Tentoonstelling van Poppen en Marionetten, vervaardigd door Harry van Tussenbroek. Tot 3 November. Firma Rath en Doodc heef ver, Prinst-nji-acht 730, Amsterdam. Tentoonstelling Kunstbehangsels. Tot 4 November. Vereeniging Voor de Kunst" Nobelstiuat 12. L'trecht. Tentoonstelling van werken door W. van der Nat. Tot 10 November. Metz A: Co., 's-Gravenhage. Tentoonstelling van oude Marokkansche Tapijten, Kleeden en Borduur werk. Tot 15 Nov. . J. H. de Bois, Kruisweg U8, Haarlem. Ten toonstelling van Schilderijen en Teekeningen, door Alb. Arens. Tot 16 November. Kunstzalen d'Audretsch, Noordeinde 119, Den Haag. Tentoonstelling van werken door R. Martinez. Artibus Sacrum, Arnhem. Tentoonstelling van werkendoor de leden van den Gooische Kunstkring. ?.i-1

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl