Historisch Archief 1877-1940
l,
l
v
l,i:DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 OCTOBER 1929
No. 2734:
Prof. Dr. P. J. Blok
EEN geleerde van grooten naam is in den
oud-hoogleeraar Blok uit ons midden geschei
den. Een man, die zijn geheele leven in
belangelooze toewijding heeft gegeven aan de wetenschap,
die hem lief was. Een onderzoeker, die een zeer
groote rij van belangrijke werken heeft nagelaten,
die nog lang de vraagbaak zullen blijven van wie
belang stellen in onze vaderlandsche geschiedenis.
Blok was niet 's lands officieele historieschrijver,
maar als de geschiedschrijver van het
Mederlandsche volk kon hij gelden bij 'uitnemendheid. Want
hij was een goed vaderlander en overtuigd van de
geestelijke en ook de zedelijke waarde van de
geschiedenis. Door zijn geschiedenisstudiën. ver
vulde hij een nationale roeping: ook in dat licht
moesten zijn boeken over Willem van Oranje en
over De Ruyter worden gezien. Het bericht vau
Blok's overlijden bereikte ons te laat om iiogin
dit nummer zijn beteekenis als geleerde, als
schrijver, als vaderlander en als'mensen ten volle te
kunnen schetsen.
SPREEKZAAL
Nog eens: GIESSEN-NIEUWKERK
Baarn 1*5 October 1920
Met aandacht heb ik in de Groene van 12 October
1929 het artikel gelezen van den Haagschen
Advocaat Jhr. Mr. C'. W. v. d. Does. Ik vind
daarin menige onjuistheid. Mij trof dït bijzonder
onaangenaam, omdat.'zoo iemand, ik het zeker
wel ben. die 'de /aak Giessen-Xieuwkerk ken.
.Sinds begin 1923 heb ik er mij mede bezig gehouden,
omdat ik ervan overtuigd was. dat reeds de inhech
tenisneming een dwaling was. Sedert ruim -l jaar
heb ik mij van alles, wat deze zaak. betrof, op de
hoogte gesteld en steeds mijn bevindingen aan de
hoogste autoriteiten mondeling en schriftelijk
medegedeeld.
Xaar aanleiding van een memorie, ingediend bij'
Mr. Noyon in 1920 is liet eerste nieuwe onderzoek
gelast en opgedragen aan den brigadier Dorst
uit Xumansdorp. Het doel werd echter nog niet
bereikt. Opnieuw werden gegevens verzameld en
in 1927 heeft 'dit geleid tot een aanklacht wegens
meineed tegen de Krooiis. Het resultaat van het
schitterend materiaal was helaas toen nog be
droevend. ,
In 1928 werd met dezelfde. gegevens, aangevuld
met nog meerdere, revisie aangevraagd. Xa maan
den kwam de mededeel ing: afgewezen. Binnen
veertien dagen gaf ik opdracht aan'.-een. anderen
advocaat deze zaak ter hand te nemen. Dat was
in December 1928.
Ik wil nu het artikel van Jhr. Mr. v. d. Does
volgen om bepaalde dingen nader te bezien.
«)0$ENs,$WAGEI!l1AN,
PIANO'S-ORGELS:
Gerechtelijke vooringenomenheid
Te Dordrecht, en misschien ook te 'a-Gravenhage
is alles behandeld in de bij voorbaat gevestigde
overtuiyiny, dat Klunder en Theuniesen de daders
tcawj," schrijft Mr. v. d. Does en dan vervolgt
hij dat men te Amsterdam ook van een vooringe
nomen (maar omgekeerd) standpunt uitging.
Deze opmerking is onjuist. Te Dordrecht werd
de instructie gehouden. Alle gegevens waren er
bekend, maar men heeft niet de verklaringen naar
'waarde getoetst (de verklaringen die bezwarend
warfcw, hebben mij er toe gebracht te begrijpen dat
men dVaalde). Het Amsterdamsche Hof kennis
nemende van deze verklaringen, heeft deze naar
behooren gewikt en gewogen, bovendien heeft zy
kennis genomen van de rapporten (het geheim
dossier). Zij wist toen hoe de verklaringen waren
ontstaan en kon dus de werkelijke icaarde
beoordeeleu.
Terugyavc van den hamer aan Kroon,
Inderdaad was teruggave van den hamer
bevolen, doch er was niet bij bepaald, dat die
hamer terug bezorgd moest worden. Kroon heeft
hem niet opgehaald, omdat hij wist dat de hamer
niet van. hem was. Verder is door den toenmaligen
advocaat in deze /aak, in 192U aan den officier
te Dórdt verzocht den bewusten hamer aldaar
te willen houden. Het is onjuist te vermelden dat
het publiek ging lachen toen de president aan
Mr. Kronenberg vroeg: ,,En als nu vernietiging
van den hamer bevolen was?'' Er werd wel ge
lachen na het antwoord: Nee, wij hebben hem
gehouden, in een zaak als deze kan men nooit
weten wat er gebeurt." Zie echter boven dat er om
verzocht is.
,.Indien de bedoeling van de zitting tras
?yciccest, op de Dordtsche heeren het
vcrgcldinguberiinscl toe te passen, dan
ifarcn de opmerkingen van den president
zeer ter snede",
schrijft Mr. van der Does. De zitting van het Hof
heeft bij mij geen indruk nagelaten dat op de
Dordtsche hoeren het vergeldingsbeginsel is toe
gepast. Allerminst, er is zeer bescheiden gehandeld.
Men zocht slechts de waarheid. Het was echter
noodig om ,te belichten hoe roekeloos men had
geoordeeld. Men heef^jjuist afgezien van vergelding.
.,Hct Amaterdamsche Hof.'1
Mr. v. d. Does moest eens bedenken dat, als er
is gesproken van het Amsterdamsche Hof, dit
immers ook kon gezegd zijn om verwarring te
voorkomen met het Haagsche Hof.
,, Vrees voor 's heeren Roobol's toorn".
Dit moet ook een vergissing zijn, want genoemde
heer heeft zich nooit uitgelaten, dat hij dit of dat
Hof verkoos, doch wel als zijn meening te kennen
gegeven, dat hij niet vermoedde dat het voor het
Hot' te Amsterdam zou komen.
Ten slotte nog een abuis. Op bldz. 3 onderste
regel staat, ..de verdedigers 'm een .
jurcnlanqen'strijd.'' Dit is onjuist, deze verdedigers waren eerst
sedert December 11)28 met de zaak belast.
* * ?
Wat betreft het Hof in den Haag heb ik mij
nooit kunnen voorstellen, dat zij kennis genomen
zouden hebben van het geheim dossier. De vragen,
die 4aai' door den president aan een der
raadsheeren gesteld zijn wijzen hier tenminste niett op.
Er zijn evenwel brieven waaruit men mag af
leiden dat het Haagsche Hof er wel kennis van
heeft. Er is althans een brief van 5 October 1925
aan den Advocaat-Generaal aldaar gericht, met de
geheime rapporten. Mr. Kroonenberg meldt daarin.
dat deze geen deel uitmaakte van het dossier te
Dordrecht het Waren immers slechts vertrou
welijke rapporten.
Het zij mij vergund .'hier te zeggen, dat er nog
veel is. dat niet algemeen bekend is. Maar vast
staat dat het Hof, (of ter verduidelijking het
Amsterdamsche Hof) hier niet anders heeft
gedaan, als ieder rechtgeaard nxensch mag ver
wachten. Zij heeft het materiaal gewikt en gewogen.
en daarna recht gesproken. Doch helaas blijkt
nog steeds hoe moeilijk het voor velen is, de
waarheid te begrijpen.
Ieder Nederlander diende te juichen, dat het'
Amsterdamsche Hof, in samenwerking met den
Advocaat-Generaal aldaar het gepleegde onrecht
op zoo een schitterende wijze ongedaan gemaakt
heeft. Zij verdienen ons aller eerbiedigen dank.
Hoogachtend,
Uw. dw,.
C. P. STUIJ.
(Van redactieicege bekort). '
HET GEHEIME DOSSIER
Mijnheer de redacteur,
HET zij mij vergund als lezer van uw blad nog
eenige opmerkingen te maken in zake
GiessenNieuwkerk. Ik bewonder het in de verdediging,
dat zij alleen daar haar licht heeft laten schijnen,,
waar het strikt noodzakelijk was om het gestelde
doel (vrijspraak van de verdachten) te bereiken.
Alles daarentegen, dat verder zou kunnen leiden,.
bijv. het uitlokken van maatregelen tegen recher
cheur de Jong of tegen den toenmaligen
Dordtschen ambtenaar O.M. en den rechtercommissaris,.
liet de verdediger achterwege.
Goed. Binnenskamers zal het departement wel
weten, wat dezen heeren duidelijk gemaakt moet
worden. In dezen is dus de verdediging geen ,,par
tij", maar de staat. Toch vraag ik mij af, of het
publiek belang niet beter zou zijn gediend, wanneer
er althans over enkele onderdeden meer licht was
ontstoken. Hoe zit het bijv. met het geheime
dossier? Waar is het boven water gekomen?
Er wordt aangenomen, dat de hoogere rechters
deze befaamde stukken niet gekend hebben. Welke
hoogere rechters? De Hooge Baad. Accoord.
Het Haagsche Hof twijfelachtig. Het
heeft deze stukken niet gekend, want dan zou
de H.R. ze wel gekregen hebben, zegt de een. Het
heeft ze wel gekend, want het Amsterdamsche Hof
schijnt ze van de Haagsche Griffie gekregen te
hebben, zeggen vele anderen. Zeer zeker is deze
laatste redeneering verreweg de waarschijnlijkste.
Laten wij deze theorie een oogenblik in ichema
bezien
(Ceheun dossier) Kb.DOKDT (Ofj ideële stukken)
Huf DEN HAAG
-i,
HOOGE HAAD
/bevesliyiny run
\ het vonnis
H. K.
Eerste
revisie
(afyeicczen)
H. R
Tweede revisie
(verwijzing)
* Hof AMSTERDAM «* **
( Vrijspraak)
"-* '
Is dit schema juist? In ieder geval klopt het,
met wat bekend is geworden. En het toont de
waarschijnlijkheid van het verhaal aan, dat door
een fout van de f/riff ie in Den Haag het geheime
dossier te land is gekomen bij het Amsterdamsche
Hof.
Als deze constructie waar is, hoe komt het dan,
dat die geheime documenten niet bij de H.R. te
land zijn gekomen? Was dat opzet? Dan was het
knoeierij.
Als deze constructie onjuist is, hoe zat de zaak
dan wel in elkaar? Jhr. Mr. v. d. Does heeft in
De Groene ? de wenschelijkheid betoogd, dat deze
zaak in de Tweede Kamer ter sprake werd gebracht.
Het is te wenschen dat de minister dan ook in
staat is, op het hier gestelde probleem te antwoor
den. PROVINCIAAL
BERGT UWEN INBOEDEL
BIJ VOOBQEtfOMEN VESTIGING IN
DEN H A AG OP IN HET BUITENLAND
BIJ DB 9TBMA BATENBURG & POLMER
T& 'S-GRAVENHAGE,HuiJQEN8PABK22
TELEFOON 11030
EIGEN GEBOUWEN. Bespreking kosteloos
8PBO. BlNNHNI.. EN INTBBN. TBANSPOBVBN
No. 2734
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 OCTOBER 1929
Het Bioscoopconflict in het Zuiden
( Vervolg van pag. i)
De gemeentelijke organen, die in
de/.ejcamouflage tle hand hebben gehad, zullen ons, naar wij
hopen, willen ten goede houden, wanneer wij ver
klaren, het gebezigde middel infra dignitutem
te achten; de overheid die en terecht ? oj>
zoo menig gebied, wanneer het handelingen van
particulieren geldt, door den juridischen schijn
heen ziet, mag niet zichzelve met dien schijn
tooien, teneinde een doel te bereiken, dat. naar
aanvankelijk althans vaststond, met de wet in
strijd is. Dat op een «lei-gelijken grondslag een
conflict moest ontstaan, was wel haast onver
mijdelijk. Inderdaad bleet' het niet uit.
* *
*
De bioscoop-exploitanten stelden zich op het
standpunt, dat de ingestelde nakeuring onwettig
?was. en vertoonden dus films, zonder deze aan
nakeuring te onderwerpen. De gemeentebesturen
oordeelden dit te zijn eene overtreding van de
voorwaarden, waaronder de vergunning tot het
uitoefenen der onderneming was verleend, en
gingen op dien grond tot schorsing van de vergun
ningen over. De Bioscoopbond eindelijk zorgde er
voor, dat. zoodra in een gemeente ten aanzien van
n onderneming schorsing had plaats gehad, alle
theaters in die gemeente werden gesloten. Aldus
is in 12 der zuidelijke gemeenten geschied, en aldus
?werd het aanvankelijke rechtsconflict tot een
nmehtseonflict.
*
Op het oogenblik waarop wij dit schrijven, be
staat, naar de dagbladen meedeelen. de waar
schijnlijkheid, dat het conflict zal worden bijgelegd:
uesproken wordt van eene oplossing, die xou zijn
'lïevondeu door toepassing van de artt. 20 e.v. der
Bioscoopwet, die mul. mogelijk maken, dat <!<?
exploitanten zich vrijwillig onderwerpen -?maar
tlan ook ieder oogenblik zich weer kunnen ont
trekken ami het toe/icht van instellingen of
vereeniginsren, welke het voorkomen of bestrijden
van het bioscoopgevaar beoogen; eene oplossing.
die. wanneer een rei'ele methode van nakeuring
wordt gevolgd, o.i. alleszins zou zijn toe te juichen.
De vraag. of. wanneer zulk. eene schikkinu'
n'n-'t wart' gevonden, ons geldend staatsrecht midde
len biedt, een dergelijk conflict op bevredigende
vvijzi» te beindigen. heeft du», naar men mag hopen,
iieen direct practisch belang. Algemeene bet ee
kenis heeft zij echter wel. en het is daarom, dat wij
ons nog een drietal opmerkingen veroorloven.
(Jaa| men uit van de. naar wij zagen ook door de
TCegeering gedeelde, opvatting. da,t de aanvankelij
ke doch niet goedgekeurde
raadsverordeningen in strijd waren met de Bioscoopwet, dan
lijdt het geen twijfel, dat ook de later genomen be
sluiten van B. en W. met die wet streden. Daaruit
A-olgt, dat de Kroon overeenkomstig art. lü:i
der Gemeentewet ? die besluiten wegens strijd
met de wet had kunnen vernietigen. Het door' de
betreffende gemeenten gebezigde middel was dun
niet alleen althans naar onze bescheiden
meening minder otrbaar: het was tevens on
deugdelijk. Had de Kroon van deze
vernietiging.*bevoegdheid gebruik gemaakt, dan hadden de
besluiten tot schorsing van de vergunningen hun
grondslag verloren, en ware het bioscoopconflict
vermeden. Waarom Zij van deze bevoegdheid
niet heeft gebruik gemaakt, is ons niet bekend.
Een tweede opmerking is deze. Aangenomen
alweer, dat de besluiten van B. en W., houdende
opdracht van nakeuring aan het Keuringskantoor.
onwettig waren, zoo hadden B. en W. niet tot
schorsing der vergunningen mogeil o vergaan. De
wet laat van die . besluiten tot schorsing
beroep toe bij Gedeputeerde' Staten. De bioscoop
exploitanten hebben dan ook niet nagelaten,
zoo
N.V. J. S. M fe U W S E N ' S
Grootst» keuze
STCTSONS
Briand's jongste politieke dood
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
Het lijk: En ditmaal niet te lang wachten met opgraven, vriend!
Denk aan dien armen duivel van een Champaubert!"
beroep in te stellen: zoowel Cïedeputeerde
Staten van Limburg als die van Noofdbrabaut
verklaarden evenwel het beroep ongegrond. Dat
van deze beslissingen niet gelijk zoo dikwijls in
ons staats- en administratief recht het geval is
door déBioscoopwet een hoogste beroep op de
Kroon is toegelaten, komt ons voor een lacune
in die wet te zijn; het behoeft geen nader betoog.
dat juist in een aangelegenheid als deze Gedepu
teerde Staten niet het aangewezen college zijn.
om in hoogste instantie de functie van recht
spraak d.i. van onpartijdige geschilsbeslissing
? uit te oefenen.
Eindelijk mag, naar het ons 'Voorkomt', de
opmerking niet in de pen blijven, dat geheel het
verloop van deze zaak heeft onderstreept de
wenschelijkheid van invoering of beter, van
gestage uitbreiding - van een waarlijk onafhan
kelijke, en téallen tijde toegankelijke, admini
stratieve rechtspraak. Het is onze stellige over
tuiging, dat het rechtsgeschil, dat tusschen den
Bioscoopbond en de gemeentebesturen was ont
staan, nimmer tot een zoo omvangrijk en zoo be
treurenswaardig machtsgeschil had kunnen uit
groeien, wanneer van den beginne af aan voor de
exploitanten de mogelijkheid had bestaan, het
geschil aan '«rechters oordeel te onderwerpen.
De gedachte der administratieve rechtspraak,,
door wijlen Prof. Struyr.ken naar onze meening
te -onzaliger ure in haar voortgang gestuit; de
gedachte, dat beslissing van geschillen , door een
onpartijdig orgaan behoort t»1 geschieden, ook
dan. wanneer het de overheid is. die als partij
bij dat geschil is betrokken, kan. naar het ons
voorkomt, bij het thans voorgevallene slechts baat
vinden.
ADVERTEERT in
DE GROENE AMSTERDAMMER"
.?is een zin die ge dikwijls leest.
Waarom juist in de
GROENE AMSTERDAMMER..?
OMDAT het advertentietarief buiten
gewoon billijk is. De GROENE wordt
immers bij uitstek gelezen door het beste
publiek door het publiek dat iets te
besteden heeft.
Ge BETAALT DUS NIET voor een
verspreiding, die drukkosten, porto en
papier kost en waarmee ge tienduizenden
lezers bereikt, die niet in de eerste plaats
tot het koopkrachtige publiek behooren.
MAAR HET BETAALT U in dit blad
te adverteeren waarvan ge weet dat uw
onkosten, direkt worden aangewend om U
in contact te brengen met het koopkrachtig»
publiek.