De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 26 oktober pagina 7

26 oktober 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

: OPPEN M ASKE IN de benedenzaal van den R of terdamschen Kunstkring is eene tentoonstelling geopend van poppen. marionetten en maskers door Harry van Tussenbroek. Zij bevat oud en nieuw werk en men hervindt er zijn eerste proeve: de Booze (ieest van groen geverfd touw en zakkengoed gemaakt, waardoorheen een dunne draad goud werd gevlochten, met een breeden, wreeden mond. bloedrood, waarin scherp als messen de spitse tanden gereid f t.ian (waartoe meloenpitten werden benut) en men treft Tentoonstelling van Hom van Tussenbroek's Werk er /.ij m- allerlaatste scheppingen, zoo als een geweldig grotesken vogel niet di>n toekan-kop in een veerenpracht als uit een tooverland. . . . Tusscheii de twee hiel- genoemde voorbeelden liggen juist negen jaar van werk?/aaniheid en deze. tentoonstelling geeft daarvan een welhaast volledig Het komt mij voor, dat men voor Int y.ien van poppen en voor het waardeeren van het wonderlijke verbeeldingslevon dat daarin schuil kan gaan een zeker instinct moet bezitten. wil uien zich geheel over kunnen ge v i*n aan de geheimzinnige bijzondere n(eer. welke om alle deze dingen zweeft! .Men moet kunnen beschikken over eene zekere dosis fantasie, want wie volk» Hun nuchter blijft bij liet aan schouwen zal veel kunnen waardeeren ?maar zich. aan de werkelijkheid houdend, in een oog niet anders blijven zien dan een glazen knikker uit een kogelfleschje, een glimmend zwarten sèhoenknoop of een glan zend steentje, waarin liet licht re flexen teekent, maar meer ook niet en om dat meerdere gaat het in de kunst van llarry van Tussenbroek, die opnieuw bewijst dat het in de kunst niet en nooit te doen is om de dingen zelf. maar om hetgeen de kunstenaar daarin ziet ! Hoe sterker dus het verbeeldingsleven, de fantasie van den kunste naar diens arbeid beheerscht, hoe krachtiger ook diens vermogen zal blijken, tot het vastleggen van het visioen, in hem opgeroepen 'door aardsche verschijningen, welke bevruch tend werken op zijn steeds waakzamen kunstenaarsgeest. Men hoede zich dus voor liet zich doodstaren op détails (want groot is hier inderdaad de ongemeene vin dingrijkheid bij het benutten A'an materialen waaraan een" ander nooit zou denken !) en men stelle zich in op de bedoelingen van den maker, -die toch boven alles uit en zoo krachtig mogelijk de realiteit op een hooger plan tilt door zijne ongemeen rijke fantasie, waarbij vooral eene ver bluffende habiliteit en eene nimmer falende verfijning (welke nu en dan naar het decadente neigt doch in een gezonden aanleg voor den humor een onmiskenbaar evenwicht hervindt ) hem in overvloed ten dienste staan en in dit alles is hij geheel zichzelf: van niets maakt hij iets: hij speelt met de vormen en hoe krachtig is zijn kleurenpracht; er is iets vanden hemel en de hel in al wat hij geeft ; iets van goden en duivels, van het waken en het droomen, van het bewuste en onderbewuste, van de vreugde en het verdriet .... Er is ook iets van den dag en deu nacht, van het land en de zee, van het aardsche en bovenaardsche in zijne uitermate groteske figuren, waarin men mensch- en vogel,en vischgestalten herkent in tast baar geworden abstracties, waarbij het uiterste minutieuse opgevoerd blijkt tot grootheid in een omweven der werkelijkheid niet 'den droom; ver beeld verbeeldingsleven, waarin altijd weder iets van' het , geheimzinnige naar voren treedt dat daaraan eene diepere belangrijkheid meegeeft. Wat de wordingsgeschiedenis dezer dingen aangaat: er ia altijd eene aanleiding uit de werkelijkheid. Een, dorre tak uit het bosch; een door zon en wind gebleekte dierenschedel uit het veld of duin: een uit »!<? ze" geboren schelp, aan het strand ge vonden: eene kleurige veer. een ver bleekt stuk goud-brokaat, een ver schrompelde oude handschoen, eei ha/.enbeen. kraal, tand, ja. wat al niet is middel tot inH^irntic en zu-. kan men zich altijd weder opnieuw verwonderen over het vele dat daari'i voor den maker der poppen leeft. wien men het maar vergeven 1110-1 dat hij geen van zijne geesteskinderei ??u ongerepte hem evenzeer boeit, x.uoals in Shéhérazade en de Danseres met de Safieren waarin het sprookje ???eft of wel in de stilte van Maanlicht ?u Nacht, waarin een voor teere ndrukken ontvankelijke ziel tot uit spraak komt en welke poppen waarlijk verwantschap vertoonen met dat wat ,^'hopin in zijne wonderlijke Nocturne'» laf .Men kan het telkens toetsen dat en verlangen naar pracht en zwier wil missen, omdat zij nu cenma' ! zijn leven zijn en zijn geluk.... Voor een groot deel ontstaan m een tijd van eenzaamheid, toen lui verkeerde in eene zeer trieste on geving waarin de dagen eentonig >?".'. somber vergleden, werd zijn we< -. hem een redding. Wel mag ik iijij gelukkig prijzen daartoe den stoot thebben gegeven, want een poort ginvoor hem open en zijn weg wjigebaand. . Wat mij persoonlijk betreft ach: ik het werk van Harry van Tussei broek steeds het sterkst > van uit drukking, als daarin het demonisch aan de orde is. Of dit in een hek:-. boeman, toóvenaar, vogelverschrikker, duivel, noog of monster naar voren komt of wel in het Noodlot, de Mar. nequin, de Vampier of de Meermin. het is al om het even, daarvan d-sterkst fascineerende eigenschap doch laat ik er direct aan toevoegen dat ook het sereene, het kuischc, het liefelijk? n weelde dezen poppenmaker bev nngen houdt. Als kind reeds teekende J hij op smalle papierstrooken, die hij ' inneen lijmde, gansche stoeten, op' tochten vol feestelijkheid met paar?len.en praalwagens en prachtig geUeede figuranten. I^ater toen hij in 1; «-n ouden koffer op zolder in het '?uderlijke huis tal van vergeten kleedingstukken vond, doste hij. zich'?elf er mede uit en voor het open ven"?tér speelde hij zijn pantomimen voor ??<m buurmeisje, dat voor dit alles iri'oote aandacht had. Dan kwam het nuk voor dat hij zich alleen de voor'ïijde van het lichaam met lappen en . kleeren bèspelde (ik herinner mij eene Marie Antoinette met eene witte ruik van watten ij zoodat hier de, leedij als een masker werd benut, vant van den achterkant bekeken 'leef hij een doodgewonen jongen in en matrozenpakje.... Maar ook lat ging voorbij en later kwam hij te schilderen en te teekenen, waarbij zijn kleurgevocligheid hem te pas kwam. Doch het had niet zijn hart. Eerst later, toen hij naar mij bleek wel steeds het verzwegen gevoel in zich rond droeg van gaven te be zitten, welke echter door verschil lende remmende omstandigheden niet tot uiting kwamen, werd als door een toeval de weg gebaand en ineens laaide het vuur in hem op tot een vlam ! Hem was de womlerlnmp zijner diepste wenschen in de handen ge drukt en het was waarlijk, alsof hij in eene verbluffende productiviteit er op uit was den verloren tijd weer in te halen.. Dat wat als kind onbe wust in hem leefde: de lust tut uitbeel den, geschiedde thans in volle be wustheid. Van de bcweginglooze pop pen, ging hij tot de marionet en van de marionet tot het masker. Eene voor de hand liggende ontwikkeling van zijn talent volgende, welke echter steeds beheerscht bleef door dit eene verlangen te ycven eene .700 ItrucMiy mogelijke expressie in een beperkt be stek. QNaar het mij voorkomt is hij daarin ten volle geslaagd. Doch ook is het hem gelukt ontelbaar verschillende materialen zoodanig te verwerken, dat ondanks eene opmerkelijke knap heid en handigheid toch steeds in alles de bezieliny der ntof blijft boeien waardoor alles wat hij aanraakt be langrijk wordt en tot eene ware kunst uiting geheven. * ' * Op den openingsdag van deze merkwaardige tentoonstelling ver scheen bij Brusse te Uotterdam een zeer aantrekkelijk verzorgd boekje over de Poppen van llarry van Tussen broek door H'. lf.*jiouwc. Niet minder dan 5(5 afbeeldingen sieren den met eene opmerkelijk zuivere intuïtie voor de intenties van den poppenmaker geschreven tekst. waarin (Jouwe zich een even/.eeivknap als gevoelig litt erator toont. Hij karakteriseert den maker en zijn werk in een viertal hoofdstukken: De Eenzame. Spelen. De (fevangeliën en (iebaren. De schrijver ziet in de poppen de stille genooten van een gemaskerd leven, de eenzaamheid gedreven tot de toevlucht der aesthetiek met den zin voor de verdorde, verbleekte levenreste in den glans van kostbare stoffen en kleinood, vermengd .en verweven." Hij voelt ze aan vol verwantschap met een oudere litte ratuur, die aan de vereenzelviging van de individu ontsprong, haar verbroozing en verijling in sluierigc'symboliek wikkelde of in wanhoop de vrijheid aanriep in een zelf-verkozen doen van groótsche eenzaamheid." Terecht herinnert hij aan de sfeer van Poe of Baudelaire in dit alles. OTTO VAN TUSSENBROEK Vertalingen Benito Mttasolini, Glaudia Particella; de liefd-. van een kardinaal. Voor Nederland bewerkt door P. Raëskin. Uitgave: Scheltens & Giltay, Amster dam. In 1909 srhreef Benito Mussolini, toen secretaris van de Socialistische Kamer van Arbeid, zijn Claudia Particella, VAntante del.. Cardinale; Grande Romanzo dei Tenipi del Cardinale Etnanuel Madruzsa," van wel ken roman de Nederlandsche ver taling nu het licht zag onder bovenstaanden titel. John van Druten. Puberteit ..Young Woodley". Itoman naar het^tooneelstuk van dien naam, vertaald uit het Engelsen door Ida Haakman. Haarlem. N.V. H. D. Tjeenk WUlink en Zoon. Marten Korck, Palte J armer. Uit het Deensch door E. Koefoed Pennings. Amsterdam. N.V. vanHolkema en Warendorf's Uitg. Mij.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl