De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 26 oktober pagina 8

26 oktober 1929 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

22 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 OCTOBER 1929 No. 2734 No. 2734 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 OCTOBER 1929 ?M Fransche boeken door Joh. Tielrooy .\mire (i'«li\ /. .V. ff. F.. H f r. Welk een vreugde ditmaal over «vn werkje van liide niets dan goeds te kunnen melden! Het is niet noodeloos verwikkeld meer. de schrijver lokt imoh ontwijkt, en de aard van zijn inspiratie is duidelijk. De haat jegens onwaarachtigheid in menschen. die hem altijd vervuld heeft, eom-reti.-.t-erde zich dezen keer in een figuur, die. ik weet 't haast zeker, eens legendarisch, welke naam een wutn-d van de taal /al worden, een woord dat .-vnoniem met ..zelfingenomen^ en zelfbedrieger" zal /.ijn. Hobert is altijd gedistingeerd, waardig. zt-ker van zijn zaak. Heeft hij toevallig bij een papierhandclaar i«en handig kaartsysteem gevon den en wordt dit gepre/en. dan zegt hij: ..Oui. . . . HU cherchant. j'ai trouvé" op een toon ..a la f o is supérieur et modeste, profond et dégagé." Is hem een auto-ongeluk, overkomen en wordt hetu gevraagd of hij pijn heeft, dan geeft hij een bevestigend antwoord, niet met woorden, maar ..par un simple clignement de paupières sur mi ivgard agonisant." Onmiddellijk na het ongeval is hij heej nederig, bang voor den dood. maar zoodra hij het gevaar voorbij weet. neemt hij plechtstatig afscheid van he.t leven en zijn gezin: Mes enfants, c'est a vous a présent de prendre {'' flambeau que...."' Een zoo volmaakte noteering van deze dingen aan te treffen in een boek geeft mij. ik moet 't bekennen, niet minder dan een verrukkelijk gevoel van. wraak. I-azen ze 't maar. de verfoeilijke wev.»'iis van dat soort ! Maar ze zouden 't niet op ?zichzelf betrekken. Toch van innemende eigenschappen niet heelemaal ontdaan, wekt deze Hobert eerst illusies bij een ixevoelige jonge vrouw. Ze trouwen. En wat Gide hier .nu geeft, zijn twee dagboekfragmenten van haar. Wij beleven eerst haar illusies mee. later haar ontgoocheling. Tenslotte gaat ze heen. Ze heeft alles verloren, zelfs herinneringen die ze eerst mooi gewaand had. Ze wordt verpleegster in den oorlog, ze sterft. Het is alles zeer gevoelig, soms bescheiden-geestig; de schrijftrant is zacht. >»ber, egaal; en 't geheel laat niet na te ontroeren. Cheng Tcheng, Vers I'Unité. I: Ma mère. Prcfacc de Paul Valcry. Parijs. Attinger. 15 fr. ('heng Tcheng is een jong Chinees, die er door gedeeltelijk Westersche opvoeding en Westersche levenservaring toe gekomen is, zich een verzoening van Oost en West ten doel te stellen en aan deze omstandigheden tevens de bekwaamheid dankt, meer dan andere Chineezen tot de bereiking van dat doel bij te dragen. Zijn rechtstreeks in het Fransch geschreven boek Ma mère (hij woont te Parijs, als lector aan de Universiteit) kan geacht worden deel uit te maken van de hedendaagsche Fransche litteratuur; het is daarin een eigenaar dige noot, een zachte, eenvoudige, haast simpele, maar zeer doordringende. Door het leven van zijn moeder te verhalen en haar sprekend in te voeren, laat hjjj meteen het in kentering verkeerend China van eenige jaren her zien. met zijn vele, ons wel bekende, oeroude gebreken, maar ook met zijn niet minder overgeleverde deugden en zijn streven naar verbetering. Domme traditie tegenover diepe volkswijsheid en goedheid.... waarbij Westerache, invloeden optreden als een nieuw en soms storend element. De teedere, lijdende, dappere, wtfze moeder, is een aandoenlijke figuur, n naar ik gis het meest expressieve symbool van hetgeen er schoons is in China's psyche. Paul Valéry gevoelt voor den vorm zoowel als voor de tendentie van het boek groote waardeering. Otn ervan te getuigen schreef hij, in den hem eigen. als 't ware van de hoogten der menschheid gespro ken stijl, een voorrede, die Cheng Tcheng eert, maar hemzelven niet mulder. TOEGEPASTE KUNST door Otto van Tussenbroek k van A, I>. Copter ?>e Firma Met/, en ('o (Liherty Agency) te Amsterdam stelt thans nieuw glaswerk ten toon door do glast'abriek Leerdam" te Leerdam ver vaardigd naar ontwerpen van A. D. Copivr. Deze kunstenaar, die zeer jont* reeds, als zoon van een vakman, in de glasindustrie werkzaam was. kent de mogelijkheden van het glasmateriaal tot in alle bijzonderheden. J l ij heeft y.iéh van het gewone werkmansdia]> ontwikkeld tot ontwerper en geen wonder dat dan ook al hetgeen hij uitdenkt in sier- en gebruiksglas technisch volkomen uitvoer baar blijkt. Daarenboven /.uilen zijne gaven voor/eker tot iets bijzondere kunnen leiden mits hij streve naar een geheel en al zichzelf zijn. Als men nog jong is dan ondergaat men zoo licht invloeden en het behoeft voor/eker geen ver wondering te wekken dat toen Copier eenmaal eeu reis naar Venetiëondernam met het oog om ook daar de vele mogelijkheden te bestudeeren welke i n de glasfabrikatie (inzonderheid die van het sierglas) schuil gaan. hij vele der Venetiaansche vondsten ook eens ging probeeren met liet gevolg. dat in een schijnbaar winnen er tevens een verliezen van het hem eigene accent te constateeren viel. Want dat eigene in Copier. is vooral de goede Hollandsche degelijkheid, minder dan wel het uitheemsch zwierige. Alras hervond hij zichzelf, maar in het aanpas singsvermogen dat hem aangeboren schijnt her kent men intusschen duidelijk invloeden en dit vooral in de z.g. Unica waarbij het aanvaarden van wat anderen vinden, het zich onvoldoende kunnen onttrekken aan invloeden. (Lebeau. Lalique e.d.) een gevaar schijnt voor eigen persoonlijkheid. Wat hem dus thais te doen staat is een stek zelf 'ijn. desnoods met opoffering van veel dat den schijn heeft van het eigene, en nochtans als basis van inspiratie vreemde facetten vertoont. Eerst dan zal het talent dat hij in het leven meekreeg tot een waarachtig kunstenaarschap uitgroeien en het wil mij maai- niet uit de gedachte dat het edele, klare en fonkelende karakter van het glasmateriaal bij den vormen-scheppers. dus bij de ontwerpers allereerst de dure plicht oplegt van een zich verdiepen, evenzeer als dat de uitvoerders de taak is toevertrouwd zich aan te passen in vol komen- overgave. Zoo persoonlijk als de eerstgenoemden moeten zijn. zoo onpersoonlijk dienen de laatstgenoemden te wezen.... Toch zie ik duidelijk aanwijzingen dat er den laatsten tijd in Copier iets aan het strubbelen is. Het is alsof (en dit inzonderheid in het z.g.gebruiksglas) er een verlangen opkomt naar strakke en strengere vormen: alsof wat men zou kunnen noe men de romantiek in het glas hem minder gaat boeien als wel de stuggere zakelijkheid waarbij allereerst de functie van het glaswerk als zoodanig leidinggevend is. Ik zag glazen in eene combinatie van geblazen kelken en geslepen voet welke uiter mate stevig staan en waarvan dus het evenwicht, stabiel zijnde, niet zoo gemakkelijke wordt ver stoord, m.a.w. die glazen wórden niet licht omgestooten. Ook karaffen met stevige stoppen zonder dat deze topzwaar lijken en in dit verlangen naar eenvoud volkomen geslaagd. Ook is het streven naar vormeenheid bij de ver schillende typen te prijzen: een waterglas en wijnglas vertoohen in diverse afmetingen eenzelfden vorm maar ook de daarbij behoorendëkaraffen en kommen zijn van uit 'hetzelfde vormbeginsel ' ontworpen, hetgeen voor iemand diie daar nooit over gedacht heeft zeer gemakkelijk lijkt maar in de practijk (men zie er de tallooze mislukte ser viezen maar eens op aan in de magazijnen van (zoogenaamd) artistiek glaswerk!) is dat misschien een der moeilijkste opgaven. Wat men Copier dus met alle waardeering voor reeds bereikte resultaten zou toewenschen s het geluk dat te mogen grijpen wat nog niet gemaakt is. Als er n kunstenaar in den lande is die groote kansen voor zich open ziet, immers door zijne vaste verbintenis met de fabriek Leerdam" waar hij als het ware tehuis is, kan hij proeven nemen bij de vleet, dan is hij het eri gelukt het hem. ondanks de oersterke traditie welke in het glas levend is, het geheel nieüice te raken in zijn werk, dan is hij ....waar ik hem zoo gaarne hebben wjl. Om zijnentwil en ter wille van de vaderlandsche nijverheidskunst.... PUROL er op! Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij Brand- en Snijwonden, Ontvellingen en allerlei Huidverwondingen Het verzacht en geneest SCHILDERKUNST door A. Plasschaert J. Bezaan, Pictura. den Maai» k had, en waarom zou ik het niet rond-uit zeggen. een herinnering aan werk van Bezaan, die beter is. dan mijn beoordeeling over het werk in Pictura kaïv wezen. Wat ik mij herinnerde waren grootgehouden vormen niet zonder stelligheid neerge schreven in zwart-en-wi.t. dingen dus, die per soonlijker waren en meer weidsch dan wat ik thans vond. Want ik kan de uitmuntendheid va u de stillevens niet ervaren, zij zijn noch door een manier van den vorm te geven noch. anders zins, door een kleur verrassend of maar zelfs aan trekkelijk." Noch kleur, noch vorm overtuigen mij meer van Bezaan's kunnen dan mijn herinnering is aan werk in zwart-en-wit; de kleur is niet van smetten vrij. zij kan troebel wezen zelfs, en in de vormen is geen spanning, die op een groote aan zettende drift ook maar wijst. Gelukkig is er landschap, dat beter is dan zulke stillevens. Er is in dat landschap een saamvatting, die meer bet eekenis heeft, en er is een gevoel voor stemming, die ik in de andere ..onderwerpen" weinig genoot; er is een gebondenheid, of juister, een vereen voudiging van den vorm, die met meer innigheid tesaam gaat. Dat is het verschil, vergelijkender wijs gesproken; een verschil, dat ik evenzeer in de teekeningen beleefde. Maar meer absoluut ge schreven, ook deze landschappen hebben nog niets van wat wij bij anderen vinden, bij anderen, die. niet eens tot de vooraanstaanden gerekend worden. Het werk van Bezaan, het geeft een aanduiding dus in zulke landschappen naar wat hy moet trachten: of hij bereiken zal, wat noodig is, en daardoor zal maken dat wat wij ons herinneren op de tweede plaats zal komen nog vrees ik daarvoor. 3IartlneK, bij «TAudretseh in den Haag Martinez geeft naast een paar portretten en landschap, voornamenlijk stillevens. Overtrof hij onze verwachting niet, hij stelde evenmin te leur. Het zijn klare stillevens zonder groote diepte; er is meer zuiverheid dan innigheid; er is meer rechtstreekschheid dan aarzelen van uit een groote ontroering. Deze stillevens zijn wat ge zoudt kunnen noemen semv-décoratief, zooals zoovele der modern-geheeten schilders dat kunnen zijn. Ze zijn vereenvoudigd naar kleur eri naar vorm, en zijn zóó de voorstelling niet wat gecompliceerd is, eerder schraal. Hieruit spreekt vanzelf, dat wij de voorkeur geven aan die werken, waar de beweeg lijker samenstelling van het onderwerp" die schraalte wat opheft, en den geest zet aan het werk. Daardoor Wordt die geest wel niet dieper getroffen, maar hij moet zich toch meer bewegen op het overal gelijke vlak, waarmee ge het wezen dezer kunst zoudt moeten karakteriseeren. Er is geen top en geen dal in dit werk; ,onze geestelijke wan deling er over geschiedt in een geUjke streek. Maar wat de kleur aangaat, zijn ze, ik zei u dat reeds, niet zonder eenige bekoring. Zoo goed als nooit is deze kleur troebel, en soms is ze in paarsen. in gelen, in rooden van een persoonlijk accent, en geeft ze een gevoel, aangenaam en gemakkelijk te ondervinden. De kunst van Martinez en dat kan een lof zijn is een gemakkelijke en aange name kunst. Zij geeft werk, Waarmee ons hart niet is tevreden, maar wat ons oog niet bezeert, waar 't door een rustige gelijkmatigheid zijn functie zonder inspanning en zonder onwil ver richt. Kunstzaal van Lier Rokin 126 ~ Amsterdam* Oostersche ft Europeëscha antiquiteiten Oude en Moderne schilderijen en plastieken ??Negerkunat ft Ethnographlea LOUIS DAVIDS door Henrik Scholte Wetenschappelijke Varia Louis TWw»J«- «^ ^U Revue Lach en Vergeet"» Curr LOUIS DAVIDS is een acteur die niet acteert. In een revue is hij geen star in den eigen zin des woords. Men wacht op zijn kalme en innig»! , *tein om hem te ontdekken temidden van een groep in schreeuwende kos tuums gestoken harlekijnen. Louis Da vids is een geboren spreker. ongeveer zooals Moissi er een is: een, die de wellust van het zeggen kent. Het is maar al te waar, wat hij in zijn conférence tot zijn slotliedje een god delijk nonsensliedje met ons bekon kelt: niet alleen hij. ook wij hebben' het gevoel bij hem op bezoek te zijn, in de huiskamer. Hij ver telt, zingende, slicht. gevoelig en van man tot man. Het kan zijn, het zal wel zoo zijn, dat dit alles tot het uiterste overlegde routine is. Maar dan verzekert hem dat zijn eenige plaats in het variété-)even: die van een doodgewoon mensen te zijn. Nog altijd hoor ik hem liever in het intieme c-abaret, pratende de gevoeligheden en den eenvoud i'les levens rakend op een spelende wijze, waarin de bitterheid van buiten schrijnt. In de revue, met zijn eigen sfeer van kleur en lawijt, loopt zijn sfeerscheppen dwars tegen de draad in. Hij verlangt stilte waar alles schreeuwt. Zijn succes is slechts, dat hij die stilte ook werkelijk verkrijgt, soms met et-ii handgebaar, steeds niet zyn woord. Zijn woord is nimmer uitzonderlijk, het is de gevoelige plek in het alledaagsche. Zijn Lied van den Kletoen .Man" is de kleine man op het tooneel tot den kleinen man in de zaal: een wederzijdsche confessie van pooverheid, ook al lacht men. De kleine man in zijn C. & A.tje van 18 gulden, de kleine nian met zijn te groote handen, zijn vale ellebogen die zoo zorgzaam het kale dophoedje opstrijken, de kleine inan stijgt uit boven de sentimentaliteit, waaraan Davids in minder gelukkige oogenblikken lijdt. Zijn kleine man wordt een, Steinlen-figuur vt.n vleesch en bloed, of zoo men wil, van vel en been deren: een die met u mee.traat, een dien .gij niet af schudt, een die ..er is." En die eenvoudige eisch voor den speler wordt levensgroot in Davids woor den. Het is in al zijn simpel heid zoo onfeilbaar, zoo onverbeterlijk raak. Ik geef niet veel om zijn revue-dia-, loog als ko miek, pasklaar ^gemaakt voor oen goedkoop moppensucces. Maar ik geef alles voor liet waarachtige en geringe détail, waarmee hij den storm bezweert, en dan een .type Ie ven laat, in n minuut, op een wijze, waar vele, vele spelers in een avond van dialogen tevergeefs naar zoeken. Hier, bij elkaar, komen in scènes van vijf minuten minstens de Drie Koningen van het Alledagsleven tot u: de Boef, die met een plotseling mouvement van zijn heupen, zijn langzame stem de sfeer op roept, waar de attributen-om hem heen tevergeefs naar tra?htten. De Kleine Man, die in elke volksD&wfe d» "tXUUm* man BLAU-GAS door Dr. P. van Olst OM te beginnen moet ik amendf honorable maken. .Ik heb mij namelijk vergist. Nog voordat veertien dagen geleden de Groeno ver scheen had ik reeds bemerkt dat ik mij vergist had maar de Groene was reeds in niet-meer-te wijzigen toestand gekomen en daar zat ik met mijn gebakken peren. Het genot van het bekijken van den Zeppelin op Zondagmorgen werd er reeds door bedorven en ik voelde me als Maccie de Steker, geconfronteerd met een slachtoffer. Het berouw nam toe toen een ..los" lezer van de Groene mij er lichtelijk om hoonde. De verklaring van mijn ver gissing is simpel want het groote Handw rterbuch der Naturwissenschafteu, dat ik raadpleegde, laat in het duitsch natuurlijk geen verschil waar nemen tusschen Blaugas" genoemd naar de firma Blau & Riedlinger. en Blaugas" dat in 't hollandsch blauwgas heet. Blauwgas is inderdaad ook een brandstof voor motoren, wat mij hielp misleiden: alleen is door een drukfout de ,.kub. M."verkleind tot kub. c.M." (opgave der verbrandingswarnite). Wat de Zeppe lin echter meevoert is Blaufla», al is dit inderdaad ook een brandstof voor de motoren, dus niet be doeld als draag-gas voor de ballon, zooals ik reeds vermeld heb. De toepassing is merkwaardig genoeg om in deze rubriek nog eens ter sprake te komen. Een der ernstigste zorgen bij de eerste ballons gaf het gas-verlies door den. ballonwand heen, waardoor het draagvermogen afnam, wat alleen door uitwerpen van ballast kon gecompenseerd worden, zoolang er nog ballast beschikbaar was. Maar de techniek heeft het hulsel zoo goed ver zorgd dat het gas-verlies buitengewoon beperkt is. Dit geldt dus ook voor de moderne ballons, dus ook voor een Zeppelin. Maar de Zeppelin heeft andere zorgen op gas-gebied. Als brandstof werd steeds benzine meegenomen, en er is voor een langen tocht, zooals oA*er den Oceaan, een groote voorraad noo dig; voor den tocht naar Amerika was 30.000 K.G. benzine noodig. Daar een kubieke meter waterstofvulling een draagvermogen van ruim l K.G. geeft, zou dus alleen voor het dragen der benzine in dit geval reeds 30.000 kub. M. waterstofgas noodig zijn. Naarmate de benzine echter verbruikt M-ordt, wordt deze brandstof voorraad lichter en ? zou de ballon door zijn stijgkracht tot grooter en ongewenschte hoogte stijgen. Dit is alleen te voorkomen door gas te laten ontsnappen, zoodat ten slotte 30.000 kub. M. waterstof gas verlo ren was gegaan. Vorige ballonvaarders hebben met deze moeilijkheden te kampen gehad; ik herinner o.a. aan de avontuurlijke plannen van den Ameri kaan Wellinan. die eerst met een sleepkabel van benzinebusseii onderaan zijn ballon den Oceaan probeerde over te steken, welke kabel half in zee sleepte en bij het lichter worden van de ballon een eind uit het water werd getrokken, wat verdere stijging tegenhield zonder gas-verlies noodig te maken. Toen de uitvoering van dit plan mislukte, probeerde hij den ballonwand te maken van ge wapende" ballonstof (met metaaldraad ingeweven) om bij eventueele stijging het ballon volumen constant te houden zonder gasverlies. Maar bij de wijk in elke straat op elk nummer woont. En de Schwindler, een prachtige tooneelpias in oud baby t, een type. dat leeft ondanks de goedkoope scène er omheen, en min of meer ook ondanks het effect van zijn daden. Ik weet daarom niet of men Davids een komiek kan noemen. Hij duidt aan en laat u weten. Er leven steeds twee typen in hem. Een dat speelt en het klaterend applaus daarvoor in ontvangst neemt. En een, dat blijft, nadat het zijn woordje gedaan heeft, omdat het u iets leerde. wat gij.... ja wellicht wel wist, maar dat hoognoodig in Uw herinnering nog eens met een gevoe lig lijntje onderstreept moest worden. , 1 ' ? *..*.'? ' ? ? , ? * ? . ? . Overigens is deze revue, hoewel nergens boven het clichéuitkomend, van goed gehalte en voor treffelijk ingespeeld. . proefneming barstte de ballon op groote hoogte en Wellman kwam om. Een ander luchtvoarder (met de ballon ..Suchard") wilde emmers zeewater ophalen onder de vaart over den Oceaan en met dit water niet alleen overdag zijn ballon koel houden in de heete zon door een sproei-inrichting, maar bovendien dit water als ballast gebruiken, zoodat hij geen gas behoefde te laten ontsnappen. Ook dit plan mislukte; ik meen dat de .,Suchard" zeJfs niet gestart is van de ('anarische-eilanden, waar du tocht zou beginnen. Voor de Zeppelin is de vermelde moeilijkheid ontzeild door gebruik te maken van het reeds' genoemde Blau-gas. Dit gas, waarvan de bereiding nog fabrieksgeheim is. wordt in stalen cylinders geperst vervoerd naar den ballon, maar het wordt niet gecomprimeerd meegenomen doch bij gewo nen atmosferischen druk. Ik vermelde reeds dat een Zeppelin een hulsel is met aparte ballons, te. vergelijken met een peul met doperwten. Deze peul" is door een horizontale scheidings wand in twee ongelijke deelen verdeeld. De bovenruimte bevat de afzonderlijke waterstofgasballons, die dus het noodige draagvermogen moeten geven aan het luchtschip. De benedenruimte echt-er bevat in een dozijn afzonderlijke ballons het Blau-gas onder dampkringsdruk, dus niet samengeperst. Dit Blau-gas weegt vrijwel evenveel als gewone dampkringslucht; op den beganen grond weegt een kub. meter Blau-gas 1.28 K.G., terwijl onder dezelfde omstandigheden een kub. meter lucht 1.29 K.G. weegt dus practisch crenveeL Is nu een kub. meter Blau-gas verstookt in de motoren, dan is daardoor dus de Zeppelin 1.28 K.G. lichter geworden en men zou om niet te stijgen ?«?at er stof gas moeten uitlaten. Maar dit doet men niet. 3Ien laat eenvoudig een kub. meter' dampkringslucht toe in de ruimte waar eerst het Blau-gas zat. Er komt dus precies zooveel gewicht aan lucht in den ballon als er aan Blau-gas uit verdwenen is. Aan het einde van de reis is al het Blaugas ver bruikt, maar de gewichtstoestand van den ballon. zijn evenwicht, is toch niet verstoord daar de geheele Blau-gas-ruimte door de even zware dampkringslucht gevuld is. Waterstof heeft men. niet behoeven te laten ontsnappen. Vervangt men de lucht uit de benedenverdieping-ballons weer door Blau-gas dan is de Zeppelin weer reisvaardig. Maar dit is niet het eenigste voordeel. Er komt bij dat de verbrandingswarmte van dit Blau-gas grooter is dan van een even zware hoeveelheid benzine. Een K.G. benzine eischt, zooals wij zogen.. . ongeveer een kub. meter draaggas, en geeft bij ver branding ruim 10.000 warmte-eenheden. Nemen we chter geen benzine dan behoeven we ook de kub. meter draaggas niet te gebruiken en kun nen die vervangen door een kub. me ter Blau-gas. Deze kubieke meter Blau-gas geeft een verbran dingswarmte va» bijna 15000 warmte-eenheden, dus anderhalf maal meer dan de benzine. Men kan dus met deze motorbrandstof langer toe dan met een gelijk gewicht aan benzine. Men ziet dat de Blau-gasvulling dus een dubbel voordeel oplevert: geen. ver lies aan draaggas en winst aan motordrijfkracht. In Ninon Dolnay, die Nederland voorgoed schijnt te prefereeren, bezit zij een geestig-groteske gangmaakster, in Johan Heesters een beschaafde stem, die echter meer voor operette dan voor compère-werk geschikt blijkt, en in Nodosy-Boum een correct geschoold danspaar van meer dan gewone importantie. In het bizonder in hun bewegings-variaties op het strand slaagden zij erin. ballet tégeven zoo zuiver, zoo vreügdig en zoo pretentieloos, dat men zich afvraagt waarom deze dansers van de opera tot de revue zijn over gegaan. Maar verrassend daarnaast was een nummer van een tweetal," dat niet als beroepsdan sers geëngageerd is: de gummi-dans van Ninon' Dolnay en Willy Walden, vermeldenswaard zrn>wel om zijn knappe afwerking als om zijn geestige choreographie.. .11

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl