Historisch Archief 1877-1940
22
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 OCTOBER 1929
No. 2734
No. 2734
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 OCTOBER 1929
?M
Fransche boeken
door Joh. Tielrooy
.\mire (i'«li\ /.
.V. ff. F.. H f r.
Welk een vreugde ditmaal over «vn werkje van
liide niets dan goeds te kunnen melden! Het is
niet noodeloos verwikkeld meer. de schrijver lokt
imoh ontwijkt, en de aard van zijn inspiratie is
duidelijk. De haat jegens onwaarachtigheid in
menschen. die hem altijd vervuld heeft,
eom-reti.-.t-erde zich dezen keer in een figuur, die. ik weet
't haast zeker, eens legendarisch, welke naam een
wutn-d van de taal /al worden, een woord dat
.-vnoniem met ..zelfingenomen^ en zelfbedrieger"
zal /.ijn. Hobert is altijd gedistingeerd, waardig.
zt-ker van zijn zaak. Heeft hij toevallig bij een
papierhandclaar i«en handig kaartsysteem gevon
den en wordt dit gepre/en. dan zegt hij: ..Oui. . . .
HU cherchant. j'ai trouvé" op een toon ..a la
f o is supérieur et modeste, profond et dégagé."
Is hem een auto-ongeluk, overkomen en wordt
hetu gevraagd of hij pijn heeft, dan geeft hij een
bevestigend antwoord, niet met woorden, maar
..par un simple clignement de paupières sur mi
ivgard agonisant." Onmiddellijk na het ongeval
is hij heej nederig, bang voor den dood. maar
zoodra hij het gevaar voorbij weet. neemt hij
plechtstatig afscheid van he.t leven en zijn gezin:
Mes enfants, c'est a vous a présent de prendre
{'' flambeau que...."'
Een zoo volmaakte noteering van deze dingen
aan te treffen in een boek geeft mij. ik moet 't
bekennen, niet minder dan een verrukkelijk gevoel
van. wraak. I-azen ze 't maar. de verfoeilijke
wev.»'iis van dat soort ! Maar ze zouden 't niet op
?zichzelf betrekken.
Toch van innemende eigenschappen niet heelemaal
ontdaan, wekt deze Hobert eerst illusies bij een
ixevoelige jonge vrouw. Ze trouwen. En wat Gide
hier .nu geeft, zijn twee dagboekfragmenten van
haar. Wij beleven eerst haar illusies mee. later haar
ontgoocheling. Tenslotte gaat ze heen. Ze heeft
alles verloren, zelfs herinneringen die ze eerst
mooi gewaand had. Ze wordt verpleegster in den
oorlog, ze sterft. Het is alles zeer gevoelig, soms
bescheiden-geestig; de schrijftrant is zacht.
>»ber, egaal; en 't geheel laat niet na te ontroeren.
Cheng Tcheng, Vers I'Unité. I: Ma mère.
Prcfacc de Paul Valcry. Parijs. Attinger.
15 fr.
('heng Tcheng is een jong Chinees, die er door
gedeeltelijk Westersche opvoeding en Westersche
levenservaring toe gekomen is, zich een verzoening
van Oost en West ten doel te stellen en aan deze
omstandigheden tevens de bekwaamheid dankt,
meer dan andere Chineezen tot de bereiking van
dat doel bij te dragen. Zijn rechtstreeks in het
Fransch geschreven boek Ma mère (hij woont te
Parijs, als lector aan de Universiteit) kan geacht
worden deel uit te maken van de hedendaagsche
Fransche litteratuur; het is daarin een eigenaar
dige noot, een zachte, eenvoudige, haast simpele,
maar zeer doordringende. Door het leven van zijn
moeder te verhalen en haar sprekend in te voeren,
laat hjjj meteen het in kentering verkeerend China
van eenige jaren her zien. met zijn vele, ons wel
bekende, oeroude gebreken, maar ook met zijn
niet minder overgeleverde deugden en zijn streven
naar verbetering. Domme traditie tegenover diepe
volkswijsheid en goedheid.... waarbij Westerache,
invloeden optreden als een nieuw en soms storend
element. De teedere, lijdende, dappere, wtfze
moeder, is een aandoenlijke figuur, n naar ik
gis het meest expressieve symbool van hetgeen er
schoons is in China's psyche.
Paul Valéry gevoelt voor den vorm zoowel als
voor de tendentie van het boek groote waardeering.
Otn ervan te getuigen schreef hij, in den hem eigen.
als 't ware van de hoogten der menschheid gespro
ken stijl, een voorrede, die Cheng Tcheng eert,
maar hemzelven niet mulder.
TOEGEPASTE KUNST
door Otto van Tussenbroek
k van A, I>. Copter
?>e Firma Met/, en ('o (Liherty Agency) te
Amsterdam stelt thans nieuw glaswerk ten toon
door do glast'abriek Leerdam" te Leerdam ver
vaardigd naar ontwerpen van A. D. Copivr.
Deze kunstenaar, die zeer jont* reeds, als zoon van
een vakman, in de glasindustrie werkzaam was.
kent de mogelijkheden van het glasmateriaal tot in
alle bijzonderheden. J l ij heeft y.iéh van het gewone
werkmansdia]> ontwikkeld tot ontwerper en geen
wonder dat dan ook al hetgeen hij uitdenkt in
sier- en gebruiksglas technisch volkomen uitvoer
baar blijkt. Daarenboven /.uilen zijne gaven
voor/eker tot iets bijzondere kunnen leiden mits
hij streve naar een geheel en al zichzelf zijn.
Als men nog jong is dan ondergaat men zoo
licht invloeden en het behoeft voor/eker geen ver
wondering te wekken dat toen Copier eenmaal
eeu reis naar Venetiëondernam met het oog om ook
daar de vele mogelijkheden te bestudeeren welke
i n de glasfabrikatie (inzonderheid die van het
sierglas) schuil gaan. hij vele der Venetiaansche
vondsten ook eens ging probeeren met liet gevolg.
dat in een schijnbaar winnen er tevens een verliezen
van het hem eigene accent te constateeren viel.
Want dat eigene in Copier. is vooral de goede
Hollandsche degelijkheid, minder dan wel het
uitheemsch zwierige.
Alras hervond hij zichzelf, maar in het aanpas
singsvermogen dat hem aangeboren schijnt her
kent men intusschen duidelijk invloeden en dit
vooral in de z.g. Unica waarbij het aanvaarden van
wat anderen vinden, het zich onvoldoende kunnen
onttrekken aan invloeden. (Lebeau. Lalique e.d.)
een gevaar schijnt voor eigen persoonlijkheid.
Wat hem dus thais te doen staat is een stek zelf
'ijn. desnoods met opoffering van veel dat den
schijn heeft van het eigene, en nochtans als basis
van inspiratie vreemde facetten vertoont. Eerst
dan zal het talent dat hij in het leven meekreeg
tot een waarachtig kunstenaarschap uitgroeien
en het wil mij maai- niet uit de gedachte dat het
edele, klare en fonkelende karakter van het
glasmateriaal bij den vormen-scheppers. dus bij de
ontwerpers allereerst de dure plicht oplegt van een
zich verdiepen, evenzeer als dat de uitvoerders
de taak is toevertrouwd zich aan te passen in vol
komen- overgave. Zoo persoonlijk als de
eerstgenoemden moeten zijn. zoo onpersoonlijk dienen de
laatstgenoemden te wezen....
Toch zie ik duidelijk aanwijzingen dat er den
laatsten tijd in Copier iets aan het strubbelen is.
Het is alsof (en dit inzonderheid in het
z.g.gebruiksglas) er een verlangen opkomt naar strakke en
strengere vormen: alsof wat men zou kunnen noe
men de romantiek in het glas hem minder gaat
boeien als wel de stuggere zakelijkheid waarbij
allereerst de functie van het glaswerk als zoodanig
leidinggevend is. Ik zag glazen in eene combinatie
van geblazen kelken en geslepen voet welke uiter
mate stevig staan en waarvan dus het evenwicht,
stabiel zijnde, niet zoo gemakkelijke wordt ver
stoord, m.a.w. die glazen wórden niet licht
omgestooten. Ook karaffen met stevige stoppen zonder
dat deze topzwaar lijken en in dit verlangen naar
eenvoud volkomen geslaagd.
Ook is het streven naar vormeenheid bij de ver
schillende typen te prijzen: een waterglas en
wijnglas vertoohen in diverse afmetingen eenzelfden
vorm maar ook de daarbij behoorendëkaraffen
en kommen zijn van uit 'hetzelfde vormbeginsel '
ontworpen, hetgeen voor iemand diie daar nooit
over gedacht heeft zeer gemakkelijk lijkt maar in
de practijk (men zie er de tallooze mislukte ser
viezen maar eens op aan in de magazijnen van
(zoogenaamd) artistiek glaswerk!) is dat misschien
een der moeilijkste opgaven.
Wat men Copier dus met alle waardeering voor
reeds bereikte resultaten zou toewenschen s het
geluk dat te mogen grijpen wat nog niet gemaakt
is. Als er n kunstenaar in den lande is die groote
kansen voor zich open ziet, immers door zijne vaste
verbintenis met de fabriek Leerdam" waar hij
als het ware tehuis is, kan hij proeven nemen bij
de vleet, dan is hij het eri gelukt het hem. ondanks
de oersterke traditie welke in het glas levend is,
het geheel nieüice te raken in zijn werk, dan is hij
....waar ik hem zoo gaarne hebben wjl. Om
zijnentwil en ter wille van de vaderlandsche
nijverheidskunst....
PUROL er op!
Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij
Brand- en Snijwonden, Ontvellingen
en allerlei Huidverwondingen
Het verzacht en geneest
SCHILDERKUNST
door A. Plasschaert
J. Bezaan, Pictura. den Maai»
k had, en waarom zou ik het niet rond-uit zeggen.
een herinnering aan werk van Bezaan, die beter is.
dan mijn beoordeeling over het werk in Pictura
kaïv wezen. Wat ik mij herinnerde waren
grootgehouden vormen niet zonder stelligheid neerge
schreven in zwart-en-wi.t. dingen dus, die per
soonlijker waren en meer weidsch dan wat ik
thans vond. Want ik kan de uitmuntendheid va u
de stillevens niet ervaren, zij zijn noch door
een manier van den vorm te geven noch. anders
zins, door een kleur verrassend of maar zelfs aan
trekkelijk." Noch kleur, noch vorm overtuigen mij
meer van Bezaan's kunnen dan mijn herinnering
is aan werk in zwart-en-wit; de kleur is niet van
smetten vrij. zij kan troebel wezen zelfs, en in de
vormen is geen spanning, die op een groote aan
zettende drift ook maar wijst. Gelukkig is er
landschap, dat beter is dan zulke stillevens.
Er is in dat landschap een saamvatting, die meer
bet eekenis heeft, en er is een gevoel voor stemming,
die ik in de andere ..onderwerpen" weinig genoot;
er is een gebondenheid, of juister, een vereen
voudiging van den vorm, die met meer innigheid
tesaam gaat. Dat is het verschil, vergelijkender
wijs gesproken; een verschil, dat ik evenzeer in de
teekeningen beleefde. Maar meer absoluut ge
schreven, ook deze landschappen hebben nog niets
van wat wij bij anderen vinden, bij anderen, die.
niet eens tot de vooraanstaanden gerekend worden.
Het werk van Bezaan, het geeft een aanduiding
dus in zulke landschappen naar wat hy moet
trachten: of hij bereiken zal, wat noodig is, en
daardoor zal maken dat wat wij ons herinneren
op de tweede plaats zal komen nog vrees ik
daarvoor.
3IartlneK, bij «TAudretseh in den Haag
Martinez geeft naast een paar portretten en
landschap, voornamenlijk stillevens. Overtrof hij
onze verwachting niet, hij stelde evenmin te leur.
Het zijn klare stillevens zonder groote diepte;
er is meer zuiverheid dan innigheid; er is meer
rechtstreekschheid dan aarzelen van uit een groote
ontroering. Deze stillevens zijn wat ge zoudt
kunnen noemen semv-décoratief, zooals zoovele
der modern-geheeten schilders dat kunnen zijn.
Ze zijn vereenvoudigd naar kleur eri naar vorm,
en zijn zóó de voorstelling niet wat gecompliceerd
is, eerder schraal. Hieruit spreekt vanzelf, dat wij
de voorkeur geven aan die werken, waar de beweeg
lijker samenstelling van het onderwerp" die
schraalte wat opheft, en den geest zet aan het
werk. Daardoor Wordt die geest wel niet dieper
getroffen, maar hij moet zich toch meer bewegen op
het overal gelijke vlak, waarmee ge het wezen dezer
kunst zoudt moeten karakteriseeren. Er is geen
top en geen dal in dit werk; ,onze geestelijke wan
deling er over geschiedt in een geUjke streek.
Maar wat de kleur aangaat, zijn ze, ik zei u dat
reeds, niet zonder eenige bekoring. Zoo goed als
nooit is deze kleur troebel, en soms is ze in paarsen.
in gelen, in rooden van een persoonlijk accent, en
geeft ze een gevoel, aangenaam en gemakkelijk te
ondervinden. De kunst van Martinez en dat
kan een lof zijn is een gemakkelijke en aange
name kunst. Zij geeft werk, Waarmee ons hart
niet is tevreden, maar wat ons oog niet bezeert,
waar 't door een rustige gelijkmatigheid zijn
functie zonder inspanning en zonder onwil ver
richt.
Kunstzaal van Lier
Rokin 126 ~ Amsterdam*
Oostersche ft Europeëscha antiquiteiten
Oude en Moderne schilderijen en plastieken
??Negerkunat ft Ethnographlea
LOUIS DAVIDS
door Henrik Scholte
Wetenschappelijke Varia
Louis TWw»J«- «^ ^U
Revue Lach en Vergeet"» Curr
LOUIS DAVIDS is een acteur die niet acteert.
In een revue is hij geen star in den eigen zin
des woords. Men wacht op zijn kalme en innig»! ,
*tein om hem te ontdekken temidden van een groep
in schreeuwende kos
tuums gestoken
harlekijnen. Louis Da
vids is een geboren
spreker. ongeveer
zooals Moissi er een
is: een, die de wellust
van het zeggen kent.
Het is maar al te
waar, wat hij in zijn
conférence tot zijn
slotliedje een god
delijk nonsensliedje
met ons bekon
kelt: niet alleen hij.
ook wij hebben' het
gevoel bij hem op
bezoek te zijn, in de
huiskamer. Hij ver
telt, zingende, slicht.
gevoelig en van man
tot man. Het kan
zijn, het zal wel zoo zijn, dat dit alles tot het
uiterste overlegde routine is. Maar dan verzekert
hem dat zijn eenige plaats in het variété-)even:
die van een doodgewoon mensen te zijn.
Nog altijd hoor ik hem liever in het intieme
c-abaret, pratende de gevoeligheden en den eenvoud
i'les levens rakend op een spelende wijze, waarin de
bitterheid van buiten schrijnt. In de revue, met
zijn eigen sfeer van kleur en lawijt, loopt zijn
sfeerscheppen dwars tegen de draad in. Hij verlangt
stilte waar alles schreeuwt. Zijn succes is slechts,
dat hij die stilte ook werkelijk verkrijgt, soms met
et-ii handgebaar, steeds niet zyn woord. Zijn woord
is nimmer uitzonderlijk, het is de gevoelige plek
in het alledaagsche. Zijn Lied van den Kletoen
.Man" is de kleine man op het tooneel tot den kleinen
man in de zaal: een wederzijdsche confessie van
pooverheid, ook al lacht men. De kleine man in
zijn C. & A.tje van 18 gulden, de kleine nian met
zijn te groote handen, zijn vale ellebogen die zoo
zorgzaam het kale dophoedje opstrijken, de kleine
inan stijgt uit boven de sentimentaliteit, waaraan
Davids in minder gelukkige oogenblikken lijdt.
Zijn kleine man wordt een, Steinlen-figuur vt.n
vleesch en
bloed, of zoo
men wil, van
vel en been
deren: een die
met u
mee.traat, een dien
.gij niet af
schudt, een die
..er is." En die
eenvoudige
eisch voor den
speler wordt
levensgroot in
Davids woor
den. Het is in
al zijn simpel
heid zoo
onfeilbaar, zoo
onverbeterlijk
raak. Ik geef
niet veel om
zijn revue-dia-,
loog als ko
miek, pasklaar
^gemaakt voor
oen goedkoop
moppensucces. Maar ik
geef alles voor
liet waarachtige en geringe détail, waarmee hij
den storm bezweert, en dan een .type Ie ven laat,
in n minuut, op een wijze, waar vele, vele spelers
in een avond van dialogen tevergeefs naar zoeken.
Hier, bij elkaar, komen in scènes van vijf minuten
minstens de Drie Koningen van het Alledagsleven
tot u: de Boef, die met een plotseling mouvement
van zijn heupen, zijn langzame stem de sfeer op
roept, waar de attributen-om hem heen tevergeefs
naar tra?htten. De Kleine Man, die in elke
volksD&wfe d» "tXUUm* man
BLAU-GAS
door Dr. P. van Olst
OM te beginnen moet ik amendf honorable
maken. .Ik heb mij namelijk vergist. Nog
voordat veertien dagen geleden de Groeno ver
scheen had ik reeds bemerkt dat ik mij vergist
had maar de Groene was reeds in niet-meer-te
wijzigen toestand gekomen en daar zat ik met
mijn gebakken peren. Het genot van het bekijken
van den Zeppelin op Zondagmorgen werd er reeds
door bedorven en ik voelde me als Maccie de Steker,
geconfronteerd met een slachtoffer. Het berouw
nam toe toen een ..los" lezer van de Groene mij er
lichtelijk om hoonde. De verklaring van mijn ver
gissing is simpel want het groote Handw
rterbuch der Naturwissenschafteu, dat ik raadpleegde,
laat in het duitsch natuurlijk geen verschil waar
nemen tusschen Blaugas" genoemd naar de firma
Blau & Riedlinger. en Blaugas" dat in 't
hollandsch blauwgas heet.
Blauwgas is inderdaad ook een brandstof voor
motoren, wat mij hielp misleiden: alleen is door
een drukfout de ,.kub. M."verkleind tot kub. c.M."
(opgave der verbrandingswarnite). Wat de Zeppe
lin echter meevoert is Blaufla», al is dit inderdaad
ook een brandstof voor de motoren, dus niet be
doeld als draag-gas voor de ballon, zooals ik reeds
vermeld heb. De toepassing is merkwaardig genoeg
om in deze rubriek nog eens ter sprake te
komen.
Een der ernstigste zorgen bij de eerste ballons
gaf het gas-verlies door den. ballonwand heen,
waardoor het draagvermogen afnam, wat alleen
door uitwerpen van ballast kon gecompenseerd
worden, zoolang er nog ballast beschikbaar was.
Maar de techniek heeft het hulsel zoo goed ver
zorgd dat het gas-verlies buitengewoon beperkt is.
Dit geldt dus ook voor de moderne ballons, dus ook
voor een Zeppelin. Maar de Zeppelin heeft andere
zorgen op gas-gebied. Als brandstof werd steeds
benzine meegenomen, en er is voor een langen tocht,
zooals oA*er den Oceaan, een groote voorraad noo
dig; voor den tocht naar Amerika was 30.000 K.G.
benzine noodig. Daar een kubieke meter
waterstofvulling een draagvermogen van ruim l K.G.
geeft, zou dus alleen voor het dragen der
benzine in dit geval reeds 30.000 kub. M.
waterstofgas noodig zijn. Naarmate de benzine echter
verbruikt M-ordt, wordt deze brandstof voorraad
lichter en ? zou de ballon door zijn stijgkracht tot
grooter en ongewenschte hoogte stijgen. Dit is
alleen te voorkomen door gas te laten ontsnappen,
zoodat ten slotte 30.000 kub. M. waterstof gas verlo
ren was gegaan. Vorige ballonvaarders hebben met
deze moeilijkheden te kampen gehad; ik herinner
o.a. aan de avontuurlijke plannen van den Ameri
kaan Wellinan. die eerst met een sleepkabel van
benzinebusseii onderaan zijn ballon den Oceaan
probeerde over te steken, welke kabel half in zee
sleepte en bij het lichter worden van de ballon
een eind uit het water werd getrokken, wat verdere
stijging tegenhield zonder gas-verlies noodig te
maken. Toen de uitvoering van dit plan mislukte,
probeerde hij den ballonwand te maken van ge
wapende" ballonstof (met metaaldraad ingeweven)
om bij eventueele stijging het ballon volumen
constant te houden zonder gasverlies. Maar bij de
wijk in elke straat op elk nummer woont. En de
Schwindler, een prachtige tooneelpias in oud baby t,
een type. dat leeft ondanks de goedkoope scène
er omheen, en min of meer ook ondanks het effect
van zijn daden. Ik weet daarom niet of men Davids
een komiek kan noemen. Hij duidt aan en laat u
weten. Er leven steeds twee typen in hem. Een
dat speelt en het klaterend applaus daarvoor in
ontvangst neemt. En een, dat blijft, nadat het
zijn woordje gedaan heeft, omdat het u iets leerde.
wat gij.... ja wellicht wel wist, maar dat
hoognoodig in Uw herinnering nog eens met een gevoe
lig lijntje onderstreept moest worden. ,
1 ' ? *..*.'?
' ? ? , ? * ? . ? .
Overigens is deze revue, hoewel nergens boven
het clichéuitkomend, van goed gehalte en voor
treffelijk ingespeeld. .
proefneming barstte de ballon op groote hoogte
en Wellman kwam om.
Een ander luchtvoarder (met de ballon
..Suchard") wilde emmers zeewater ophalen onder
de vaart over den Oceaan en met dit water niet
alleen overdag zijn ballon koel houden in de heete
zon door een sproei-inrichting, maar bovendien
dit water als ballast gebruiken, zoodat hij geen
gas behoefde te laten ontsnappen. Ook dit plan
mislukte; ik meen dat de .,Suchard" zeJfs niet
gestart is van de ('anarische-eilanden, waar du
tocht zou beginnen.
Voor de Zeppelin is de vermelde moeilijkheid
ontzeild door gebruik te maken van het reeds'
genoemde Blau-gas. Dit gas, waarvan de bereiding
nog fabrieksgeheim is. wordt in stalen cylinders
geperst vervoerd naar den ballon, maar het wordt
niet gecomprimeerd meegenomen doch bij gewo
nen atmosferischen druk. Ik vermelde reeds dat
een Zeppelin een hulsel is met aparte ballons, te.
vergelijken met een peul met doperwten.
Deze peul" is door een horizontale scheidings
wand in twee ongelijke deelen verdeeld. De
bovenruimte bevat de afzonderlijke waterstofgasballons,
die dus het noodige draagvermogen moeten geven
aan het luchtschip. De benedenruimte echt-er bevat
in een dozijn afzonderlijke ballons het Blau-gas
onder dampkringsdruk, dus niet samengeperst. Dit
Blau-gas weegt vrijwel evenveel als gewone
dampkringslucht; op den beganen grond weegt een kub.
meter Blau-gas 1.28 K.G., terwijl onder dezelfde
omstandigheden een kub. meter lucht 1.29 K.G.
weegt dus practisch crenveeL
Is nu een kub. meter Blau-gas verstookt in de
motoren, dan is daardoor dus de Zeppelin 1.28 K.G.
lichter geworden en men zou om niet te stijgen
?«?at er stof gas moeten uitlaten. Maar dit doet men
niet. 3Ien laat eenvoudig een kub. meter'
dampkringslucht toe in de ruimte waar eerst het Blau-gas
zat. Er komt dus precies zooveel gewicht aan lucht
in den ballon als er aan Blau-gas uit verdwenen is.
Aan het einde van de reis is al het Blaugas ver
bruikt, maar de gewichtstoestand van den ballon.
zijn evenwicht, is toch niet verstoord daar de
geheele Blau-gas-ruimte door de even zware
dampkringslucht gevuld is. Waterstof heeft men. niet
behoeven te laten ontsnappen. Vervangt men de
lucht uit de benedenverdieping-ballons weer door
Blau-gas dan is de Zeppelin weer reisvaardig.
Maar dit is niet het eenigste voordeel. Er komt
bij dat de verbrandingswarmte van dit Blau-gas
grooter is dan van een even zware hoeveelheid
benzine. Een K.G. benzine eischt, zooals wij zogen..
. ongeveer een kub. meter draaggas, en geeft bij ver
branding ruim 10.000 warmte-eenheden. Nemen
we chter geen benzine dan behoeven we ook de
kub. meter draaggas niet te gebruiken en kun
nen die vervangen door een kub. me ter Blau-gas.
Deze kubieke meter Blau-gas geeft een verbran
dingswarmte va» bijna 15000 warmte-eenheden,
dus anderhalf maal meer dan de benzine. Men kan
dus met deze motorbrandstof langer toe dan met een
gelijk gewicht aan benzine. Men ziet dat de
Blau-gasvulling dus een dubbel voordeel oplevert: geen. ver
lies aan draaggas en winst aan motordrijfkracht.
In Ninon Dolnay, die Nederland voorgoed
schijnt te prefereeren, bezit zij een geestig-groteske
gangmaakster, in Johan Heesters een beschaafde
stem, die echter meer voor operette dan voor
compère-werk geschikt blijkt, en in Nodosy-Boum
een correct geschoold danspaar van meer dan
gewone importantie. In het bizonder in hun
bewegings-variaties op het strand slaagden zij erin.
ballet tégeven zoo zuiver, zoo vreügdig en zoo
pretentieloos, dat men zich afvraagt waarom
deze dansers van de opera tot de revue zijn over
gegaan. Maar verrassend daarnaast was een
nummer van een tweetal," dat niet als beroepsdan
sers geëngageerd is: de gummi-dans van Ninon'
Dolnay en Willy Walden, vermeldenswaard zrn>wel
om zijn knappe afwerking als om zijn geestige
choreographie..
.11