De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 2 november pagina 10

2 november 1929 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

I' 26 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 NOVEMBER 1929 No. 2735 1 No. 273$ DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 NO V EN B ER 1929 J; l f. SCHILDERKUNST Radio en Grammofoon HIJ Froderlk Muller De serie der na jaarsveilingen begon op 20 October met een van moderne hollandsche schilderijen, naar den inhoud der verzonden catalogi te oordeelen de voorloopster van verknopingen, die deze ver zullen overtreffen. Buitengewoon belangrijk was zij dan ook niet. maai' om den aard van het gebodene toch leerzaam. De Haagsche school ontbrak bijna geheel. Een groote Willem Maris was haar pioee de resistanee. Twee schilderijen van Jaap Maris en eon aquarel van Neuhuys trok ken matig de aandacht. Een peinzende jonge vrouw van Joseph Israëls absorbép par UPS pensees," liet men aan haar gedachten over. Een reeks landschappen van Dirk Wiggers kou den wat donkeren wand waartegen hij was opgehangen niet verlevendigen. Maar een viertal Isaac Israölsen paradeerde elders in het volle licht en verdroeg die openbaarheid bijzonder goed. De tijd had op het oude ..ezeltje rijdpn" weldadig gewerkt en er het schijnbaar toevallige aan tmtiu uien: deftige rust ademde" tip voorstelling eenor jonge vrouw in 't zwart, in dpn parijschen tijii geobserveerd voor pen parijsch cafó. Een duisterder hoek in de zaal scheen verlicht door de eelantante pluimage van vier papegaaien in Art is in 't volle zonlicht geschilderd. Ook Breitner was ruimschoots vertegenwoordigd, het volledigst misschien door een ouder artilleiiestuk en door de zeer sterke voorstelling van eeu vrouw uit 't volk met rood en omslagdoek. Jau Sluyters had zijn kleurenlust opgehaald aan een vrouwenportret dat meer een coloristisch festijn geworden was dan een portret, maar dat als zoo danig zeer goed voldeed. Op een tafel vond men pen zestal aquarelletjes van Maks bijeen, amazones in 't zonlicht of café-chantantsterren bij kunst licht. In de al te moordende verlichting schenen menschen, dieren pn dingen soms verstard en versteend; waar 't licht vibreerend gebleven was konden deze nüniatuur-achtige wat er .?erf-schilde rijtjes met het beste wedijveren. Twee voprloopers der Haagsche school bleken absoluut nipt ver ouderd. Rochussen vertelde uitvoerig maar nooit zonder geest. Was hij goed op dreef dan kon hij oen gebeurtenis tot in de fijnste bijzonderheden voordragen zonder iets van zijn puntigheid te verliezen. De waterverf diende hem daarbij beter dan de olie. Ge kondt het hier zien in een aquarel, die eens tot de collectie Langerhuizen behoorde. De ander die telkens weer verrast is de oude Willem Roelofs. Een verzameling van zijn kleine landschapstudies zou een catalogus kunnen zijn van de mepst vluchtige en meest grillige natuur momenten, maar ook van zoo ragfijne ochtend of middag-stemmingen als ge van dezen soms te robusten penseeier die voor geen dramatisch effect uit den wegging, nietzoudt hebben verwacht . Een zomerstudie, waarop een lucht*vol witte wolken, toonde dat hier overtuigend aan. HENNUS Walter Vaes, bij van Zanten te Rotterdam Het is al jaren geleden, dat het werk van Walter Vaes naar Holland kwam; ik zag het voor het eerst in Rotterdam. Door allerlei omstandig heden, door zijn verblijf te Veere en door verder vriendschappelijk verkeer heb ik den gang van het werk nauwkeurig kunnen volgen. Ik zag daardoor, dat de kunde toenam, en dat een spontaneïteit ontstond, die op kennis berustte en in hartstocht haar aan-zettende kracht vond. Het meest was, tot nu toe, bij den colorifit Vaes die spontaneïteit openbaar in de stillevens; ik verwacht haar binnenkort in het portret. Niet allén zal zij zijn, want naast deze meer openbare hartstocht, is er bij Vaes altijd een lust tot nauwkeurig formeeren en volledig voltooien, zonder dat deze schoone hardnekkigheid de kleur echter doodt. Vaes is dus een fleurig schilder; hij is tevens n, die sub stantie uitdrukken wil en kan in een voltooiden vorm. Natuurlijk verschilt de uitdrukkingswijs bij deze twee manieren de ontroering te verwerkelijken. Van dit alles vindt ge voorbeelden op deze tentoon stelling. Van de drie portretten, die er zijn, van een jong meisje met n hoed op, van Dr. Leuring en van Mevrouw Mlslli-r (uit l!)2ti) is het laatste het belangrijkst. Het stelt een oude dame voor in ' Zenuwstillend en Zenuwsterkend is de werking van Mijnhardfs Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten Nieuwe platen door Lou Lichtveld Gefabriceerde populariteit ER zijn bij de nieuwe productie van Odeon twee platen die aanleiding geven tot een merk waardige vergelijking pn pen leerzaam experiment. Draai namelijk eens achter elkander Honny Boy". gezongen door Richard Tauber (Odeon, OR 324) en hetzelfde lied, gezongen door Al Jol si m in de eerste der selectieve opnamen, die gemaakt zijn van de talkie-muziek uit The Singing fooi" (Odeon 4Ü27«). Het verschil is frappant; maar dan ook zóó frappant, dat ge uzelf afvraagt: is het wel hetzelfde lied, dat aan deze beide opnamen ten grondslag ligt? Het geheim van elke mode-melodie, welke erin slaagt binnen een paar dagen populair te worden. is haar bouw op een pasticcio, op reeds lang van te voren bekende muzikale cliché's, die alleen door ppn bizondere betoning, een sppcialp samenvoeging of een nieuw tekstverband als iets schijnbaar oorspronkelijks onze aandacht trekken, en zich maar al te gemakkelijk in ons geheugen vastzetten, tot zij weer door een andere mode-melodie ver drongen worden. * * * Een typisch voorbeeld hiervan is Yes. WP haVe no bananas" geweest. Dit liedje verscheen plotse ling als iets fonkelnieuw», en werd binnen weinige weken in heel Noord- en Zuid- Amerika en in heel West-Europa door jong en oud gefloten of ge zongen. Nu is het alweer zoo goed als vergeten en het heeft zóó kort geleefd, dat maar weinigen te weten zijn gekomen hoe of deze deun heel kunst matig en vooropgezet is geconstrueerd uit welbe kende muzikale motieven, en bijvoorbeeld die frissche inzet van .,!*<?.«, we have no...." noot vóór noot gelijk is aan den inzet HaMe-luja. ..." uit het bekende slotkoor van Hamlel's Messiah". Laatstgenoemde muziek, dio bij de Engelsensprekende naties een nog grootere populariteit geniet dan ten onzent, is als een prachtig associatie middel doelbewust gebruikt, om in vereeniging met een bevattelijk motto een der grootste populariteits-factoren van dit liedje te worden. Dergelijke receptmatige fabricage wordt in Amerika meer en meer, en met succes, gebruikelijk. In Sonny boy" mi, vinden wij iets soortgelijks. Maar daar is het iets nog cliché-achtigers, iets nog bekenders dan Handel's pracht ig-rhythmisch thema. Het is een anaemische, zwakke, doodgewone drieklank-uiteenlegging: do-.mi-sol-do. Deze drieklank wordt soms. tot een vierklank gemaakt, door de septiem of de zoogenaamde toegevoegde sext" en dan Uiteengelegd, nu eens van laag naar hoog, dan weer van hoog naar laag. Kleine 'variaties werden verder aangebracht door enkele sentimenteele chromatische doorgangsnoten. ? Deze kleine muziektheoretische analyse leert ons aanstonds, waardoor Sonny boy" zijn groote bevattelijkheid kreeg; niets toch is voor den hedendaagschen luisteraar meer in het gehoor5liggend dan de gebroken drieklank. En de bevattelijkhèicl van Beethoven's thema's is voor een grootgedeelte aan precies dezelfde structuur-eigenschap pen te danken. Waaraan men ook meteen kan zien. dat de muzikale waarde en beteekenis van een «tuk weinig te maken heeft met zijn thema's» maar wel met de verwerking daarvan. b Evenals nu het meest banale gegeven tot iet* voortreffeljjks kan verwerkt worden, op dezelfde wijze kan een doodgewone mop in alle stadia vaiL muzikale ontroeringskracht worden uitgevoerd. Dat hoort ge ook direct door de beide opnamen van Sonny Boy." Die van ..Kammersanger Richard Tauber". met begeleiding van het Dajos Béla-orkest geeft u het liedje in al zijn sentimenteele banaliteit, opde meest brutale manier aangedikt door Tauber. Het omslaan van zijn stem tot kopstem. zijn gemaniereerde plotselinge pianissimo's, die wee»; vertragingen waarbij ge u zonder moeite kunt verbeelden hoe hij staat te draaien met zijn oogpn, pn feitelijk de algeheple rhythmeloosheid van dit rhythmisch toch al armelijke werk, maken dat deze duitsche versie, dit Schlaf und trflumesüsz, Sonny Boy," bijna iets potsierlijk» heeft. De Singing fooi"- uitvoering van de Parlophun»* variety company heeft daarentegen uitstekend»kwaliteiten. Het gebroken-drieklank-thema wordt een steeds terugkeerend motief in de heele muziek, van de talkie, en het wordt soms op een heel ver rassende manier verwerkt. Gezongen wordt alleen.. maar het refrein-gedeelte van Sonny boy"; de* rest wordt in een kleurige en pittige instrumentatie uitgevoerd door orkest met Jazz-bezetting. Het is daarenboven een strak-rhythmische, expressieve weergave, waarin niet n van Tauber's sentimentaliteiten is te vinden. ? De weeke melodie is heel geraffineerd gekoppeld. aan een gecompliceerde, levendige foxtrott, die datv opeens met dubbele weekheid het drieklank thema terugbrengt, dat daarna op kwasi-klassiek^ manier doorgewerkt" wordt. Van zulk een door werking is dit, na Gershwin's Rhapsody in Blues». een van de aardigste voorbeelden. * * * Het zal sommigen opgevallen zijn, dat Sonny Boy" op naam staat van niet minder dan vieiauteurs: Jolson, de Sylva, Brown en Henderson. Dat er in dezen wijzen tijd vier man voor n liedje noodig zijn, komt door de Tayloriseering van d<moppen-fabricage in Amerika. Er wordt niet meeigecomponeerd, maar zooals ik reeds zei, in hoofd zaak geconstrueerd met courant materiaal. En dooispecialisatie en nauwkeurig-berekende arbeidsverdeeling weet men te bereiken, dat, behoudens onvoorziene incidenten, de t daartoe bestemde liederen automatisch binnen enkele weken een. wereld-reputatie krijgen, die ze net zoo langbehouden tot het volgende .product gereed ia ont de mondiale belangstelling te vragen. een donkere jurk, een witte fichu om den hals en op het hoofd een kapje? Het gezicht is van voren, gegeven. Dit portret heeft voor mij een bizondere bekoring. Het is, vol beschaafdheid, een goed portret. De roze huid van deze al oude vrouw, het gezicht, is van een zuivere en teedere fijnheid, de oogen hebben den blik, dien Vaes graag geeft, en het wit van de fichu tooVen de donkre jurk en om den hals vermeert dat inderdaad teedere, dat het kenmerkende is van deze beeltenis. De stillevens zijn in grooter getale aanwezig ter tentoonstelling. Dat i.s logisch; zij nemen in het heele werk tot nu toe een grootere plaats in. Het zijn stillevens dikwijls van eetwaren, van irevild en geplukt wild, van vipschen, van vruchten, van taarten; maar ook dikwijls bloemstukken. 'Hierin vindt go alle types van het werk van den Antwerpsohen schilder, Volledig, voortreffelijk zijn zonder twijfel de stil levens der peren (25 en' 4). Hier is bereikt wat te bereiken is: Vorm, substantie en dat alles in een kleur, die, betoomd, nooit een oqgenblik het leven verloor. Ge ziet hier hoe 'n gevaarlijk medestander Vaes is voor Verster. Bij deze schilderijen zijn to voegen: dat met de witte Delftsche kan (nauw keurigheid, die toch schilderen bleef), de drievruchten op den donkren grond, en de oud'eeuwsch op het doek neergetelde, geplukte duiven» de entre-cötömet den schienkel (het rpod en hetgroen, en de materie van het bot). Dan zijn er d« andere, met de lust tot schilderen en tot de hevige kleur meer openbaar; waar de improvisatie meer is dan de langdurigheid der bezinning. Door dit alles is deze tentoonstelling van Vaes* werken bij van Zanten, een eerste in de nieuwe zaal, n genot voor wie de voorkeur niét verloor voor een degelijke en gevoelige kunst, waarin kennis altijd den bloei der kleur behoudt, en waar i het geduld der toewjjding nooit den dood treftaan 't eind van zulke volharding. PLASSCHAERT D. G. SANTEE LANDWEER KUNSTHANDEL Heerengracht 395, AMSTERDAM PERMANEXTE TEXTOOXSTEI.LIXO VAX SCHILDERIJEN EX PREXTEX ' TOEVAL door Andreas Latzko HET beroemde Jezuietenkollege Claromontanum in Parijs, later College Louis Ie Grand, verkreeg zijn nieuwen naam ter eeuwige gedachtenis aan het bezoek van den Zonnekoning, wien in zijn heimelijk huwelijk met Mevrouw de Maintenon zelfs een school bezoek als afwisseling op de aanhou dende stichtelijke uren en gedienstige gesprekken welkom was. Wie de briefwisseling tusschen het tweetal zou doorbladeren, zonder de persoon lijkheden der brief schrijvers-te kennen, zou slechts kunnen denken aan een bizonder bekrompen begijntje, dat haar leven lang nimmer met de profane wereld in aanraking gekomen was, en zou er nog minder aan twijfelen dat de man, die zich dag en dag zoo grondig liet onderrichten, hoe vaak en op welke wijze zijn gebeden, opge zegd moesten worden om de meeste kans op genadig verhoor te verkrijgen, natuurlijk een orde-priester geweest was. Al had hij ook zonder twijfel meer dan gewone stervelingen te berouwen en al leed hij bij het klimmen der jaren steeds erger onder zijn vrees voor de hel. toch moesten den eens Goddelijke" de vele jaren aardsch , purgatorium wel gaan vervelen en aangezien Mevrouw de Maintenon zich steeds meer aan haar liev lingsstichting, het klooster voor adellijke jonge dames in St. Cyr wijdde, was het maar at te begrijpelijk, dat ook haar heimelijke echtgenoot zijn belang stelling óp een kerkelijk opvoedings gesticht richtte. Wat de groote voorvader gedaan had, bleef voor zijn nakomelingen het voorbeeld, tot den dag, waarop het ruiterstandbeeld van den Veelgeprezene van zijn voetstuk werd geworpen om plaats te maken voor.. .het stand beeld van den man, die toen nog een uit den militairen dienst ontslagen ' half verhongerd officier was en zich misschien onder de toeschouwers be vond. Aangezien de veertiende Lodewijk het College Louis Ie Grand bezocht had, moest ook de vijftiende het bezoeken en toen de zesteinde reeds eenige jaren den troon innam, zonder dezen overgeleverden plicht vervuld te hebben, werd hem dit door den ceremoniemeester alleronderdanigst onder het oog gebracht en liet hij zich evenzeer bij den prior van het gedicht aanmelden. Voor het in/fcituut gold de traditie eerst recht. Ter eere van den Zonne koning hadden de studenten een latijnsch tooneelstuk opgevoerd, dus moesten ook zijn opvolgers een leer lingenvoorstelling ondergaan en de meest begaafde leerling ontving mét een bloemruiker en een eigengemaakt latijnsch gedicht' den jongen vorst in de toegangspoort. Toen het leerarencorps bijeenkwam om allévoorbereidingen te tx-effen voor het aangekondigd bezoek van den jongen koning, die toen nog Louis Ie bien-aiméheette, bleek dat twee leerlingen even waardig waren het begroetingsgedicht uit te spreken. De eene leerling, Camille Desmoulins, was ongetwijfeld de meest be gaafde, maar ongelukkig stotterde hij en zoo verkondigde na korte beraad slaging de rector het besluit, dat de leerling der hoogste klasse Maximilien de Robèspierre de lofrede op Lodewijk XVI zou opstellen en deze na het overreiken van een bloemruiker aan Zijne Majesteit zou voordragen. En zoo boog, toen de koning uit de koets stapte, de leerling Robespierre zich diep voor den slechts vier jaren ouderen vorst en sprak hem in hot gezwollen pathos van dien tijd aan als den weldoener door (iods bizondere gunst aan de Fransche natie beschoren. Wat zouden wel de omstanders, de koning en Robespierre zelf gezegd hebben over de waanzinnig klinkende voorspelling, dat de van eerbied sidderende scholier meer dan eenig ander onderdaan en met volledig succes ernaar zou streven om Zijne Majesteit met geknevelde handen on der den valbijl te werpen? Van de twintig müoen Franschen juist deze eene met den bloemruiker en de lofrede ! Toeval. Ongeveer vijftien jaren na dit be zoek poogde Lodewijk XVI bij nacht en ontij den heeren Desmoulins en RobespieiTe met hun steeds driestel' aanhang te ontvlieden. In Metz werd hij opgewachte door zijn getrouwe" buitenlandsche soldeniers, de Zwitsersche garde, Royal Allemand, Mestre de Camp, met hun adellijke offi cieren, den hertog van Choiseul, den graaf van Bouilléenz, bereid om de verdeelde Louis d'or door den opmarsch naar Parijs, het uiteenjagen der Nationale Vergadering en de bloedige tuchtiging haver redenaars achteraf te verdienen. De posthouder van Saint-Menehould gaf aan de wereldgeschiedenis een andere wen ding: het koninklijk gezin werd ge vangen genomen en naar Parijs terug gebracht maar vier dagen lang was er geen koning in Frankrijk en in het tijdsbestek dezer vier dagen viel het Sacramentsfeest met de traditioneele processie. Achter den aartsbisschop van Parijs schreed sinds menschenheugenis de koning onder den balda kijn. Wie zou zijne plaats innemen? Zoodra des vorsten vlucht bekend geworden was, had de Xationale Vergadering met nagenoeg algemeene stemmen besloten het ..uitvoer» n J ge zag" zelve tot zich te trekken. De hoogste in den Staat was dus voorloopig haar voorzitter en zoo opende onmiddellijk achter den aartsbisschop de President van de Nationale Ver gadering de Sacramentsprocessie van het jaar 1791. De Nationale Vergadering telde bijna 800 leden. Zij koos haren voor zitter elke veertien dagen en was een goede twee jaren bijeen. Hieruit volgt, dat ruim vijftig afgevaardig den, n op de tien, aan de beurt kwamen om den presidentszetel te bezetten. Wie was echter degene, wien onder deze uitverkorenen "het presidium toeviel juist voor het tijdperk van veertien dagen dat ook den Sacramentsdag van 1701 omsloot? Het was de later terechtgestelde generaal en burggraaf Alexandre de Beauharnais, de eerste echtgenoot Van keizerin Josóphine. De grootvader van Napoleon III volgde onder den purperen draaghemel den aartsbis schop, stellig rtiet vermoedend dat zijn bloedeigen kleinzoon eenmaal als keizer van Frankrijk twintig jaren lang aan het hoofd van de Sacraments processie zou schrijden. Onder 800 gegadigden en meer dan vijftig gekozenen juist de grootvader van' den man die, nog ongeboren, geroepen was niet slechts als plaats vervanger onder den baldakijn te Kaan. Ook toeval. * * Wat van den staatsgreep van (ieneraal Bonaparte van den IHdcn Brumairo (10 November) algemeen bekend is. beperkt zich in hoofdzaak tot de voorafgaande samenzwering tegen de regeering van het Directoire met zijn beide leden abbéSiéyès en Hoger-Ducos. Midden in den nacht werd aan de reeds gewonnen minder heid van liet parlement een briefje thuisgebracht, dat melding maakte van een ,,gevaarlijken", aanstonds te verwachten opstand tegen de repu bliek en de vertegenwoordigers des volks. De afgevaardigden moesten zich den volgenden morgen naar het paleis van Saint-Cloud begeven, aan gezien, naar het heette, hun leven in Parijs niet veilig was. De meerderheid der volksvertegenwoordiging ontving het bericht opzettelijk later, zoodat de niet ingewijde leden Saint-Cloud pas bereikten, toen de Raad deiOudsten, de toenmalige senaat, reeds gecapituleerd had. Maar de groote rekenfout, die konsekwent van verdieping tot ver dieping in den trotschen bouw van Napoleons loopbaan opgenomen werd, liet hoogmoedig onderschatten van alle zedelijke factoren, zou den fabelachtigen opgang haast reeds op de perste trede verhinderd hebben. Onder de vijfhonderd leden van het lagerhuis bevonden zich nóg vele republikeinen, mannen die in de Conventie en sedert den aanvang aan de zijde der volksomwenteling ge streden hadden. Het baatte niet, dat des generaals broeder den voorzittersstoel bekleedde en alle pogingen in het werk stelde om het pronunciamento zich te doen voltrekken. De meerder heid geraakte buiten zich zelve, toen zij de bajonetten van de beide grena diers zag, die ter bescherming van Napoleon aan weerszijden van de redenaarstribune plaats namen. ,,Weg met den Cromwell! Weg mét den verrader ! Verklaart hem vogelvrij !" (hors la loi), uit verscheidene honderden kelen schalden den doodsbleeken Napoleon dreigementen en vervloekingen tegemoet, zoodat hij zelfs niet aan het woord kon komen en zijn broeder Lucien geen andere redding zag, dan den geblameerden dictator snel uit de zaal te doen brengen. De beide grenadiers grepen hem links en rechts bij den arm en droegen hem meer naar buiten dan dat zij hem lejdden. Lucien Bonaparte echter wierp verontwaardigd de presidiale toga af n riep de woelende zaal de afscheidswoorden toe: Ellen delingen, gij wilt dat ik mijn. eigen broeder vogelvrij laat verklaren? Ik leg mijn ambt neder. Over sluipmoor denaars presideer ik niet!" Hiermee was de voorgenomen staats greep zoo goed als mislukt- De abb Siéyès zond reeds om het rijtuig, dat hij voor geval van onraad bepakt in de buurt besteld had. De gebroeders Bonaparte stonden voor de oranjerie van Sairit-Cloud, hoorden in de zaal hun. tegenstanders razen en waagden het niet een beroep te doen op de grenadiers, die verlegen en radeloos samenschoolden, als parlementswacht eerder geneigd de ver gadering te gehoorzamen. Ook Robespierre was op 9 Thermidpr vogelvrij verklaard en allen die zijne zijde kozen boetten het met het loven! ? Evenwel, in Saint-Cloud had het parlement nimmer vergaderd. In alle stilte waren des nachts timmerlieden gehaald, om de groote zaal van het paleis voor de zitting in te richten. Toen de eerste afgevaardigden aan kwamen, werd nog koortsachtig ge zaagd en gehamerd, uit een la< naast den ingang stak een lange spijker en reet den grenadier, die ter linkerzijdc den generaal bij den arm hield, de mouw open. Een sekondp lang was de man verrast blijven staan om vloekend de schade op te nemen en dat had Lucien Bonaparte van zijn hoogen voorzittersstoel bemerkt. Hij riep den grenadier uit het gelid, greep de opengescheurde mouw, vi<-l den verbluften soldaat om den halv en reikte hem . zijn gouden horlogp als belooning voor den redder vau zijn broeder ! Grenadiers !" zoo riep hij pathetisch uit, ,,zietdaar: nipt volksvertegenwoordigers, sluipmoor denaars zijn daar binnen vergaderd. Zonder uwen braven kameraad, dif hem met zijn lichaam dekte, ware d»» overwinnaar van Lodi en Hivoli, d»» veroveraar yan Egypte, onder (!?? dolken dier ellendelingen gevallen ! Jaagt het gespuis uiteen !" Nog een oogenblik aarzelden d»' soldaten toen trok ritmeester Murat den sabel, de trommels sloegen den. stormpas en met geveld gpweer werd \le zaal ontruimd, de afgevaardigden sprongen de vensters uit en generaal Bonaparte betrok als eerste Consul de Tuilerieön. De wakkere grenadier ontving ook van de latere keizerin een handvol dukaten voor de gescheurde mouw. Napoleon I schonk zijnen redder" een lijfrente, maar niemand dacht aan den timmerman, die met een. paar hamerslagen het schitterend epo«, uit de geschiedenis weggetimmerd eu honderdduizenden voor den dood op het slagveld bewaard zou hebben.... Ook toeval? Soms zou men geneigd zijn t<* twijfelen. Toen de wetenschap het nog niet zoo ver gebracht had. bestond het begrip ..toeval" nóg niet. Bliksem. storm, water, alle natuurgeweld werd met offers bezworen. Wat het menschelijk verstand niet verklaren kon, gold voor een direkte wilsuiting des. hemels. Thans moet het toeval dienen, zoo vaak ons weten niet toereikend i« om verband te vinden maar wip kan zeggen of niet, gelijk de wet deitraagheid eiken val regeert, wellicht ook ongeweten krachten, sterren. stroomingen alle episoden van ons leven van te voren bepalen, speels den koning en zijn toekomst igen scherp rechter bijeenbrengen, den voorvader de toekomstige grootheid van zijn kleinzoon beleven laten, de hand eens timmérmans dwingen den spijker ge reed te stellen, aan wiens punt heel Europa zich vijftien jaren lang bloe dende wonden scheurt? ADVERTEERT in DE GROENE AMSTERDAMMER" is een zin die ge dikwijls leest. ?Waarom juist ia de GROENE AMSTERDAMMER..? OMDAT het advertentietarief buiten gewoon billijk i's. De GROENE wordt immers bij uitstek gelezen door bet beste publiek door Het publiek dat iets te besteden heeft. Ge BETAALT DUS NIET roor een verspreiding, die drukkosten, porto en papier kost en waarmee ge tienduizenden lezer* bereikt, die niet in de eerste plaats tot bet koopkrachtige publiek behooren. MAAR HET BETAALT U in dit blad te adverteeren waarvan ge weet dat uw onkosten direkt worden aangewend om U in contact te brengen met bet koopkrachtig* publiek. ? i'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl