Historisch Archief 1877-1940
'l
; l
K i
? *
i. *
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 NOVEMBER 1929
No. 273$
Tikblaadjes
door Dr. R. Feenstra
DE nieuwere ontwikkeling heeft
het lot der massa's soepeler,
makkelijker gemaakt, leder jaar
ku:men er een paar sociale wetten bij:
ieder jaar komen er eenige
volks\voningbouwblokkeu bij. mot warm
>vater, vol instróomend daglicht,
douches en electrische knopjes. De
wcholen zijn mooier en hygiënischer
dan ooit. Hadio, kino en
vijfceixtskrant brengen allerlei
ontwikkeliugsfranjn; en voor den ouwedag wordt
een steeds gereeder en vlotter
steunpenning in de bevende handen gelegd.
Maar wat wordt er gedaan voor
, den conceptieven scheppenden mensch
die in de welvaart of in de politiek
- als leider, a!s wel vaart suitbreider,
als man van wetenschap of kunst
?/ijn tijd dient; en hem stempelt?
Bitter weinig! De ontwikkeling
gaat tegen, hem en zijn belangen in;
want zij verlangt dagelijks meer
..tempo"; te/wijl de persoon ijkheid"
snakt naar rust gedachtenruimte
stilte - die al en verloren z jn
gegaan onder het raderbonken van
het puur-dynaimsch geworden sociale
leven.
Daar hebben we om te beginnen:
den modernen staatsman. Heeft
Stresemann ooit zulke btille dagen gehad
als nog b.v. Bismarck ? De telefoon,
de vliegmachihe, de auto, dc radio
ston !en altijd om hem heen. Com
missie dit; commissie dat, conferen
ties. Hollen, vliegen. De groote con
structieve lijnen verdwijnen als een
illuminatie-fantoom tusschen de vlie
gende dimlichtjes van om half twaalf
daar en om een uur daar wezen.
* *
. Niet omdat de oude vorst von Bülow
nu in' een beroerte ge torven is, of
omdat de Tijger het dank zij de kamfer
en, de oplettendheid van zijn valet
weer voor eeu po sje heeft mogen
halen hoeft men te schrijven, dat
de moderne staatsman snel verslijt.
Vatten zij het slechts allen zoo op
als onze oud minister Kan, die van
daag in den Berkel, morgen in de
Groote Wielen, overmorgen in de
Oosterwijksche *vennen en den dag
daarna in de Braasemermeer zwemt.
Zeiden zij allen maar: water is water.
En het water dat over mij a rug loopt,
doet mij meer goed. dan de
iuktstroom, die door mijn
departementsHluis gurgelt. Maar de meeste staats
lieden verdragen het dienstreizen
minder goed dan ex-minister Kan.
, Kijkt men naar de koppen van de
wereldstuurders in den tyd van het
Weensche congressen naar die welke
thans onze kolommen sieren, dan
hebben zy allen een
chauffeursverbetenheid op hun visages gekregen;
jtaast ?alles :wat op de aanplakmuren
hun voorhoofden geschilderd is
'stoeien en ravotten graag,
maar vallen en bezeeren
zich dan ook dikwijls.Zorg
daarom in huis
een doos
Doo» '0.60 Tuin-«O et.
Bil Apnih. «n Drogisten
aan mensc henkennis, menschen ver
achting, inzicht en omgangskunst.
Maar slijten zij dau zoo hard:
onze staatslieden? Poincaréhad het
even benauwd; maar hij haalt het
van zijn prostatectomie in twee etap
pes; en het was geen specifiek
staatsmauslijden, dat hem van de brug
van la France liet stappen.
Stresemanu's nierlijden, noch zijn
aderverkalking zijn uit zijn staatsmanschap
voortgekomen; al is zijn vroege
beroertedood ongetwijfeld op het conto
surmeiiage met arbeid en opwinding
mee te verhalen. Een leider is
biolo?gisch ten slotte een mensch als een
ander; en de weg van de Köpenicker
strasse naar de Wimelmsstrasse was
ver; en.... hoog.
K u hooren we uit Amerika, dat
Ramsay MacDonald er het bijltje bij
neer wil leggen, zoodra hij in de ont
wapening de handle op achteruit
zal hebben gewrikt; zijn lichaam heeft
hem tweemaal een sein gegeven.
Hoe brak onze Troelstra vóór
de poort.
En Tellegen?
Er ligt iets tragisch in voor den
leider, dat y,ijn grootste kunnen, zijn
helderste zien samenvalt met de
beginnende aftakeling; dat uit de
kalk van z'jn arteriën de constructies
van zijn leiderschap moeten rijzen..
Overal is er hero worship; in den
strijd van den mensch tegen zijn
verval; en een huisvader, die voor
zijn gezin zijn leven nog een jaartje
rekt is geen kleiner mcnsch, dan een
Stresemann, die wildn leven om staat
kundig rustiger vaarwater voor zijn
volk te bereiken.
Toch zijn menschen als Stresemann
en MacDtmald waarschuwende voor
beelden.
* *
Prins Kohan heeft een aantal
' Europeesche staatslieden op de brug
nagegaan. Het is vechten' tegen de
bierkaai meent hij. Tegen de
opposities ; tegen wantrouwen in eigen
kring ; tegen duizend kleine beslomme
ringen van opvretenden of represen
tatieven aard; tegen heel die afschu
welijke dynamiek en het relativisme
van het openbare leven, die eiken
dag niauwen hoogeren inzet vordert.
Natuurlijk zijn de leiders agressieve
voorgaande naturen; en een man als ?
den père de la Victoire heeft het
blijkbaar geen kwaad gedaan, telkens
als tijger te hebben gesprongen aljs
hij op 88 na een nacht met drie
kamferolieiiijecties weer aan het dicteeron
van zyn mémoires slaat.
Toch acht Bohan hot noodzakelijk,
dat wij de vijf dageuw eek voor de
premiers en de leiders van Buiten
land sche zaken gaan invoeren. Briand
gaat hengelen; dat vindt Rohan
prachtig ; want meent hij wij
moeten voor het rustig bezinnen.
onzer leiders niet alleen tijd, maar
ook gelegenheid zoeken. Waar is die
nog, nabij onze verjazzbande
forensengebieden?
Terug naar Malmaison; terug naar
Friedrichsmh ! Het was een groot
, patriot, die Chequer^ aan den
vigcerenden. Britschen. premier legateerde.
Wie (met minstens honderd hectare)
volgt?
WONINGINRICHTINGEN
KTMHEUNGEH
STEUHZOLEN
HERSTELT O
.A
W. J. VOG EL JR.
JEKERSTRAAT 44
b/d Noorder Amstellaan
Begrafenissen
TELEFOON 24747
Crematie
Transporten.
> hef
Jhefterttz Schooi of
prospectus.
Spoor's
Mosterd
W. A. Spoor )r?Culcmbor?.
SPECIALE AANBIEDING
zilveren toiletgarnituur met
schildpad ingelegd 5-deelig
f 125.-. - S. S P J E R,
Juwelier, Plaats 5, Den Haag,
Kal verstraat 222, Amsterdam.
Inkoop, Ruiling, Expertise van
Juweelen. Zichtzendingen door
het geheele land.
HOTEL..VELSERBEEK" VELSEN (bij de Pont)
Gemakkelijk te bereiken per antobus en Eleettisohe Spoor.
Schitterende omgeving Groot Terras THEESCHENKERIJ
LUNCH DINER SOUPER
Het geheele jaar geopend. Tel. 504 G. L. v. T OOM BERG EN.
NL V* Meubelmagazijn Eden
MOLSTTEEG - AMSTERDAM
BOEKENKASTEN
No. 2735
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 NOVEMBER 1929
Wetenschappelijke Varia
De komende Winter
door Dr. P. van Olst
HET ia misschien wat vroeg om zich nu reeds
bezorgd te maken maar eenige overwegingen
over den komenden winter mogen toch wel eens
gemaakt worden. Ik herinner mij, dat kort na het
beruchte spoorwegongeluk bij het Merwedekanaal
bjj Weesp de reizigers, die de brug passeerden naar
Amsterdam toe, steeds min of meer zenuwachtig
waren en nog jaren erna was ik zelf eigenlijk ook blij
als ik de brug weer over was. Het gekke hierbij was,
dat ik deze sensatie niet voelde als ik van den
Amsterdamschen kant kwam. Deze onberedeneerde
angst komt ook voor na blikseminslag, hoewel
toch de kans op een herhaling van ongeluk of
inslag op dezelfde plaats geringer is dan elders
waar het nog niet is voorgevallen. Zoo zouden wij
ook een onberedeneerende angst kunnen hebben
dat wij dezen winter weer met bevroren water
leidingen zouden zitten en weer het dubbele
aantal mudden anthraciet zouden moeten ver
stoken. Hoe staat het nu met de vooruitzichten
voor den winter; is er ook reden voor een
beredeneerde angst, i.p.v. een onberedeneerde? Geldt de
, rechtsregel ,,non bis in idem" ook in de weerkunde?
* *"
Voorspellingen" op langen termijn zijn nog
niet mogelijk in de weerkunde, en al verzacht men
het woord tot verwachtingen", dan houdt men er
zich toch ook nog liefst buiten, behalve in den
Enkhuizer almanak. Bekend is echter, dat de helaas
overleden Dr. Easton, de roem der amateurs op
weerkundig zoowel als sterrekundig gebied, niet
alleen met een theorie over den bouw van het
Melkwegstelsel .een wereldnaa^a heeft verworven,
maar ook op weerkundig gebied met zijn onder
zoek over strenge winters werk heeft verricht, dat
hem. den titel van doctor honoris causa", dien hij
verkreeg, dubbel heeft doen verdienen. 'Opmer
kelijk is dat volgens Dr. Stein, die Easton en zijn
werk herdacht, Dr. Easton zelf meende dat de
waarde van zijn winter-onderzoek bij het nage
slacht hooger zou gewaardeerd worden dan zijn
Melkweg-studim, hoc belangrijk deze ook terecht
geacht worden. Door een uitgebreid oridei'zoek
over de oudste beschikbare kronieken zoowel als
de beste en betrouwbaarste nieuwere waarne
mingen kwam Easton tot de meening dat er een
Zekere periodiciteit in de winters optrad, tenminste
in West-Európa. Deze regelmaat bestaat daarin
dat groepeeringen van telkens 89 jaren te maken
zijn, waarin weer vier onder-perioden optreden,
een eerste kwart waarbij de winters belangrijk
kouder zijn dan normaal, een tweede kwart, waarin
de winters iets te zacht zijn, een derde kwart met
iets te koude winters en ten slotte een laatste
kwart met belangrijk te warme winters. In
1910 was de laatste complete 89-jarige periode
afgeloopen en begon een nieuwe periode, waarvan
het eerste kwart (van 1917-1938) dus winters moest
bevatten die belangrijk kouder waren. De winter
van 1917 behoorde reeds bij de strenge winters.
De winter van 1929 heugt ons nog en zal ons lang
heugen. Men beoordeelt de strengheid van een
winter naar verschillende gegevens, wel eenigszins
anders dan het publiek dit doet, dat eigenlijk
alleen rekening houdt met dagen waarop
schaatsentijden mogelijk is. Er wordt bij de wetenschappe
lijke beoordeeling gelet op de laagste temperaturen,
die waargenomen worden, maar ook op het
aan, tal dagen dat de dagtemperatuur niet boven het
vriespunt komt (?ijsdagen"), het aantal dagen
VAM HELLES
TABAK *
KVOC/ALITEIT
achter elkaar dat de vorst onafgebroken aan
houdt, enz. Zoodoende komt men er toe om de
winters te rangschikken, al is de waardeering der
verschillende factoren wel ongelijk bij de diverse
specialisten op dit gebied. In de naav strt n^heid
gerangschikte serie winters sinds 1850 draagt de'
winter van 1891 nog het nummer een; als nummer
twee volgt de winter van 1855 en dan komt onze
trots, de winter van 1929 als derde in de rij
Zonder twijfel," zegt Prof. van Everdingen,
heeft het tijdvak 1916?1938 van Dr. Eastm's
periode zijn tweeden strengen winter te boeken."
?* *' '
T 7/ijn wij daarmede van de strenge winters af,
die de loopende. kwart-periode ons brengen moet?
Dr. Pinkhof, in Hemel- en Dampkring", het
maandblad der Ned. Ver. voor Weer en Sterrekunde,
vreest dat wij er nog niet zijn en dat we niet hei
moeten roepen eer we over de brug van 22 jaren
heen zijn. Hij herinnert ons namelijk aan de uit
spraak van Dr. Easton dat er, behalve het
voorkomen van tenminste een tweetal strenge
'winters, waarvan althans n zeer strengen, ook
nog een aanzienlijke daling van de wintertempe
ratuur moet verwacht worden, over de geheele
kwart-periode gerekend. Immers Easton vond dat de
gemiddelde wintertemperatuur van de opeenvolgen
de kwart-perioden eerst vrij veel te laag, dan iets te
hoog, dan iets te laag en eindelijk vrij veel te hoog
was en dat deze regel geldigheid blijkt te hebben
van 1450 af, zonder dat er een afwijking van dezen
regel te contateeren is. Nu hebben wij wel het
minimum aantal van twee strenge winters reeds
gelukkig achter dejri rug, maar behalve dat wij
niet vergeten mógen dat Easton ten minste"
twee strenge winters verwachtte, wat dus inhoudt
dat er ook wel meer kunnen komen, is het
wenschelijk, om do gemiddelde wintertemperatuur
van> de geheele loopende kwartperiode in de gaten
te houden, welk kwart immers pas half achter den
rug is.
De gemiddelde wintertemperatuur, gerekend
naar de waarnemingen aan het meteorologisch
' instituut in De Bilt, is
voor de kwart-periode 1828?1849 2.4 gr. Celsius
1850?1872 2.0 gr.
1873?1894 2.4 gr.
., 1894?1910 2.9 gr.
Men zou dus verwachten dat in de nu loopende
kwart-periode het temperatuur-gemiddelde weer
in de buurt van 2.4 gr. C.,zou liggen;
? * *
Maar do reeds doorleefde winters in deze
kwart. periode gaven ons in 1927 een gemiddelde winter
temperatuur van 3.1 gr. C. l ! dus belangrijk hooger
dan in «ie voorafgaande koudeper loden in plaats
van lager zooals behoorde. Door den afsjeloopen
strengen winter is dit bedrag van 3»l gr. C.
reeds flink gedaald, nml. tot 2.7 gr. C., maar dat
is toch nog te hoog voor de geheele kwart-periode.
Dit betèekent'dat wij in de nogresteerendewinters,
tot 1938 incer koude moeten hebben dan de winters
tot nu toe opleverden, als onze loopende kwart
periode niet een uitzondering wil Worden op de
complete serie sinds 1450. Onmogelijk" is zoo'n
uitzondering niet maar waarschijnlijk" is zij
evenmin omdat het zoo lang reeds volgens deze regel
gegaan is. De negen Winters, die nog volgen tot 1938,
zullen,zooals Dr. Pinkhof verwacht, aan den kouden
kant moeten zijn, en elke zachte winter dien we in
deze komende negen jaren nog krijgen verhoogt de
kans dat er nog een extra strenge winter komf
bij het minimum-aantal van twee, dat Easton
aangaf. *
Zonder dat dc komende winter dus bepaald
streng behoeft te zijn, is de kans toch groot dat
hij aan den kouden kant zal. zijn. Men zij dus op
zijn hoede ! '
MEUBELEN
\
PARKSTRAAT
HAAG
KRONIEK
LIchtwe«k
A CH, de Vetpotjes van weleer, wie geeft zij
^* ons weer ! i
Zoo zong Potgieter. En zoo zong ik mede, de gan-i
sche v, r'ge week. Maai niet enkel om de veti»otje
\. ;
treurde ik, de vetpotjes met hun zacht geel licht»
die flakkerden en uitgingen" en de omtrekken van
ramen en deuren zoo lieflijk in het onzeker lieten,
maar ook de ranke kaarsen achter de vensters, die
brandden met een bleeken, stillen vlam, en
waarachter de rustig goud-gezolderde kamers
zichtbaar werden van Heeren- en Keizersgracht.
En o ! de lampions, de kleurige, fantastische, die
licht en donker even geheimzinnig maakten,
waar zijn zij gebleven in dezen tijd, waarin de'
menschen even bang schijnen te zijn voor dq
duisternis als voor de stilte?
Ik vond het dan voor het grootste deel niefi
mooi. Wel leek het Damrak een waarlijk indrak-j
wekkende ingang tot een fantastisch poollandj
maar de ijsauil op den Dam was bepaald onnooze^
en had veel meer op een echten ijsberg kunnen
gelijken. Waar ijs nu eenmaal het ideaal schijnt, i
Intusschen werd het groote paleis er steenkouc
van en zag ijsselijk bleek. Gelijk als die ander*
gebouwen ijsselijk bleek zagen, bepaald lijkachtij.
bleek, gelijk zij van onderop wreed klaar beschene» ;
werden. Dat gaf een inderdaad gruwbaren aanblik
ook op de l'.jkengezichtea rondom. Er was ieti
van dreigenden ramp en ontzetting onder di
doodstille, roerlooze licht. Bij een grooten brand
kan 't ook zoo zijn, maar léVender en zeer kort
stondig. Nu duurde dit gramvbleeke den gansched
avond en den heelen nacht. En de verlichte toren
waren van stijfsel, viezig grauw en beslist onsma
kelijk. 't
Terwijl het ergst al d ieN uitbundige verlichi
tingen in kleuren waren, die de met-hun-tijd
meegaande ..magazijnen" niet nagelaten haddeij
op hun gevels aan te brengen. Want de kleurei
werden hier zoodanig -valsch, er waren een groei
en een rood zoo afgrijselijk, dat het leek of dt
Geest van de galanterie-bazar nu eindelijk naad
i ?
buiten gekomen was om zich in al zijn» abjectie t
vertoonen. Maar ook de omlichte gebouwen ei
torens deden" het niet. Hun lijnen bleven vee
te strak en zoo leken zij op dc kaarten, die wij it
onze jeugd met gaatjes doorprikten en tegen h
licht hielden. Lief maar kinderachtig...»
O, de vetpotjes van weleer, wie geeft ze ons weer
' ' ?? ' '' '?' ?".'????'? . ' F.'-C,.
IWÖNINGINRICMTINGEN
l'