De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 9 november pagina 10

9 november 1929 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

" S . ! iii \ t, i t i DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 NOVEMBER 1929 ATo. No. 273,6 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 NO V EN B ER 1929 Hand wondjes doen pUn bil den arbeid en leiden vaak tot verzwering of bloed* vergiftiging. Reinig ze altijd dade lijk en behandel ze verder met Doos 30-60-90 et. PUROL BI O SGOPY door L. J. Jordaan Het eerste Avant-Gartletheater te Amsterdam SINDS eenige jaren is in de kringen der Nederlandsche filmliefhebbers een actie groei ende, bekend als de Filmliga-beweging. Deze beweging riep een organisatie in het leven van en dóór het publiek, dat, in tegenstelling met het broodkaart-distributiesysteem der bioscopen, in vloed wenschte op de films, die het te zien kreeg. Wij kunnen de krant kiezen, die ons past wij kunnen naar den schouwburg gaan, die met onzen smaak strookt wij kunnen de muziek hooren, die het meest met onze wenschen overeenJkqmt.... waarom zouden wij niet de films mogen bepalen, die ons bevallen"?~Een~alïszins"ënVöudige en rationeele opzet, gelijk men ziet. Die dan ook promptelijk op de zonderlingste en onredelijkste gronden werd misverstaan en tegengewerkt, Deze organisatie, waarin' iedereen welkom is, heette een selecte kring van snob's zij fixeerde haar prijzen aanzienlijk beneden het bioscooppeil en uien noemde haar een hatelijke club voor de betere standen" oftewel de vermaarde boerszwasie zij stelde zich ten doel het f Urn verschijnsel in alle nedeiigheid en aandacht te bestudeeren en zij werd een troepje pedanten. Om van andere tegen werking maar te zwijgen. Het principe dezer beweging, die tegen alle verwachting in, steeds aan omvang en belangrijk heid won, moest ten slotte logisch en onafwendbaar leiden tot de controverse in deze kolommen reeds lang gesteld: de tegenstelling varietóbioscoopfilmtheater. Het schijnt een nog altijd moeilijk te Verwerken begrip, dat men van de film als zoo danig kan houden en op haar toekomst groote ver wachtingen bouwen, zonder dat zulks noodzakelijk meebrengt een onleschbaar verlangen naar buik sprekers, black-bottom en gedresseerde eenden. Onze groote bioscopen tenminste stellen hun pro gramma's nog immer voor zeven achtsten samen uit ingrediënten, die men alleen dank zij een beminnelijke onnoozelheid of een permanente gehobene Stimmung" kan genieten. Nu mag van niemand geëischt worden (den rampzaligen criticus uitgezonderd) dat hij zich. terwille van drie kwartier film wekelijks anderhalf uur weer of geen weer, aangeschoten of nuchter tot bloedens toe zal laten amuseeren. Aldus werd een belangrijk contingent toeschouwers en wel het contingent, dat uitteraard den sterksten invloed zou kunnen uitoefenen op het terecht gewraakte algemeene niveau der bioscoopfilms, automatisch buitenge sloten. Ziedaar een noodtoestand, die reeds lang om leniging vroeg en thans door de invasie der sprekende, zingende en musiceerende" tingel-tangel, gezegd: talkie, eerst recht acuut is geworden. Vergissen wij ons nu, wanneer wij verwachten, dat het filmtheater, hetwelk, steunende op de door de Filmliga gepropageerde beginselen, waagt zijn deuren te openen, in een bepaalde behoefte" blijkt te voorzien" ? Het is mogelijk de zooeven genoemde bezwaren tegen de Filmliga, kunnen met succes pasklaar gemaakt worden voor het kleine (want het ia klein !) filmschouwburgje. Bovendien zal de ontevredenheid en teleurstelling wellicht niet uitblijven, waar'er geen twee-en-vijftig mees terwerken per jaar worden vertoond gegeven het feit, dat immers iedere tooneelpremière een nieuwen Shakespeare, iedere symphonische novi teit een verschen Beethoven onthult! Zoo kunnen wij dan slechts in spanning afwach ten, welk lot de jonge onderneming beschoren zal zijn en haar het beste toewenschen, als het eerste bewuste" filmtheater, dat wij rijk zijn wie weet? welhaast de eenige wijkplaats voor den lawaai-orkaan, welke aan den horizon dreigt ! * De Patriot" van Lubltach. Tuschlnsky Zijn wij na slechts eenige maanden talkie" dermate murw geworden, gekastijd, vernederd, dat de schoonheid van de zwijgende film" zich als een diep betreurd voor altijd verloren geluk aan ons voordoet onzen critischen zin verzach tend, ons oordeel milder stemmend? Ik keerde na de persvoorstelling voor ongeveer een half jaar is het inderdaad nog maar zoo kort geleden? ! terug met een hoofd vol critiek, een hart vol bezwaren tegen een richting die zich pertinent van den groei der film tot een zelfstandige kunst afwendde. En nu maak ik van het voorrecht, volkomen eerlijk te kunnen zijn gebruik, om te bekennen, ? dat ik mijn aanvankelijk oordeel over De Patriot" verscheurd heb om slechts mijn waardeering te uiten, voor hetgeen Lubitsch' werk aan filmische kwaliteiten bevat alle piïncipieele fouten ten spijt. «BNEBAAIi VOOB AH ATEtJtt-KIHQ-TnTBCSTIlïG FOTO-S G H-A A P & Co. SPUI 8 AMSTERDAM Rembrandt Theater VANAF VRIJDAG 8 NOVEMBER de eerste QROOTE DUITSCHE MUSICEERENDE en SPREKENDE Film: BRUID No. 68 (?DAS LAND OHNE FRAUEN") F. P. S. - TOBIS-FILM In de hoofdrollen CONRAD VEIDT en ELGA BRINK Wegens uitgebreidheid van het Programma begint de eerste' Avondvoorstelling 7 u. 15 m. Geen toegang onder de 18 jaar. feiten (de hiervoor genoemde regie vondsten) vn> langs dien omweg den toeschouwer bereiken. Om een voorbeeld te noemen: de geestelijke ont reddering van den tsaar suggereert hij steeds door diens handelingen ma.w. langs den. omweg dier geconstrueerde feiten. De cineast daarentegen transplanteert als het ware dien geestestoestand door ' ' Ik zeg met nadruk: Lubihch' werk ! Want als de hallucinaties van den krankzinnige rechtstreeks op waarlijk scheppende kracht valt hier, gelijk in ieder ander belangrijk filmwerk, deu regisseur" makkelijk te onderkennen ondanks de reclame welke met den fetisch-Jannings wordt gemaakt. Men kan het betreuren, dat een talentvol en vooral vindingrijk kunstenaar, als Ernst Lubitsch de hoogheid en misschien ook het zelfvertrouwen mist, om zonder een star-attractie te arbeiden men mag daarbij zijn bewondering niet verhelen voor de handigheid, waarmee hij deze anti-filmische sujetten ten slotte volkomen aan zijn artistiek inzicht onderwerpt. Wat ,,De Patriot" zooveel genietbaarder maakt, dan de Jannings-films ..Vader" en Het Laatste Commando" is de domineerende centrale wil van den filmmaker, die de vette zelfgenoegzaamheid en speel-woede van een verwend acteur binnen de perken Weet te houden. Men kan hier ten overvloede spreken van een goed gevonden compromis: de in ieder ander geval hinderlijke, destructieve ovorheersching der Jannings-figuur, wordt acceptabel door het karakter, dat hij heeft uit te beelden den geesteskranken tyran op Aviens woord een wereld rijk siddert. Zoo kon Jannings aan zijn onge neeslijke zucht om zichzelf te spelen toegeven, zonder al te groote schade aan het geheel te berok kenen: de regisseur is voortdurend daar, om te matigen, te versterken, te ordenen. Jannings' verdienste moge het zijn van den krankzinnigen ' tsaar een aannemelijke, uiterlijke verbeelding te geven het is de regisseur, die de psyche van den kranken heerscher weet te scheppen. Hij doet dit meester van het ingenieuse detail, die hij is in hoofdzaak door scherp-belichtende, prachtiggeyonden regie-trouvailles.- De episode van den. dertienden knoop aan de slobkous, het wezenlooze grabbelen in de staatsdocumenten, het heen en weer rennen tusschon het werkkabinet en het boudoir der maitresse (hoe fantastisch lang lijkt deze run!) en vooral de voortreffelijke scène met de paleiswacht, die hij laat excerceeren en telkens weer vergeet, om een discussie binnenskamers voort te zetten dit alles bouwt in waarheid het karakter op van den tragischen gek, die Paul I is. Alleen onder het felle licht dezer schijnwerpers maakt de figuur van den waanzinnigen autocraat zich los van de duizend-en-een gelijksoortige idioten, die de gestichten der geheele . wereld bevolken. Aldus weet de creatieve macht, welke achter dit alles werkzaam is, haar intenties te ver wezenlijken, zonder het groote publiek en wat daarmee gelijk staat, zijn illusie van den afgod acteur te ontnemen. Het valt te noteeren, dat Lubitsch in de eerste de voornaamste plaats iüm-reyisseur is en slechts in geringe mate cineast. Hij hanteert de filmtaal d.i. de in beeld en beweging uitgedrukte idee met groot meesterschap, maar hij wendt haar hoofd zakelijk aan als t/ebaren-drama (stom-tooneel) en slechts zelden als middel tot rechtstreeksche emotie. Men zou het'ook zoo kunnen uitdrukken, dat de emoties in zijn dramatisch complex bijna uitsluitend de reflexen zijn van geconstrueerde te roepen. De middelen (incopieeren, Hou", zerr-bild", ralenti) liggen evenals de voorbeelden (?Caligari", La coquille et Ie Clergyman," La. chute de la maison Usher") voor het grijpen. Waar Lubitsch cineast is. kan de lezer zelf uitvinden na het volgende voorbeeld: De tsaar wordt gemarteld door angst droomen. Hij wentelt xich op zijn legerstede en stort zich ten slotte naarbuiten, in uiterste benauwenis roepend om zijn factorum Pahlen, aldus de heele paleiswereld inopschudding brengend. Dit alles is: film-m/iV, feiten. Dan echter, na een schitterend crescendo» in de algemeene ontsteltenis (heen en weer rennen van boden, de fragmentarisch gegeven nadering; van Palilen) wordt het tot het uiterste opgedreven. tempo met een ruk afgebroken: de opengeworpen deur van het slaapvertrek toont den ongelukkige^ stil en in elkaar gekrompen. Het effect van dezo contrastwerking, die buiten de feiten omgaat en. de onroering door rythmische en visueele bewogen heid oproept, is zuiver cineastisch en daarom een van de hoogtepunten in de film. Ten slotte nog een opmerking: wanneer er van een geslaagde creatie sprake is, dan dient niet Jannings allereerst genoemd, maar de voortreffe lijke ..Pahlen" van Lewis Stone. Waar de filmische expressiviteit niet ligt in uitbundigheid, maar integendeel de uiterste soberheid vergt, daar kan deze speler in waarheid een brillant filmsujet genoemd worden. Men vergelijke slechts zijn dood, navrant dool- enorme zelfbeheersching, met het pompeuse sterven van Jannings ! En zoo nemen wij, met deze knappe speelfilm afscheid van de schoone, zwijgende cinegrafie de hemel weet voor hoelang! Aangekondigd staat de Singing Fooi" van Al Jolson en de herinnering; aan Broadway" kan ons mét reden het ergstedoen venvachten.... Nieuwe Uitgaven Achtste Winterboek van do Wereldbibliotheek 1920?1Ü30, Uitgave van de N.V. Maatschappij tot verspreiding van Goede en Goedkoope Lectuur, te Amsterdam. Hoe Koud het was en hoe Warm. Gedenkboek voor den winter 1028?'29., Aangeboden door de Koninklijke Fabriek van smeedwerk en centrale verwarmingen N.V. F. W. B raat te Delft. Paviljoen Vondelpark" Tel. 80190-82595 Groote en kleine Za'en voor Déjeunere, Diners, Soupeis, Bals en Recepties Huize ZOMERDIJK BUSSINK. DE EIEREN-POËET door A. Thiry VLAK naast het landhuis lag de plas. Het lag daar stil en vergeten tusschen den weg en het dennenbosch en niets stoorde zijn hemel-spiegeling dan een enkel, schichtig waterhoentje en af en toe, als Vader of Moeder er bij stond, het ranke zeilscheepje dat het jongetje van den eenen barm naar den anderen liet scheren. Omdat die plas daar zoo verlaten lag, had Oom ze hun gestuurd: de drie Japansche ganzen. Toen gingen het jongetje en de zusjes aan 't fantaseeren natuurlijk, en 't sprak van zelf dat de drie won derlijke trompetters, voor wie Moeder op den koop toe zulke moeilijke, echt-japansche namen moest ver zinnen, niet in 't kippenhok en nog veel minder in het schuurtje hun zate mochten hebben. Neen, een speciaal eenden-huisje moest er komen, midden in het water metreenrrieten ak^ero^n^ok vlondertjes eraan,- precies zooals er in de stad in 't parkvijvertje een was. Want beesten' met namen als Hokaku, Onake en Kyokan, die daarenboven van 't andere eind van de wereld kwamen, konden het immers nooit te góéd hebben ! En wat kon Vader anders doen dan ja zeggen op zulk geestdriftig kinderlijk verlangen? Ze hadden het er goed de drie japjes ! Oom, die een beetje later op bezoek kwam, vond het zelfs een beetje te . ,,'k Geloof dat er in , dat schoone huisje nog wel wat plaats over is !" oordeelde hij. Daar kan vast en zekei-s nog wat bij. We zullen eens zien !" En hij had gelijk ook. Ze konden er best bij de twee witte kwakcrtjes niet de safraan.-gele bekken, die hij daarop zond, en ook voor het lodderlijk koppel kuifeendjes en de juweelige smaragdeenden, die volgden, was er plaats genoeg. De kinderen waren in den zevenden hemel met hun kwek-en-kwakend watervolkje en wat vertelden ze er allemaal niet over, genoeg om er, met een beetje bij en een beetje eraf, naar 't beroemde voorbeeld, een boek mee te vullen dat men noemen kon: Het huisje bij den plas !" Toen was het dat hij zich liet zien. Hij heette Joost en was wegwerker. Hij was kort van postuur, droeg op korte, kromme dasbeentjes een lang bovenlijf, dat in den langen blauwen kiel nog langer leek dan 't al was, en zijn verweerd, schoenzolen gezicht was lang en kosterachtig gladgestreken met kleine verwaterde oogjes erin die van onder de petklep altijd in het ijle keken. Tot dan tóe hadden ze hem hier bij hun huisje nog maar weinig gezien. Doch zoo al met een keer begon hij zich al ns meer langs'^dezen kant te laten zien, en wat wel het wonder lijkste was, op een schoonen morgen sjouwde hij kruiwagens met grint aan en begon toen zoo maar aan den weg te werken, 't Viel op., Nu, beter laat dan nooit l" oor deelde Vader filosofisch. Voor onzen buitenkant valt er dus eindelijk ook een kruimeltje af !" Want hij had het noodig, de weg, uitgesleten als hij was vol sporen en putten om er een oor logstank op uiteen te schudden. En hij strooide zoo maar niet, lijk 't zijn gewoonte was. een schup grint uit links en rechts in de al te diepe kuilen, neen hij maakte eerst lang zaam en met veel zorg slijkpapjes in een ouden emmer, goot die uit in de putten en daarin werden dan de kcitjes geschud en stevig vastgeklopt met een schup. De vader en de Moeder tfie dat wonder volgden begrepen er niets van. ,,Hier moet vast en zeker de een of andere hooge-piet voorbij komen binnenkort, anders doen ze zoo iets nooit!" meenden ze. Na een week of zoo was hij gereed; een model van een weg, effen en fijn om er op te rolschaatsen. En ze dachten niet anders of Juost__ZfiU_nu_jvvel weer optrekken, ginder naar het dorp toe en 't zou weer worden 'zooals vroeger: alle drie weken een schuifwandelingske met zijn schop-cn-bezem en dan een uurtje welverdiende rust in 't gras naast den weg Maar neen, ze waren mis, hij bleef . komen, dag aan dag, telkens in de morgenuren zoo, en hij vaagde en schoffelde, en wat wel 't verwonder lijkste was, het stuk vóór hun huis bleek het meest onder zijn zorgzame aandacht te vallen. Toen begrepen ze er nog minder van natuurlijk. De Vader probeerde wel eens een 'praatje met hem te maken, presen teerde hem een sigaar, maakte hem zijn compliment over den goed onder houden weg, en hot ventje antwoordde op alles heel beleefd en vol gewicht, maar wat hij in de mouw had. daar liet hij niets van uitlekken. Totdat hij, na nog veel, zorgvuldig vegen en schoffelen vlak vóór hun huis, einde lijk van zelf zijn horentjes liet zien. 't Was op een morgen en de Moeder was met de kinderen vóór 't gulzig snebberend watervolkje voer aan 't strooien, als ze daar al met eens boven de ligusterhaag langs den weg. Joost zijn houten kop verschijnen zag. Hij boog twee, drie keeren, nam zijn petje af en glimlachte zelfs. Kijk, hij kan ook lachen !" ver baasde zich de Moeder. ..Wie had dat kunnen denken!" Mooi weertje, Mevrouw !" begon hij lijze. Een echt weertje voor hier!" Ja, Joost!" antwoordde de Moeder* De kinderen stellen het hier wel goed, Me,vrouw ! Mooi weer, een mooie tuin, bosschen, water !" deklameerde hij schoolmeesterachtig ver der, terwijl zijn oogen naar de eenden gingen. Ja, dat doen ze, Joost." En wat hebben 'ze prachtige eenden, Mevrouw ! Zoo'n heb ik er nog nöoii> gezien! 't Zullen er wel zeld zame zijn, uit vreemde ;landen, ver moed ik. En 'k moet niet vragen of die 't ook goed stellen ! Ze blinken gewoon* van gezondheid l Een huisje voor hen alleen, een heele plas water, en eten krijgen ze meer dan zat zie 'k l U verwent ze, Mevrouw !" Zoo erg was 't wel niet vond Moeder, en ze glimlachte eens, schudde neen en strooide verder het voer uit. Wat ? wou dat ventje t'och, vroeg zezidhaf, en ze wenschte dat hij doorliep. Doch hij bleef staan, knikte zelf bewust, als wou hij zeggen: ja, ja, zoo is 't en niet anders. En leggen zullen die beestjes ook wel goed, daar zou 'k durven op wedden !" ging hij vol gewicht verder.' Manden vol !.... Gewone eenden eieren zijn al zoo lekker, wat moeten deze dan wel zijn! Niet te ruilen voor 't beste op de koningin haar tafel ! "U zult ze wel lusten, Mevrouw ! en de kinderen ook ! K lok spijs !" Eendeneieren?.... Hoe komt ge daar bij?" verbaasde de Moeder zich andermaal. We hebben toch kippen, man !" Maar Joost verbaasde zich blijkbaar nog meer dan de Moeder. Eet U die dan niet?" vroeg hij. Natuurlijk niet!...." Zijn mond viel zoowaar open en een wijle, keek hij haar met groote oogen aan als kon hij't niet gelooven. Toen neep hij ze weer half-dicht, er kwam iets als een lach over zijn houten marionetten-gezicht en 't was met smeekende stem dat hij vroeg: Als 't u blieft, Mevrouw, zoudt V ze mij dan kunnen laten? Niets voor niets, dat spreekt van zelf, maar voor ieder ei steek 'k gaarne een stuiver in de kinderen hun spaar pot. U weet niet hoe heerlijk ik ze vind. Want zie, hier staat een man tfie~JM>o goed ats~a1teen van ven ook. Maar met don besten wil de wereld, met veel of weinig zout er op, gekookt of gebakken, van al diaheerlijkheden ontdekten ze niets er» lieten dua de opbrengst van het eendenhuisje maar verder voor den houten» Joost. Regelmatig, twee keeren in de week,. was hij daar, en hij zou dat sport nog; wel lang vol gehouden hebben al» Vader er na zijn oolijke ontdekking, geen oolijk punt had achter gezet. Eens kwam hg in de stad heel toevallig voorbij een van die winkels» waar men naast kooitjes van alle soorten en models, zaad en hengeltuig ook zangvogeltjes, parkieten en zoo meer te koop heeft en zonder er naarte willen kijken. meende hij in het , voorbijgaan in de uitstalkast op een groot papier zoo iets te lezen alsJapansche knobbelgans." Hij keerdeop zijn stappen terug tot vóór het raam en ja daar stonden vier schotels: met eieren erin die hij maar al te goed kende en boven elk een opschrift met letters als koeien: Broedeieren, van de japansche knobbelgans,"" Broedeieren van de smaragdeend"' en zoo ook voor de kwakertjes en dekuif-eendjes. prijs: 75 cent per stuk. Hij kon er niets aan doen» maar toert schoot hij toch in een lach die helmde. Wel, die sloome duikelaar !" mom pelde hij en meteen was hij het brood leeft. En eendeneitjes stelt hij aan de spits! Sla toe, Mevrouw, .U maakt er mij gelukkig mee !" Wat kon de Moeder toen anders doen dan zeggen: als 'k er u plezier mee doe, vooruit dan Joost ! Ze riep het meisje uit de keuken, liet het mandje brengen met de eieren, die de Vader gisteren uit het eenden huisje was gaan rapen en terwijl -hij verder den lof zong der nooit te over treffen eendeneieren laadde hij ze met voorzichtige vingeren alle tien over in zijn pet. De Moeder moest zich op de lippen bijten om ntet in een lach te schieten, xoo gek deed het ventje. En nadat hij met evenveel grootspraak den afgesproken prijs in den groen -aarden varkens-spaarpot van de kinderen }md laten glijden, stapte hij luchtig met /ijn eieren-gevulde pet naar 't dorp toe. Dien avond, toen de Vader thuis kwam, lachte hij geen klein' beet je. Eerst om het relaas dat de Moeder hem deed en dan waren daar nog de kinderen, die zoo parmantig den eierenbegeerigen Joost nadeden. Dat was het dus wat achter zijn wegwerkers-ijver verdoken zat!" sprak hij. 't Is om te denken dat er achter dien eenden-eieren-lust ook nog wel wat steken zal!" Maar dat dacht de Vader toch niet meer, als Joost eenige dagen later bij hem zelf terecht kwam, om zijn tweede. portie eieren op te halem Hij deed toch zóó beleefd, boog en streek als voor een koning, en er kwam bijna geen eind aan den lof deze wonderlijke, niet-te-overtreffen eenden-eieren toegezongen. Cantieken Waren hét en alle mogelijke kruiden en kruidekenSj bloemen en vruchten met hun verschillende '.. smaken en geuren, tot do seizoenen en do winden toe, betrok hij erin orn 't fijn genot te beschrij ven dat ze hem gegeven hadden. Een poëet is het l" besloot de Vader ver wonderd. Een eierenpocet!" En danig onder don in druk van Joost zijn lof zangen wilden ze er alle maal toch eens van proe-, tje binnen om nader bescheid. Een juffrouw kwam vóór en 't was wel zoo lijk hij 't gedacht had. Een boerenjongen die er zus en zoo uitzag; Joost zijn zoon ! leverde ze en zij stond borg voor de echtheid van dezenergens-te-vinden broed-eieren. Toen konden ze 't toch niet latere om op een klein wraakje te zinnen,. de Vader e'ri de Moeder. En ze vonden er een ook. 't Eerste mandje eieren uit "t eendenhuisje geraapt, ging voor twee minuutjes een pot met kokend water in en zoo kreeg Joost ze den daaropvolgenden keer mee in zijn wegwerkers. Och, och ! die lekkere eitjes toch !" sprak hij als verliefd, ..jammer dat de beestjes niet meer leggen, wis en waarachtig jammer." En -voor derc zuoveelsteii keer. begon hij weer eere van zijn lofzangen, die de Moeder niet een ondeugend lachje in de oogen aanhoorde.... * * * Nooit is Joost nog om eieren ge komen. Maanden bleef hij weg. liet den weg liggen voor wat hij was. Eindelijk, toen 't al te bar werd val» de putten en gaten, liet hij zich weer eens zien om er met de gauwte wat grint over uit te schudden. Hij trof het slecht, want juist kwam de Vader er aangefietst. ..Zeg eens, Joost ? '?' vroeg hij. ..Waar om ben je geen eieren meer komen halen?" Hij krabde zich eens achter de ooren, keek naar zijn klompen. De maag is er van streek mee geraakt!" zuchtte hij. ,,'k Ben er mee naar een prefessor geinoeten. En toen heeft die 't me verboden. Jammer, Jammer, en 'k at ze toch» ^ graag. Menheer !...." Smalfilm Amateur-KInematoflralle onder Kino-technisohe leiding van Jori» Iven» FOTO-, PROJECTIE- EN KIHO-HAHOEL" 115 KALVERSTRAAT AMSTERDAM QENERAAt.nt.MCl AGENTSCHAP BJJCAPIvakkundlaeread«i^j|eorllolitlng j: /! 1 1! f; j ' ? 5; V; f!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl