Historisch Archief 1877-1940
«r...
l'
r ???
f^e Groene Amsterdammer
(t>c^/NVcekblad voor Nederland
Sinds meer dan vijftig
/aar aan de spits der
. . . .
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A; C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN
TOP NAEFP. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C.
Niet te overtreffen"
OPGERICHT IN 1877
No. 2736
ZATERDAG 9 NOVEMBER 1929
BLOK'S LEVENSWERK
door Prof. Dr. H. Brugmans
BR is in het werk van den ons pnLvallen
hoogleeraar Blok een verscheidenheid, die karak
teristiek voor hem is. Want Blok's zeer ontvankelijke
geest stond open aan vele zijden: zoo trokken
problemen van allerlei aard en strekking, van
velerlei periode en groepeering hem telkens weer
aan. Een enkele blik in de in 1925 hem aangeboden
bibliografie doet dat duidelijk zien; er is waarlijk
nauwelijks een tijdvak in onze vaderlamlsche
geschiedenis, dat niet zijn sterke aandacht heeft
gehad. Hier werkte hij geheel in de lijn van zijn
door hem hoogvereerden voorganger en leermeester
Fruit», die zich soms wat al te veel door de
onderdeelen liet boeien en zoo moeilijk tot groot er werk
kon komen.
Welnu, hier ligt juist het groot e onderscheid
tusst-hen Fruin en Blok. dat de leerling juist
datgene heeft tot stand gebracht wat den meester
bleef ontzegd: een samenvattend geheel van studie
en onderzoek. Juist dit heeft Fruin ook in Blok
/.«?er gewaardeerd: den moed en bovendien de vol
harding te bezitten voor een groot werk. niets
meer of minder dan een geschiedenis van het
Nederlandsche volk. Wat Fruin terughield, was
begrijpelijk genoeg: zijn wetenschappelijke
conscientie duldde geen arbeid, die, niet tot in de uiterste
bijzonderheden naar de bronnen was doorvorscht.
Met die opvatting komt men zelden tot een groote
conceptie: het is eenvoudig onmogelijk een boek in
vele deelen te schrijven, uitsluitend gegrond op
eigen bronnenonderzoek: een menschenleeftijd i»
daarvoor geheel onvoldoende. Fruin wist dat
natuurlijk beter dan iemand en trok daaruit zijn
conclusie. Maar Blok wist het even goed. maar
ging toch aan het werk naar zijn inzicht en op zijn
wijze.
* *
'Wij moeten dankbaar zijn, dat Blok het heeft
aangedurfd een geschiedenis van het
Nederland'sche volk te schrijven. Hij moest daarvóór wel een.
en ander in do waagschaal stellen; een reputatie
van degelijkheid en grondïgheid op zijn minst
in dit land. waar détailfouten nog al zwaar worden
aangerekend. Ook is de beoordeeling van de allengs
verschijnende deelen - in de-eerste uitgave niet
minder dan acht niet steeds' even waardeerend
geweest. Een geleerde van grooten naam
qualificeerde Blok's geschiedenis als het werk van Jan
Wagenaar's opvolger. De benaming was niet hoffe
lijk bedoeld; hoe zij is opgenomen, meen ik ook
wel te weten.
Jntusschen na zooveel jaren deuken wij
daarover toch wel anders. Jan Wagenaar's opvolger
te zijn geweest klinkt in onze ooren eerder als een
lof dan als een blaam. De reputatie van Wagenaar
wordt blijkbaar bij velen nog steeds bezwaard
door den hoon, dien Bilderdijk over hem heeft
uitgestort, ook voor hen, die volstrekt niet tot de
geestverwanten van den. grooten bard behooren.
Maar laat men tóch wat voorzichtig zijn in zijn
oordcel. De tijd is voorbij van den heer Van Naslaan.,
die zijn vrijen tijd doorbracht met het lezen in
Wagenaar en in de vervolgen van Wagenaar: onze
oude Amsterdammer is nu beperkt tot kleineren
kring: men leest hem minder dan dat men hem
raadpleegt. Daarbij heeft Wagenaar stellig in
ruime mate gewonnen. Want wie veel met Wage
naar verkeert in Amsterdam allicht meer dan
elders ??voelt zijn waardeering steeds stijgen.
Inderdaad was de/e eenvoudige hout kopper, die
het bracht tot eei'sten klerk der stedelijke secretarie
een bijzonder knap en kundig man, een zorgvuldig
onderzoeker, een scherpzinnig vorscher. een man
van 'historischen zin, ten slot 11? een historicus, die
tot een groote en zelfs wel grootsche conceptie
in staat was. Onder erkenning van zijn gebreken
en tekortkomingen, die trouwens voor de hand
liggen, moet men toch nmstateeivn. dat Jan
Wagenaar in zijn dagen een zeer verdienstelijk
historicus is geweest.
Welnu, door Blok «net Wugenaar te vergelijken.
doet'nu'ii geen van'beiden onrecht. Natuurlijk was
Blok een. geheel ander man dan onze oude Amster
dammer. Blok was vooreerst geestelijk'volkomen
vrij vau alle vooroordeel: van de verkapte partij
digheid, die bij Wagenaar toch wel hinderlijk is,
was bij Blok geen spoor te vinden. Hij kon in alle
oprechtheid en naar waarheid getuigen, dat hij
met gewasschen handen aan den historischen arbeid
toog. Het' is juist deze onbevangen objectiviteit,
die het werk van Blok zoo'aantrekkelijk maakt.
Zoo was ook zijn geestelijk gestel: hoe rap ook
soms in zijn mondeling oordeel over tijdgenooten.
in de historie was zijn opvatting niet alleen wel
overwogen en goed doordacht, maar ook hoogst
onpartijdig. Natuurlijk heeft ook dat weer anderen
gehin'derd. die er ten onrechte een bedenkelijke
vervlakking in zagen; maar Blok ging zijn gang en
is in dit opzicht zich zelf gelijk gebleven.
Blok's Geschiedenis van het Nederlandsche Volk
draagt dien titel niet zonder bedoeling. Meer dan
eens heeft hij zich in het openbaar en in particulier
gesprek'"'in dessen zin uitgelaten, dat hét hem.
minder om den Nederlandsehen staat dan om het
Nederlandsche volk te doen was. Het was zijn
vaste overtuiging, dat alleen in het volk als geheel
de eenheid was te vinden, die de historische uit
beelding behoeft. Hoe in dezen theoretisch zijn
conceptie was, heeft hij meermalen uiteengezet,
o.a. in een algemeene vergadering van het Histo
risch Genootschap in 1895. Dat plan heeft zijn
bezwaren als ieder ander; maar het was goed
doordacht en ook stellig uitvoerbaar: de proef
op de som was de geschiedenis van het
Nederlandsche volk, die destijds reeds in gang was.
Blok's geschiedenis beantwoordt stellig aan
hooge eisenen. Zij is zoo volledig als men' van
zulk een werk nauwelijks kan venvachten. Zij is
opgebouwd uit de gegevens, die door eigen en
anderer onderzoek Xvaren aan het licht gebracht.
Zij is zeer betroawbaar in de onderdeden en bijzon
derheden ; met vertrouwen kan men dit boek
opslaan en naslaan. Daarbij kenmerkt, het zich door
DE GROENE AMSTERDAMMER
Prljn per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling.
Per No. 25 Cent. AdvertentiSn ?0.75 per regel.
P&tgiro 72880, Oem.-Oiro Q 1000.
INHOUD :
i.
2.
3.
4.
5.
Prof. Dr. H. Brugmans, Blok's Levenswerk.
Dr. E. van Raalte, De toestand in Oostenrijk.
Joh. Braakensiek. Hei tijdperk der schandalen.
Erasmiaan, Vit Rotte's stad.
Floris Vos, Nieuwe wegen. Prof. Dr. H. Brug
mans en Herman Middendorp, Boekbespreking
L. J. Jordaan, Mussolini-kabaal. Constant
van Wessem, Muziek...
Wybo Meyer, Reclame-kunst.
Dr. Jac. P. Thijsse, Zuiderzeepolders. Mr.
Frans Coenen, Kroniek.
Voor vrouwen.
Mr.
7.
9.
10?II. A, Plasschacrt
Schilderkunst.
en
M. F. Hennus
12., Top Naeff, Dramatische Kroniek.
13. Mr. Henrik Scholte, Toontel.
15. C. A. Klaasse, Huur en Huurkoop; Beurs*
spiegel.
16. L J. Jordaan, Bioscopy.
17. Anthon Thiry, De Eieren-Poé'et.
18. Lou Lichtveld, JVieiwe platen. Melis Stoke,
Een Amerikaansche tip.
19. Jantje's Kladschrift. Atida Zevenboom's
croquanle croqueljes.
20. Nessuno, Kaleidoscoop. Charivaria,
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Bntsch*Indi
wordt dominion.
De beschaafde smaak
Vraqcft: Bonbons
R/NGERS
Let op c/en naam
een objectiviteit, die niet wil bewonderen, nog vee
minder wil verguizen, maar «Heen wil verklaren.
Blok heeft bovendien eon eerlijke poging gedaan
de geschiedenis van ons volk als een samenvattend
geheel te zien en te beschrijven. L)us geen staat
kundige geschiedenis alleen, hoewel .deze. op den
voorgrond is blijven staan. Maar daarnaast een
krachtig streven om de ontwikkeling van onze
beschaving, geestelijk en stoffelijk, naar voren te
brengen. Wat P L. Muller heeft trachten te doen
voor onze gouden eeuw. heeft Blok willen tot
stand brengen voor onze geheele geschiedenis.
Voor een niet gering deel is het hem ook gelukt
alles wat ons nationaal leven kenmerkt en. onder
scheidt, onder n gezichtspunt tébrengen en te
beschrijven. Mij heeft altijd in dat opzicht het
meest getroffen de beschrijving van den
Bourgondischen tijd en de geschiedenis der achttiende eeuw:
deze gedeelten houd ik voor de beste gedeelten
van Blok's boek. Hier is inderdaad eenhistorisch
geheel verkregen, dat niet alleen geheel verant
woord is, maar ook in staat is ten volle te boeien.
i Wil men gedeelten van Blok's werk aanwijzen,
die duurzaam zullen blijken, dan kan, men in iedec
geval deze perioden naar voren brengen.
Niemand schrijft voor de eeuwigheid. Maar als
men werk nalaat, waarop het nageslacht kan voort
bouwen, dan heeft men waarlijk niet (tevergeefs
geleefd.
J,,
$
t,:
f'».
'
'? >
y
\,
i'.
'